De Elisabeth-legende

Er bestaan verhalen die zich gedurende eeuwen of zelfs de millennia handhaven. Een enkel verhaal gaat zelfs terug tot de laatste ijstijd ( zie De evolutie van mythes). Blijkbaar raken ze aan fundamentele emoties.

Maar er ontstaan ook nieuwe verhalen, zoals de Elisabeth-legende. Die komt uit  de Duitse deelstaat Thüringen en dateert uit het eerste kwart van de 13de eeuw.

Ik begin erover omdat we deze zomervakantie een flinke fietsvakantie gehad hebben, die onder meer door Thüringen voerde, langs de betreffende kastelen en over de bijbehorende brug. Het verhaal maakt deel uit van de lokale cultuur en de informatieborden staan langs de weg. Ondanks dat het verhaal zich al snel ontwikkeld heeft tot  een heiligenleven, is het toch een ijzersterk verhaal. Het is zogezegd een volksheilige geworden. Wikipedia heeft informatie op https://nl.wikipedia.org/wiki/Elisabeth_van_Thüringen .

Informatiebord bij de Werra-brug in Creuzburg

Elisabeth was een in 1207 geboren Hongaarse prinses. Op vierjarige leeftijd werd ze voorbestemd voor een huwelijk met wat later Ludwig IV van Thüringen werd en alvast in diens ouderlijk huis ondergebracht. Om te wennen, zullen we maar zeggen. In 1221 (dus toen het kind 13 of 14 was) trouwde ze met genoemde Ludwig.
Het paar woonde op de Wartburg bij Eisenach en had een buitenhuis in de vorm van kasteel Creuzburg. Het lokale chauvinisme wil dat ze daar liever woonde, maar dat valt niet te bewijzen.
Wikipedia meent te weten dat het huwelijk zeer gelukkig was en in elk geval kregen ze twee dochters en een zoon. Ludwig was zo blij met zijn zoon, dat hij als cadeautje een brug over de Werra bouwde en die brug ligt er, na reparatie van de oorlogsschade, nog steeds. De Radweg van Eisenach naar Kassel gaat er over heen. (De Werra is een flinke toeleverende zijrivier van de Weser.)

De brug over de Werra bij Creuzburg

Men benoemt wel eens dat in sommige Islamitische landen achterlijke gebruiken bestaan t.a.v. het uithuwelijken van meisjes aan onwaar-
schijnlijke partners en dat niet geheel zonder reden, maar dit verhaal gaat dus echt over uiterst christelijke vorstenhuizen achthonderd jaar geleden. Wie bijvoorbeeld wel eens naar schilderijen van Velazquez gekeken heeft en een beetje rekent op basis van het onderschrift, komt erop uit dat meisjeshuwelijken op 13- tot 14-jarige leeftijd zeker geen uitzondering waren. Deze politieke pedofilie was een integraal deel van het instrumentarium in de toenmalige geopolitiek.

Dit terzijde.

De Creuzburg bij de gelijknamige plaats

Elizabeth was een sociaal bewogen type en begon bij de hongersnood in 1226 vanuit het kasteel haar eigen voedselbank. Dit tot ongenoegen van haar Ludwig, maar de Here beschermde haar tegen de argwanende blikken van haar echtgenoot met een heus wonder.

In 1227 ging manlief op kruistocht, maar hij stierf helaas onderweg aan de pest.

Waarop de liefhebbende schoonfamilie de weduwe al snel voor de keus stelde of om met de broer van de overledene te trouwen, of om op te rotten. Elisabeth verdomde die verbintenis en stond inderdaad daarna zonder kindjes, zonder bezit en zonder huis op straat. Wij spreken hier over een christelijk vorstenhuis.
Door toedoen van de paus kreeg ze alsnog een financiele compensatie en kasteel Marburg om te wonen.

In 1229 trad ze toe tot de 3de Orde van Franciscus en ging voor de rest van haar leven, naar verluidt met grote inzet, ouderen en zieken verplegen in een door haarzelf gebouwd ziekenhuis. Dat leven duurde niet lang meer, want ze stierf in 1231 (op 24-jarige leeftijd) aan TBC.
Sindsdien zijn honderden ziekenhuizen in Europa, waaronder bijvoorbeeld het Elisabethziekenhuis in Tilburg, genoemd naar de landgravin van Thüringen, en is ze de patroonheilige van een gevarieerde verzameling zorgbehoevende en kansarme doelgroepen.

Na haar dood was het gesol niet afgelopen. Ze werd in een noodvaart, mede vanwege de politieke wenselijkheid, heilig verklaard en de Duitse Orde nam het hospitaal over, sloopte het en zette er een aan de verse heilige gewijde kerk op. Het verzorgende werk werd een tijdje later in een naburig pand voortgezet. Zie ook https://de.wikipedia.org/wiki/Elisabeth-Hospital_(Marburg) .

De Duitse Orde stond er daarnaast ook om bekend dat zij op uiterst indringende wijze de heidenen wilde bekeren, voor welke taak zij beloond werd met omvangrijk grondbezit in de op die heidenen veroverde landen. Naast Palestina, dat toen voor de strijd tegen de andersgelovigen al een aflopende zaak was, bevonden die heidenen zich in grote getale in de Slavische en Baltische regionen. Daaronder de toen nog zeer heidense Pruzzen.
De heiligheid van Elisabeth droeg bij aan het prestige en Konrad, de zwager van Elisabeth waar ze dus niet mee had willen trouwen, werd grootmeester bij de Duitse Orde. Zo was de cirkel rond, maar dan wel een halve slag gedraaid.

