Goed bestuursakkoord in Noord-Brabant

Vooraf
Bij de Provinciale Staten-verkiezing 2023 in Noord-Brabant was de BBB met 11 zetels de grote winnaar. Die mocht dus beginnen met formeren met wat getalsmatig en politiek, mede gezien het tumultueuze verloop van de voorafgaande periode, de minst onlogische combinatie was, te weten BBB-VVD-GroenLinks-PvdA (met 11-9-5-4 samen goed voor iets meer dan de helft van de 55 zetels). Dat leek goed te gaan, er lag een onderhandelaarsakkoord, de champagne stond al koud, maar toen kwam de BBB alsnog met een stel aanvullende eisen. Dat leidde tot PLOF.

Waarop de VVD het (naar het leek, niet geheel met tegenzin) het mocht proberen met de daarop volgende minst onlogische combinatie, te weten VVD, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Lokaal Brabant (met 9-5-4-4-4-2 ook net een meerderheid). Dat liep goed, er zat een vakantie tussen, maar op 01 september 2023 lag er een akkoord – als laatste van de provincies.
Men kan het akkoord vinden op https://www.brabant.nl/bestuur/bestuursakkoord-2023-2027 .

Een enkele keer geef ik persoonlijk commentaar. Dat zet ik er dan bij.

Het bereikte compromis binnen dit bonte gezelschap pakt naar mijn mening wonderlijk goed uit. Ik zal het bespreken voor zover het op mijn terrein ligt: klimaat, energie, milieu, landbouw en natuur. Dat is niet bedoeld als diskwalificatie van de andere onderwerpen, maar mijn mening daarover heeft geen speciale meerwaarde.
Ik moet zo hier en daar selecteren wat ik wel en niet meeneem. Hier en daar blijven onderwerpen op ‘mijn’ gebied onbesproken.

Brede welvaart
Het brede welvaart-thema wordt geopend met de passage “We zien dat grote maatschappelijke vraagstukken, zoals bijvoorbeeld de krapte op de woningmarkt en de klimaat- en energietransitie, steeds meer de directe leefomgeving en de bestaanszekerheid van de Brabander raken. We lopen tegen de grenzen aan van zowel onze economie als onze omgeving: er is schaarste. Daarmee dringt ook steeds meer en steeds breder het besef door dat we niet kunnen doorgaan op de ingeslagen weg. We moeten nieuwe wegen inslaan voor een gezonde en welvarende toekomst voor Brabant. Het oude vertrouwde verdwijnt en er komt een periode van onzekerheid voor in de plaats.” (blz9)

Waarna volgt was, naar mijn mening, het meest revolutionaire zinnetje, verstopt in een riedel over economie en innovatie, namelijk “Economische groei is geen doel op zich(blz11).

Economisch krijgt dat bijvoorbeeld vorm in een selectiever beleid t.a.v. distributiedozen (blz19) , een selectievere acquisitie van nieuwe bedrijven (blz13), en uitbreiding van het programma Grote Oogst, de provinciale bijdrage aan de verduurzaming en de opschoning van de Brabantse bedrijventerreinen (blz19). Zie voor dat laatste ook https://www.bjmgerard.nl/het-schone-lucht-akkoord-in-brabant/ .

Gezondheid
Het akkoord signaleert een aantal gezondheidsbedreigende trends, zoals hittestress in steden, slechte luchtkwaliteit, en een hoger risico op zoönosen (ziektes die van dier op mens overspringen, zoals de Q-koorts en mogelijk in de toekomst de vogelgriep). Het akkoord spreekt de ambitie uit (blz 14) dat iedere Brabander in 2030 mag genieten van drie extra gezonde levensjaren.

Daarvoor moet het Schone Lucht Akkoord met het Rijk verder in Brabant worden uitgerold (blz39) (zie ook https://www.bjmgerard.nl/schone-lucht-akkoord-een-halfvol-glas/  en eerder genoemde link), wordt onderzoek gedaan naar het terugdringen van ultrafijn stof, en moet er een expertisecentrum komen voor long Covid en long Q-koorts (blz14).

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

De vliegvelden en de internationale treinen
Brabant heeft vier militaire vliegvelden, één groot civiel vliegveld, en twee General Aviation-vliegvelden (Seppe en Budel). Het Akkoord spreekt over economische voordelen en diverse emissies als nadelen. Voor laatstgenoemde twee geldt het Beleidskader Milieu, met Defensie is een voortdurende dialoog gaande, en het Advies-Van Geel voor Eindhoven Airport moet volledig worden uitgevoerd (blz22).
De provincie blijft voortdurend bij Rijk, NS en Prorail aandringen op betere internationale vliegverbindingen, mede als goed alternatief voor het vliegverkeer (blz 23).

Klimaat en energie
We willen in 2030 55% minder CO2-uitstoot in Brabant realiseren ten opzichte van 1990. We streven ernaar om in 2050 klimaatneutraal te zijn (blz28).

Eerste afspraak is dat de vier Regionale Energie Akkoorden (RES) worden uitgevoerd (blz29).

Extra windenergie boven op de RES kan alleen bij lokaal eigendom en voldoende draagvlak in de omgeving (blz29).

Voor zonneparken geldt de zonneladder. Zon op land wordt alleen toegestaan als dat nodig blijkt om de energiedoelstellingen te halen (wat mijns inziens altijd zal blijken). (blz29).

Het Akkoord noemt aardwarmte en bodemenergie als mogelijk, na uitvoerige afweging van de risico’s. De provincie wil risicodragend investeren in de ondersteuning van de warmtetransitie, conform de Wet collectieve warmtevoorziening (die er nog  niet is, bg) (blz29).

Dat laatste is overigens ook een lichtelijk revolutionaire bepaling, waarmee de provincie misschien nog het dichtst in de buurt  komt van een eigen energiebedrijf.
Het Akkoord benoemt de oprichting van ‘Energie Brabant’. “‘Energie Brabant!’ is gericht op zowel het ontwikkelen, stimuleren en bundelen van nieuwe duurzame energievormen als op de huidige provinciale activiteiten. Hiermee stimuleren wij Brabanders om mee te doen waar dat nog niet voldoende gebeurt. Wij scheppen randvoorwaarden om dit mogelijk maken.” (blz28).
Energie Brabant is door dit alles geen eigen energiebedrijf (zoals bijv. de SP wil bg). Er zit geen productiecapaciteit en de instelling gaat niet functioneren als energieleverancier.

(Overigens bestaat er in Midden-Brabant al wel een publieke onderneming met eigen productiecapaciteit, zie Publiek ontwikkelbedrijf REKS  . Dat is een BV waarvan de gemeenten in de RES-regio Midden-Brabant, m.u.v. Waalwijk, aandeelhouder zijn bg).

We verkennen via de Essentgelden en Energie Brabant!  hoe wij als provincie – in aanvulling op rijksregelingen en projecten van gemeenten – kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld grootschalige isolatie van woningen, de warmtetransitie en zonnepanelen. Daarmee kunnen wij energiearmoede tegengaan (blz30).
Om bij het isoleren verlost te zijn van het vleermuis-in-de-spouwmuurprobleem gaat de provincie bij alle gemeenten stimuleren dat er een Soorten Management Plan komt, op basis waarvan verantwoord ontheffing gegeven kan worden van de Wet natuurbeheer (blz 45)

Het Akkoord wil grootschalige opslag van energie en warmte ondersteunen, na inventarisatie van de risico’s. (blz30)

Tenslotte wordt steun aan de energiecoöperaties beloofd (blz30).

MSR
Het akkoord wil de mogelijkheden van gesmolten zout-kernreactoren (MSR) onderzoeken. In deze periode gaat dat nog niet tot besluiten leiden, eventueel wel tot voorbereidingen.
(commentaar bg: men zegt dat als zo’n MSR op thorium draait, hij weinig of geen langlevend afval heeft, en dat het systeem inherent veilig is. Ik sluit niet uit dat beide beweringen waar zijn.
Maar er bestaat nog geen werkend commercieel model en dat kan nog wel 20 jaar duren. Meestal komt de MSR-wens van partijen ter rechterzijde die geen zonneparken en windmolens willen, en zich op een fata morgana richten. Zoals bekend, bestaan fata morgana-oases werkeljk, maar liggen ze zeer veel verder weg dan het lijkt. De verzekering dat er deze periode in Brabant geen besluiten genomen kunnen worden kan dan ook makkelijk worden afgegeven.
Ik vind overigens dat een systeem, dat mogelijk over 20 jaar goed werkt, alleszins de moeite waard om na te streven. Alle klimaatprognoses lopen minstens tot 2050 en vaak tot 2100.  Ik ben dan ook vóór een dergeljk onderzoek. Het ‘komt te laat-argument’ is een drogreden zolang dat onderzoek naast en niet in plaats van hernieuwbare energie plaatsvindt.)


