HEMA brengt klimaatfootprint in kaart, supermarkten gerangschikt

CO2 –  inventarisatie
De HEMA is begonnen te doen met wat Millieudefensie niet aan dit bedrijf gevraagd heeft, namelijk het maken van een klimaatplan. Liever gezegd de voorbereiding daarop, een nulmeting (over 2019) van de broeikasgasemissie die verbonden is aan de bedrijfsvoering en de producten van het bedrijf, gerekend over wat in het jargon scope 1, 2 en 3 heet.

De begrippen scope 1, 2 en 3 zijn vastgelegd in het internationale GHG-protocol (GreenHouse Gas-protocol, https://ghgprotocol.org/ ).

In het geval van de HEMA levert dit onderstaande indeling op hoofdlijnen op:

De studie is gedaan door het Amsterdamse bureau Metabolic ( https://www.metabolic.nl/ ).

De HEMA heeft via zijn eigen kanalen ( https://corporate.hema.com/hema-publiceert-ambitieuze-doelen-co2-reductie/ ) onder de titel “HEMA publiceert ambitieuze doelen CO2 – reductie” een soort beginselverklaring. Op het einde daarvan kan het rapport zelf gedownload worden.
De NRC van 05 oktober 2023 heeft twee volle pagina’s aandacht aan het project besteed (dat is  het wel waard). Zie (als je eraan kunt) https://www.nrc.nl/nieuws/2023/10/04/hoe-hema-zijn-totale-uitstoot-heeft-weten-te-berekenen-a4176167?utm_source=push&utm_medium=topic&utm_term=20231004 .

Het is geen geringe taak geweest, met name scope 3 niet. Zoals Wilma Veltman, directeur inkoop, zegt ‘We hebben 30.000 artikelcodes in de winkels liggen’. In de NRC legt ze uit dat die samengebracht zijn in groepen vergelijkbare producten ‘alle sokken in één groep. Alle cacao in één groep’ enzovoort. Onduidelijk is of katoenen, wollen en polyester sokken in dezelfde groep zitten, maakt nogal uit.

Veltman spreekt steeds over CO2, maar uit het rapport blijkt dat alle broeikasgassen meegenomen zijn (ook bijvoorbeeld methaan en lachgas).

De berekening van Metabolic is nog eens dunnetjes overgedaan in een second opinion van Det Norske Veritas Business Assurance B.V. Daar kwam min of meer hetzelfde uit en die overeenkomst was goed genoeg om mee te kunnen werken. Bij veel precisie had het project jaren geduurd.

Je krijgt dit soort plaatjes:

Er zitten verrassende uitkomsten,

  • Scope 1 en 2 tellen getalsmatig nauwelijks mee (daarbinnen alleen de ingekochte stroom)
  • Transport speelt ook nauwelijks een rol
  • De bulk zit in de verwerving van goederen en diensten (‘upstream’) en het gebruik van die goederen (‘downstream’)

Men moet overigens bij dit soort werk waken voor dubbeltellingen. Hier speelt dat niet: de sokken tellen klimatologisch mee bij de HEMA en niet bij meneer Jansen die ze in de kast heeft liggen.

De berekening gaat elk jaar geactualiseerd worden.

De HEMA wil ook landgebruik, water en biodiversiteit in kaart gaan brengen.

Wat gaat de HEMA nu doen, of doen ze al?
Topvrouw Saskia Egas Reparaz wil dat de HEMA koploper op duurzaamheidsgebied wordt. Nu passeren dit soort ronkende kreten wel vaker, en aan concrete tussendoelen heb je meer. Die zijn er: de HEMA wil in 2030 zijn scope 1 en 2 – emissies met 75% teriggebracht hebben, en zijn scope 3 – emissies met 46% (dat is veel moeilijker).
Veldman wil niet teveel pielen met kleine dingetjes (NRC) en de grote dingen aanpakken. Bij de HEMA zijn dat bijvoorbeeld papier en katoen en verpakkingen.

  • Papier heeft nu FSC-keurmerk en dat moet gerecycled FSC-papier worden.
  • Katoen is nu volges het Better Cotton Initiative en dat moet biologissch worden. babykleren zijn dat al vanaf begin 2024.
  • De hoeveelheid verpakkingen is in vier jaar al met 23% teruggedrongen
  • Alternatieven voor maandverband

De gewetensvraag (voor de hele detailhandel) is of de HEMA niet gewoon minder moet gaan verkopen. Dat is voor een commerciëel bedrijf een brug te ver. ‘Spullen verkopen is ons bestaansrecht. Dus hoe wij dit oppakken is: spullen verkopen die langer meegaan” aldus Veldman in de NRC. Bijvoorbeeld afwasborstels met verwisselbare kop en navulbare make up-dozen en meegroeiende rompertjes.

Men kan moeilijk beweren dat de HEMA bekend staat om de overdadige luxe en overbodig assortiment.

De rookworst
De HEMA-icoon. De HEMA heeft overigens ook een vega-variant (de Ookworst), maar die loopt nog niet zo hard. Dus moet die lekkerder worden, vindt Veldman. Ze houden wel beide in de verkoop.

OP https://foodfootprint.nl/ kun je de foorprint van een aantal  voedingswaarden opzoeken.
Foodfootprint kent wel de runderrookworst, en dan krijg je dit

Runderrookworst per 100 gram
2187 g CO2eq        *
18.0 L water           *
 1.06 m2*jaar         *

(5 sterren = goed, 1 ster = slecht, t.o.v. andere producten op deze site) 
Data: RIVM (gemiddelde Nederlandse markt)
let op: kan (sterk) verschillen per seizoen/ land van herkomst

Rundvlees is notoir heel slecht, maar bovenstaande worst (overigens niet van de HEMA) is vooral varken en dat is iets minder erg.

Tel dus de jaarlijkse rookworstomzet van de HEMA en doe dat maal de varkensvariant van 2187 g CO2 , heb je een klein stukje van de grote footprintstudie van de HEMA.

Europese verplichting
Vanaf 2025 moeten alle grote Europese bedrijven verplicht rapporteren wat hun impact is op mens, milieu en klimaat. Een exercitie zoals die van de HEMA is daarvan een onderdeel.
Het worden gouden tijden voor eco-accountants.

In de NRC van 06 okt 2023 staat een artikel over supermarktketens, met de Superlijst Groen gerangschikt op duurzaamheid door bureau Questionmark over 2022. Eén staat Ekoplaza, twee de Lidl, drie de Albert Heijn en laatst de Plus. Kanttekening is dat het soms  meer om woorden dan om daden gaat. Zie https://www.thequestionmark.org/ en dan voor het NRC-artikel https://www.nrc.nl/nieuws/2023/10/05/groene-woorden-zijn-er-volop-maar-aan-daden-ontbreekt-het-de-supermarkt-vaak-nog

Het rapport over de supermarkten is te vinden op https://www.thequestionmark.org/search?type=publication of via de zoekterm ‘Superlist Environment The Netherlands 2023’

Fossiele energiesubsidies afschaffen: waarvan wordt het klimaat wijzer?

Het klinkt als een paradox: XR heeft het over geld en het PBL heeft het over klimaat, en beide hebben het over fossiele energiesubsidies. Hoe kan dat?

Nu is een paradox een schijnbare tegenstelling en dat is ook hier het geval, maar alle paradoxen worden geformuleerd om het denken aan te scherpen, en dat is eveneens hier aan de orde.


De grondslag van de PBL/CPB-studie en de Milieudefensie/SOMO/regeringsaanpak.
Het PlanBureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft samen met Centraal Plan Bureau (CPB) een studie uitgebracht over de hoogte en de aard van fossiele energiesubsidies, kort nadat de regering bij de begrotingsstukken becijferd had dat die subsidies samen goed waren voor tussen de 40 en de 46 miljard Euro per jaar.