De Wartburg bij Eisenach. De burcht heeft militair nooit enige noodzaak gehad, maar heeft de wereld veel verhalen geschonken, o.a. over Elisabeth en over Luther, die er de Duitse bijbelvertaling schreef en daarbij (volgens een andere legende) de duivel met een pot inkt bekogelde

Peenemünde

Onze traditionele vakantiefietstocht ging in de zomer van 2016 langs de Oostzee. Onderweg zijn we een dag in Peenemünde geweest. Dat is tegenwoordig een museum.
Behalve de vaste tentoonstelling, die zeer leerzaam is en een bezoek verdient, was er de tijdelijke tentoonstelling “Wunder mit Kalkül”. Die ging specifiek over de inpassing van de bewapeningsprojecten in Peene-
münde in het grotere geheel van het Duitse militair-industriele complex. Die tijdelijke tentoonstelling was nog leerzamer.

Het gelijknamige schiereiland is nu grotendeels als natuurgebied bestemd (met archeologische bescherming) en op zich aardig om doorheen te fietsen.

Test- en ontwikkelingscentrum voor Nazi-wapens, nu museum
Er werd in Duitsland al voor de opkomst van Hitler geëxperimenteerd met raketten. Toen de oorlog naderde, vond men de bestaande oefenterreinen  te klein en te dicht bij bewoond gebied liggen, en koos de leger-
leiding het puntje van het schiereiland Peenemünde tot test- en ont-
wikkelcentrum voor nieuwe wapens. De werkzaamheden begonnen in de zomer van 1936 en na een paar jaar was er een omvangrijke infra-
structuur gerealiseerd. Van het oude vissersdorp bleef bijna niets meer over.
Dit massale bouwproject kon alleen zo snel gerealiseerd worden door massale inzet van dwangarbeid door krijgsgevangenen en concentratiekamp-slachtoffers. De latere Bundespräsident Heinrich Lübke was een van de slavendrijvers.

Peenemünde im Frühling 1941, Leeb, Todt, Lübke (Mitte/Hinten), Walter Dornberger

Er is een goede Wikipedia-pagina over: https://de.wikipedia.org/wiki/Heeresversuchsanstalt_Peenem%C3%BCnde .

Er is aan verschillende projecten gewerkt, maar Peenemünde is vooral bekend omdat er de V1 (officieel de Fi103) en de V2 (officieel de A4) ontwikkeld zijn. Daarvan staat op het buitenterrein een nagebouwd exemplaar.
De hellingbaan is een gaskatapult.

V1 (op de helling) en V2 (rechtopstaand). Het rijtuig is van het OV-systeem in het gebied.

De V1 was een onbemand vliegtuig met een straalmotor, die op kerosine werkte. De springlading woog 830kg. Zie eventueel https://nl.wikipedia.org/wiki/V1_(wapen) .
Vanaf juni 1944 zijn er ca 22000 afgeschoten, waarvan overigens een flink deel zijn doel niet bereikte.

De springlading van de V2 woog 750kg. Het was een echte raket, die volgepompt werd met ongeveer 4 ton ethanol en/of methanol en ongeveer 4 ton vloeibare zuurstof, en daarnaast met hulpchemicalien om de pompen en dergelijke te bedienen.
De raket werd bediend met een gyroscoop en een analoge computer, die grafietvanen in de uitlaat kon bewegen. Zie eventueel https://nl.wikipedia.org/wiki/V2_(raket) .
Er zijn er vanaf september 1944 ruim 3000 afgeschoten.

Beide wapensystemen waren tamelijk onnauwkeurig en dus niet militair bruikbaar. Ze konden slechts tegen uitgestrekte burgerdoelen als grote steden ingezet worden.
Het “nut”, vooral van de V2, was voornamelijk psychologisch. De klap kwam uit het niets en je kon er niets tegen doen.

De elektriciteitscentrale en de zuurstofproductie
Om een V2 af te schieten, moest er 4 ton vloeibare zuurstof geproduceerd worden. Daartoe werd een procedé van de firma Linde gebruikt (nu nog steeds actief met productie en distributie van samengeperste gassen). Linde had dat procedé eigenlijk ontwikkeld voor ijsmachines. Atmosferische lucht wordt sterk samengeperst en daarna gecontroleerd losgelaten waardoor de temperatuur zo sterk daalt dat de lucht vloeibaar wordt en de zuurstof kan worden afgescheiden.
Dat vraagt om flink wat energie. Op volle sterkte was 22MW stroom nodig. Daartoe werd een elektriciteitscentrale gebouwd, die er tot 1990 stroom geleverd heeft aan het netwerk van de DDR.

De elektriciteitscentrale buiten en binnen

Ik laat het aan iedereen persoonlijk of men deze architectuur uit de nazi-tijd mooi vindt, maar de ruimte is imposant. En daarin stond eigenlijk maar een klein elektrisch vermogen opgesteld, zo’n 30MW. De kippenmestverbrander BMC op de Moerdijk, om maar eens wat te noemen, haalt meer.

Van de zuurstoffabriek is niet veel meer over.
In de oude centrale kan men vrijelijk rondlopen. Dat is een tentoonstellingsruimte geworden en er vinden educatieve en kunstzinnige initiatieven plaats.

De aardappelcrisis

Eén V2 vroeg aanvankelijk om 4 ton ethanol en dat vroeg om 40ton aard-
appelen, een proces in essentie niet anders dan de productie van aard-
appeljenever. Later kon er afval-methanol bijgemengd worden uit een chemische fabriek van IG Farben, die draaide op dwangarbeid vanuit Auschwitz.
Dan nog kwam men niet boven de 5000 raketten per jaar uit, welk feit echter niet hardop vermeld mocht worden wegens nadeel voor de eigen positie.
Een schoolvoorbeeld van de hoofdwet van de biomassa: je kunt er wel wat mee, maar zeker niet alles.