Landbouw, milieu en natuur
De algemene trend in het Akkoord is dat landbouwbedrijven beter moeten worden of moeten stoppen. De transitie zal ingrijpend zijn.
Stoppen moet beter georganiseerd worden en er moet meer geld bij.
Doorgaan betekent innoveren, minder bestrijdingsmiddelen, makkelijker een inkomen verdienen met een combinatie van landbouw, voedselproductie, recreatie, energietransitie, waterberging, het produceren van natuurlijke bouwmaterialen, landschapsbeheer en/of zorg. Onder andere wordt de grondpolitiek ingezet als  middel, en worden de Essentgelden ingezet voor de strategische grondbank. (blz30-31-32).
Verder kunnen vergunningen worden ingetrokken of tijdelijk stopgezet of verleend.(blz46)

Mestbewerking vindt plaats op het eigen erf of op categorie 4 en 5-bedrijventerreinen. Groen gas produceren met monovergisters mag, zolang het niet stinkt, de omgeving niet protesteert en de vergisters zichzelf niet onmisbaar maken.(blz32)

Mestvergister De Princepeel in St Odiliapeel

Stallen die ouder zijn dan 15 of 20 jaar moeten voor de z.g. ‘stallendeadline’ veel minder stikstof gaan uitstoten door of minder dieren, of een natuurinclusieve bedrijfsvoering, of emissiereducerende technieken. Die technieken doen echter vaak niet wat ze beloven en halen het niet bij de rechter. Daardoor zit heel Brabant vast (varkens verhinderen de vooruitgang bg).
Het Akkoord stelt de stallendeadline voor melkvee uit tot 01 jan 2026, en houdt hem voor ander vee op 01 juli 2024. Men wil zo snel mogelijk meetsystemen op bedrijfsniveau. (blz42)

Het Akkoord wil de Kader Richtlijn Water in 2027 gehaald hebben, mits het Rijk bijlapt. (blz37)
Het infiltreren van regenwater in de grond wordt bevorderd, het onttrekken wordt afgeremd met een hogere grondwaterheffing (blz37), en minder grondwaterverbruik wordt nagestreefd met nieuwe technieken (blz38).

Per Natura2000-gebied wordt er een juridisch houdbaar plan tot herstel opgesteld, waardoor vergunningverlening ex de Wet natuurbeheer makkelijker wordt.(blz41)
Het Natuur Netwerk Brabant wordt conform afspraken uitgevoerd, eerstens rond Natura2000-gebieden en in overgangszones (blz35).

Het loont om dit Bestuursakkoord te bestuderen!

Klimaat, energie en milieu helaas geen kerntaken voor SP

Beginselprogramma
Apeldoorn was op 03 juni 2023 even de politieke hoofdstad van Nederland. De VVD en de ChristenUnie congresseerden er en dat haalde de krant, maar ook de SP congresseerde er en dat haalde de krant nauwelijks.

Bij de SP ging het over de afronding van de discussie over het nieuwe beginselprogramma Heel de Mens. Het oude programma dateerde van december 1999 en men vond algemeen dat het aan modernisering toe was (klimaat, digitalisering, Europa).

Een beginselprogramma is per definitie voor de langere termijn, en dus noodzakelijkerwijs op een wat hoger abstractieniveau geschreven. Het is geen verkiezingsprogramma voor de korte termijn.

Het proces startte in juni-juli 2021 met een enquête onder alle leden. Via een opbrengstanalyse van die enquête, een eerste en een tweede concept, beide met reactiemogelijkheid, liep dat door tot genoemd congres op 03 juni waarop de uiteindelijke tekst formeel werd vastgesteld.
SP-congressen als deze hebben een strakke opzet, met één spreker per afdeling,  een zeer beperkte spreektijd en één afdelings-afgevaardigde per 50 leden.

De Eindhovense delegatie

En dat terwijl er ca 200 wijzigingsvoorstellen lagen en er ook nog wat wervende presentaties tussendoor waren. In praktijk volgde het congres de laatste reacties van de programmacommissie.
Ik ben tevreden met de organisatorische aanpak en heb ingestemd met het nieuwe beginselprogramma als geheel.

Klimaat, energie en milieu en de kerntaken
Ik heb mij in mijn inbreng beperkt tot de onderwerpen klimaat, energie en milieu. Niet omdat ik andere onderwerpen niet belangrijk vind, maar ik weet er te weinig van om aan mijn mening veel meerwaarde toe te kennen.

Het beginselprogramma van de SP kent een lopende tekst en toetspunten: drie kernwaarden (menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit) en drie hoofdtaken (fundamentele kapitalismekritiek, strijd en samenwerking).

In het voortraject kwamen klimaat, energie en milieu goed genoeg in de lopende tekst terecht. Hiervoor bestond veel steun.
De resterende vraag was of deze onderwerpen ook als toetspunt moesten worden opgenomen (dus in praktijk als vierde kernwaarde resp. hoofdtaak). Ik had daarvoor een amendement geschreven (zie hieronder, nadien om technische redenen uitgesplitst in twee aparte amendementen voor elk van de twee dictum-uitspraken). Het amendement is ingediend namens de afdeling Eindhoven. De spreker namens mijn afdeling Eindhoven (voorzitter Anneke Smit) heeft dat zo goed mogelijk verdedigd.

Desalniettemin kreeg  het weinig steun.
Hoofdoorzaak is dat de bestaande kernwaarden (waar overigens niets mis mee is) een bijna mythische status hebben verworven binnen de SP. Een vierde kernwaarde raakt aan sentimenten. Ik vind dat zelf onvoldoende reden (ik heb niet zoveel met mythen), maar het gros van de andere aanwezigen denkt daar anders over. Het zij zo.

De praktijk
Op zich weerhoudt niets de SP om te handelen alsof ‘Zorg voor de planeet – het geheel aam menselijke activiteiten moet binnen de grenzen blijven die ze aan onze aarde opleggen. Waar nodig wordt de schade gerepareerd waar deze grenzen al overschreden zijn’ – wel als vierde kernwaarde in het beginselprogramma staat. De passages in de lopende tekst bieden daartoe voldoende aanknopingspunten.

Het gebeurt echter in praktijk veel te weinig.
De SP is in de afgelopen enkele decennia steeds meer teruggevallen op een beperkte set opvattingen en bijbehorende handelingen met vooral een sociaal-economisch karakter. Klimaat, energie en milieu zijn te veel verwaarloosd. Voorzover er wel aan gewerkt wordt, probeert de SP de nieuwe klimaatbehoeften krampachtig binnen de bestaande sociaal-economische denkframes te proppen (alleen maatregelen die in directe zin huishoudens ten goede komen).
Op milieugebied is de goede praktijk, die er enkele decennia geleden was, grotendeels weggezakt (alle nu genoemde voorbeelden dateren van vele jaren geleden).
Op energiegebied heeft de SP (sinds Paulus Jansen weg is als Tweede Kamerlid) eigenlijk nooit veel gedachten gehad. Resultaat is dat de SP in hernieuwbare energie-zaken op dit moment vooral afremmend werkt zolang het niet om huishoudens gaat.

Er is een inhaalprogramma nodig, ook voor de kennis. Anders bijvoorbeeld dan de programmacommissie beweert (in antwoord op een amendement van een andere afdeling) zijn milieuproblemen wel degelijk iets anders dan klimaatproblemen. CO2 is in normale concentraties niet giftig en PFAS warmt de aarde niet op.

Met recente Tribune-artikelen over de coöperatieve beweging heeft dat hopelijk zijn eerste vorm vorm gekregen.

Kapitalismekritiek
In dit soort discussies klinkt vaak het argument dat klimaatstrijd verbonden is met sociaal-economische strijd. Kapitalismekritiek is nodig.

Op zich is dat waar. Het kapitalisme, met zijn onlosmakelijke drive richting groei en consumptievergroting en daarmee roofbouw op de aarde, is een sterke drijvende kracht achter de klimaatproblematiek en de steeds verder groeiende milieuvervuiling en schaarste. Een alternatief voor het kapitalisme is een noodzakelijke voorwaarde.

En toch rammelt er van alles. Het kapitalisme-argument werkt in praktijk als een soort stoplap. Je haalt het van stal en vervolgens hoef je niks meer te doen. De mooie woorden van het eigen gelijk zijn op gedragen toon uitgesproken en dat is het dan. We hoeven alleen maar even het kapitalisme af te schaffen.
De SP doet niet aan een ‘blauwdruk’ en in praktijk leidt dat te vaak tot intellectuele gemakzucht.