De studie “Afschaffen fossiele energiesubsidies: eerder een hersenkraker dan een no-brainer” is te vinden op https://www.pbl.nl/publicaties/afschaffing-fossiele-energiesubsidies-eerder-een-hersenkraker-dan-een-no-brainer . Hoofdauteur namens het PBL is Herman Vollebergh, en namens het CPB Peter Zwaneveld.
Een recent artikel op deze site over het onderwerp is te vinden op https://www.bjmgerard.nl/volledig-einde-fossiele-subsidies-slechts-europees-haalbaar/ . Terugkijkend liep dit artikel, zonder dat te weten, al een beetje vooruit op de PBL-publicatie.

De regeringsstudie (40 tot 46 miljard per jaar) en eerdere studies van o.a. Milieudefensie, Metten en SOMO (waarop XR zich baseert) hanteren een inventarisatiebenadering: ze brengen zo volledig mogelijk in kaart welke regelingen er zijn, en tellen de bijbehorende bedragen op – niet meer en niet minder.

De PBL/CPB-studie hanteert als hun eigen grondslag hoe de diverse regelingen de externe klimaatkosten afdekken, dus in hoeverre ze als adequate klimaatbeprijzing dienen. De gedachte is dat het klimaat het beste gediend wordt als de schade geheel beprijsd is.
PBL en CPB gaan daarbij als maatstaf uit van een prijs in het Emissions Trading System (ETS) van €130 per ton CO2 . In 2023 tot nu toe schommelde die prijs tussen de 80 en 100 €/ton, en in 2021 steeg hij van 32 naar 80€/ton ( https://ember-climate.org/data/data-tools/carbon-price-viewer/ ).
Daarnaast hantereren PBL/SCP, ter vergelijking, volgens hun criteria ook de inventarisatiebenadering
Vanwege de andere grondslag, en omdat soms andere keuzes gemaakt zijn, komen PBL/CPB op een totaalbedrag aan fossiele subsidies volgens deze externe kosten-benadering op 13,7 miljard Euro.
Als PBL/CPB hun keuzes combineren met een inventarisatiebenadering komen ze op 17,1 miljard Euro. Het verschil met bovenstaand hoger bedrag wordt transparant herleid op de andere keuzes.
In bovenstaande tabel een vergelijkend overzicht.

Overigens noemen PBL/CPB ook indirecte effecten die niet eerder genoemd zijn, zoals bijvoorbeeld verrekeningstechnieken rond de vennootschapsbelasting (die voor een belangrijk deel fossiel verdiend is), BTW-vrijstelling van internationaal personenvervoer per vliegtuig of schip, belastingvoordelen rond auto’s, en nog zo wat. Deze indirecte kosten zijn meestal niet kwantificeerbaar.

PBL en CPB stellen expliciet dat de inventarisatiebenadering en de externe kostenbenadering elk hun specifieke merites hebben. De ene brengt in kaart waar je bij afschaffen aan moet denken, en de andere geeft richting aan wat daaruit de verstandigste keuze is.

De PBL/CPB-studie bevat een heel  bruikbaar overzicht van de directe en indirecte Nederlandse energiesubsidies, en van de lopende beleidsontwikkelingen op dit gebied.

PBL/CPB werken meestal met cijfers over 2021

Issues uit de PBL/CPB-studie
PBL en CPB benoemen een aantal punten.

Genoemde bedragen zijn slechts gedeeltelijk inbaar. Als de regering daadwerkelijk de subsidies af  zou gaan schaffen, veranderen ondernemingen hun  gedrag (wat de bedoeling is), stoppen of vertrekken naar het buitenland.

Als die onderneming onder het ETS valt (het Emissions Trading System van de EU) heeft stoppen of een vertrek op zichzelf geen gevolgen voor het klimaat, omdat het ETS EU-breed een (dalend) plafond heeft. (Dit ETS is momenteel goed voor 45% van de broeikasgassen in Europa.)
De vrijgekomen emissies worden door een andere onderneming binnen de EU tot het plafond opgevuld.  
Voor nadere uitleg zie https://www.emissieautoriteit.nl/onderwerpen/themas/emissiehandel-eu-ets-2021-2025 en  https://www.bjmgerard.nl/co2-prijs-onder-het-eu-ets-schiet-door-de-e50-per-ton/  en https://en.wikipedia.org/wiki/European_Union_Emissions_Trading_System ).
Als de vertrekkende onderneming  uiteindelijk buiten de EU eindigt, is er netto sprake van een toename van de emissies en mogelijk zelfs van een extra toename van de emissies als dat nieuwe buitenland slechtere wetten heeft – wat meestal zo is.
Op zichzelf betekent dat er wel anti-maatregelen mogelijk zijn als een ETS-onderneming wil stoppen of uit de EU  wil vertrekken. Het ETS kent de Market Stability Reserve (MSR), via welk mechanisme de Europese Commissie emissierechten uit de markt kan nemen. Verder gaat de EU voor een aantal energievretende processen een soort tariefmuur om zich heen bouwen ter grootte van het verschil in koolstofprijs, het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM).
En uiteraard bestaat de mogelijkheid een aflopende fossiele energiesubsidie te compenseren met een oplopende schone energie-subsidie of een anderszins gunstiger vestigingsklimaat.
Het versneld beëindigen van fossiele energiesubsidies in de vorm van gratis ETS-rechten (welke rechten sowieso in 2040 gepland staan om niet meer verstrekt te worden) kan dus zin hebben, als de grotere context er in meegenomen wordt.

De hoogte van de totaalsom aan fossiele energiesubsidies hangt sterk van keuzes af wat men mee telt en wat men als referentie kiest.
Bij PBL/CPB is de CO2 -prijs in het ETS de enige referentie. Zou men voor een ETS-prijs van 140 i.p.v. 130€/ton CO2  rekenen, schiet meteen het externe kosten-bedrag van €17,1 miljard omhoog.
Zo is het bijvoorbeeld een keuze of men de BTW wel of niet meetelt, bijvoorbeeld de BTW die over accijns geheven wordt. De BTW beïnvloedt de CO2 -emissie niet direct. Per saldo plaatst PBL/CPB het in de categorie ‘indirect’. Daardoor telt het kwantitatief niet mee in hun €17,1 miljard.
Dit soort effecten treedt in nog sterkere mate mee bij de inventarisatiebenadering omdat daar een heleboel keuzemomenten bestaan voor referentiebedragen. In essentie wordt wat normaal is (de referentie) vergeleken met wat niet normaal is (een lager bedrag) – en men kan erover twisten wat normaal is.

 Een voorbeeld is hoe omgegaan wordt met aardgasvrijstellingen. De energiebelasting op aardgas kent vier tarieven, waarvan het kleinverbruikerstarief I de hoogste is en het tarief voor zeer grote grootverbruikers IV de laagste. Men kan redeneren dat bijna Iedereen in I zit, dat dat dus normaal is, en dat de vrijstelling daarom t.o.v. berekend moet worden, maar men kan ook redeneren dat de vrijgestelden anders in IV gezeten hadden en dat daarom IV normaal is.
Zo ook kan men beredeneren dat als normaal = het kleinverbruikerstarief , alles wat daarvan neerwaarts afwijkt subsidie is. Men kan dat ook niet doen en het vier  stappen-tarief als normaal zien.
Zo kunnen berekeningen, die op zich beide bonafide zijn, tot geheel verschillende uitkomsten komen.

Het afschaffen van de degressieve tarieven (dus het vier stappen-systeem voor  gas en stroom) laat zien dat een vergelijkbare maatregel geheel andersom kan uitpakken. Het opheffen van het vier stappen-tarief voor aardgas werkt positief voor het klimaat (fossiel stoken  wordt ontmoedigd).
Maar het afschaffen van de degressieve tarieven voor elektriciteit werkt negatief voor het klimaat: verduurzaming betekent als regel elektrificatie en die wordt met de afschaffing van deze fossiele energie-subsidie ontmoedigd zolang het merendeel van de elektrische energie nog fossiel wordt opgewekt. Een pleidooi voor timing en niet alles tegelijk willen.

