SP wil politieke discussie over Enexis

Enexis Beheer beheert het elektriciteits- en gasleidingennetwerk in Brabant, Limburg en delen van Noord-Nederland. Het valt onder de Enexis Holding. Alle aandelen van Enexis zijn in handen van vijf Nederlandse provincies en zo’n 130 gemeenten. De gemeenten in Noord-Brabant hebben 30,8% van de aandelen in handen en de provincie Noord-Brabant zelf 7,6%.

Enexis staat voor grote investeringen, onder andere vanwege de in omvang toenemende duurzame energie. Daarom wilde de provincie Noord-Brabant (in persoon van Gedeputeerde Staten – GS) een hybride converteerbare aandeelhouderslening verstrekken, nader te bepalen binnen een bandbreedte van 150 tot 225 miljoen €. Prettig is dat de provincie dan nog een beetje geld vangt voor vermogen dat anders renteloos wegroest.
Het geld is bedoeld voor versterking van het elektriciteitsnetwerk in Noord-Brabant.

Het voorstel kwam aan de orde in de vergadering van Provinciale Staten (PS) van 19 juni 2020.

Het was eigenlijk de bedoeling dat PS het voorstel als vooral technisch zou behandelen. Men moest ‘ja’ zeggen en zich er verder niet mee bemoeien.

Nu is dit een goed voorstel. De Socialistische Partij (SP) vond dat ook, maar had geen zin om het voorwerp als alleen maar technisch te beschouwen. Er zitten nogal wat politieke kanten aan het werk van de Enexis Holding. Zowel aan het netbeheer zelf (welke klanten bedien je het eerst?) als aan de dochterbedrijven (‘netwerkbedrijven’) die onder de Holding mogen vallen, en die op de grens van overheid en markt zitten (mag Enexis zelf een opslagvoorziening bouwen en beheren?). De Authoriteit Consument en Markt (ACM) is argwanend.

SP-fractievoorzitter Maarten Everling had twee amendementen ingediend. 

Het eerste amendement vroeg aan GS om er bij Enexis op aan te dringen om bij het verzwaren van het netwerk prioriteit te geven aan initiatieven vanuit de samenleving, zoals energiecoöperaties.
Het tweede amendement vroeg aan GS om de invloed aan te wenden om ook de opslag van energie deel uit te laten maken van de infrastructuur van Enexis.

Opslag van elektrische energie (bijvoorbeeld in de voormalige experimentele buurtbatterij zoals in Etten-Leur) kan de verzwaring van het netwerk deels overbodig maken. De opslag vlakt pieken af. Dat kan in principe ook financieel gunstig zijn. Toch maakte het document, dat ten grondslag lag aan de lening, er geen gewag van.

Getoond is de buurtbatterij, die van 2012 tot 2018 als experiment gefungeerd heeft in de wijk De Keen in Etten-Leur. De resultaten van het experiment worden nu  geanalyseerd).

De twee amendementen werden gesteund door de SP zelf, Groen Links en de Partij voor de Dieren. Een meerderheid van PS vond dat een dergelijke voorbereidingsvergadering, waarmee GS op pad gestuurd werden, vooral technisch moest zijn. En omdat partijen als de PVV en Forum voor Democratie sowieso niets te maken willen hebben met alles waar ‘duurzaam’ voor staat.

De SP vindt dit een gemiste kans, maar zal dit soort onderwerpen op de politieke agenda houden.

De tekst van de amendementen is hieronder in te zien.

5G bedreigt het weerbericht

Inleiding
Iemand vroeg mij op Facebook wat ik van 5G vond.

Ik heb op deze site gezegd dat ik aan mij gerichte vragen zo goed mogelijk zou proberen te beantwoorden. Ik heb de vraag op Facebook maar opgevat als een vraag aan deze site en gezegd dat ik eerst rustig wilde nadenken over een antwoord. Het is niet mijn core business. Gelukkig heb ik een goed archief.

Inmiddels begonnen gekken telecommasten in de fik te steken die niet eens voor het 5G-netwerk dienden (want dat zendt nog niet regulier uit in Nederland). Onder andere ging een mast van het C2000-systeem van de hulpdiensten in de hens.
Naar men zegt vermoeden de brandstichters een verband met het uitbreken van de Corona-epidemie. Dit uiteraard geheel ten onrechte. Corona en vergelijkbaar komt omdat ze vleermuizen en hun habitat niet met rust kunnen laten.