Op de eerste plaats is dat afschaffen nog niet zomaar gebeurd op een tijdschaal die bij de acuutheid van het probleem past,
Op de tweede plaats is de stelling niet zomaar omkeerbaar. Het alternatief voor het kapitalisme moet, behalve een noodzakelijke, ook een voldoende voorwaarde zijn. Oftewel, verzin eens een goed verhaal hoe je in  socialistische verhoudingen met economische groei, consumptie, schaarste, ruimtegebruik en stroomvreters als Netflix omgaat. Ik ben benieuwd.

Ecosocialisme
De SP is stom dat ze dat niet probeert. Het op aannemelijke wijze samenvoegen van sociaal-economische overwegingen met duurzaamheidsoverwegingen in één overstijgend verhaal zou grote politieke kansen bieden.
De toenemende schaarsteproblematiek maakt een radicale herverdeling van macht en inkomens extra urgent. Het is niet aannemelijk dat de in materie uitgedrukte welvaart in Nederland kan blijven groeien (en waarschijnlijk gaat die gemiddeld krimpen). Dan maar een ‘krimp die begint bij de kop’.
Omgekeerd kan een goede sociaal-economische problematiek het draagvlak voor de duurzaamheidsombouw vergroten, en maakt een socialistische planmatigheid de omgang met het schaarsteprobleem behapbaarder.

En dat lukt in praktijk alleen op Europese schaal.

De SP zou er ook als partij baat bij hebben.
Nu gaat iedereen, voor wie klimaat en energie en milieu hoofdzaak zijn, bij voorbaat niet naar de SP want voor de SP zijn die geen hoofdzaak (noch op papier noch in de praktijk). Ze gaan naar niet-socialistische partijen als de Partij voor de Dieren en Groen Links (die groeien, waar de SP krimpt) en naar Milieudefensie en XR.
En dat gaat om erg veel mensen. De Correspondent van 01 juni 2023 ( wie-had-dat-gedacht-nederland-wordt-steeds-progressiever ) heeft met data van World Value Survey laten zien dat de grote massa van de Nederlandse bevolking, alle luidruchtige geschreeuw van kleine groepen daargelaten, op verschillende thema’s steeds progressiever geworden is, o.a. als het om milieu versus economische groei en werkgelegenheid gaat.
Mogelijk heeft de SP hier iets gemist?

Hoog tijd dat de SP een deugdelijk ecosocialisme ontwikkelt.

Kosten fossiele brandstoffen zeer veel hoger dan uitgekeerde fossiele subsidies

Source: IMF (go.nature.com/3KKHML)

Nature (16 mei 2023, https://www.nature.com/articles/d41586-023-01586-w?utm_source=Nature+Briefing&utm_campaign=2ba9af5f4f-briefing-dy-20230517&utm_medium=email&utm_term=0_c9dfd39373-2ba9af5f4f-47622644 , Open Access) schrijft in een commentaar dat de G7-landen zeer veel meer schade hebben van fossiele brandstoffen als alleen maar de expliciete subsidies die ze aan die brandstoffen kwijt zijn.
Dat is neergelegd in een diagram dat enige uitleg vraagt. Het diagram voert terug op een Working Paper van het IMF dd sept 2021 als bron (link staat onder het diagram).

De G7 zijn Canada, Frankrijk, Duitsland, Italie, Japan, het Verenigd Koninkrijk, de VS, plus de EU. Zijn er volgens mij acht, maar dat mag de pret niet drukken. De G7 doet ertoe, want goed voor ruim de helft van het mondiale Bruto Nationaal Product (BNP), goed voor 28% van de CO2 -emissies uit fossiele brandstoffen en goed voor 13% van de wereldbevolking.

De club komt binnenkort voor de 49ste keer bijeen, deze keer in Hirosjima. Daarom waagt Nature er een strategisch commentaar aan. Dat gaat niet alleen maar over de hier benoemde kosten, maar ook over zaken als een koolstofbelasting.
Hier alleen het kostenverhaal.

  • ‘Underpricing’ betekent dat de milieu- en gezondheidskosten van het fossiele brandstofgebruik niet aan de exploitanten wordt toegerekend en dus impliciet blijven. Het gaat dan bijvoorbeeld om klimaateffecten, vervuiling, vastgelopen verkeer en verkeersongelukken, alsmede misgelopen belastinginkomsten.
  • ‘Subsidies’ zijn expliciete bedragen ten gunste van fossiele brandstoffen, zoals prikkels tot een hogere productie, afschrijvingen, belastingvermindering en lagere consumentenprijzen. Subsidie is een ruimer begrip dan alleen maar geld geven.
  • Onduidelijk is of de $1199 miljard in- of exclusief de $63 miljard is. Veel maakt dat niet uit.
  • Een VS-billion is wat wij een miljard noemen, en een VS-trillion is wat wij 1000 miljard noemen
  • Other EU is de EU minus Duitsland, Italië en Frankrijk.

Op Europese wijze uitgedrukt staat er dus dat de G7 jaarlijks $63 miljard expliciet uitgeven aan subsidie, en jaarlijks impliciet $1199 miljard kwijt zijn aan milieu- en gezondheidskosten die niet aan de veroorzakers van deze kosten in rekening worden gebracht. De belastingbetaler draait ervoor op of je gaat gewoon dood.
Het Niet-G7 deel van de wereld is $4658 kwijt.
De G7 is dus goed voor 20% van de mondiale milieu- en gezondheidskosten. Die 20% staat in de ring.
Nu bestaat de G7 uit rijke landen. Die $1199 miljard is goed voor 2,8% van het gezamenlijke BNP.
De niet-G7 landen zijn veel minder rijk en ongetwijfeld is hun vier maal zoveel goed voor een veel hoger percentage (dan 2,8%) van het gezamenlijke BNP – maar dat is niet uitgerekend.

Het staafdiagram splitst de $1199 op over de deelnemende landen. De VS dus meer dan de rest bij elkaar.

Thom Aussems over het ruimtegebruik in de Brainportregio

Thom Aussems is de voormalig directeur van de Eindhovense woningbouwvereniging Trudo. Als zodanig was hij ook betrokken bij de herontwikkeling van het voormalige bedrijfsterrien van Philips, Strijp S.
Aussems is een toonaangevende opinion leader in Zuidoost-Brabant.

Luchtfoto van Strijp S in 1979 (voor de herontwikkeling)

In het Eindhovens Dagblad van 05 januari 2023 plaatste Aussems het eerste artikel van een drieluik over ruimtelijke en economische en sociale scenario’s voor de regio. Op 10 en 14 januari volgden de twee andere artikelen.
Ik neem deze drie betogen, met Aussems’ instemming, op deze site over.

Met het eerste artikel ben ik het eens. Dat sluit redelijk aan op de thematiek van deze site.

De materie in het tweede en derde artikel vind ik interessant genoeg om een expert als Aussems aan het woord te laten, maar ik weet van deze materie te weinig af om er zonder voorbehoud een mening over uit te spreken. Ik probeer me in mijn uitspraken te beperken tot waar ik voldoende van af weet – ik ben een voorzichtig mens.


Bliksemafleiden met een laser

Elke keer als er zich weer een duizendtal bezoekers bij mijn home page gemeld heeft, zet ik hier een artikel neer met een wat afwijkende thematiek. Af en toe wat anders. De 34000ste bezoeker is langs geweest, vandaar nu een artikel over het afvangen van bliksemschichten met een laserstraal die in de lucht schijnt.


Een groep Franse en Zwitserse geleerden is er, samen met het Duitse familiebedrijf TRUMPF Scientific Lasers, in geslaagd om een laserstraal als bliksemafleider te laten werken. Hoofdonderzoeker is Aurélien Houard van de Ecole Polytechnique in Parijs.

Het originele rapport is te vinden op https://www.nature.com/articles/s41566-022-01139-z .
Een verkorte versie is te vinden op doi: https://doi.org/10.1038/d41586-023-00080-7  .

De toren in kwestie (124m hoog) staat op de top van de Säntisberg in de Zwitserse Alpen (2502m hoog). Deze toren is ongeveer honderd keer per jaar de pineut.
Het probleem met gewone metalen bliksemafleiders is dat die een beperkte lengte hebben, en daarmee een beperkt gebied dat ze beschermen (de straal daarvan is grofweg de helft tot even groot als de bliksemafleider hoog is). Een laser kan logischerwijs een veel grotere hoogte halen, en bovendien schuin omhoog als dat moet.
Ze laten de bundel vlak langs de reguliere bliksemafleider van de toren scheren zodat die een bliksem in de laserbundel kan overnemen.  