Fossiele energiesubsidies hebben ook een sociale kant.
Enerzijds zal het ongetwijfeld mogelijk blijken een deel van de fossiele subsidies weg te werken, waarna ze in de begroting komen. Dan kunnen er andere dingen mee gedaan worden, waaronder sociale,
Anderzijds zou men, strikt redenerend, ook kunnen beweren dat de €493, die elk huishouden in 2023 op zijn energierekening in mindering mag brengen, feitelijk een fossiele subsidie is. PBL/CPB maken die keuze niet, omdat ze dit als inkomenspolitiek zien die geen gevolgen heeft voor hun core business, namelijk de CO2 – productie.
Bovendien zal een deel van de verdwenen fossiele subsidies terugkeren in de vorm van hogere energieprijzen.

Al met al zou ik me niet fetisjistisch, als een blind paard, vastleggen op getallen. Ik zou pragmatisch kijken hoe men heel veel miljard fossiele subsidies kan terugbrengen tot zo min mogelijk veel miljard volgens een richtlijn, die de energietransitie optimaal dient, de sociale kosten beperkt.
Ik ben het dus eigenlijk met PBL/CPB eens.

Klimaatstrijd moet ook sociale strijd zijn (en omgekeerd), en dus ik met de SP op de Ouderenbeurs

In Vrij Nederland van 11 sept 2023 wordt de Amerikaanse geograaf Matthew Huber geïnterviewd over zijn nieuwe boek ‘Climate Change as Class War’ dat in het najaar in het Nederlands uitkomt. De intro van het interview is te vinden op https://www.vn.nl/matthew-huber-klimaatverandering-klassenoorlog/  , en verder alleen als je VN-abonnee bent.
Via Blendle is ook de hele tekst van het interview bekend.

Overstroming Valkenburg 2021
Zie https://www.bjmgerard.nl/waarom-de-limburgse-over-stroming-een-klimaatcomponent-had-en-hoe-dat-werkt/  en ook https://www.bjmgerard.nl/klimaateffecten-in-brabant-2-tilburg-en-het-noodweer-van-28-juli-2014/ .

Nu ben ik niet zo’n fan van grootscheepse theorieën, die vaak op gevoelsmatig gedefinieerde begrippen berusten. Bij maatschappelijke ‘klassen’ gebeurt dat soms ook en krijg je vervolgens richtingdiscussies die gelijken op gelovigenstrijd tussen de diverse, fijnzinnig van elkaar verschillende, takken van het protestantisme.
Maar als men mij toestaat tussen de oogharen door te kijken naar de grote lijn, geeft Huber een redenering die min of meer klopt.

Grofweg rust zijn betoog op vijf poten (af en toe een toevoeging van mjjzelf ertussen door)

  • Goed klimaatgedrag wordt te vaal gezien als het streven naar een lage persoonlijke footprint. Huber: “Stel, je hebt een olie-CEO: hij (of zij) kan vegetariër zijn, elke dag met het OV reizen, in een tiny house wonen, nooit op vliegvakantie gaan en geen fast fashion dragen. Volgens de dominante klimaatanalyse, die van de persoonlijke ecologische voetafdruk, draagt deze persoon slechts een minieme verantwoordelijkheid voor klimaatverandering. En dat is precies wat er mis is met onze huidige aanpak, stelt Huber. We moeten ons niet blindstaren op persoonlijke consumptie. Die olie-CEO is voor het klimaat veel belangrijker in zijn rol als producent dan als consument.”
    Mijn mening: verbeter de wereld, begin bij het systeem (maar eindigt wel bij jezelf, als je je dat kunt permitteren – practice what you preache)
  • Het kapitalisme staat jou als consument enige vrijheid van aanschaf toe, maar is in essentie een moorddadig systeem dat de wereld en de wereld bevolking ondergeschikt maakt aan zijn belangen. Vandaar die ‘war’.
    Je moet dit collectief aanpakken.
  • Huber vindt dat de strijd tegen klimaatverandering te veel wordt bepaald door de academische klasse – journalisten, wetenschappers, advocaten en anderen. Hun aanpak stoelt op wetenschappelijke kennis en bewustwording. Deze elitaire benadering zal nooit een brede massabeweging op gang brengen. Daarmee zal het niet de noodzakelijke politieke kracht bezitten die nodig is voor de fundamentele economische transformatie.
    Ik reken mijn eigen site ook tot deze academische klasse en mijns inziens is die academische ‘klasse’ (feitelijk is het overigens geen klasse) nodig. Huber heeft gelijk dat dat niet voldoende is.
  • Wil een klimaatbeweging brede steun krijgen, dan moet die gekoppeld worden aan belangenstrijd. Het einde van de wereld moet gekoppeld  worden aan het einde van de maand. Huber:”Klimaatverandering staat niet los van de dagelijkse materiële behoeften van mensen: de sectoren die we radicaal moeten transformeren zijn energie, transport, huisvesting, water, landbouw en voedsel. Dit zijn stuk voor stuk basisbehoeften van de arbeidersklasse waarop mensen elke dag vertrouwen. Als we in staat zijn om een klimaatpolitiek op te bouwen die erop gericht is die sectoren koolstofvrij te maken, maar ook een goedkopere en veilige toegang aan de massa bieden, dan maakt het niet uit of arbeiders IPCC-rapporten lezen.”
    Het is ook als arbeider wel fijn dat je auto niet kapot geknuppeld wordt door hagelstenen, dat je laminaatvloer niet onder loopt en je verzekeringspremie betaalbaar blijft als je in Valkenburg woont, en je geen dengue krijgt van de tijgermug.
  • Wat in elk geval niet helpt is essentiële dingen duurder maken zonder dat er een alternatief is. Duurdere benzine alleen in combinatie met een beter OV.
    In hoeverre vliegvakanties essentiëel zijn is, wat mij betreft, een discussiepunt. Vooral  als omwonenden van vliegvelden de ellende dragen.

Tot zover Huber, hier en daar geannoteerd.

(Ouderenbeurs 2023, SP-kraam, foto J.Rouwet)

Zolang men mij niet met details aan de kop zeurt (horen ZZP-vrachtautochauffeurs bij de arbeidersklasse?), kan ik een eind met Huber meegaan. En omdat ik probeer enige mate van consequentie op te brengen, heb ik twee maal met de SP meegedaan aan een actie om de prijs van ca 100 basisboodschappen te verlagen, ten laste van de miljardenwinsten van Ahold en Jumbo en aanverwant. Geïnteresseerden inboeken op lijsten en reclame maken voor de Prinsjesdagdemonstratie op 17 september. Een keer op een hete zondagmiddag in een Eindhovense woonwijk, en op een lange donderdag op de Ouderenbeurs. Het is niet mijn grootste hobby, maar ik kan me ertoe zetten en ik ben er zelfs wel goed in.

Als in hoofdzaak milieu-, energie- en klimaatgeinteresseerde persoon zie ik er het nut van in om mede te organiseren aan belangenstrijd (in de geest van Huber).

Maar je zou willen dat de SP het ook het omgekeerde doet, namelijk actief, en niet alleen retorisch, deelnemen aan de klimaatstrijd. Nu mist de SP een fors deel van het electoraat, en van een deel van de belangen van de eigen achterban.
Zie ook https://www.bjmgerard.nl/klimaat-energie-en-milieu-helaas-geen-kerntaken-voor-sp/ .

Goed bestuursakkoord in Noord-Brabant

Vooraf
Bij de Provinciale Staten-verkiezing 2023 in Noord-Brabant was de BBB met 11 zetels de grote winnaar. Die mocht dus beginnen met formeren met wat getalsmatig en politiek, mede gezien het tumultueuze verloop van de voorafgaande periode, de minst onlogische combinatie was, te weten BBB-VVD-GroenLinks-PvdA (met 11-9-5-4 samen goed voor iets meer dan de helft van de 55 zetels). Dat leek goed te gaan, er lag een onderhandelaarsakkoord, de champagne stond al koud, maar toen kwam de BBB alsnog met een stel aanvullende eisen. Dat leidde tot PLOF.