De academische wereld en de wiskunde
De Duitsers hadden hun eigen versie van het (later zo genoemde) militair-industriele complex, waarbij de tijdelijke expositie vooral aandacht schonk aan de inzet van de technische Hochschule Darmstadt, die 92 mensen op Peenemünde had rondlopen.
Vooral de wiskunde kreeg de aandacht in de tijdelijke expositie (Institut für angewandte Mathematik).

Bijvoorbeeld: een van de Darmstadt-mensen was Helmut Hölzer, die de analoge computer ontwierp die in de V2 zat als besturingssysteem (het Mischgerät), en later een analoog computer bouwde om de baan van de raketten te berekenen en te simuleren. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Helmut_H%C3%B6lzer . De analoog computer figureerde in de expositie.
OP het einde van de oorlog reed Hölzer op zijn motor terug naar Peenemünde om zijn afstudeerscriptie op te halen, waarna hij zich met scriptie en al overgaf aan de Amerikanen. Hij ontsliep op hoge leeftijd in Huntsville, Alabama.

Hölzers Mischgerät. Het was de besturingseenheid van de V2.

Ook aandacht in de expositie voor rekenlinealen. Dat was voor techneuten tot de jaren ’80 een symbool, vergelijkbaar met de stethoscoop van artsen. Ik heb er ook nog mee gerekend – niks mis met rekenlinealen. Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Slide_rule .
Het modernste type is het “Nestler Darmstadt-type” en dat kwam in de Peenemünde-tentoonstelling aan de orde. Er hebben altijd gespecialiseerde versies van de rekenlineaal bestaan. In Peenemünde lag er een waar uitsluitend V2-grootheden opstonden.
Als je op YouTube Nestler-Darmstadt intypt, vind je een demonstratie.
Op het eind van de oorlog stak Wernher von Braun zijn twee Nestlers bij zich en gaf zich eveneens over aan de Amerikanen, waar hij later leider van het ruimtevaartprogramma van de VS werd. Het verhaal wil dat hij zijn Nestlers nog bij het Apolloprogramma gebruikt heeft.
De transitie was niet helemaal simpel, want Von Braun was Sturmbannführer bij de SS en mocht eigenlijk daarom de VS niet in. Dit gegeven werd dan ook niet aan de grote klok gehangen en hij is nooit met zijn oorlogsmisdaden lastig gevallen. Voor een biografie van Von Braun zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Wernher_von_Braun .

Overigens hebben Duitsers er veel werk van gemaakt om hun verleden onder ogen te zien. Dat geldt ook voor Darmstadt. De betrokkenheid bij het nazi-regime wordt keurig op hun eigen site weergegeven, zie www.tu-darmstadt.de/universitaet/selbstverstaendnis/profil_geschichte/geschichtetu/thema_geschichte_k4.de.jsp .

De V2 als start van alle naoorlogse bewapeningsprogramma’s
De geallieerden pakten na de oorlog wie en wat ze ook maar te pakken konden krijgen van het Duitse bewapeningsprogramma’s.
Alle raketprogramma’s (VS, Frankrijk, Sowjet-Unie, Engeland) begonnen er dan ook mee dat men de V2 ging begrijpen en nabouwen, waar mogelijk met medewerking van de vroegere constructeurs als Von Braun.
De vroegere gruwelijkheid vervaagde en het vroegere wapen werd een symbool voor de toekomst. En een icoon: de maanraket van Kuifje lijkt verdacht veel op een uitvergrote V2.

De maanraket van Kuifje.

Het goede tussen het slechte
Het is de eeuwige discussie: technische vooruitgang is niet in zichzelf goed of slecht, maar wordt goed of slecht in het maatschappelijk gebruik.

Vast staat dat het Duitse raketprogramma in zijn doel en in de gebruikte middelen gruwelijk menselijk leed veroorzaakt heeft. Peenemünde en nog meer zijn opvolger, de ondergrondse fabriek Mittelbau-Dora in de Harz (nabij Büchenwald), moet minstens 20.000 dwangarbeiders het leven gekost hebben.

Maar is de raket op zich slecht? Nog steeds zijn het dragers van wapens van massavernietiging, maar er worden ook heel veel raketten voor zeer zinvolle doelen gebruikt.

De kolencentrale in Peenemünde had een ver ontwikkeld systeem van rookgasreiniging. Niet omdat de nazi’s iets met milieu hadden, maar omdat je dan de centrale niet zo snel zag vanuit ene verkenningsvliegtuig.

In Peenemünde ligt een mooi openbaar vervoer-systeem om de niet-dwangarbeiders van hun verderop gelegen huis naar hun werk te brengen. Het lijkt op de Berlijnse S-bahn.

Is een rekenlineaal onaanvaardbaar omdat Von Braun erop gerekend heeft?

Het is een discussie die slechts met wijsheid en kennis van zaken gevoerd kan worden en die nooit ophoudt.

This pussy grabs back!

Op 24 mei 2017 vond in Brussel een demonstratie tegen Trump en tegen de NATO plaats, in praktijk vooral tegen Trump. Die zou die dag en de dag erop de hoge Europese dames en heren toespreken ter gelegenheid van de opening van het nieuwe gebouw van de NATO.
De Europese dames en heren waren niet erg blij toen Trump uitgesproken was. Er moest van hem meer geld bij en in ruil daarvoor suggereerde hij minder Amerikaanse steun. En dat nieuwe hoofdkwartier had ook al kapitalen gekost.

De boze wereld deugde niet, aldus Trump vrij vertaald, en een land als Rusland, met een BNP dat even hoog is als de Beneluxlanden samen en dat ook nog eens vooral van olie en gas afhangt, was een grote bedreiging. Verder hebben we natuurlijk ook nog het terrorisme, waaronder Trump bijna iedereen verstaat die het niet met hem eens is. Om te beginnen Iran.