Soms neemt het bijgeloof zodanige vormen aan dat het gevaarlijk wordt.

Even een korte intro op 5G.
Het wordt de vijfde generatie in een reeks systemen voor mobiele telecommunicatie (welk systeem onder andere mobiele telefonie mogelijk maakt). We zitten nu met 2G, 3G en 4G.
5G bestaat momentele alleen nog in testsituaties.

(900MHz = 0,900GHz )
Ter vergelijking: de WiFi zit op 2,412-2,472 GHz en op 5,2 – 5,7GHz, de magnetron zit op 2,45GHz .

Mobiele telecommunicatie werkt met frequentiebanden.
De aanduiding 800megaHertz (800MHz) staat voor een band tissen de 790 en de 862Mhz. Die is als volgt verdeeld:

Indeling van de 800MHz-band (0,800GHz)

( http://www.frequentieland.nl/breedband/digitaal-dividend.htm )
De linkerhelft gaat down naar het mobieltje en de rechterhelft gaat up naar het systeem. Die gebiedjes zijn in 2012 voor veel geld geveild.

Hoe hoger de frequentie, hoe meer er kan. Maar lang niet altijd is die hogere capaciteit nodig.

Volgens het officiele bureau Kennisplatform ElektroMagnetische velden www.kennisplatform.nl/wat-is-5g/ wordt bovenstaande figuur de layout. Uit de tekening wordt meteen duidelijk wat een hoofdprobleem is: hoe hoger de frequentie, hoe korter het bereik. En hoe moeilijker het signaal door muren en dubbel glas heen komt.

Een informatief artikel dat er dieper op de materie in gaat dan ik nu wil en kan, is https://communities.surf.nl/artikel/waarom-het-belangrijk-is-de-35-ghz-band-vrij-te-kunnen-gebruiken .

Alles lezende, kom ik uit op twee soorten discussie, een medische en een niet-medische discussie.

De medische discussie
Sommige mensen zien vreselijke gevaren. Ik niet. Ik volg de officiële lijn dat er alleen een zwak warmteeffect is.

De medische discussie valt in tweeën uiteen: die over het veld van de zender, en die over het veld van de telefoon.

Het elektromagnetische veld nabij zendstation, bestaande uit drie zenders (samen typisch enkele tientallen W) is alleen vlak bij de antenne zo sterk, dat je er voor moet opletten. Dat geldt vooral monteurs en soms glazenwassers. Al snel daalt de veldsterkte tot ver onder de toegestane limiet. In Eindhoven is dat in 2010 op verschillende plaatsen zelfs nagemeten door de KEMA (en apart daarvan berekend door de Fysicawinkel) en die bleef overal onder tot ver onder de 1V/m, behalve op een bedrijventerrein. Alleen vlak voor de antenne kwam de KEMA op 4,2V/m. De norm was 41V/m of hoger, afhankelijk van GSM of UMTS. Zie GSM- en UMTS-zenders in Eindhoven en hun volstrekte onschadelijkheid en Hoogspanningsleidingen en telefoons: gevaren niet aangetoond .
In een veel geciteerd Zwitsers onderzoek uit 2006 bleek dat bij een randomized, double blind onderzoek de onderzochte personen niet wisten aan te geven of de apparatuur aan of uit stond.
Ik weet dat er mensen zijn die echt een probleem hebben, maar ik denk dat dat toch vooral psychosociaal is. Hoe tragisch ook.

Voor zover er een gevolg is, betreft dat de telefoon. Die zendt straling terug naar de mast. Een standaard GSM-telefoon is maximaal 2W en gemiddeld veel minder, maar omdat die veel dichter bij het lichaam gehouden wordt dan de zender, overheerst de straling van de telefoon veruit die van de zender. Een headsetje overigens en handsfree bellen scheelt al veel.
De werkgroep IARC van de WHO heeft kasten vol literatuur doorgeploegd, en vervolgens twee soorten kanker in de hersenen, op basis van de statistiek, niet kunnen uitsluiten. Daarom de veelgebruikte 2B-indeling.