De gebruikte laser was afgesteld op 1000 pulsen per seconde, 500mJ per puls, en een pulsduur van 7 ps (0,000000000007 sec). Gemiddeld is het outputvermogen dus 500W, maar het piekvermogen van één puls zit op ruim 70GW. Het inputvermogen van de constructie is overigens een stuk hoger (maar dat staat niet in het artikel) omdat lasers een zeer beperkt rendement hebben. Daarom moet er zeer veel meer vermogen in dan 500W die er als licht uitkomt – met een gewoon stopcontact red je dat niet.
De gebruikte laser kan overigens veel harder, maar dan straalt hij de spiegels van de gebruikte opstelling kapot.
Wie meer over de gebruikte laser wil vinden (maar dat is niet voor het algemene publiek) kan bij voetnoot 28 kijken ( https://opg.optica.org/oe/fulltext.cfm?uri=oe-28-20-30164&id=439952 ).

De spectaculairste foto is die op de Säntisberg, maar daar zit copyright op. De tweede link toont die foto.
Het originele artikel geeft ook interessante afbeeldingen. Onderstaande foto’s zijn gemaakt van genoemde toren op 24 juli 2021 vanaf twee andere bergen (de Schwaegalp (a) and Kronberg (b)).

De onderste foto is zonder laser dd 2 juli 2019, de bovenste foto is van genoemde toren op genoemde datum. Te zien is dat de bliksem omhoog gaat (dat doen ze daar bijna altijd) – onvertakt met laser, vertakt zonder laser.
Men kan de opstelling zo instellen dat de bliksem pas bijvoorbeeld 30m boven de toren begint.

Een mooi idee, maar een paar kleine probleempjes
Deze eerste proefopstelling is mooi, maar er zijn een paar kleine probleempjes die eerst moeten worden opgelost:

  • Tijdens de proef moest het vliegverkeer boven het gebied worden stilgelegd. Als er toch een vliegtuig aankwam, werd de laser automatisch uitgezet.
  • De constructie werd gebruikt gedurende ruim zes uur onweer, gespreid over 10 observatieweken, en ving in die periode vier flitsen weg in dat deel van die periode dat de laser geactiveerd was. (de foto’s komen van de tweede flits). Als de laser aan stond, ving hij bliksems weg, maar de toren kreeg minstens 12 flitsen binnen in de tijd dat de laser niet aanstond.
  • De constructie ontlaadt de onweersbui niet. Hij werkt niet preventief tegen bliksems. Hij doet pas wat als de bliksem er eenmaal is (dan stuurt hij die).
  • De constructie vraagt een gemiddeld ingangsvermogen dat ongeveer gelijk is aan tenminste dat van een heel blok woningen.

Kortom, het is een mooie proef om te laten zien wat je atmosferisch met  een laser kunt, maar de vraag is in hoeverre dit systeem een oplossing is die op zoek is naar een probleem. Voor gewone stadswijken heeft het geen zin en bovendien zijn die al behoorlijk goed tegen de bliksem beschermd met de oude vertrouwde Franklin-techniek.
Als men er iets mee wil, dan voor speciale situaties – schat ik in. Een communicatietoren hoog op een berg, of een raket op een lanceerplatform, of een kerncentrale, of zoiets.

En misschine dat omwonenden van Schiphol er blij mee zijn…..

Albert Heijn vermindert CO2-uitstoot over de keten met 45%

Milieudefensie bracht op 15 nov 2022 de volgende succesaankondiging. Die vindt plaats in het kader van de 29-bedrijvencampagne van Milieudefensie. Albert Heijn maakt deel uit van het Ahold Delhaizeconcern en dat is een van die 29 bedrijven. Het succes geldt alleen Albert Heijn.

Het is een fraai succes.

Zie AH vermindert ketenuitstoot CO2 met 45% tot 2030 .


Albert Heijn vermindert CO2-uitstoot met 45%

Goed nieuws! Albert Heijn wordt veel duurzamer. In 2030 is de CO2-uitstoot van de supermarkt 45% lager. Dit geldt voor de hele keten: van product tot schap. Klimaatactie heeft zin. Samen krijgen we grote vervuilers in beweging.

Het leek onmogelijk, en nu blijkt het toch te kunnen: als supermarkt je hele productieketen in beeld brengen én verduurzamen. Albert Heijn gaat doen wat nog geen enkele Nederlandse supermarkt heeft gedaan: de CO2-uitstoot van haar hele keten met bijna de helft verminderen. Dat maakte de supermarkt op 15 november bekend.

Het kan dus wél!

Sinds Milieudefensie eerder dit jaar Ahold Delhaize om een klimaatplan vroeg, is er heel wat gebeurd. In de eerste reactie zei het supermarktconcern nog dat het onmogelijk was om de hele keten in beeld te brengen. Maar binnen een jaar is alles anders: Albert Heijn zegt nu sterke verbeteringen aan te kunnen brengen in haar keten.

Nu het moederbedrijf Ahold Delhaize nog…

Onze druk op Ahold Delhaize heeft met deze mooie stap van Albert Heijn dus een eerste succes opgeleverd. Toch is het feest nog niet compleet, want de verduurzaming geldt nog niet voor het moederbedrijf Ahold Delhaize. Dit Nederlandse bedrijf is één van de grootste detailhandel-bedrijven ter wereld. Uit het vorige week gepubliceerde rapport van Profundo blijkt dat Ahold Delhaize als het zo doorgaat verantwoordelijk is voor 119 miljard euro aan klimaatschade in 2050. Ook toonde Profundo aan dat maar liefst 42% van de uitstoot in de keten uit dierlijke producten komt.

30 grote vervuilers

Behalve Ahold Delhaize richten we ons op 29 andere bedrijven. Shell is door de rechter verplicht tot 45% CO2-reductie in 2030, maar is in hoger beroep gegaan. 28 andere bedrijven scoorden net als Ahold Delhaize onvoldoende in de Klimaatcrisis-Index. Wij blijven daarom druk zetten op alle 30 grote vervuilers tot ze een goed klimaatplan hebben. Want alleen zo kunnen we de ergste klimaatrampen nog voorkomen.

Samen boekten we dit succes – jij kan meedoen

Dit is niet alleen de overwinning van Milieudefensie, maar ook van Milieudefensie Jong. En van Operatie Klimaat-groepen én tienduizenden veranderaars in heel Nederland. Samen zijn wij de meest invloedrijke klimaatorganisatie van dit moment. Want samen zijn we sterker dan de grote vervuilers en treuzelende politici. Samen veranderen we Nederland.

Labour wil publieke duurzame energie-maatschappij – maar eerst een analyse

Inleiding
Labour gaat in Groot-Britannië verkiezingen tegemoet. Tegenpartij de Tories heeft er in de afgelopen jaren een vreselijke puinzooi van gemaakt, maar een schets daarvan ligt te ver van de focus van deze site. Relevant in deze is dat de Tories een innige liefde hebben voor fossiele energie (zelfs schaliegas is in beeld) en een veel minder innige liefde voor hernieuwbare energie.

Verder staat, mede door de oorlog in de Oekraïne, het hele systeem van brandstofprijzen op zijn kop, tot groot nadeel van de bevolking.

Keir Starmer (Labourleider)

Het mag dan ook geen verbazing wekken dat de toekomst van de energie een heftig verkiezingsthema is. In dat verband heeft de Britse Labourleider Keir Starmer op een congres van zijn partij dd 27 september 2022 het voornemen aankondigde dat hij, mocht hij de baas worden – welke kans zeer reëel is – over wil gaan tot de oprichting van Great British Energy. Dat moet een publieke onderneming worden die de toekomstige opwekking van hernieuwbare elektriciteit uit zon, wind en golfslag gaat betalen en beheren. In 2030 moet alle elektriciteit duurzaam opgewekt worden.
De redevoering  van Starmer is te vinden op https://labour.org.uk/press/keir-starmer-calls-for-new-national-champion-in-clean-energy-great-british-energy-with-a-mission-to-cut-bills-create-jobs-and-deliver-energy-independence/ .

Gelijktijdig met het Labourplan verscheen een analyse van de onafhankelijke denktank Common-Wealth (let op het streepje) met de titel “Power tot he People – The Case for a Publicly Owned Generation Company”. Dit is te vinden op https://www.common-wealth.co.uk/reports/power-to-the-people-the-case-for-a-publicly-owned-generation-company . De hier als eerste stap voorgestelde maatregel lijkt op wat Starmer zegt. In hoeverre er een oorzakelijk verband is (met Common-Wealth als zender en Starmer als ontvangen) is niet te achterhalen.