Ik was met de bus meegereisd vanaf Den Bosch. Onderweg deden we nog als opwarmertje even de poort van vliegbasis Volkel aan, waar kernwapens liggen. Die werd symbolisch geblokkeerd met een web van wollen draadjes.

Protestweb bij de poort van Volkel (24 mei 2017)

Ik ga geen lange verhalen vertellen over de demonstratie in Brussel.
Belgie heeft een sterke theatertraditie en dat zie je terug in de demonstratie. Het is niet zo saai als in Nederland.

Anti-Trump en anti-NATO demonstratie , 24 mei 2017, Brussel

Verder zijn er altijd mooie spandoeken, fraaie stukjes huisvlijt. Ik geef wat zelfgemaakte foto’s met onderschriften.
De titel van dit artikel stond ook op een spandoek, maar daar heb ik geen foto van.

Anti-NATO demo Brussel 24 mei 2017
No Iran War_antiNATO- en anti-Trump demo Brussel 24mei 2017
Veterans for peace_antiNATO-demo Brussel 24 mei 2017. Kort ervoor spraken hier ook Standing rock-activisten tegen de Dakota-oliepijplijn.
Greenpeacespandoek (anti-NATO demo Brussel 24 mei 2017)
Uitrusten na afloop. Het was een hele tippel. (Brussel, 24 mei 2017, anti-NATO en -Trump-demo)

 

Butte de Vauqois

Jean-Paul en zijn (anti-)oorlogsmuseum
Ik ging in mei 2017 met een stel collega’s van mijn oude middelbare school, nu allen gepensioneerd, drie dagen weg naar Noord-Frankrijk. Dat zat zo: een ex-leerling van mijn school, Jean-Paul de Vries, is na wat omzwervingen een oorlogsmuseum begonnen in Romagne sous Montfaucon en er was een afspraak tot stand gekomen.

Onze groep. Jean-Paul zesde van rechts, ik derde.

Eigenlijk is Jean-Paul het museum en omgekeerd, met ondersteuning van zijn partner en andere mensen van goede wil. Hij runt zijn museum als een anti-oorlogsmuseum. Elk cliché over de roem van het vaderland en zo is aan hem verspild.
De geschiedenis van deze streek, waar het front lag in de Eerste Wereldoorlog, biedt tal van kansen. Hij heeft kijk op museumstukken die uit de grond steken na een regenbui en krijgt ook het nodige aangeboden door boeren.
Hij krijgt steeds meer erkenning. Collega-directeuren komen regelmatig langs en hij heeft op vaste basis een afspraak een afspraak met de Nederlandse legerleiding om soldaten rond te leiden. De studie-inhoud, die hij inbrengt, is om mens te blijven in de verschrikkingen van een oorlog.
Jean-Paul spreekt veel met ambassadeurs, politici, (oud)militairen en hoort daarbij ook het nodige dat niet tot de officiele canon van de oorlogsgeschiedenis is doorgedrongen.

Ik kan een bezoek aanraden. Zie www.romagne14-18.com en/of mail op info@romagne14-18.com . De gemeente ligt ongeveer halverwege Sedan en Verdun.

Romagne en omgeving
Romagne zelf is in de nadagen van de oorlog aan puin geschoten door de Amerikaanse artillerie onder het onuitgesproken motto “Als wij het niet krijgen, hebben zij het ook niet, en als wij het wel krijgen, mogen wij het weer opbouwen.” Jean-Paul merkt op dat nogal wat Amerikaanse generaals uit families kwamen die belangen hadden in de oorlog en de wederopbouw, en dat de generaals daar zelf vaak ook financiele belangen in hadden.
Na de oorlog stond nog 10% van het dorp overeind.
Als excuus kreeg het dorp een nieuwe kerk, maar die wordt nauwelijks gebruikt want er wonen nog maar 200 mensen in het dorp. De autonome ontvolking van het platteland volgde de geforceerde ontvolking op.

Duits kerkhof in Romagne sous Montfaucon

Er valt van alles te zien in en rond Romagne. Er ligt een kerkhof met 1412 Duitse en 4 Franse soldaten, er ligt een grasveld met een mooi uitzicht en zonder stenen waaronder honderden Russische krijgsgevangenen die overleden aan of na de dwangarbeid, de Hindenburglinie ligt er niet ver vandaan. En die lichte plek, verderop in het weiland, daar maakten ze na de oorlog gifgasgranaten onschadelijk.

Je had pech als dorp als je op een bult lag, zoals Montfaucon-d’Argonne, al sinds mensenheugenis een strategische bult. 1914 betekende de achtste verwoesting in een reeks die minstens terug gaat tot op de Noormannen. Nu is het dorp wijselijk maar in het dal teruggebouwd.

In de buurt ligt een Amerikaans legerkerkhof met 14246 graven, waarvan 486 onbekend. Een derde van wat er ligt, is overigens aan niet aan gevechtshandelingen overleden, maar andere oorzaken, meestal de Spaanse griep.
Het is in de VS een bedevaartsoord, mede omdat beroemdheden als Patton en Pershing in het gebied gevochten hebben. Net als aan Duitse kant overigens Rommel.

Berucht is het Forêt d’Argonne, een eind verderop, waar 146000 mensen gesneuveld zijn.

Executie van de burgerbevolking om franc tireurs af te schrikken – kogelgaten in een kerk

Berucht zijn ook de opzettelijke wreedheden van de Duitsers tegen de burgerbevolking. Ze waren panisch voor franc tireurs en op een gegeven moment kreeg de bestraffing daarvan een preventief karakter. In elk veroverd dorp werd een notabele, een vrouw en een kind van de straat geplukt en tegen de muur van de kerk doodgeschoten. Dat bracht de schrik er in.
De kogelgaten hierboven komen op een dergelijke manier tot stand.