Er is overigens door niemand ooit een geloofwaardig biologisch mechanisme op tafel gelegd dat een fysiologische werking op weefsel zou kennen verklaren, behalve de officiële lijn warmte. En onze hersens zijn goed beschermd tegen opwarming.

Wie het mogelijke kleine gevaar ontlopen wil kan zichzelf dus eenvoudig beschermen door niet mobiel te telefoneren.
Verder is geen enkele activiteit gevaarloos, evenmin als de niet-activiteit. Als ik geen mobiel heb, kan ik geen 112 bellen bij een ongeluk of een misdrijf, en het gevaar daarvan is vele malen groter. Risico’s moeten niet tegen een nulscenario worden afgewogen, maar tegen een ander risicoscenario.

Antennes in het gebied Eindhovne-Den Bosch-Tilburg (Antennebureau)

De niet-medische discussie
Die is geheel anders.

Enerzijds zijn er beweerde voordelen zoals AI, zelfrijdende auto’s, ziekenhuisoperaties op afstand, virtual reality, bezorging met drones, het Internet of things, en meer van deze algemeen geformuleerde, maar zelden  uitgewerkte clichées. Er is een fraai boekwerk vna het industriele consortium Eurofiber op www.eurofiber.nl/lifeline/samen-op-weg-naar-hoogwaardige-digitale-connectiviteit/ .
Men wordt geacht hierna eerbiedig te zwijgen, maar ik zie het niet meteen. Waarom zou AI (Artificial Intelligence) 5G nodig hebben? Zijn zelfrijdende auto’s in druk stedelijk gebied sowieso een goed en uitvoerbaar idee? Waarom zou een drone 5G nodig hebben? En het Internet of Things komt in elk geval mijn huis niet in.

Anderzijds zijn er grote nadelen.
De 3,5Ghz-zenders halen enkele tientallen tot honderden meter. Als je bijvoorbeeld een autoweg wilt afdekken met zelfrijdende auto’s, moet er om de 200m een station hangen (mits vrij uitzicht en geen bomen), en wel dicht op de weg. “5G-netwerk wordt planologische nachtmerrie” kopte het Financieel Dagblad op 06 april 2019. En programmadirecteur Verhagen van Arcadis liet op dezelfde plek zien dat op een stukje Stationskwartier in Amersfoort, waar nu 17 stations staan, er straks 130 staan.

De datasector is de snelst groeiende energievreter van Nederland, mogelijk nog sneller dan de luchtvaart. In twee jaar verdubbelt de stroomvraag en nu is het dataverkeer, all in, volgens de IEA goed voor 2% van het mondiale stroomverbruik.
In How to stop data centres from gobbling up the world’s electricity wordt in Nature een studie aangehaald ( www.nature.com/articles/d41586-018-06610-y ) van onderzoekers van de Chinese telecomgigant Huawei. Zij voorspellen dat de ICT-sector in 2030 mogelijk 21 procent van alle elektriciteit verbruikt.

En het gaat miljarden kosten. Of deze investering nu de dringendste is in het post-Coronatijdperk?

De situatie vraagt niet zozeer om medische paniekverhalen die nergens voor nodig zijn (die leiden alleen maar af), maar om een goede politieke kosten-batenanalyse. En wat mijzelf betreft, is dat geen gelopen race.

De weersvoorspelling geschaad
Een groot nadeel, wat in de pers slechts beperkt aan de orde gekomen is, is dat het 5G-systeem de kwaliteit van de weersvoorspelling kan aantasten. Ik ken slechts een (goed) artikel uit de NRC ( www.nrc.nl/nieuws/2019/05/24/de-weerman-wordt-gestoord-door-5g-a3961467 ). Nature zei hetzelfde ( www.nature.com/articles/d41586-019-01305-4 ).

Dit heeft allemaal te maken met de hoogste frequentie van 5G, die van 26GHz. Die er niet is en, als het aan mij ligt, niet gaat komen. Maar het ligt niet aan mij, want in november 2019 is het besluit al genomen tijdens de World Radiocommunication Conference in Sharm El-Sheikh.