Waarop de VVD het (naar het leek, niet geheel met tegenzin) het mocht proberen met de daarop volgende minst onlogische combinatie, te weten VVD, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Lokaal Brabant (met 9-5-4-4-4-2 ook net een meerderheid). Dat liep goed, er zat een vakantie tussen, maar op 01 september 2023 lag er een akkoord – als laatste van de provincies.
Men kan het akkoord vinden op https://www.brabant.nl/bestuur/bestuursakkoord-2023-2027 .

Een enkele keer geef ik persoonlijk commentaar. Dat zet ik er dan bij.

Het bereikte compromis binnen dit bonte gezelschap pakt naar mijn mening wonderlijk goed uit. Ik zal het bespreken voor zover het op mijn terrein ligt: klimaat, energie, milieu, landbouw en natuur. Dat is niet bedoeld als diskwalificatie van de andere onderwerpen, maar mijn mening daarover heeft geen speciale meerwaarde.
Ik moet zo hier en daar selecteren wat ik wel en niet meeneem. Hier en daar blijven onderwerpen op ‘mijn’ gebied onbesproken.

Brede welvaart
Het brede welvaart-thema wordt geopend met de passage “We zien dat grote maatschappelijke vraagstukken, zoals bijvoorbeeld de krapte op de woningmarkt en de klimaat- en energietransitie, steeds meer de directe leefomgeving en de bestaanszekerheid van de Brabander raken. We lopen tegen de grenzen aan van zowel onze economie als onze omgeving: er is schaarste. Daarmee dringt ook steeds meer en steeds breder het besef door dat we niet kunnen doorgaan op de ingeslagen weg. We moeten nieuwe wegen inslaan voor een gezonde en welvarende toekomst voor Brabant. Het oude vertrouwde verdwijnt en er komt een periode van onzekerheid voor in de plaats.” (blz9)

Waarna volgt was, naar mijn mening, het meest revolutionaire zinnetje, verstopt in een riedel over economie en innovatie, namelijk “Economische groei is geen doel op zich(blz11).

Economisch krijgt dat bijvoorbeeld vorm in een selectiever beleid t.a.v. distributiedozen (blz19) , een selectievere acquisitie van nieuwe bedrijven (blz13), en uitbreiding van het programma Grote Oogst, de provinciale bijdrage aan de verduurzaming en de opschoning van de Brabantse bedrijventerreinen (blz19). Zie voor dat laatste ook https://www.bjmgerard.nl/het-schone-lucht-akkoord-in-brabant/ .

Gezondheid
Het akkoord signaleert een aantal gezondheidsbedreigende trends, zoals hittestress in steden, slechte luchtkwaliteit, en een hoger risico op zoönosen (ziektes die van dier op mens overspringen, zoals de Q-koorts en mogelijk in de toekomst de vogelgriep). Het akkoord spreekt de ambitie uit (blz 14) dat iedere Brabander in 2030 mag genieten van drie extra gezonde levensjaren.

Daarvoor moet het Schone Lucht Akkoord met het Rijk verder in Brabant worden uitgerold (blz39) (zie ook https://www.bjmgerard.nl/schone-lucht-akkoord-een-halfvol-glas/  en eerder genoemde link), wordt onderzoek gedaan naar het terugdringen van ultrafijn stof, en moet er een expertisecentrum komen voor long Covid en long Q-koorts (blz14).

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

De vliegvelden en de internationale treinen
Brabant heeft vier militaire vliegvelden, één groot civiel vliegveld, en twee General Aviation-vliegvelden (Seppe en Budel). Het Akkoord spreekt over economische voordelen en diverse emissies als nadelen. Voor laatstgenoemde twee geldt het Beleidskader Milieu, met Defensie is een voortdurende dialoog gaande, en het Advies-Van Geel voor Eindhoven Airport moet volledig worden uitgevoerd (blz22).
De provincie blijft voortdurend bij Rijk, NS en Prorail aandringen op betere internationale vliegverbindingen, mede als goed alternatief voor het vliegverkeer (blz 23).

Klimaat en energie
We willen in 2030 55% minder CO2-uitstoot in Brabant realiseren ten opzichte van 1990. We streven ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn (blz28).

Eerste afspraak is dat de vier Regionale Energie Akkoorden (RES) worden uitgevoerd (blz29).

Extra windenergie boven op de RES kan alleen bij lokaal eigendom en voldoende draagvlak in de omgeving (blz29).

Voor zonneparken geldt de zonneladder. Zon op land wordt alleen toegestaan als dat nodig blijkt om de energiedoelstellingen te halen (wat mijns inziens altijd zal blijken). (blz29).

Het Akkoord noemt aardwarmte en bodemenergie als mogelijk, na uitvoerige afweging van de risico’s. De provincie wil risicodragend investeren in de ondersteuning van de warmtetransitie, conform de Wet collectieve warmtevoorziening (die er nog  niet is, bg) (blz29).

Dat laatste is overigens ook een lichtelijk revolutionaire bepaling, waarmee de provincie misschien nog het dichtst in de buurt  komt van een eigen energiebedrijf.
Het Akkoord benoemt de oprichting van ‘Energie Brabant’. “‘Energie Brabant!’ is gericht op zowel het ontwikkelen, stimuleren en bundelen van nieuwe duurzame energievormen als op de huidige provinciale activiteiten. Hiermee stimuleren wij Brabanders om mee te doen waar dat nog niet voldoende gebeurt. Wij scheppen randvoorwaarden om dit mogelijk maken.” (blz28).
Energie Brabant is door dit alles geen eigen energiebedrijf (zoals bijv. de SP wil bg). Er zit geen productiecapaciteit en de instelling gaat niet functioneren als energieleverancier.

(Overigens bestaat er in Midden-Brabant al wel een publieke onderneming met eigen productiecapaciteit, zie Publiek ontwikkelbedrijf REKS  . Dat is een BV waarvan de gemeenten in de RES-regio Midden-Brabant, m.u.v. Waalwijk, aandeelhouder zijn bg).

We verkennen via de Essentgelden en Energie Brabant!  hoe wij als provincie – in aanvulling op rijksregelingen en projecten van gemeenten – kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld grootschalige isolatie van woningen, de warmtetransitie en zonnepanelen. Daarmee kunnen wij energiearmoede tegengaan (blz30).
Om bij het isoleren verlost te zijn van het vleermuis-in-de-spouwmuurprobleem gaat de provincie bij alle gemeenten stimuleren dat er een Soorten Management Plan komt, op basis waarvan verantwoord ontheffing gegeven kan worden van de Wet natuurbeheer (blz 45)

Het Akkoord wil grootschalige opslag van energie en warmte ondersteunen, na inventarisatie van de risico’s. (blz30)

Tenslotte wordt steun aan de energiecoöperaties beloofd (blz30).

MSR
Het akkoord wil de mogelijkheden van gesmolten zout-kernreactoren (MSR) onderzoeken. In deze periode gaat dat nog niet tot besluiten leiden, eventueel wel tot voorbereidingen.
(commentaar bg: men zegt dat als zo’n MSR op thorium draait, hij weinig of geen langlevend afval heeft, en dat het systeem inherent veilig is. Ik sluit niet uit dat beide beweringen waar zijn.
Maar er bestaat nog geen werkend commercieel model en dat kan nog wel 20 jaar duren. Meestal komt de MSR-wens van partijen ter rechterzijde die geen zonneparken en windmolens willen, en zich op een fata morgana richten. Zoals bekend, bestaan fata morgana-oases werkeljk, maar liggen ze zeer veel verder weg dan het lijkt. De verzekering dat er deze periode in Brabant geen besluiten genomen kunnen worden kan dan ook makkelijk worden afgegeven.
Ik vind overigens dat een systeem, dat mogelijk over 20 jaar goed werkt, alleszins de moeite waard om na te streven. Alle klimaatprognoses lopen minstens tot 2050 en vaak tot 2100.  Ik ben dan ook vóór een dergeljk onderzoek. Het ‘komt te laat-argument’ is een drogreden zolang dat onderzoek naast en niet in plaats van hernieuwbare energie plaatsvindt.)