De Butte de Vauqois
Het is niet aan mij om een standaardwerk over de Eerste Wereldoorlog te schrijven. Die zijn er al genoeg. Mijn ambitie gaat niet verder dan wat persoonlijke indrukken en de meest navrante daarvan zijn die, opgedaan op de Butte de Vauqois. Ook zo’n strategische hoogte, zo groot als twee dozijn voetbalvelden aan elkaar, waarop tot 1914 een dorp lag.
Bij de omsingeling van Verdun veroverden de Duitsers de hoogte op 24 september 1914, waarna ze de bult grondig ombouwden tot fort. Franse pogingen om de heuvel terug te veroveren hadden, ten koste van enorme verliezen, als resultaat dat de Fransen nu de zuidelijke helft hadden van wat er inmiddels nog over was van het dorp, en de Duitsers de Noordelijke helft. Tussen beide loopgravensystemen zat aanvankelijk maar 10m.

Restant van een loopgraaf op de Butte de Vauqois

De impasse bleek bovengronds onoplosbaar en resulteerde in pogingen om hem ondergronds te doorbreken. Dat werd de nog steeds beruchte ‘mineer-oorlog’. Je graaft een gang (wat op zich al levensgevaarlijk was), stopt die vol met dynamiet, je zorgt dat de klap niet jouw kant op komt en boem!
Er zijn in totaal 519 van die expedities ondernomen. Bij de zwaarste plaatsten de Duitsers 60 ton dynamiet, waardoor 108 mensen stierven. De top van de heuvel ziet er nu een beetje uit als de caldera van een vulkaan en dat is geen toeval.

Informatiebord onder aan de Butte de Vauqois

Uiteindelijk bleek de impasse ondergronds even onoplosbaar als erboven. De partijen gingen door met zinloos vechten want dat moest van hogerhand, maar in de tweede helft van de oorlog nam de intensiteit af. Af en toe zelfs werd de vijand van tevoren gewaarschuwd als het weer boem ging doen.
Het schema was vier weken op, twee weken af. Als je pech had, kwam je met natte voeten aan en omdat je daar vier weken je schoenen niet uit kon doen, konden je tenen er af rotten. Als dat je grote teen was had je dan weer geluk, want dan mocht je uit dienst, en als het je kleine was had je dubbel pech.

Uiteindelijk kwamen de Amerikanen met ruim een miljoen verse krachten (op een front van 40km breed) en gaf de uitgeputte Duitsers de genadeklap. De Amerikanen schoten van afstand alles op de Butte plat en de 120 Duitsers, die na alle dood en verderf, ook aan hun kant, geen zin meer hadden om weg te gaan hebben nooit een Amerikaan gezien.

Per slot van rekening heeft de heuvel het sinistere record van de meeste lijken per vierkante meter. Volgens Jean-Paul zijn er 15000 mensen gesneuveld, waarvan er 8000 nooit meer teruggevonden zijn. Nu nog, zegt hij, vind je soms, als het geregend heeft, witte stukjes en dat kan mensenbot zijn.

Rascisme en discriminatie
De oorlog was sowieso ellende en al helemaal, als je er als zwarte aan deelnam. De Fransen stuurden hun troepen uit West-Afrika als eerste de wei in, vijf man met één geweer, en tegen de tijd, dat aan de overkant de machinegeweren te heet waren geworden om mee te schieten, kwamen de witte Fransen om het af te maken.

Enkelen viel de eer te beurt om uitverkoren te worden om als onbekende soldaat in een Nationaal Monument te liggen in Frankrijk of op Arlington. Nadat er even naar de huid was gekeken of die niet zwart was, want dan niet.

Grafsteen van een Joodse soldaat op de Amerikaanse begraafplaats

Joodse soldaten kregen hun eigen grafsteen (deze op het Amerikaanse kerkhof) en daar is niets mis mee. Maar hoe wist je nou of het een joodse soldaat was? Soms had hij een naamplaatje, maar als niet, wat dan? Dan keek je of hij besneden was. Maar islamieten worden ook besneden en er waren ook islamitische soldaten. Tsja.

Nie wieder Krieg!

Vergeet-mij-nietjes tussen het prikkeldraad op de Butte de Vauqois

De Fransen hebben alles zo laten liggen als het lag en dat leidt tot onbedoelde symboliek als vergeet-mij-nietjes tussen het prikkeldraad en de Spaanse ruiters.

Jean-Paul  vindt dat 2017 op 1914 lijkt. Dat is een mening die velen niet met hem delen, maar ik ben er niet helemaal gerust op.

Ik ga op 24 mei in Brussel demonstreren tegen het bezoek van Trump aan de NATO. Onder andere, omdat ik geen oorlog tegen Iran wil.

Jaarverslag Milieudefensie Eindhoven 2016

Onze Eindhovense Milieudefensie-afdeling (waarvan ik secretaris ben) heeft een heel aardig jaar 2016 achter de rug. Er waren veel activiteiten, soms succesvol, en gespreid over verschillende gebieden.

Het inhoudelijke jaarverslag 2016 van Milieudefensie Eindhoven is te vinden —>   Jaarverslag MilDef Ehv 2016  .

Wie ook zo leuk bezig wil zijn met het milieu en met klimaat- en energiezaken, is van harte welkom. Zie voor een sfeerimpressie de foto’s hieronder. Het is een kleine steekproef.