Het zit zo.
Satellieten meten de hoeveelheid water in de atmosfeer. Dat is van zeer groot belang voor de weersvoorspelling. De waterdamp geeft een zwak signaal op 23,8GHz.
De FCC (van de VS) heeft een frequentieband tussen de 24,25 en 24,45GHZ, en een band 24,75-25,25GHz geveild. Als een zender in de onderste band zich slecht gedraagt, stoort hij in het waterdampgebied en ziet de satelliet hem voor waterdamp aan. Zoiets als wanneer je de muziek van je buren door je eigen muziek heen hoort.
De combinatie kan als de waterdampband en de communicatieband afdoende van elkaar gescheiden zijn. Dat wordt uitgedrukt in de eenheid decibel Watt. De WMO )World Meteorological Organisation) eiste de waarde -55, de EU eiste -42, en de VS -20 (hetgeen betekent dat de VS ruim 150* zoveel ruis toe staat dan de EU).
De waarde werd na maanden bittere gevechten tot 01 sept 2027 -33, en daarna -39 decibel Watt. Tot 2027 soepel, want dan kan de industrie vast zijn netwerken opbouwen.
Algemeen wordt dit geïnterpreteerd als dat het weerbericht verloren heeft. De WMO heeft een ‘statement of concern’ in de notulen van de conferentie gezet.

Blijkbaar gelooft de WMO er niet zo in dat de 26GHz-straling binnenshuis blijft, zoals het plaatje van het Kenniscentrum

Nog eens de niet-medische discussie
De Nederlandse politiek zou er verstandig aan doen om de verdere ontwikkeling nauwlettend en kritisch te volgen.

Rechter verplicht Enexis tot aansluiting wind- en zonne-energiepark

De casus-Pottendijk Emmen
Energiepark PottendijkBV wil een wind- en zonnepark aanleggen in de gemeente Emmen. Op zich is dat buiten het focusgebied van deze site en daarom ga ik op de details niet nader in, behalve dat het om 50MW wind gaat en 8 en 33 MWpiek zon. Wie interesse heeft, kan bij de gemeente Emmen kijken op https://gemeente.emmen.nl/bouwen-en-wonen/milieu/windenergie . Dat is op zich wel een leerzame pagina hoe je als gemeente met deze problematiek kunt omgaan.

Energiepark Pottendijk wil door Enexis op het middenspanningsnet worden aangesloten met infrastructuur (de aansluiting) ter grootte van 60MVA en transportcapaciteit 60MW. De voorjaarsbeschikking stelt SDE+ – subsidie ter beschikking, maar daar hangt een termijn aan.

Enexis beheert daar het net en zoals bekend, heeft het net in de noordelijke provincies capaciteitsproblemen. Enexis wou niet. Vanwege het spoedeisende belang (de SDE+ – termijn) kwam er een kort geding voor de Rechtbank in Den Bosch (dit omdat Enexis zijn hoofdkantoor in Brabant heeft – Enexis beheert ook het Brabantse net).
Energiepark Pottendijk BV won. Enexis moet het park aansluiten en moet onder voorbehoud de geproduceerde energie transporteren, en draait voor de proceskosten op.

Ik laat nu alle zaakgebonden details weg en concentreer me op de algemene geldigheid.

In essentie zei de Rechtbank dat Enexis alleen op papier bepaald had dat de grens van de capaciteit bereikt was. Enexis had de bestaande aansluitingen, zoals die op papier staan, opgeteld en niet gekeken of die aansluitingen in praktijk tot hun maximum gebruikt werden. Het was dus denkbaar dat er in praktijk nog wel aansluitcapaciteit was.
De Rechtbank volgt de ACM die stelt dat een netbeheerder de in de Elektriciteitswet 1998 en in de Netcode Elektriciteit bepaalde congestieprocedure volledig gevolgd hebben, alvorens transport geweigerd mag worden. Bestaande en nieuwe aangeslotenen moeten gelijkwaardig behandeld worden. Een gespecialiseerde advocaat legt dat in de nieuwsbrief Solar uit ( https://solarmagazine.nl/nieuws-zonne-energie/i19381/advocaat-chatelin-over-veroordeling-rechtszaken-gaan-elkaar-snel-opvolgen-als-enexis-aansluitbeleid-niet-verandert?utm_source=Solar%20Magazine&utm_campaign=95a7dd4480-EMAIL_CAMPAIGN_2018_05_14_COPY_01&utm_medium=email&utm_term=0_54b49bf328-95a7dd4480-8751229 ).
Verder bepaalde de Rechtbank dat Enexis wel volledig de gevraagde aansluitcapaciteit moest aanleggen, en niet gerechtigd was om het bijbehorende maximale transportvermogen contractueel te beperken, maar dat Enexis niet verplicht was om onder alle omstandigheden dit volle transportvermogen te leveren. Als het net het niet meer aankan, moet de capaciteit eerlijk onder de aangeslotenen verdeeld worden.

