Francy van Iersel, SP-Statenlid, vroeg mij eind 2014 of ik mijn mening kon geven over de bodemvervuiling op het terrein van de Tilburgse tapijtfabriek. Dit op basis van enkele opgestuurde rapporten door onderzoeksbureau’s na monstername.
Ik heb dat zo goed mogelijk gedaan, hoewel ik het terrein niet zelf ken en slechts kon afgaan op de aangeleverde documenten (die ook nog incompleet bleken). Er zit dus het nodige voorbehoud in mijn antwoord.
Desalniettemin blijkt dat een deel van het terrein opgescheept zit met een ernstige verontreiniging met gechloreerde kooolwaterstoffen als bijvoorbeeld tri en per. De omvang en aard van de vervuiling maken hem ‘spoedeisend’, maar vervolgens is in de meest recente wettelijke bepalingen zo’n ruime interpretatie gegeven aan ‘spoedeisend’ (het komt er tegenwoordig in praktijk dat het pas urgent is als er mensen ziek van dreigen te worden), dat het spul er vooralsnog gewoon blijft liggen.
Zie –> Een indruk van de bodemvervuiling op het terrein van de Tilburgse tapijtfabriek hier mijn reactie.
Zie voor de nu geldende wetgeving de Circulaire Bodemsanering op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-16675.html