Anti-sojaaffiches ophangen in het GebrHornemanplantsoen op 22 feb 2017
Openbare avond TTIP Geldrop 17 okt 2016
TTIP-manifestatie Catharinaplein 28 mei 2016
Medewerkers van Verdaat leggen de bediening uit (Helikon 31 maart en 01 april 2016)

 

Verslag studiemiddag TGE over de nieuwe Wet Natuurbescherming

Molenheide in het natuurgebied Leenderbos

Het Trefpunt Groen Eindhoven (TGE) heeft op 20 april 2017 in de Eindhovense raadzaal een voorlichtingsmiddag georganiseerd over de nieuwe Wet Natuurbescherming. Dat trok de aandacht van ca 120 mensen, hoofdzakelijk natuurmensen uit Eindhoven.
Sprekers waren Sander Hunink (ecologisch adviesbureau Ecologica) en Arjan Ooms (ecologisch MUS (Met U Stadsnatuur)).

Mijn vriend en medebestuurslid van Milieudefensie Eindhoven, Leonhard Schrofer, heeft er een verslag van gemaakt. Ik vind dat interessant genoeg om hier te plaatsen.

– – – – –

Natuurreservaten in het Leenderbos

Inleiding Sander Hunink (ecologisch adviesbureau Ecologica) over de Wet Natuurbescherming

De nieuwe Wet Natuurbescherming vervangt met ingang van 1 januari 2017 de Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawet en Boswet. Het Rijk heeft nog wel bevoegdheden, maar de provinciale besturen hebben nu de leiding gekregen. Dit betekent dat er nu maar liefst 13 bevoegde gezagen zijn, die afhankelijk van de politieke kleur geheel verschillend ingevuld gaat worden. Bij het Rijk heet dit: ‘Samen natuur versterken’.

De nieuwe wet kent twee soorten van bescherming:

  1. Actieve soortenbescherming. In ons geval kan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant verplichtingen opleggen en is verantwoordelijk voor de uitvoering.
  • De provincie Noord-Brabant heeft de taak een ‘natuurvisie’ op te stellen. Deze is nog niet gereed, waardoor er op dit moment geen sprake is van een effectieve bescherming.
  • Binnen een natuurvisie is ruimte voor een programmatische aanpak en kunnen ontheffingen voor tijdelijke natuur verleend worden.
  • De natuurvisie moet in 2017 gereed en vastgesteld zijn.2. Passieve soortenbescherming. Bescherming door verbodsartikelen in de wetgeving. De initiatiefnemer is hier verantwoordelijk.
  • Ten opzichte van de Flora- en Faunawet zijn er soorten en groepen dieren en planten uitgevallen of minder zwaar beschermd geworden.
  • Één gehanteerde definitie voor voortplantingsplaats en rustplaats. Fourageergebieden zijn niet meer beschermd.
  • In het vogelbroedseizoen blijven alle vogels wettelijk beschermd.
  • Twee typen beleid:
    • ‘Letter’ van de wet: De fysieke aantasting van de verblijfplaats is uitgangspunt bij een overtreding.
    • ‘Geest’ van de wet: Verlies van functies in een leefgebied is uitgangspunt bij een overtreding.

Dit dient in de natuurvisie uitgewerkt te worden.

De nieuwe Wet Natuurbescherming:

  • dient juridisch ‘navolgbaar’ te zijn.
  • is een mix van juridische en ecologische interpretaties.
  • kent veel kinderziekten.
  • is lastig voor burger en ondernemer uit te leggen.

Waar moet het naar toe?

  • Vergroot het draagvlak. Dit is op dit moment te ‘smal’.
  • Verbindt geïsoleerde natuurgebieden weer met elkaar.
  • Verlicht regeldruk.
    • Tijdig rekening houden met de Wet Natuurbescherming. Doorlooptijden in verband met vereiste onderzoeken neemt veel tijd.
  • Bouw ‘natuurinclusief’. Het is beter en veel goedkoper rechtstreeks te investeren in natuur dan dure onderzoeken uit te laten voeren. Natuur-
    inclusieve soortenbescherming en actieve handhaving hand in hand laten gaan. De gemeente Den Haag is al hier heel actief mee aan de slag gegaan.
  • Generieke aanpak natuur. Regel als gemeente met ondernemers een
    ontheffing voor grotere gebieden waar de komende 10 jaar veel te veranderen staat op het gebied van nieuwbouw en renovatie.
  • Handel in de geest van de Wet Natuurbescherming.
  • Stel natuurwaardenkaarten op.

Het rapport ‘Meer natuur minder knel; Met de Wet Natuurbescherming naar actief natuurherstel’ van Kees Bastmeijer en Arnold van Kreveld in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken uitgevoerd geeft aan waar het voor het Rijk naar toe moet.

https://www.landschappen.nl/Uploaded_files/Zelf/meernatuurminderknel.dedcdf.pdf

Het Natuur Netwerk Nederland staat los van de Wet Natuurbescherming. De provincie Noord-Brabant is één van de zeer weinige provincies die voltooiing van het complete Natuur Netwerk Nederland nastreeft.

 

Conclusies:

De verwarring bij burgers en ondernemers is nu maximaal door:

  • Overdracht bevoegdheden van Rijk naar provincie.
  • Ontbreken vastgestelde natuurvisie bij de provincie Noord-Brabant.
  • Het ontbreken van voldoende draagvlak; lees motivatie.

 De politieke partijen in de Provinciale Staten van Noord-Brabant zijn nu aan zet!

Gierzwaluw

Inleiding Arjan Ooms (ecologisch MUS (Met U Stadsnatuur)) over stadsnatuur in Eindhoven

MUS combineert ‘natuur’ op professionele wijze met ‘duurzaam’, ‘samen’ en ‘creatief’. MUS realiseert natuurprojecten met bewoners in de wijk en voert deze mooi vormgegeven uit.

Doelgroepen zijn vogels en vleermuizen in de stad Eindhoven.

De sleutel tot succes ligt bij het creëren van draagvlak bij de bewoners.