De reactie van Enexis is te vinden op www.enexis.nl/over-ons/wie-zijn-we/over-ons/nieuws/kort-geding-pottendijk .

Het kantoor van Enexis in Den Bosch

Het onderliggende probleem
Zoals wel vaker, is er sprake van een volumevraagstuk en een verdelingsvraagstuk.

De zaak-Pottendijk gaat over een verdelingsvraagstuk. Het nieuwe varken moet van de rechter op gelijke basis tot de trog worden toegelaten als de oude varkens.
Het onderliggende volumeprobleem is niet opgelost. De trog wordt niet groter en de boer hoeft er van de rechter niet meer voer in te doen.

In zijn reactie op bovengenoemde site zegt Enexis Netbeheer dat ze door de netwerken aan te passen en te verzwaren de komende twee jaar transportcapaciteit op haar netwerk zal realiseren voor nog eens zo’n 1350 MW zonne-energie. 280 MW in de zuidelijke provincies en 1070 MW in de noordelijke provincies.
Enexis beheert het tussen- en middenspanningsnet (50kV en 20 a 25kV), deze versterking is dus een andere dan die van het hoogspanningsnet van Tennet – welke laatste instelling echter wel met hetzelfde probleem zit.
Enexis gaat dus meer voer in de trog doen.

Naast netverzwaring moeten er ook andere technieken toegepast worden, zoals lokale netten en opslagtechnieken. Daarover op andere momenten meer, maar zie op deze site alvast https://www.bjmgerard.nl/?p=10089 en Nationaal plan energieopslag en Overgaan op gelijkstroom?.

Gelijkspanning in de wijk (DC-Groot gelijk – boek van Eneco)

Oproep: Ken jij geplande energieprojecten in jouw omgeving? Geef het door aan de BMF!

De Brabantse Milieu Federatie (BMF) doet in haar nieuwsbrief van 29 aug 2019 onderstaande oproep. Het hoort bij de voorbereiding van een nieuwe, ondergrondse hoogspanningslijn van Tilburg over Best naar Eindhoven ter vervanging van de huidige bovengrondse, die binnen enkele jaren tegen zijn grenzen aanloopt en sowieso aan onderhoud toe is.
In juni 2019 hebben erover drie informatieavonden plaatsgevonden (in Tilburg, Oirschot en Best).
In het verhaal hieronder een link naar de Tennetsite over dit plan.

Tennet ontwikkelt een hoogspanningstracé op het traject Tilburg-Best-Eindhoven. De BMF adviseert Tennet om rekening te houden met de groeiende vraag en het aanbod van duurzame energie in het gebied. Ken jij geplande energieprojecten rondom het traject, laat het ons dan weten.

Tennet heeft een voorlopig voorkeursalternatief gekozen voor het hoogspanningstracé Tilburg-Best-Eindhoven. Wij adviseren Tennet om extra hoogspanningsstations te bouwen, zodat toekomstige windparken en zonnevelden makkelijk aangesloten kunnen worden op het elektriciteitsnetwerk. Zo voorkomen we dat er in de toekomst opnieuw natuurwaarden worden gehinderd, als er dan alsnog een hoogspanningsstation moet komen.

Extra station

De vraag naar elektriciteit zal namelijk alleen maar toenemen en daar moeten we nu al rekening mee houden. Tennet kan echter pas een extra station bouwen als er genoeg duurzame energieprojecten zijn in het gebied en er concrete aansluitverzoeken liggen.

Ken jij een gepland wind- of zonneproject binnen het gebied op bovenstaande kaart? Al is het plan nog lang niet concreet. Geef deze aan ons door per mail naar Hanne van de Ven (contactgegevens hieronder) . Het gaat om projecten van minimaal 3 windturbines of 10 hectare zonneveld (meer dan 10 MW).