De redevoering van Starmer bevat, zoals een verkiezingsredevoering betaamt, veel grote woorden en weinig details. De analyse graaft veel dieper.
Vandaar dat ik de analyse als eerste behandel. De eerste twee afbeeldingen komen uit deze analyse.

Analysis by Adam Almeida and Chris Hayes. Source: Common Wealth calculation based on ownership data from the Crown Estate’s 2021 Offshore Wind Report; capacity is from 4C database, and the capacity factor data is from energynumbers.info
Source: Common Wealth calculation based on ownership data from the Crown Estate’s 2021 Offshore Wind Report; capacity is from 4C database, and the capacity factor data is from energynumbers.info

Power tot the People – The Case for a Publicly Owned Generation Company
De analyse begint met de observatie dat 44% van wat er nu staat aan offshore windturbines in de wateren rond Groot-Brittanië publiek eigendom is. Alleen, helaas, niet van Groot-Brittanië zelf maar van andere landen (zie hieronder). De rest is privaat eigendom.

Dit publieke deel is verdeeld over staatsondernemingen uit een aantal landen met Britse publieke eigenaren goed voor 0.03%. De bulk zit bij bij het Deense Ørsted (50.1% staat), het Noorse Statkraft (dat zich alleen met hernieuwbare energie bezighoudt), het Zweedse Vattenfall en het Franse EDF en een niet-benoemde Chinese partij (alle 100% staat).

Ongetwijfeld ziet een Nederlands lijstje er niet wezenlijk anders uit.

De Public Power Britain (PPB) die de analyse voorstelt, zou tot 2030 40 tot 50GW hernieuwbare energie moeten neerzetten over het hele spectrum aan bestaande en nieuwe technieken: wind op land (15GW)en op zee (10GW), getijde-energie (zie als voorbeeld bij Swansea http://www.tidallagoonpower.com/ en https://en.wikipedia.org/wiki/Tidal_Lagoon_Swansea_Bay  ), zon (10GW) en groene waterstof.

swansea tidal Lagoonpool (het verschil tussen eb en vloed is er 11m)

De voorgestelde PPB veronderstelt geen nationalisatie van wat er al is. De PPB wordt gewoon een nieuwe marktpartij die in staatshanden is, dus zoiets als de Britse Vattenfall of Statkraft.

De energie zou verkocht moeten worden via ‘Power Puchasing Agreements’ ( https://en.wikipedia.org/wiki/Power_purchase_agreement ) , wat betekent rechtstreeks van producent naar consument, buiten de markt om. Dan geldt de koppeling van de stroomprijs aan de hoogste fossiele prijs (zijnde gas) niet, en dat scheelt een hoop. Een schatting noemt een paar duizend pond per huishouden per jaar – als de hernieuwbare machines er eenmaal staan. Tot een bepaalde drempel zou elektriciteit zelfs gratis kunnen worden.

Een publieke opzet heeft, behalve genoemde goedkopere tarieven, ook als voordeel dat je tegen een lagere rente kunt lenen en kunt volstaan met een redelijke rentabiliteit, dat het helpt emissies te reduceren, dat je een industriepolitiek kunt opbouwen met bijbehorende werkgelegenheid, en dat je als land minder afhankelijk wordt van de gespannen geopolitiek van olieleverende landen (zelfs energie-export is denkbaar).
Negen van de tien toonaangevende landen in de energietransitie hebben een staatsonderneming.

windpark van Oersted

De redevoering van Starmer
Eigenlijk lijkt het voorstel van Starmer op een het PPB-plan in de analyse, maar dan zonder details en mogelijk afgezwakt. Strikt genomen zegt Starmer, voor wie de analyse gelezen heeft, niets nieuws.

Naast Starmer sprak ook schaduw-minister van Financiën Rachel Reeves, die een fonds van 8 miljard pond wil vormen voor aanvullende taken als batterijfabrieken en groene staalfabrieken.

Eventueel zou de opgedane kennis ene exportproduct kunnen worden.

De reacties op de redevoering van Starmer
Op de rede van Starmer volgden uiteraard reacties van rechts en links.

De industrie, voor zover geciteerd in de redelijke pers, was bepaald niet hysterisch en een deel was het er zelfs mee eens.

De reactie van links was kritischer, in de geest van ‘een stap vooruit, maar niet ver genoeg’.

De energiedenktank Ember ( https://ember-climate.org/ ) meent dat de vrije markt het niet redt. Er zwerft daar geld genoeg rond om heel veel wind- en zonneparken te bouwen, maar daar haal je, zegt CEO MacDonald, 70 tot 80% van de zero emissie-elektriciteit mee. Het resterende deel moet met moeilijker technieken als verbetering van het elektriciteitsnet, waterstof, kleine kernreactoren en koolstofafvang (CCS). Dat ziet hij de vrije markt nog niet doen.

De Green Alliance meent dat het doel van Starmer ambitieus, maar met bestaande techniek uitvoerbaar is.

In het blad Labourlist (onafhankelijk, steunt Labour maar niet kritiekloos) gaat Mary Robertson er met “Great British Energy falls far short of what the public and the planet need”  dieper op in ( https://labourlist.org/2022/09/great-british-energy-falls-far-short-of-what-the-public-and-the-planet-need/  ).
Robertson stelt dat Starmer de diepere oorzaken niet aanpakt, namelijk de nog van Thatcher geërfde energieprivatiseringen. De Great British Energy (GBE) wordt toegevoegd aan een markt die verder ongewijzigd blijft. Naar binnen toe is GBE publiek, maar naar buiten toe is het een marktpartij als alle andere staatsbedrijven.
De GBE is feitelijk een Elektriciteitsplan, geen Energieplan (elektriciteit is maar een beperkt deel van het totaal aan energie). Het gaat alleen over stroom en niet over gas, dat voor de woningverwarming zorgt.  Dat gas blijft privaat.  
Daarom doet  doet het plan op korte termijn niets tegen de energiearmoede.
Bovendien bestaat de energierekening voor huishoudens maar voor 51% uit de kosten van stroom en gas zelf. 11% gaat op aan het vastrecht voor de energieleverancier, en idem 18% aan de netbeheerders (die woekerwinsten maken). Die blijven, ook bij GBE, nog steeds privaat.
En die 8 miljard pond van Reeves is duidelijk te weinig – minder zelfs als Labourt in het verleden al eens genoemd heeft.

Als ik het even in mijn eigen woorden samenvat: Het Great British Energy-plan van Labour is noodzakelijk, maar niet voldoende.

Potentiele energie uit golfslag ( https://en.wikipedia.org/wiki/Wave_power )

Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam  kijkt terug op 50 jaar na de Club van Rome

In 1972 publiceerde de Club van Rome het fameuze rapport ‘Grenzen aan de Groei’ –  een gedachte die op dit moment uiterst actueel is. Je zou kunnen zeggen dat die basisgedachte nu echt uit begint te komen.

De 10de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) heeft er drie tentoonstellingen aan gewijd. Alle duren t/m 13 november en zijn dagelijks geopend van 12.00 – 19.00 uur (zaterdag starten ze een uurtje later). Het kost €5 (toegang tot alle drie) met soms korting.
De eerste is “IT’S ABOUT TIME” en de tweede het Ministerie van Maak!. Deze tentoonstellingen vinden plaats in de Ferro Dome (de voormalige gashouder) op het adres Keileweg 25.
De derde heet FUTURE GENERATION en vindt plaats in de Keilezaal op het adres Keilestraat 9.
(Let op het verschil tussen de Keileweg en de Keilestraat!).

Inlichtingen, tickets op https://www.architecturebiennalerotterdam2022.nl/nl .

Mijn  partner en ik zijn naar de Ferro Dome  geweest. Hieronder een pretentieloze impressie in zelf gemaakte foto’s.

Het is een apart pand.

IT’S ABOUT TIME heeft een dubbele aanpak.
Allereerst is er een tijdlijn met panelen vanaf 1046 tot nu (niet elk jaar, zwaartepunt jaren ’70). Die is informatief voor als je, als oudere, losgeraakt bent van je eigen geschiedenis (o ja!, had ik regelmatig ookDe andere aanpak ) , en als jongere als je die geschiedenis niet hebt.

De andere aanpak is dat een heleboel bureau’s en instellingen, zowel publiek als privaat, een stuk wand of tafel gekregen hebben om uit te leggen waar ze mee bezig zijn. De nummering loopt tot 77, dus ik kan er maar een paar uitlichten.

“Architectuur” is hier ruim opgevat. Doel of middel gaan over klimaat, circulariteit, footprint, landschap, koolstof etc.


