Het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) versterkt het bestaan van twee parallelle rechtssystemen in Europa.
Het ene systeem omvat het gangbare nationale en Europese recht. Dat staat voor iedereen open, ook voor ondernemingen.
Als een investeerder uit land A ruzie heeft met de regering van land B, gaat dat via de regeringen van land A en B. Het conflict dient voor een gerecht in land B (eventueel de EU). De gebruikelijke rechtsstaatbeginselen gelden.
Het TTIP-systeem is een internationaal arbitragesysteem op basis van internationaal recht. Het heet Investor-State Dispute Settlement (ISDS). Vanwege de groeiende onvrede heeft de EU een minder slechte versie bedacht, het Investment Court System (ICS). Of dat inderdaad de nieuwe standaard gaat worden, moet blijken.
Het systeem staat alleen toe dat ondernemingen, buiten de eigen regering om, regeringen aanklagen. Andersom kan niet: regeringen of gedupeerde groepen mogen de buitenlandse investeerder niet aanklagen.
De ISDS-procedure kan leiden tot miljardenclaims en is juridisch bindend.
Ter illustratie de nieuwe kolencentrale die Vattenfall wilde bouwen bij Hamburg, een omstreden project in een tijd met wisselende politieke verhoudingen en een groeiend milieu- en klimaatbewustzijn. Na een voorlopige goedkeuring in 2007 kreeg Vattenfall een definitieve goedkeuring in 2008. In die definitieve goedkeuring stelde Hamburg aanvullende milieueisen aan de hoeveelheid koelwater die mocht worden geloosd, aan de temperatuur en het zuurstofgehalte van de Elbe, en aan de leefbaarheid voor vissen. Dat moest o.a. bereikt worden door een koeltoren en een stadsverwarmingssysteem. Door die aanvullende voorzieningen bleef de Elbe net aan de Europese waterkwaliteitswetgeving voldoen.
Vattenfall vond dat de scherpere milieumaatregelen de bedrijfseconomie van hun centrale teveel schaadden. Er kwam een zaak bij het Hamburgse Oberverwaltingsgericht. Vattenfall kreeg daar in essentie geen gelijk.
Daarop trok Vattenfall bij verrassing de ISDS-kaart (gebaseerd op het Energy Charter Treaty), en eiste alvast meteen maar $1,4 miljard. Daarna verliep de procedure in het geheim en met de landelijke overheid aan tafel. Toen het stof neergedaald was, hoefde de koeltoren alleen in hete en droge zomers gebruikt te worden, mocht Vattenfall ’s winters anderhalf keer zoveel koelwater lozen, en hadden de vissen een probleem.
TTIP lijkt besmettelijk. De NRC meldde op 19 mei 2016 dat Nederland, samen met vier andere EU-landen, er achter de schermen voor ijvert om ISDS ook binnen de EU in te voeren. Want, zo is de logica, met ISDS hebben de niet-Europese bedrijven een voordeel dat de Europese bedrijven niet hebben. Het gaat met name om de afschaffing van oude verdragen met oost-Europese landen.
Handelsvragen berusten op wazige vangnet-termen als “directe en indirecte onteigening” en “eerlijke en billijke behandeling”. Daaronder kan heel veel verstaan worden.
Investeerders gebruiken vooral graag het begrip “indirecte onteigening” en verstaan daar zo ongeveer alles onder wat de winst mogelijkerwijs zou kunnen schaden.
Ze doen dat steeds aggressiever. Sinds 1997 zijn er zeker 300 arbitrageprocessen gestart (voor die tijd bijna geen enkele), maar dit aantal kan een onderschatting zijn aangezien de processen geheim zijn.
De claims benoemen een bonte rij geschilpunten met claims van 10 miljoen tot 40 miljard: een verbod op bestrijdingsmiddelen, het minimum jeugdloon in Egypte, mijnbouwkwesties, fiscaal overheidsbeleid, afvalverwerking etc (zie http://teamdata.oneworld.nl/projects/isds/bewegingskaart-claimants/ ).
TTIP kan daar een even bonte rij aan toevoegen op punten waar de Amerikaanse en de Europese standaarden verschillen zoals chloorkippen, het voorzorgbeginsel, de EU -richtlijn REACH voor gevaarlijke stoffen, arbeidswetgeving.
Investeerders winnen 25% van de zaken en in 28% komt het tot een schikking (wat in praktijk vaak een overwinning is– zie Hamburg).
De bonte rij aan onderwerpen maakt dat ISDS-rechters ver buiten hun internationale civiele-specialisme moeten oordelen: bestuursrecht, sociaal en arbeidsrecht, fiscaal recht. En dat voor heel veel landen. Geschillenbeoordelaars kunnen daar nooit adequaat voor opgeleid zijn– als ze al een formele opleiding als rechter hebben. Bovendien hebben “rechters” onder ISDS geen vaste aanstelling, maar worden van zaak tot zaak betaald – wat de onafhankelijkheid ook al niet ten goede komt.
Niet voor niets heeft de Deutscher Richterbund TTIP om fundamentele redenen afgewezen.
De juridische basis van TTIP is onaanvaardbaar.
Het samenwerkingsverband 040TTIPvrij organiseert op zaterdag 28 mei, van 12.00 – 14.00 uur, een manifestatie tegen TTIP op het Catharinaplein. Als spreker treden op:
– Europarlementarier Anne-Marie Mineur (SP)
– Wim Baltussen (FNV)
– sprekers van BBL en PvdA
– Voorzitter Dawkins van de coöperatie Duurzaam Brabant interviewt mensen
– muziek en dans
(Dit artikel is op 25 mei 2016 als gastopinie in het Eindhovens Dagblad verschenen)