Natuurwaarden

Brabantse Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten zijn betrokken bij de ontwikkeling van het tracé om te zorgen dat de natuur zo min mogelijk hinder krijgt van het project. Kijk voor een actueel overzicht van het project op: www.tennet.eu/tilburg-best.

Hanne van de Ven
013-535 6225
E-mail
LinkedIn

Voorlopige trajectkaart (site Tennet)

Het Nationaal Actieplan Energieopslag

De Energiebeurs 2017
Ik ga in oktober altijd naar de Energiebeurs in Den Bosch. Ik mag er voor Milieudefensie en de SP voor niets in en deze keer was Joost van Mill van de Eindhovense SP meegegaan.
Je kunt daar met gemak dagen doorbrengen, want het is een hele grote beurs en er gebeurt van alles. Je moet kiezen en de laatste jaren kies ik meestal voor warmteonderwerpen en opslagtechnieken.
Nu een verhaal over energieopslag.

De Big Four bij de beheersing van het elektriciteitsnet

Waarom energieopslag en hoe gaat dat?
Het verhaal gaat eerst over stroom.

Er wordt meer duurzame energie opgewekt en daarvan wisselt het gedrag veel sterker over de dag dan in het vroegere systeem. Ook de vraag van afnemers wisselt over de dag, maar dat gaat vooral nog ouderwets.
Naast de door iedereen altijd aangehaalde problemen als er te weinig wind en zon is, zijn er ook periodes dat er daarvan te veel is. Soms zoveel te veel, dat er duurzame energie wordt weggegooid omdat er geen vraag naar is of omdat het stroomnet het niet aankan. Nederland heeft een goed elektriciteitsnet en tot op zekere hoogte heeft ons dat een remmende voorsprong bezorgd, maar die tijden veranderen. Het stroomnet kan er uit knallen, en niet alleen omdat er een Apache tegen aan vliegt.
Je kunt drie kanten op (al dan niet in combinatie):

  • je kunt de vraag meer aanpassen aan het aanbod (de wasmachine aanzetten als de zon schijnt). Daartoe loopt er in woonwijken een proef in Hoogkerk (Groningen) en Amsterdam-west, en een klein proefje in Breda, en verder nog niet.
  • Je kunt het stroomnet flink verzwaren, maar dat kost een hoop geld
  • Je kunt opslagsystemen ontwikkelen. Mondiaal zijn die tussen 2014 en 2016 vervijfvoudigd. In Nederland niet.

    De mondiale groei van de energie-opslagcapaciteit

    Ecofys heeft uitgerekend (april 2016) wat het aan een gemiddeld huishouden jaarlijks extra kost (extra betekent dat de kosten van het bestaande net er niet in zitten) als je de pieken van de toekomst op gaat vangen met flexibiliteitsopties (waaronder vraagverschuiving en opslag), en als je die gaat opvangen met zwaardere netten. (te vinden via www.ecofys.com/nl/publications/waarde-van-congestiemanagement/ )

Dit voor drie scenario’s in 2050:

  • Die waarbij massaal aanwezige Elektrische Voertuigen (EV) de dominante factor zijn (94% van de huishoudens heeft zo’n ding)
  • Die waarbij warmtepompen dominant zijn (69% heeft zo’n machine)
  • Die waarbij PV-panelen dominant zijn (3,3kWp per huishouden)

Je krijgt dan onderstaand plaatje. Lees: als 94% een Elektrisch Voertuig heeft, kost het €320 extra om het net te verzwaren, en €170 extra om de pieken op een  meer intelligente wijze te ondervangen.

Overigens kan ook Ecofys de toekomst niet voorspellen, en de club houdt slagen om de arm.

Een balanceeract met financiele technieken
Ons stroomnet kent een natuurkundige hierarchie: het hoogspanningsnet (ook wel transmissienet), het middenspanningsnet (van uw kant uit achter het transformatorhuisje), en het laagspanningsnet (van uw kant gezien aan deze kant van het trafohuisje).
In heel Nederland is de overheidsonderneming Tennet de baas over het hoogspanningsnet. Tennet moet de spanning en de frekwentie met  grote precisie constant houden en slaagt daar tot nu toe goed in.
In Brabant gaat Enexis over het midden- en laagspanningsnet.
Sinds de scheiding van netbeheer en opwekking mogen netbeheerders zelf geen energie opwekken of er in handelen.