Marco Vermeulen, die uit Eindhoven komt en nu een bureau in Rotterdan heeft,  met de Zonneroute A37 van Hoogeveen (in Drente) naar de Duitse grens. Zie https://www.provincie.drenthe.nl/onderwerpen/natuur-milieu/diversen/drentse-zonneroute-a37/ . Op die 42 km kan potentieel 200MWpiek zonnestroom komen, bij een goede landschappelijke inpassing. OP de Biennale een visualisatie van het project.
Marco heeft trouwens op de middelbare school (indertijd het Eindhovense Bisschop Bekkers College) bij mij natuurkunde geleerd. Leuk om je leerlingen van destijds zo succesvol terug te zien.

A37 Hoogeveen-Duitse grens

Kongjian Yu is een bekende Chinese landschapsarchitect en ontwerper van het ”Sponge City” concept. Zijn bureau heet Turenscape.
Aanvankelijk kreeg hij in staal-en-beton-China geen poot aan de grond, maar nadat er bij een overstroning in Bejing in 2013 79 mensen waren verdronken, flipte het standpunt van de Chinere regering om naar waterbeheersing met de natuur en niet tegen de natuur.
Je kunt een boek van hem kopen op https://www.urpub.org/books/kongjianyu en op https://www.maxborka.com/mapping-the-design-world/red-ribbon-park/ zijn prijswinnende Red Ribbon Park-ontwerp.
Hieronder twee foto’s van presentaties op de Biennale. Er stond niet bij waar het was.


Ik heb staan kijken bij de stand van Kraaijvangers Architects. Dat ging onder andere over de bouw van een van de grootste waterstoffabrieken ter wereld op de Tweede Maasvlakte, via elektrolyse op basis van windenergie. Helaas stond er geen makkelijk fotografeerbaar object bij, dus heb ik dat maar van https://www.kraaijvanger.nl/en/projects/holland-hydrogen-1/ gehaald.

Groene waterstoffabriek Tweede Maasvlakte

Het gebouw moet het omringende landschap versterken en een positieve footprint krijgen.


Het PBL hing aan de wand (zie https://www.bjmgerard.nl/grote-opgaven-in-een-beperkte-ruimte/ ), Wageningen alsmede het particuliere bureau KuiperCompagnons ( https://www.kuipercompagnons.nl/nl/projecten/nl_2121_land_met_een_plan/ ). Ze geven allemaal mooie plaatjes, maar teveel om allemaal af te drukken. Het loont om op hun sites te kijken.

Ik kies die van Wageningen, niet mijn technisch beperkte foto maar het origineel van dezelfde kaart die je kunt downloaden op https://www.wur.nl/nl/dossiers/dossier/nederland-in-2120.htm . Ziet er netter uit.


En, er stond ook een stand met museummateriaal van XR. De club bestaat inmiddels zo lang dat er een bonte verzameling oude en nieuwe attributen ligt. Een foto van de voor- en de achterkant.


Het Ministerie van Maak!
In een aangrenzende zaal word je eerst geconfronteerd met een fictieve redevoering van minister Hugo de Jong tijdens een persconferentie, waar ook aanwezig de ministers of staatssecretarissen Harbers en Heijnen (beide I&W), Jetten (klimaat en Energie), Van der Wal-Zeggelink (Natuur en stikstof) en Schouten (Armoede, Participatie en pensioenen).
Overigens subsidieert het kabinet dit initiatief, evenals enkele sponsors. Zoiets heet ‘de eigen tegenspraak organiseren’. Altijd een verstandig idee.

Zie ook https://www.ministerievanmaak.nl/1-10-000 .

Test-kit

Hugo de Jonge neemt het woord namens bovenstaande aanwezigen.

Landgenoten

De ruimtelijke staat van ons land bevindt zich op een kritiek moment. Het woningtekort, de consequenties van de klimaatverandering, de voorziene bodemdaling, de stikstofcrisis, de energietransitie. We kunnen niet langer toekijken. Niet weer naar de vergadertafels. Samen met mijn collega’s beseffen we dat we ons de luxe van bestuurlijke lagen niet langer kunnen permitteren. Daarom vormden we een nieuw inter-ministerie, het Ministerie van Maak!

Maken, Maak, Maakbaarheidis iets waar we lange tijd in geloofden, zeker een paar eeuwen. Het hoofd in de wolken, de voeten in de klei. Deltawerken, dijken, polders, u kent ze. We bepaalden zelf ons eigen lot. We dachten er ook goed in te zijn, zeker tot ergens in de jaren ’70. We raakten het kwijt omdat het niet altijd leverde wat we hoopten. En we moeten eerlijk zijn: er werden fouten gemaakt. Al die vreselijke bedrijventerreinen, uitgekauwde winkelcentra, saaie slaapbuurtjes. Maakbaarheid werd als naief bestempeld. De markt zou het toch veel beter weten, beloofden we toen. Dat viel ook weer tegen.

De roep om een overheid die het toch weer moet doen is luid. We hebben naar jullie geluisterd. We willen dan ook niet in blinde paniek onze mooie weilanden volgooien met lelijke containerbuurten. We vliegen deze crisis aan met lering uit de bestrijding van het Covid-19 virus en kiezen voor een slimmere aanpak. We noemen het Operatie 100a*10k = 1 miljoen woningen. (Of we echt 1 miljoen woningen nodig hebben, daar kunnen we het over hebben.)

We hebben 100 architecten die in Nederland werken gevraagd om ieder 10.000 woningen te plannen op een zelfgekozen plek in het land. We vroegen hen rekening te houden met de gevolgen van klimaatverandering, bodemdaling en mobiliteit. Verder waren ze vrij om te doen en laten wat ze wilden. Ze kregen van ons een test-kit met de basis-ingrediënten om een maquette te maken en ruimte om uit te leggen wat ze vinden. De resultaten worden door het Ministerie bekeken, bergeleken en waar mogelijk ook ondersteund om echt te gaan maken. Jeetje. Maken. Mijn handen jeuken, jongens.

Hoogachtend, de minister.

Het is jammer dat de redevoering fictief is.

De 100 architecten hebben elk een plek gekregen in een grote zaal en samen vormt dat ene plattegrond van Nederland.

Bij elk vierkantje hoort een korte projectcodering.
Op https://www.ministerievanmaak.nl/geselecteerde-teams staan alle 100 teams.
Bij bijvoorbeeld het Eindhovense project Sectie-C (nabij De Geestenberg, code O10) bestaat het team uit Anne Ligtenberg & Mats Horbach. Hun persoonlijke pagina kan worden aangeklikt en dat geeft https://www.ministerievanmaak.nl/geselecteerde-teams/sectie-c .
Er verschijnt een traag soort tekstpresentatie, waarin veel overwegingen en als enige duidelijke kwantitatieve uitspraak dat je daar geen 10.000 woningen kwijt raakt. Hier koop je niet heel veel voor.

Benieuwd hoe dit verder loopt.

Eindhoven redelijke middelmaat in duurzaamheidsrapport PON-TELOS, Helmond slecht

PON & TELOS
PON heette vroeger Provinciaal Opbouworgaan Noord-Brabant. TELOS is van huis uit een kenniscentrum, verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Beide zijn gefuseerd tot een kennisinstituut dat vooral voor lokale en regionale overheden in Nederland werkt, maar ook voor corporaties, banken, zorg- en welzijnsinstellingen, fondsen en maatschappelijke organisaties. PON&TELOS is partner van de Tilburgse universiteit. Zie https://hetpon-telos.nl/ .

De Nationale Monitor Duurzame Gemeenten – de methode
PON&TELOS doet onderzoeken en geeft, gevraagd en ongevraagd, advies. In die hoedanigheid wordt vanaf 2014 jaarlijks de Nationale Monitor Duurzame Gemeenten uitgebracht. In januari 2022 is de monitor over 2021 uitgebracht. Die omvat een onderzoeksverantwoording, een fact sheet van 137 indicatoren, een uitleggend magazine-artikel en een ranking  van alle 352 Nederlandse gemeenten.
De documentatie is te vinden op https://hetpon-telos.nl/portfolio/nationale-monitor-duurzame-gemeenten/ .

“Duurzaamheid” is inmiddels een veel misbruikt containerwoord. Het wordt gebruikt om vaan alles en nog wat te bewijzen, ook het tegendeel. Ik gebruik het zelf zo weinig mogelijk, maar PON&TELOS moet het wel gebruiken en geeft daarom een definitie en methodebeschrijving, die echter af en toe een slordigheidje bevat en essentiële onderdelen niet benoemt (die wel bestaan).

PON&TELOS gaat uit van de oorspronkelijke Brundtland-definitie ‘Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarbij de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te kunnen voorzien te beperken.’  Dat wordt vertaald in de trits people, planet, profit, in de Monitor vertaald met de synoniemen Sociaal-cultureel kapitaal, Ecologisch kapitaal en Economisch kapitaal.