Landbouw, milieu en natuur
De algemene trend in het Akkoord is dat landbouwbedrijven beter moeten worden of moeten stoppen. De transitie zal ingrijpend zijn.
Stoppen moet beter georganiseerd worden en er moet meer geld bij.
Doorgaan betekent innoveren, minder bestrijdingsmiddelen, makkelijker een inkomen verdienen met een combinatie van landbouw, voedselproductie, recreatie, energietransitie, waterberging, het produceren van natuurlijke bouwmaterialen, landschapsbeheer en/of zorg. Onder andere wordt de grondpolitiek ingezet als  middel, en worden de Essentgelden ingezet voor de strategische grondbank. (blz30-31-32).
Verder kunnen vergunningen worden ingetrokken of tijdelijk stopgezet of verleend.(blz46)

Mestbewerking vindt plaats op het eigen erf of op categorie 4 en 5-bedrijventerreinen. Groen gas produceren met monovergisters mag, zolang het niet stinkt, de omgeving niet protesteert en de vergisters zichzelf niet onmisbaar maken.(blz32)

Mestvergister De Princepeel in St Odiliapeel

Stallen die ouder zijn dan 15 of 20 jaar moeten voor de z.g. ‘stallendeadline’ veel minder stikstof gaan uitstoten door of minder dieren, of een natuurinclusieve bedrijfsvoering, of emissiereducerende technieken. Die technieken doen echter vaak niet wat ze beloven en halen het niet bij de rechter. Daardoor zit heel Brabant vast (varkens verhinderen de vooruitgang bg).
Het Akkoord stelt de stallendeadline voor melkvee uit tot 01 jan 2026, en houdt hem voor ander vee op 01 juli 2024. Men wil zo snel mogelijk meetsystemen op bedrijfsniveau. (blz42)

Het Akkoord wil de Kader Richtlijn Water in 2027 gehaald hebben, mits het Rijk bijlapt. (blz37)
Het infiltreren van regenwater in de grond wordt bevorderd, het onttrekken wordt afgeremd met een hogere grondwaterheffing (blz37), en minder grondwaterverbruik wordt nagestreefd met nieuwe technieken (blz38).

Per Natura2000-gebied wordt er een juridisch houdbaar plan tot herstel opgesteld, waardoor vergunningverlening ex de Wet natuurbeheer makkelijker wordt.(blz41)
Het Natuur Netwerk Brabant wordt conform afspraken uitgevoerd, eerstens rond Natura2000-gebieden en in overgangszones (blz35).

Het loont om dit Bestuursakkoord te bestuderen!

Klimaat, energie en milieu helaas geen kerntaken voor SP

Beginselprogramma
Apeldoorn was op 03 juni 2023 even de politieke hoofdstad van Nederland. De VVD en de ChristenUnie congresseerden er en dat haalde de krant, maar ook de SP congresseerde er en dat haalde de krant nauwelijks.

Bij de SP ging het over de afronding van de discussie over het nieuwe beginselprogramma Heel de Mens. Het oude programma dateerde van december 1999 en men vond algemeen dat het aan modernisering toe was (klimaat, digitalisering, Europa).

Een beginselprogramma is per definitie voor de langere termijn, en dus noodzakelijkerwijs op een wat hoger abstractieniveau geschreven. Het is geen verkiezingsprogramma voor de korte termijn.

Het proces startte in juni-juli 2021 met een enquête onder alle leden. Via een opbrengstanalyse van die enquête, een eerste en een tweede concept, beide met reactiemogelijkheid, liep dat door tot genoemd congres op 03 juni waarop de uiteindelijke tekst formeel werd vastgesteld.
SP-congressen als deze hebben een strakke opzet, met één spreker per afdeling,  een zeer beperkte spreektijd en één afdelings-afgevaardigde per 50 leden.

De Eindhovense delegatie

En dat terwijl er ca 200 wijzigingsvoorstellen lagen en er ook nog wat wervende presentaties tussendoor waren. In praktijk volgde het congres de laatste reacties van de programmacommissie.
Ik ben tevreden met de organisatorische aanpak en heb ingestemd met het nieuwe beginselprogramma als geheel.

Klimaat, energie en milieu en de kerntaken
Ik heb mij in mijn inbreng beperkt tot de onderwerpen klimaat, energie en milieu. Niet omdat ik andere onderwerpen niet belangrijk vind, maar ik weet er te weinig van om aan mijn mening veel meerwaarde toe te kennen.

Het beginselprogramma van de SP kent een lopende tekst en toetspunten: drie kernwaarden (menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit) en drie hoofdtaken (fundamentele kapitalismekritiek, strijd en samenwerking).

In het voortraject kwamen klimaat, energie en milieu goed genoeg in de lopende tekst terecht. Hiervoor bestond veel steun.
De resterende vraag was of deze onderwerpen ook als toetspunt moesten worden opgenomen (dus in praktijk als vierde kernwaarde resp. hoofdtaak). Ik had daarvoor een amendement geschreven (zie hieronder, nadien om technische redenen uitgesplitst in twee aparte amendementen voor elk van de twee dictum-uitspraken). Het amendement is ingediend namens de afdeling Eindhoven. De spreker namens mijn afdeling Eindhoven (voorzitter Anneke Smit) heeft dat zo goed mogelijk verdedigd.

Desalniettemin kreeg  het weinig steun.
Hoofdoorzaak is dat de bestaande kernwaarden (waar overigens niets mis mee is) een bijna mythische status hebben verworven binnen de SP. Een vierde kernwaarde raakt aan sentimenten. Ik vind dat zelf onvoldoende reden (ik heb niet zoveel met mythen), maar het gros van de andere aanwezigen denkt daar anders over. Het zij zo.

De praktijk
Op zich weerhoudt niets de SP om te handelen alsof ‘Zorg voor de planeet – het geheel aam menselijke activiteiten moet binnen de grenzen blijven die ze aan onze aarde opleggen. Waar nodig wordt de schade gerepareerd waar deze grenzen al overschreden zijn’ – wel als vierde kernwaarde in het beginselprogramma staat. De passages in de lopende tekst bieden daartoe voldoende aanknopingspunten.

Het gebeurt echter in praktijk veel te weinig.
De SP is in de afgelopen enkele decennia steeds meer teruggevallen op een beperkte set opvattingen en bijbehorende handelingen met vooral een sociaal-economisch karakter. Klimaat, energie en milieu zijn te veel verwaarloosd. Voorzover er wel aan gewerkt wordt, probeert de SP de nieuwe klimaatbehoeften krampachtig binnen de bestaande sociaal-economische denkframes te proppen (alleen maatregelen die in directe zin huishoudens ten goede komen).
Op milieugebied is de goede praktijk, die er enkele decennia geleden was, grotendeels weggezakt (alle nu genoemde voorbeelden dateren van vele jaren geleden).
Op energiegebied heeft de SP (sinds Paulus Jansen weg is als Tweede Kamerlid) eigenlijk nooit veel gedachten gehad. Resultaat is dat de SP in hernieuwbare energie-zaken op dit moment vooral afremmend werkt zolang het niet om huishoudens gaat.

Er is een inhaalprogramma nodig, ook voor de kennis. Anders bijvoorbeeld dan de programmacommissie beweert (in antwoord op een amendement van een andere afdeling) zijn milieuproblemen wel degelijk iets anders dan klimaatproblemen. CO2 is in normale concentraties niet giftig en PFAS warmt de aarde niet op.

Met recente Tribune-artikelen over de coöperatieve beweging heeft dat hopelijk zijn eerste vorm vorm gekregen.

Kapitalismekritiek
In dit soort discussies klinkt vaak het argument dat klimaatstrijd verbonden is met sociaal-economische strijd. Kapitalismekritiek is nodig.

Op zich is dat waar. Het kapitalisme, met zijn onlosmakelijke drive richting groei en consumptievergroting en daarmee roofbouw op de aarde, is een sterke drijvende kracht achter de klimaatproblematiek en de steeds verder groeiende milieuvervuiling en schaarste. Een alternatief voor het kapitalisme is een noodzakelijke voorwaarde.