MUS werkt samen met wijkbewoners, gemeente, scholen, provincie, woningbouwcorporaties, bouwers, renoveerders en veel vrijwilligersorganisaties.

Projecten zijn uitgevoerd in het Vonderkwartier, Augustijnenkwartier, Schrijversbuurt, Palingstraat, Lievendal, Genderdal, Woenselse Heide en dergelijke.

Een voedselbos in een stuwmeer

Milieudefensie Eindhoven heeft een excursie georganiseerd naar het gebied Aanschotse Beemden, een mooi stuk Eindhoven waar ik tot mijn schande nog niet eerder geweest was. Tijdens de excursie werd vakkundig commentaar gegeven door de (thans gepensioneerde) stads-
ecoloog Leonhard Schrofer, die nauw betrokken is geweest bij de planvorming.
Er liepen een dozijn mensen mee.

Waar ligt het?
Hieronder de ligging in Noord-Eindhoven. Je kunt er het beste komen door om het Revalidatiecentrum heen te fietsen, de Toledolaan af, tot die weg bij een keerlus ophoudt.

De Groote Beek
Door het gebied loopt de Groote Beek (tevens de oude naam van de psychiatrische inrichting die stroomopwaarts ligt). De waterloop is niet natuurlijk, maar in de 19de eeuw gegraven ten behoeve van de afwatering voor de landbouw. Het is nu best wel een mooi watertje geworden.

Er komt wat kwelwater omhoog in het gebied.
Het is onderdeel van de Ecologische Hoofd Structuur.

De Groote Beek

Voor dit gebied is een ontwikkelproject gestart (inmiddels grotendeels afgerond), waarin een aantal doelen tegelijk gerealiseerd worden: waterbeheersing, natuur, recreatie, en landbouw en cultuurhistorie.

Voedselbos, landbouw en recreatie
De trekker van de excursie was het “Voedselbos”. Dat is een opkomende populaire trend. Een ander park, het Philips-de Jong park is populair bij Nederlandse families met een Turkse achtergrond omdat je er kunt plukken.
Ook in de Aanschotse Beemden zijn voedselbomen aangeplant: zeven tamme kastanjes, acht appelbomen (Sterappels en Brabantse Bellefleur), 3 walnootbomen en twee pruimebomen (Reine Claude Vert). Alleen zijn die nog niet zo groot, dus verwacht er niet meteen wagonladingen oogst van. Verder staan er heel veel hazelaars (waar ook wat aan komt), maar die groeien er vanzelf.

Appelbloesem

Landbouw is een groot woord, maar het plukken wordt zeer zeker aangename recreatie. En als er niks aan de vruchtbomen zit, is het nog steeds een fiets- en wandelgebied dat zeer de moeite waard is.

Ten behoeve van de ‘echte’ landbouw wordt de vroegere rechthoekige kampstructuur weer teruggebracht. Enige landbouw en veeteelt is toegestaan, mits ecologisch.

Er staan heel veel populieren en die zijn er ooit neergezet voor de exploitatie. “Neergezet” is het juiste woord, want de populier is in Brabant niet inheems. Je kunt dat ook een soort landbouw noemen. Die ziet er wel mooi uit. Populieren worden niet oud, dus als je een ander soort bos wilt, hoeft dat geen eeuwigheid te duren. Er zijn inmiddels jonge essen aangeplant.
Als het bos eenmaal gevarieerd genoeg is, is er nog nauwelijks beheer nodig. Goed natuurbeheer kan geld besparen.

Er is met de omwonenden in Blixembosch overlegd hoe men het wilde. Op een paar plaatsen moesten de populieren weg want ze namen de zon weg, op andere moesten ze blijven staan want dat ruiste zo lekker.

Natuur
De beoogde natuurtypes.

De beoogde natuurtypen

Het hooiland wordt periodiek gemaaid en wordt blauwgrasland. De eerste orchideeën beginnen op te komen.

In het gebied liggen acht poeltjes. Daar zitten salamanders in (oa Alpenwatersalamanders) en daarom geen muggen (want de salamanders eten de muggen op) en geen vis (want anders eten de vissen de salamandereitjes op). Om dat laatste moeten de poeltjes af en toe droogvallen.
Dertig van de zestig Eindhovense basisscholen hebben een poel geadopteerd – een unieke situatie. Dat was zo populair, dat men om financiele redenen een tijd lang een wachtlijst heeft moeten hanteren. De kinderen helpen in het voorjaar mee met een inventarisatie en doen in het najaar symbolisch klein onderhoud.

In dit soort stobben hebben twee paar ijsvogels gebroed.
Een mooie sleedoorn

Waterbeheer
Het gebied dient ook om piekafvoeren van de gescheiden riolering van de omringende nieuwbouw af te voeren. Er moet een stuwtje komen in de Groote Beek (van afstand bediend), waardoor het gebied bij heftige regenval eigenlijk een groot, maar ondiep stuwmeer wordt. Er moet 20.000m3 in kunnen. Het binnenstromende water loopt ter zuivering door een helofytenfilter (riet met actieve slibbacteriën). Het riet wordt een meter of vier hoog en in de winter gemaaid en afgevoerd.

Ondanks dat het na een plensbui een kleine binnenzee wordt, kun je er toch wandelen. De paden zijn verhoogd aangelegd en door het riet-
moeras loopt een knuppelbrug. Aan alles is gedacht!

Hoogwaterafvoer

Er zijn ondiepe sleuven gegraven, evenwijdig aan de beek, waardoor na een plensbui extra afvoercapaciteit ontstaat. Eigenlijk dus een vorm van klimaatadaptatie.