Per kapitaal zijn ‘voorraden’ of ‘thema’s’ gedefnieerd (zie boven), in totaal 22.
Aan elk thema zijn doelen en indicatoren gekoppeld, bij elkaar 137. Dat is teveel om hier op te sommen.  Ik geef één van de 137 als voorbeeld, horend bij thema Ecologisch kapitaal – bodem. Daarbij horen vijf indicatoren, waarvan dit de derde is. Deze indicator telt voor 1/3de deel mee in de eindscore van dit betreffende thema.

De normen hebben de omschrijving (van rood naar goud) “onacceptabel, directe ingreep gewenst”, “ maatschappelijke grens, behoefte aan directe aandacht”, “acceptabel, doel op korte termijn bereikt” en “optimaal, doel op lange termijn bereikt”.
Wat stelselmatig ontbreekt is een beschrijving hoe deze kwalitatieve oordelen in een puntensysteem vertaald worden. Met andere woorden, hoe uit een heleboel van dit soort oordelen uiteindelijk een waarde 53,3 komt (de waarde voor het Ecologisch kapitaal voor de gemeente Eindhoven).
Dus op onbekende wijze leiden de bij Maatschappelijke participatie t/m Wonen horende indicatoren tot een waarde voor het sociaal-culturele kapitaal. Idem die bij Wonen t/m Afval- en grondstoffen tot een waarde voor het Ecologisch kapitaal, en idem Arbeid t/m Infrastructuur-bereikbaarheid tot een waarde voor het Economisch kapitaal.
Je krijgt zodoende drie verzamelwaardes en die worden opgeteld en gedeeld door 3 – dat staat er overigens niet bij, maar ligt voor de hand en blijkt te kloppen -, en dat geeft de totaalscore (bij Eindhoven 54,2), Vervolgens krijgen alle 352 gemeentes een ranking volgens deze totaalscore.

De verzamelwaardes (dus 54,2) zijn op een schaal van 100 (je moet even zoeken voor je dat vindt). Honderd is de hemel en 0 is de hel.

Als extraatje zijn enkele deelgroepen afgezonderd, bijvoorbeeld de deelgroep van 32 grootste gemeenten. Je kunt de ranking krijgen van je gemeente binnen die deelgroep (bijvoorbeeld Eindhoven heeft de ranking 9 op de 32 – 1 is het beste, 32 is het slechtste.

Dit is wat je krijgt als je als privépersoon de resultaten van je gemeente opvraagt (dat moet per mail en kost niets). Ik heb die van Eindhoven opgevraagd.

De score per indicator, of eventueel de score per thema, wordt niet vermeld. Men kan bij  PON & TELOS een gemeentelijk duurzaamheidsportret vragen (https://hetpon-telos.nl/wat-we-doen/duurzaamheidsportret/ ). Daarin zouden al die tussenresultaten wel vermeld staan. De condities hiervoor worden niet vermeld.

De Nationale Monitor Duurzame Gemeenten – resultaten in bredere zin
Het is interessant om met de gegevens van de 352 Nederlandse gemeenten te spelen. E nationale lijst geeft op sobere wijze het grootste deel van de relevante informatie. Het overzicht per gemeente geeft aanvullende toeters en bellen.
Eerst de landelijke resultaten, in kaart gebracht. De grote steden doen het in verhouding slecht (veel sociale problematiek) en er is een soms een periferie-effect, zoals in de arme oost-Groningse gemeentes, Limburg en delen van Zeeland.
De periferiegemeente Dinkelland (het voormalige Ootmarsum – waar ik woonde in mijn  middelbare schooltijd -, Denekamp en Weerselo) scoort met 58,3 het beste – het periferie-effect is niet absoluut.

Als 58,3 de hoogste score is, dan is er in heel Nederland nog veel te doen.

Hierboven de top-10  van de 32 grootste gemeenten (met de eerder genoemde 9de plaats van Eindhoven). Blijkbaar helpt een universiteit.
Een grote omvang van een gemeente is dus geen noodlot. Utrecht is een stuk groter dan Eindhoven en heeft ook veel oude wijken en sociale problematiek, en doet het op duurzaamheidsgebied beter.
Eindhoven schept meer op met de eigen voortreffelijkheid dan objectief gerechtvaardigd is. “Redelijke middelmaat” is een betere aanduiding.

Tenslotte nog een selectie van alle gemeenten uit het MRE-gebied. Dat geeft het onderstaande (de + of – betekent dat de ranking t.o.v. een jaar eerder gestegen of gedaald is):

Er vallen wat zaken op.
Eerstens de slechte positie van Helmond op alle drie de kapitalen (totaal 330ste van de 352). Vanuit duurzaamheidsoverwegingen is Helmond een rampgebied dat hoognodig aanpak vraagt.
Tweedens valt de goede positie van Heeze-Leende op.
Derdens dat de scores dichter bij elkaar liggen dan de rankings. Kleine scoreverschillen leiden soms tot grote rankingsverschillen.
Ten vierde dat als dit een schoolrapport was, slechts bij 3 van de 21 gemeenten het Sociaal-culturele kapitaal omhoog krap op een 6 zou worden afgerond, bij het ecologisch kapitaal 7 van de 21, en bij het Economisch kapitaal 12 van de 21. Er is weinig reden tot triomfalisme.
Tenslotte (maar dat is bij gebrek aan uitsplitsing speculatief) meen ik er de milieueffecten van de veeteelt en het vliegveld in te zien.

De laatste grafiek geeft een indruk van de score (nationaal gemiddeld) van de drie kapitalen door de jaren heen.
In aanmerking genomen dat de schaal tot 100 loopt, is er nog veel te doen.

Klimaat- en milieuparagraaf in Eindhovens bestuursakkoord intentie redelijk tot goed, uitwerking soms onduidelijk

De  aanleiding
De Eindhovense lokale omroep Studio040 vroeg mij om namens Milieudefensie te reageren op het bestuursakkoord onder het nieuwe Eindhovense College van B&W. Dit voor zover het op ons gebied klimaat-energie-milieu lag.
Ik ben niet meer in de gelegenheid geweest om de inhoud van mijn reactie met Milieudefensie Eindhoven af te stemmen. Onderstaande tekst is op persoonlijke titel.

Het nieuwe akkoord is te vinden op https://www.eindhoven.nl/bestuur-en-beleid/bestuur/college-van-burgemeester-en-wethouders . Daar staan ook de nieuwe wethouders. Groen Links is de sterkste partij.

Het moest op de TV en dan maar op locatie, en een goede locatie voor dit werkgebied is het grote industrieterrein De Hurk. Afgesproken op de kanaalbrug in de Dillenburgstraat, met de betoncentrale Mebin pontificaal op de achtergrond (en de asfaltcentrale verderop).

Het Eindhovense industrieterrein De Hurk

De Hurk
Eerst  maar even De Hurk zelf eruit gelicht (https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Hurk/Croy) . De Hurk is een groot bedrijventerrein voor zware industrie, waarop enkele gevaarlijke of overlastgevende bedrijven met woonwijken er dicht op. De toekomst van De Hurk was een belangrijk item in de gemeenteraadsverkiezingen en met name Groen Links tamboreerde erop los met dat De Hurk geheel of gedeeltelijk weg moest, ten gunste van een woonbestemming. Ik heb dat nooit zien zitten, omdat dat honderden miljoenen aan uitkoopkosten zou betekenen en het terrein onmisbaar is.
Mijns inziens moest men zich beperken tot aangescherpte vergunningen voor enkele, met name te noemen, overlast gevende bedrijven en was daarvoor technisch veel ruimte.

Precies dat is er nu uitgekomen. De Hurk blijft gewoon bestaan, er wordt gekeken naar een betere omgevingskwaliteit en de vijf meest overlastgevende bedrijven gaat het nieuwe College in gesprek: de diervoederbedrijven Sonac en ABZ Diervoeding, en de asfaltcentrale van KWS Infra, de elektronicarecycler Mirec en de metalenrecycler HKS. Zie elders op deze site voor nadere informatie.

Ik zou het ook zo gedaan hebben.