En toch rammelt er van alles. Het kapitalisme-argument werkt in praktijk als een soort stoplap. Je haalt het van stal en vervolgens hoef je niks meer te doen. De mooie woorden van het eigen gelijk zijn op gedragen toon uitgesproken en dat is het dan. We hoeven alleen maar even het kapitalisme af te schaffen.
De SP doet niet aan een ‘blauwdruk’ en in praktijk leidt dat te vaak tot intellectuele gemakzucht.

Op de eerste plaats is dat afschaffen nog niet zomaar gebeurd op een tijdschaal die bij de acuutheid van het probleem past,
Op de tweede plaats is de stelling niet zomaar omkeerbaar. Het alternatief voor het kapitalisme moet, behalve een noodzakelijke, ook een voldoende voorwaarde zijn. Oftewel, verzin eens een goed verhaal hoe je in  socialistische verhoudingen met economische groei, consumptie, schaarste, ruimtegebruik en stroomvreters als Netflix omgaat. Ik ben benieuwd.

Ecosocialisme
De SP is stom dat ze dat niet probeert. Het op aannemelijke wijze samenvoegen van sociaal-economische overwegingen met duurzaamheidsoverwegingen in één overstijgend verhaal zou grote politieke kansen bieden.
De toenemende schaarsteproblematiek maakt een radicale herverdeling van macht en inkomens extra urgent. Het is niet aannemelijk dat de in materie uitgedrukte welvaart in Nederland kan blijven groeien (en waarschijnlijk gaat die gemiddeld krimpen). Dan maar een ‘krimp die begint bij de kop’.
Omgekeerd kan een goede sociaal-economische problematiek het draagvlak voor de duurzaamheidsombouw vergroten, en maakt een socialistische planmatigheid de omgang met het schaarsteprobleem behapbaarder.

En dat lukt in praktijk alleen op Europese schaal.

De SP zou er ook als partij baat bij hebben.
Nu gaat iedereen, voor wie klimaat en energie en milieu hoofdzaak zijn, bij voorbaat niet naar de SP want voor de SP zijn die geen hoofdzaak (noch op papier noch in de praktijk). Ze gaan naar niet-socialistische partijen als de Partij voor de Dieren en Groen Links (die groeien, waar de SP krimpt) en naar Milieudefensie en XR.
En dat gaat om erg veel mensen. De Correspondent van 01 juni 2023 ( wie-had-dat-gedacht-nederland-wordt-steeds-progressiever ) heeft met data van World Value Survey laten zien dat de grote massa van de Nederlandse bevolking, alle luidruchtige geschreeuw van kleine groepen daargelaten, op verschillende thema’s steeds progressiever geworden is, o.a. als het om milieu versus economische groei en werkgelegenheid gaat.
Mogelijk heeft de SP hier iets gemist?

Hoog tijd dat de SP een deugdelijk ecosocialisme ontwikkelt.

Kosten fossiele brandstoffen zeer veel hoger dan uitgekeerde fossiele subsidies

Source: IMF (go.nature.com/3KKHML)

Nature (16 mei 2023, https://www.nature.com/articles/d41586-023-01586-w?utm_source=Nature+Briefing&utm_campaign=2ba9af5f4f-briefing-dy-20230517&utm_medium=email&utm_term=0_c9dfd39373-2ba9af5f4f-47622644 , Open Access) schrijft in een commentaar dat de G7-landen zeer veel meer schade hebben van fossiele brandstoffen als alleen maar de expliciete subsidies die ze aan die brandstoffen kwijt zijn.
Dat is neergelegd in een diagram dat enige uitleg vraagt. Het diagram voert terug op een Working Paper van het IMF dd sept 2021 als bron (link staat onder het diagram).

De G7 zijn Canada, Frankrijk, Duitsland, Italie, Japan, het Verenigd Koninkrijk, de VS, plus de EU. Zijn er volgens mij acht, maar dat mag de pret niet drukken. De G7 doet ertoe, want goed voor ruim de helft van het mondiale Bruto Nationaal Product (BNP), goed voor 28% van de CO2 -emissies uit fossiele brandstoffen en goed voor 13% van de wereldbevolking.

De club komt binnenkort voor de 49ste keer bijeen, deze keer in Hirosjima. Daarom waagt Nature er een strategisch commentaar aan. Dat gaat niet alleen maar over de hier benoemde kosten, maar ook over zaken als een koolstofbelasting.
Hier alleen het kostenverhaal.

  • ‘Underpricing’ betekent dat de milieu- en gezondheidskosten van het fossiele brandstofgebruik niet aan de exploitanten wordt toegerekend en dus impliciet blijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om klimaateffecten, vervuiling, vastgelopen verkeer en verkeersongelukken, alsmede misgelopen belastinginkomsten.
  • ‘Subsidies’ zijn expliciete bedragen ten gunste van fossiele brandstoffen, zoals prikkels tot een hogere productie, afschrijvingen, belastingvermindering en lagere consumentenprijzen. Subsidie is een ruimer begrip dan alleen maar geld geven.
  • Onduidelijk is of de $1199 miljard in- of exclusief de $63 miljard is. Veel maakt dat niet uit.
  • Een VS-billion is wat wij een miljard noemen, en een VS-trillion is wat wij 1000 miljard noemen
  • Other EU is de EU minus Duitsland, Italië en Frankrijk.

Op Europese wijze uitgedrukt staat er dus dat de G7 jaarlijks $63 miljard expliciet uitgeven aan subsidie, en jaarlijks impliciet $1199 miljard kwijt zijn aan milieu- en gezondheidskosten die niet aan de veroorzakers van deze kosten in rekening worden gebracht. De belastingbetaler draait ervoor op of je gaat gewoon dood.
Het Niet-G7 deel van de wereld is $4658 kwijt.
De G7 is dus goed voor 20% van de mondiale milieu- en gezondheidskosten. Die 20% staat in de ring.
Nu bestaat de G7 uit rijke landen. Die $1199 miljard is goed voor 2,8% van het gezamenlijke BNP.
De niet-G7 landen zijn veel minder rijk en ongetwijfeld is hun vier maal zoveel goed voor een veel hoger percentage (dan 2,8%) van het gezamenlijke BNP – maar dat is niet uitgerekend.

Het staafdiagram splitst de $1199 op over de deelnemende landen. De VS dus meer dan de rest bij elkaar.

Thom Aussems over het ruimtegebruik in de Brainportregio

Thom Aussems is de voormalig directeur van de Eindhovense woningbouwvereniging Trudo. Als zodanig was hij ook betrokken bij de herontwikkeling van het voormalige bedrijfsterrien van Philips, Strijp S.
Aussems is een toonaangevende opinion leader in Zuidoost-Brabant.

Luchtfoto van Strijp S in 1979 (voor de herontwikkeling)

In het Eindhovens Dagblad van 05 januari 2023 plaatste Aussems het eerste artikel van een drieluik over ruimtelijke en economische en sociale scenario’s voor de regio. Op 10 en 14 januari volgden de twee andere artikelen.
Ik neem deze drie betogen, met Aussems’ instemming, op deze site over.

Met het eerste artikel ben ik het eens. Dat sluit redelijk aan op de thematiek van deze site.

De materie in het tweede en derde artikel vind ik interessant genoeg om een expert als Aussems aan het woord te laten, maar ik weet van deze materie te weinig af om er zonder voorbehoud een mening over uit te spreken. Ik probeer me in mijn uitspraken te beperken tot waar ik voldoende van af weet – ik ben een voorzichtig mens.


Bliksemafleiden met een laser

Elke keer als er zich weer een duizendtal bezoekers bij mijn home page gemeld heeft, zet ik hier een artikel neer met een wat afwijkende thematiek. Af en toe wat anders. De 34000ste bezoeker is langs geweest, vandaar nu een artikel over het afvangen van bliksemschichten met een laserstraal die in de lucht schijnt.


Een groep Franse en Zwitserse geleerden is er, samen met het Duitse familiebedrijf TRUMPF Scientific Lasers, in geslaagd om een laserstraal als bliksemafleider te laten werken. Hoofdonderzoeker is Aurélien Houard van de Ecole Polytechnique in Parijs.