Anti-oorlogstaferelen op Spaanse schilderijen

Madrid heeft een stel uitstekende musea. Wie wil, kan daar weken zoet brengen. Die tijd hadden Willemieke en ik niet tijdens ons weekje Madrid, dus we hebben gekozen vooral voor Velázquez, de Goya en Picasso. Niet de minsten.
Velázquez is grootleverancier aan het Prado, de Goya hangt veel in het Prado en een beetje in het Reina Sofiamuseum, en Picasso in het Reina Sofia. Het Prado gaat grofweg tot 1900 en het Reina Sofia vanaf 1900.
Ze hebben van alles geschilderd, maar in dit verhaal wil ik het hebben over hun schilderijen die over oorlog gaan.
Ik wil in deze merkwaardige tijd aandacht vragen voor grote kunstenaars die de oorlog geschilderd hebben. Mensen zouden moeten weten waaraan ze beginnen.

De overgave van Breda door Velázquez
Diego Velázquez (1599-1660) was de Spaanse hofschilder vanaf grofweg 1623 tot zijn dood, in redelijke welvaart, in bed. (Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Diego_Vel%C3%A1zquez ). Ik heb uitgezocht een van zijn beste en bekendste schilderijen, “de overgave van Breda”. Die vond na een belegering van tien maand plaats in 1625 (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/De_overgave_van_Breda ). Op de tekening worden de sleutels overhandigd door Justinus van Nassau.

De overgave van Breda (Velázquez)

In de commentaren op het werk wordt gewezen op het ontbreken van een triomfalistische en vernederende stemming aan Spaanse zijde. De Spaanse overwinnaar is van zijn paard afgestapt. Hij verbood oorlogsmisdaden en stond niet toe de stad te plunderen, hetgeen in die dagen ongewoon was.

‘Los Desastres de la guerra’ door de Goya
Fransisco de Goya (1746-1828) was ook hofschilder, en wel van Karel IV en Ferdinand VII. Daarnaast werkte hij ook voor de kerk.
De verhoudingen waren complex. De Inquisitie keek voortdurend mee, bijvoorbeeld naar Los Caprichos, waarin onder andere de corruptie in de Kerk aan de orde kwam. Het was een serie etsen, die daardoor op grote schaal verspreid konden worden.

In 1808 viel Napoleon Spanje binnen om de verworvenheden van de Franse Revolutie te bezorgen. Dat viel niet goed in het conservatieve Spanje, waardoor het een bloedige campagne werd. Een bekend schilderij van De Goya brengt de executies in beeld na de volksopstand in Madrid. Het is aan deze oorlog dat de wereld het woord “guerilla” dankt (“oorlogje”).
Tussen 1810 en 1814 tekende De Goya  “Los Desastres de la Guerra”.  Het is een serie van 82 etsen waar een mens niet vrolijk van wordt, en dat was ook de bedoeling. Het is bij mijn weten de eerste expliciete anti-oorlogskritiek in de beeldende kunst. Hieronder nr 12 (het Spaanse onderschrift betekent “Hiervoor ben je geboren”) en nr 81 “fiero monstruo”.
Op de Spaanse Wikipediasite https://es.wikipedia.org/wiki/Los_desastres_de_la_guerra zijn ze alle 82 terug te vinden.

De Goya “Desastres de la Guerra” nr 12 “Hiervoor ben je geboren”.
De Goya “Desastros de la Guerra” nr 81 “Fiero Monstruo”

De eerste 47 etsen gaan over de oorlog zelf, de etsen 48 t/m 64 over de hongersnood in Madrid als gevolg van dezelfde oorlog, en de laatste 17 gaan over de ontgoocheling toen de reactionaire Bourbon-dynastie weer aan de macht kwam en elke modernisering de kop indrukte. Zie oa https://en.wikipedia.org/wiki/The_Disasters_of_War .

Het probleem was dat de Goya aan de ene kant sympathie had voor de idealen van de Franse revolutie en afkeer van het Spaanse conservatisme, maar dat hij evenzeer afkeer had van de manier waarop de Fransen in Spanje tekeer gingen. En ondertussen was hij nog steeds hofschilder en schilderde, zeer bekwaam, wie er toevallig de baas was en betaalde.
Uiteindelijk had hij ruzie met iedereen en eindigde doof en ziek en depressief vanaf 1824 in ballingschap in Bordeaux.

De etsenserie werd pas in 1863 uitgegeven, toen het kon.

De Goya heeft grote invloed gehad op de na hem komende kunst.

Picasso en de Guernica
Er hangt heel erg veel in het Reina Sofia van Picasso, en eigenlijk is dat bijna nooit politiek. Picasso schilderde mensen en stillevens en ruimtes, maar geen politieke analyses. Hij werd er beroemd mee en kreeg tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936 – 1939), de generale repetitie van de Tweede Wereldoorlog, de vraag van de (linkse) Republikeinse regering om een werk te maken voor het Spaanse paviljoen op de wereldtentoonstelling in Parijs. Als in wezen een tot dan apolitiek schilder hikte hij een hele tijd tegen die opdracht aan, tot het bombardement op het Baskische marktplaatsje Gernika – het eerste “tapijtbombardement” in de wereldgeschiedenis. De plaats werd grotendeels verwoest en honderden mensen verloren het leven. De wereld was geschokt en Picasso had zijn onderwerp. Het resulteerde in mogelijk het bekendste anti-oorlogsschilderij ooit, de “Guernica”.

Guernica

Het is een heel goed schilderij en het is wereldberoemd geworden. Het heeft de hele wereld over gereisd en onder andere gediend om fondsen te werven voor de hulp aan Spaanse vluchtelingen.
Ik ga zelf geen cultuurhistorische uitleg schrijven, want dat is mijn stiel niet. Er zijn vele beschrijvingen die dat beter kunnen.
Voor meer informatie zie bijvoorbeeld  https://nl.wikipedia.org/wiki/Guernica_(schilderij) of www.kunstbus.nl/kunst/guernica.html .