Goede intenties
Het nieuwe bestuursakkoord heeft een aantal goede intenties waarin Milieudefensie Eindhoven regelmatig eerdere standpunten herkent. Puntsgewijs de belangrijkste met wat commentaar erbij

  • Als Europese Climate Smart City wil Eindhoven in 2030 klimaatneutraal zijn.
    Tegelijk figureert de meer traditionele doelstelling van 55% minder broeikasgassen  in 2030 en 95% minder in 2050.
    Hoe deze doelstellingen zich onderling verhouden, wordt niet goed uitgelegd.
  • De regio moet een kraamkamer zijn van innovatie. Dat is op zich waar, hoewle het argument zo vaak gebruikt is dat het inmiddels een soort rituele bezwering geworden is
  • Men heeft oog voor energiearmoede
  • Er is een ambitieus warmteprogramma met een gebiedsgerichte wijze van werken in woongebieden
  • De organisatie van het verkeer (inclusief de distributie van goederen)van, naar en binnen het gebied binnen de Ring is in principe goed.
  • Er is een goede fietsparagraaf
  • Het standpunt m.b.t. Eindhoven Airport lijkt goed, maar is zo omzichtig geformuleerd dat er ruimte voor interpretatie is
  • Er is goede aandacht voor luchtkwaliteit
  • Met een sloopregeling voor  tweetakt brommers
  • En een plan om voor elke nieuwe inwoner een nieuwe boom te planten

Onduidelijke onderwerpen
Het akkoord heeft nogal wat passages met open eindjes. Weer puntsgewijs;

  • De toekomst van de grootschalige bouwplannen bij het station, en vervolgens de effecten daarvan, zijn nog zo onzeker dat Mileudefensie zich niet aan een uitspraak waagt.
  • De passage over het verkeer aan de Noordoostkant van Eindhoven is cryptisch. Enerzijds is er te weinig  draagvlak voor de Ruit om Eindhoven zoals vroeger beoogd (en dat is mooi – en bovendien is het geld ervoor inmiddels anders besteed). Anderzijds is er sprake van nieuwe infrastructuur op, rond of onder bestaande tracé’s met ook voor natuurwaarden.
    Waakzaamheid lijkt op zijn plaats.
Het gum-de-ruit bord mag weg (foto van de Stuit-de-Ruit site)
  • De gemeente wil onderzoeken of het warmtebedrijf doorontwikkeld kan worden tot een (regionaal) energiebedrijf.
    Vooropgesteld  zij dat ik ideologisch vind dat de energievoorziening in overheidshanden hoort, want strategisch onmisbaar.
    Praktisch, maar ook ideologisch, zie ik nogal wat haken en ogen, bijvoorbeeld vanwege de positie van Ennatuurlijk. Ennatuurlijk is voor 80% van pensioenfonds PGGM (en voor 20% van Veolia), zie https://www.bjmgerard.nl/sp-discussieert-met-ennatuurlijk-over-publiek-privaat-en-warmte/ , Men kan een ideologische discussie opzetten in hoeverre men een pensioenfonds publiek vindt, en vervolgens een praktische discussie hoe Ennatuurlijk en een eventueel gemeentelijk warmtebedrijf zich verhouden. “Is this town big enough for both of us to stay?” om met een Western te spreken. Gaan beide concurreren, gaan ze elkaars deskundigen wegkopen (een warmtebedrijf vraagt nogal wat specifieke deskundigheid), sluiten ze een overeenkomst en zo ja, wat voor een?
    En waarom wil de gemeente zo graag een eigen warmtebedrijf en niet bijvoorbeeld een eigen opwekkingsbedrijf, zoals in de regio Tilburg? ( https://www.bjmgerard.nl/regio-hart-van-brabant-werkt-aan-regionaal-publiek-ontwikkelbedrijf-voor-wind-en-zonneparken/ ).
    En hoe moet het financieel?
    Als ik de gemeente Eindhoven was, zou ik een en ander goed overwegen en eerst een betrouwbaar businessplan maken, bij voorkeur in overleg met Ennatuurlijk.
  • Zaken als geothermie en aquathermie komen amper respectievelijk niet aan de orde
Buffervaten van de biomassacentrale van Ennatuurlijk op Strijp S
  • Volgens mij is er beperkt ruimte voor het stoken van afvalhout met een aanvaardbare herkomst en hoeft dit niet uitgefaseerd te worden. Ik deel hier de gangbare meningen niet. Als de politieke verhoudingen (die er tot nu toe niet in geslaagd zijn aan te geven waar de warmte dan wel vandaan moet komen) desalniettemin een dergelijke uitfasering dicteren, dan met een lange overgangstermijn.
    Het is mij geheel onduidelijk hoe men de uitfasering van biomassa in Eindhoven denkt op te vangen.
  • Het is afwachten hoe de intentie om klimaatdeals te sluiten met bedrijven, of eventueel het afdwingen van wettelijke eisen, vorm gaat krijgen.
  • Het is een goede zaak om afspraken te maken over energie en circulariteit op bedrijventerreinen, maar ook daar bestaan vele uitvoeringsvragen. Gaat bijvoorbeeld de gemeente het bestuur van bedrijventerreinen zelf uitvoeren, of krijgt het parkmanagement meer rechten en plichten? En wat als er een onrendabele top op zit?
  • Er staat in het bestuursakkoord niets over het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Voor de klimaatadaptatie van Eindhoven is omgang met heftige regenval essentieel. Bekend is dat er te weinig geld in het GRP zit. Komen er in de komende periode aanpassingen aan het GRP?

Onvoldoende
Een paar zaken staan onvoldoende in het Bestuursakkoord. Weer puntsgewijs.

  • De opwekking van hernieuwbare elektriciteit uit wind en zon wordt in het Bestuursakkoord al bij voorbaat aan veel te beperkte banden gelegd. Uit allerlei berekeningen blijkt (o.a. in de eigen nota Zonneparken en windturbines in Eindhoven, maar ook uit de recente potentieelstudie naar zonne-energie) dat men met alleen maar zon op daken en ‘rommelgronden’, zoals het Bestuursakkoord wil, niet in de buurt komt van wat nodig is.  Je kunt niet met droge ogen zeggen dat je in 2030 klimaatneutraal wilt zijn en tegelijk de maatregelen verbieden die daarvoor nodig zijn.
    Zie https://www.bjmgerard.nl/zon-en-wind-in-eindhoven-het-valt-zwaar-tegen/ en https://www.bjmgerard.nl/waarom-je-met-alleen-zonnepanelen-op-het-dak-niet-genoeg-kunt-en-waarom-je-ook-wind-en-zonneparken-nodig-hebt/ .
  • Het elektriciteitsnet in Eindhoven komt onvoldoende  aan  de orde
  • De passage over circulaire economie en afval is te vaag en te inhoudsloos, waarbij ter verontschuldiging van de gemeente gezegd moet worden dat het landelijke beleid niet beter is
  • Meer specifiek vind ik het een gemiste kans dat het Akkoord geen waardering uitspreekt voor recyclingbedrijven. Overigens staat Eindhoven daar niet alleen in.
    Recyclingbedrijven (specifiek die op De Hurk) zijn in het Akkoord vooral een bron van ellende. Nu is dat gevoel niet geheel zonder reden, maar een Akkoord dat circulariteit wil, zou mogen uitspreken dat recyclingbedrijven een strategisch onmisbare sector zijn.
Aan het werk bij Mirec

Voorstellen
Ik doe het College enkele voorstellen aan de hand die niet in het Bestuursakkoord staan, maar er wel een goede invulling van zouden zijn.

  • Start een publiek aangestuurde campagne voor energieopslag in het Brainportgebied die zo groot is, dat hij schaal- en leervoordelen krijgt en mogelijk ene begin van standaardisering.
    Als Eindhoven (bijvoorbeeld) tot 2040 40.000 nieuwe woningen krijgt, zie dat dan als een kans om 40.000 accu’s voor statische toepassingen weg te zetten en een heleboel warmteopslageenheden op wijkniveau. Treed daadwerkelijk als launching customer op, zoals het Bestuursakkoord meldt. Zie https://www.bjmgerard.nl/voorstel-tot-campagne-energieopslag-in-mre-gebied/ . Maak dit tot basis van industriepolitiek in Brainport.
  • Voer het plan-Rovers uit (18hectare PV-paneel en 18 hectare nieuwe natuur aan weerszijden van de Kleine Dommel). Zie https://www.bjmgerard.nl/combiplan-nieuwe-natuur-en-zonneveld-in-eindhoven-en-nuenen/ .
  • Vergroen de installaties, de bedrijfsvoering en de catering het FC Eindhoven-stadion en wend de gemeentelijke invloed aan om bij PSV hetzelfde te bereiken
  • Kom met een strategisch en toekomstgericht plan voor de verbreding en verbetering van de recyclingsector in de regio, o.a. ten behoeve van nieuwe apparaten als windturbines en zonnepanelen. Zie Recycling van zonnepanelen op komst .
  • Kijk eens opnieuw in hoeverre het Gemeentelijk Riolerings Plan nog voldoende is.
Schets van zonnevelden in het Plan-Rovers