Het originele rapport is te vinden op https://www.nature.com/articles/s41566-022-01139-z .
Een verkorte versie is te vinden op doi: https://doi.org/10.1038/d41586-023-00080-7  .

De toren in kwestie (124m hoog) staat op de top van de Säntisberg in de Zwitserse Alpen (2502m hoog). Deze toren is ongeveer honderd keer per jaar de pineut.
Het probleem met gewone metalen bliksemafleiders is dat die een beperkte lengte hebben, en daarmee een beperkt gebied dat ze beschermen (de straal daarvan is grofweg de helft tot even groot als de bliksemafleider hoog is). Een laser kan logischerwijs een veel grotere hoogte halen, en bovendien schuin omhoog als dat moet.
Ze laten de bundel vlak langs de reguliere bliksemafleider van de toren scheren zodat die een bliksem in de laserbundel kan overnemen.  

De gebruikte laser was afgesteld op 1000 pulsen per seconde, 500mJ per puls, en een pulsduur van 7 ps (0,000000000007 sec). Gemiddeld is het outputvermogen dus 500W, maar het piekvermogen van één puls zit op ruim 70GW. Het inputvermogen van de constructie is overigens een stuk hoger (maar dat staat niet in het artikel) omdat lasers een zeer beperkt rendement hebben. Daarom moet er zeer veel meer vermogen in dan 500W die er als licht uitkomt – met een gewoon stopcontact red je dat niet.
De gebruikte laser kan overigens veel harder, maar dan straalt hij de spiegels van de gebruikte opstelling kapot.
Wie meer over de gebruikte laser wil vinden (maar dat is niet voor het algemene publiek) kan bij voetnoot 28 kijken ( https://opg.optica.org/oe/fulltext.cfm?uri=oe-28-20-30164&id=439952 ).

De spectaculairste foto is die op de Säntisberg, maar daar zit copyright op. De tweede link toont die foto.
Het originele artikel geeft ook interessante afbeeldingen. Onderstaande foto’s zijn gemaakt van genoemde toren op 24 juli 2021 vanaf twee andere bergen (de Schwaegalp (a) and Kronberg (b)).

De onderste foto is zonder laser dd 2 juli 2019, de bovenste foto is van genoemde toren op genoemde datum. Te zien is dat de bliksem omhoog gaat (dat doen ze daar bijna altijd) – onvertakt met laser, vertakt zonder laser.
Men kan de opstelling zo instellen dat de bliksem pas bijvoorbeeld 30m boven de toren begint.

Een mooi idee, maar een paar kleine probleempjes
Deze eerste proefopstelling is mooi, maar er zijn een paar kleine probleempjes die eerst moeten worden opgelost:

  • Tijdens de proef moest het vliegverkeer boven het gebied worden stilgelegd. Als er toch een vliegtuig aankwam, werd de laser automatisch uitgezet.
  • De constructie werd gebruikt gedurende ruim zes uur onweer, gespreid over 10 observatieweken, en ving in die periode vier flitsen weg in dat deel van die periode dat de laser geactiveerd was. (de foto’s komen van de tweede flits). Als de laser aan stond, ving hij bliksems weg, maar de toren kreeg minstens 12 flitsen binnen in de tijd dat de laser niet aanstond.
  • De constructie ontlaadt de onweersbui niet. Hij werkt niet preventief tegen bliksems. Hij doet pas wat als de bliksem er eenmaal is (dan stuurt hij die).
  • De constructie vraagt een gemiddeld ingangsvermogen dat ongeveer gelijk is aan tenminste dat van een heel blok woningen.

Kortom, het is een mooie proef om te laten zien wat je atmosferisch met  een laser kunt, maar de vraag is in hoeverre dit systeem een oplossing is die op zoek is naar een probleem. Voor gewone stadswijken heeft het geen zin en bovendien zijn die al behoorlijk goed tegen de bliksem beschermd met de oude vertrouwde Franklin-techniek.
Als men er iets mee wil, dan voor speciale situaties – schat ik in. Een communicatietoren hoog op een berg, of een raket op een lanceerplatform, of een kerncentrale, of zoiets.

En misschine dat omwonenden van Schiphol er blij mee zijn…..

Albert Heijn vermindert CO2-uitstoot over de keten met 45%

Milieudefensie bracht op 15 nov 2022 de volgende succesaankondiging. Die vindt plaats in het kader van de 29-bedrijvencampagne van Milieudefensie. Albert Heijn maakt deel uit van het Ahold Delhaizeconcern en dat is een van die 29 bedrijven. Het succes geldt alleen Albert Heijn.

Het is een fraai succes.

Zie AH vermindert ketenuitstoot CO2 met 45% tot 2030 .


Albert Heijn vermindert CO2-uitstoot met 45%

Goed nieuws! Albert Heijn wordt veel duurzamer. In 2030 is de CO2-uitstoot van de supermarkt 45% lager. Dit geldt voor de hele keten: van product tot schap. Klimaatactie heeft zin. Samen krijgen we grote vervuilers in beweging.

Het leek onmogelijk, en nu blijkt het toch te kunnen: als supermarkt je hele productieketen in beeld brengen én verduurzamen. Albert Heijn gaat doen wat nog geen enkele Nederlandse supermarkt heeft gedaan: de CO2-uitstoot van haar hele keten met bijna de helft verminderen. Dat maakte de supermarkt op 15 november bekend.

Het kan dus wél!

Sinds Milieudefensie eerder dit jaar Ahold Delhaize om een klimaatplan vroeg, is er heel wat gebeurd. In de eerste reactie zei het supermarktconcern nog dat het onmogelijk was om de hele keten in beeld te brengen. Maar binnen een jaar is alles anders: Albert Heijn zegt nu sterke verbeteringen aan te kunnen brengen in haar keten.

Nu het moederbedrijf Ahold Delhaize nog…

Onze druk op Ahold Delhaize heeft met deze mooie stap van Albert Heijn dus een eerste succes opgeleverd. Toch is het feest nog niet compleet, want de verduurzaming geldt nog niet voor het moederbedrijf Ahold Delhaize. Dit Nederlandse bedrijf is één van de grootste detailhandel-bedrijven ter wereld. Uit het vorige week gepubliceerde rapport van Profundo blijkt dat Ahold Delhaize als het zo doorgaat verantwoordelijk is voor 119 miljard euro aan klimaatschade in 2050. Ook toonde Profundo aan dat maar liefst 42% van de uitstoot in de keten uit dierlijke producten komt.

30 grote vervuilers

Behalve Ahold Delhaize richten we ons op 29 andere bedrijven. Shell is door de rechter verplicht tot 45% CO2-reductie in 2030, maar is in hoger beroep gegaan. 28 andere bedrijven scoorden net als Ahold Delhaize onvoldoende in de Klimaatcrisis-Index. Wij blijven daarom druk zetten op alle 30 grote vervuilers tot ze een goed klimaatplan hebben. Want alleen zo kunnen we de ergste klimaatrampen nog voorkomen.

Samen boekten we dit succes – jij kan meedoen

Dit is niet alleen de overwinning van Milieudefensie, maar ook van Milieudefensie Jong. En van Operatie Klimaat-groepen én tienduizenden veranderaars in heel Nederland. Samen zijn wij de meest invloedrijke klimaatorganisatie van dit moment. Want samen zijn we sterker dan de grote vervuilers en treuzelende politici. Samen veranderen we Nederland.

Labour wil publieke duurzame energie-maatschappij – maar eerst een analyse

Inleiding
Labour gaat in Groot-Britannië verkiezingen tegemoet. Tegenpartij de Tories heeft er in de afgelopen jaren een vreselijke puinzooi van gemaakt, maar een schets daarvan ligt te ver van de focus van deze site. Relevant in deze is dat de Tories een innige liefde hebben voor fossiele energie (zelfs schaliegas is in beeld) en een veel minder innige liefde voor hernieuwbare energie.

Verder staat, mede door de oorlog in de Oekraïne, het hele systeem van brandstofprijzen op zijn kop, tot groot nadeel van de bevolking.