De diverse elektriciteitsmarkten

Omdat Nederland nog maar weinig opslag heeft en Tennet zelf niet mag opwekken, moet Tennet voortdurend goochelen met bij anderen uitstaande reservecapaciteit, bijvoorbeeld een windpark, een centrale of een grote fabriek. Die krijgen geld als ze onder precies geformuleerde condities leveren of standby staan. Tennet mag niet meer en niet  minder dan voor het hoogspanningsnet nodig is. In bovenstaand plaatje is dat de zwarte rechthoek “Onbalansmarkt”. Tennet was in 2016 een kleine 6cent/kWh kwijt.

OTC (de donkerblauwe rechthoek) betekent dat een producent rechtstreeks aan een afnemer levert (Over The Counter), bijvoorbeeld het zonnepark bij Delfzijl aan Google. Dit blijft buiten het financiele systeem en de rest van de wereld staat daar financieel buiten.

Voor het publiek is de lichtblauwe pijl van belang, want daar kopen Greenchoice en NUON energie en verkoopt uw windmolen. Hier bestaat een hierarchie in de tijd: lang van tevoren via de ENDEX; tot 12.00 uur een dag van tevoren via de APX (Day Ahead); en na 12.00 uur (op de dag zelf, tot vijf minuten van tevoren, de Intra Day). De Day Ahead handelt met blokken van een uur en de Intraday in Nederland ook, maar in Duitsland met al blokken van een kwartier.
De APX zit momenteel ergens rond de 3 tot 5 cent/kWh en de Intraday kan wildwest zijn (op 31 juli 2016 tussen de -8 en +35 cent/kWh).
En als men nou denkt “maar ik betaal veel meer”: dat klopt. Daar leeft uw stroomboer van en nog veel meer de Staat der Nederlanden.

Als  huishouden of groep huishoudens besparen of verdienen met flexibele technieken
Ik zeg hier bewust één keer, maar niet de hele tijd “in principe”. Anders blijf ik bezig.

Als je als huishouden je stroom per uur of zelfs per kwartier zou kunnen betalen, zou je je wasmachine aan kunnen zetten als de stroom weinig kost en in principe zelfs (sorry) als de prijs negatief is. Idem de koelkast, want een goede koelkast staat meestal niet aan en kan zijn momenten kiezen. Het is alleen een beetje lastig als je er de hele tijd met je mobiel naast moet staan voor de elektriciteitsprijzen, dus dat moet automatisch.
Over dat soort dingen gaan de proeven in Amsterdam-West en Hoogkerk.

Het grijze blok is de behuizing van de wijkaccu De Keen in Etten-Leur

Verder kun je als huishouden (realistischer is als groep huishoudens of als energiecoöperatie) kunnen gaan inkopen als de stroom goedkoop is, en verkopen als hij duur is. Jullie verdienen daarmee en Enexis en Tennet zijn er een klein beetje beter mee. Er moet het een en ander gecoördineerd worden en daar zit werkgelegenheid.
Het gemiddelde verschil tussen inkoop en verkoop was in 2015 2,2 cent/kWh.
Dit is de experimenteeropslag van Enexis in De Keen in Etten-Leur. In opgeladen toestand zit daar 232kWh in. Het is dan ook vooral een technische proef. Zie Stroomopslagexperimenten Enexis worden uitgebreid .

De sociale aspecten zitten soms op andere plaatsen dan de politiek vermoedt.

Boer De Jong uit Odoorn bijvoorbeeld heeft fors zonnepanelen en slaat de elektriciteit op in een zeecontainer. Men moet daar maar eens aan denken inhet flankerend beleid voor de Brabantse landbouw.

Steen en been
De branche (bestaande uit bedrijven in de elektrotechnische hoek) is in deze verenigd in Energy Storage NL, met ex-VVD Kamerlid Ineke Dezentjé als baas. Ze hebben het Nationaal Actieplan Energieopslag uitgebracht (okt. 2016) en dat werd op de beurs in Den Bosch uitgedeeld. Het duurde even, maar ik ben er nu dan toch aan toe gekomen.