Keir Starmer (Labourleider)

Het mag dan ook geen verbazing wekken dat de toekomst van de energie een heftig verkiezingsthema is. In dat verband heeft de Britse Labourleider Keir Starmer op een congres van zijn partij dd 27 september 2022 het voornemen aankondigde dat hij, mocht hij de baas worden – welke kans zeer reëel is – over wil gaan tot de oprichting van Great British Energy. Dat moet een publieke onderneming worden die de toekomstige opwekking van hernieuwbare elektriciteit uit zon, wind en golfslag gaat betalen en beheren. In 2030 moet alle elektriciteit duurzaam opgewekt worden.
De redevoering  van Starmer is te vinden op https://labour.org.uk/press/keir-starmer-calls-for-new-national-champion-in-clean-energy-great-british-energy-with-a-mission-to-cut-bills-create-jobs-and-deliver-energy-independence/ .

Gelijktijdig met het Labourplan verscheen een analyse van de onafhankelijke denktank Common-Wealth (let op het streepje) met de titel “Power tot he People – The Case for a Publicly Owned Generation Company”. Dit is te vinden op https://www.common-wealth.co.uk/reports/power-to-the-people-the-case-for-a-publicly-owned-generation-company . De hier als eerste stap voorgestelde maatregel lijkt op wat Starmer zegt. In hoeverre er een oorzakelijk verband is (met Common-Wealth als zender en Starmer als ontvangen) is niet te achterhalen.

De redevoering van Starmer bevat, zoals een verkiezingsredevoering betaamt, veel grote woorden en weinig details. De analyse graaft veel dieper.
Vandaar dat ik de analyse als eerste behandel. De eerste twee afbeeldingen komen uit deze analyse.

Analysis by Adam Almeida and Chris Hayes. Source: Common Wealth calculation based on ownership data from the Crown Estate’s 2021 Offshore Wind Report; capacity is from 4C database, and the capacity factor data is from energynumbers.info
Source: Common Wealth calculation based on ownership data from the Crown Estate’s 2021 Offshore Wind Report; capacity is from 4C database, and the capacity factor data is from energynumbers.info

Power tot the People – The Case for a Publicly Owned Generation Company
De analyse begint met de observatie dat 44% van wat er nu staat aan offshore windturbines in de wateren rond Groot-Brittanië publiek eigendom is. Alleen, helaas, niet van Groot-Brittanië zelf maar van andere landen (zie hieronder). De rest is privaat eigendom.

Dit publieke deel is verdeeld over staatsondernemingen uit een aantal landen met Britse publieke eigenaren goed voor 0.03%. De bulk zit bij bij het Deense Ørsted (50.1% staat), het Noorse Statkraft (dat zich alleen met hernieuwbare energie bezighoudt), het Zweedse Vattenfall en het Franse EDF en een niet-benoemde Chinese partij (alle 100% staat).

Ongetwijfeld ziet een Nederlands lijstje er niet wezenlijk anders uit.

De Public Power Britain (PPB) die de analyse voorstelt, zou tot 2030 40 tot 50GW hernieuwbare energie moeten neerzetten over het hele spectrum aan bestaande en nieuwe technieken: wind op land (15GW)en op zee (10GW), getijde-energie (zie als voorbeeld bij Swansea http://www.tidallagoonpower.com/ en https://en.wikipedia.org/wiki/Tidal_Lagoon_Swansea_Bay  ), zon (10GW) en groene waterstof.

swansea tidal Lagoonpool (het verschil tussen eb en vloed is er 11m)

De voorgestelde PPB veronderstelt geen nationalisatie van wat er al is. De PPB wordt gewoon een nieuwe marktpartij die in staatshanden is, dus zoiets als de Britse Vattenfall of Statkraft.

De energie zou verkocht moeten worden via ‘Power Puchasing Agreements’ ( https://en.wikipedia.org/wiki/Power_purchase_agreement ) , wat betekent rechtstreeks van producent naar consument, buiten de markt om. Dan geldt de koppeling van de stroomprijs aan de hoogste fossiele prijs (zijnde gas) niet, en dat scheelt een hoop. Een schatting noemt een paar duizend pond per huishouden per jaar – als de hernieuwbare machines er eenmaal staan. Tot een bepaalde drempel zou elektriciteit zelfs gratis kunnen worden.

Een publieke opzet heeft, behalve genoemde goedkopere tarieven, ook als voordeel dat je tegen een lagere rente kunt lenen en kunt volstaan met een redelijke rentabiliteit, dat het helpt emissies te reduceren, dat je een industriepolitiek kunt opbouwen met bijbehorende werkgelegenheid, en dat je als land minder afhankelijk wordt van de gespannen geopolitiek van olieleverende landen (zelfs energie-export is denkbaar).
Negen van de tien toonaangevende landen in de energietransitie hebben een staatsonderneming.

windpark van Oersted

De redevoering van Starmer
Eigenlijk lijkt het voorstel van Starmer op een het PPB-plan in de analyse, maar dan zonder details en mogelijk afgezwakt. Strikt genomen zegt Starmer, voor wie de analyse gelezen heeft, niets nieuws.

Naast Starmer sprak ook schaduw-minister van Financiën Rachel Reeves, die een fonds van 8 miljard pond wil vormen voor aanvullende taken als batterijfabrieken en groene staalfabrieken.

Eventueel zou de opgedane kennis ene exportproduct kunnen worden.

De reacties op de redevoering van Starmer
Op de rede van Starmer volgden uiteraard reacties van rechts en links.

De industrie, voor zover geciteerd in de redelijke pers, was bepaald niet hysterisch en een deel was het er zelfs mee eens.

De reactie van links was kritischer, in de geest van ‘een stap vooruit, maar niet ver genoeg’.

De energiedenktank Ember ( https://ember-climate.org/ ) meent dat de vrije markt het niet redt. Er zwerft daar geld genoeg rond om heel veel wind- en zonneparken te bouwen, maar daar haal je, zegt CEO MacDonald, 70 tot 80% van de zero emissie-elektriciteit mee. Het resterende deel moet met moeilijker technieken als verbetering van het elektriciteitsnet, waterstof, kleine kernreactoren en koolstofafvang (CCS). Dat ziet hij de vrije markt nog niet doen.

De Green Alliance meent dat het doel van Starmer ambitieus, maar met bestaande techniek uitvoerbaar is.

In het blad Labourlist (onafhankelijk, steunt Labour maar niet kritiekloos) gaat Mary Robertson er met “Great British Energy falls far short of what the public and the planet need”  dieper op in ( https://labourlist.org/2022/09/great-british-energy-falls-far-short-of-what-the-public-and-the-planet-need/  ).
Robertson stelt dat Starmer de diepere oorzaken niet aanpakt, namelijk de nog van Thatcher geërfde energieprivatiseringen. De Great British Energy (GBE) wordt toegevoegd aan een markt die verder ongewijzigd blijft. Naar binnen toe is GBE publiek, maar naar buiten toe is het een marktpartij als alle andere staatsbedrijven.
De GBE is feitelijk een Elektriciteitsplan, geen Energieplan (elektriciteit is maar een beperkt deel van het totaal aan energie). Het gaat alleen over stroom en niet over gas, dat voor de woningverwarming zorgt.  Dat gas blijft privaat.  
Daarom doet  doet het plan op korte termijn niets tegen de energiearmoede.
Bovendien bestaat de energierekening voor huishoudens maar voor 51% uit de kosten van stroom en gas zelf. 11% gaat op aan het vastrecht voor de energieleverancier, en idem 18% aan de netbeheerders (die woekerwinsten maken). Die blijven, ook bij GBE, nog steeds privaat.
En die 8 miljard pond van Reeves is duidelijk te weinig – minder zelfs als Labourt in het verleden al eens genoemd heeft.

Als ik het even in mijn eigen woorden samenvat: Het Great British Energy-plan van Labour is noodzakelijk, maar niet voldoende.

Potentiele energie uit golfslag ( https://en.wikipedia.org/wiki/Wave_power )