Men kan het hier vinden: www.energystoragenl.nl/wp-content/uploads/2016/10/ESNL_Nationaal-Actieplan-Energieopslag_20161019.pdf .

De branche klaagt steen en been. Er zijn ruim 30 knelpunten en daar moet wat aan gedaan worden. Het zijn allemaal kapitalisten, maar soms hebben ze een punt (en soms niet). Ik zal de kritiek in Italic weergeven.

  • Je betaalt zowel bij het opladen als bij het ontladen belasting, en bij het inkopen meer. Verder is er ander juridisch, fiscaal en betaaltechnisch gedoe.
    Hebben ze op zich een punt, maar de VVD (en anderen) hebben het zelf zo ingewikkeld gemaakt door netbeheer en energielevering te scheiden. Het huisje in Etten-Leur is van Enexis, maar Enexis mag niet zelf in- en verkopen.
  • Kleinverbruikers hebben steeds dezelfde stroomprijs en hebben er daarom geen belang bij om de wasmachine op een gunstig moment aan te zetten.
    Klopt op zich en dat moet er van gaan komen. Maar ik zou als consument wel even naar de kleine lettertjes kijken.
  • Weg met de salderingsregeling want die is zo goed dat de mensen hun overtollige stroom gratis op het net dumpen! Kunnen wij naar fluiten.
    Zit iets in, maar nog niet nu. De regeling is overzichtelijk en geeft heel hard nodige stimulansen in den breedte. De meeste mensen houden toch niet heel veel over en dat betekent, dat je allerlei collectieve toestanden uit moet halen om al die kleine beetjes bij elkaar te schrapen. Daar is de tijd niet rijp voor.
    Maar in Duitsland staan al >25000 home storage systems van gemiddeld 7kWh per stuk (ca 18 uur in een gemiddeld Nederlands huishouden). Met een beetje mazzel overbrug je daar een etmaal mee, maar niet met genoeg zekerheid om je te laten  afsluiten. (Is trouwens sowieso een romantisch anarchistisch idee dat nergens op slaat.)
    Maar elke subsidie moet ooit beëindigd worden.
  • Gebrek aan kennis bij installateurs en netbeheerders; schrik bij investeerders; veel te veel kleinschalig gepeuter waardoor geen schaal- en leereffecten; geen grootste visie; standaardisatie.

Klopt op zich, maar dat is precies waarom de overheid, die zo nodig van de VVD en CDA en PvdA en D66 moest terugtreden, nu faalt. Dat moet de markt doen en die verrekt het uit schijterigheid. De overheid is de grootste uitvinder en laat die dan uitvinden.
Ik ben dus voor een krachtige industriepolitiek zijdens de overheid, maar dan ook de baas!

Andere soorten energieopslag
Die komen in het Nationaal Actieplan Energieopslag wel aan de orde, maar de aanpak van het elektriciteitsnetwerk krijgt de meeste aandacht (bij mij ook, trouwens).
Dat is niet onlogisch, want daar is het probleem het grootste en het meest acuut. Elektriciteit is zonder aparte voorzieningen niet op te slaan en bijvoorbeeld warmte veel makkelijker. En over de opslag van warmte heb ik in deze kolommen al vaker geschreven, dus deze keer kan dat wel minder (zie Warmte in Brabant en het Mijnwaterproject en Energy Day TU/e bespreekt Ecovat-systeem en TNO ontwikkelt warmtebatterij op basis van het hydrateren van zouten  of voor alles Inhoudsopgave van alle warmteartikelen .

Maar voor de volledigheid hieronder het volledige overzicht van alle soorten opslag uit de Actieagenda.

Een volle batterij in twee minuten

De Zweedse startup PowerSwap ( http://powerswap.se/ ) heeft een systeem ontwikkeld, waardoor elektrische auto’s (naar eigen zeggen) in twee minuten kunnen worden opgeladen. Niet door aan een laadpaal te gaan staan (wat minstens tien keer zoveel tijd kost) maar door het complete accupakket gerobotiseerd te verwisselen.
Het filmpje https://youtu.be/hNWpJEMCd8s laat zien hoe dat gaat.

De website Fluxenergy.nl, waaraan het idee voor dit artikel ontleend is, meldt dat er aal eerder pogingen gedaan zijn om complete pakketten te vervangen, onder andere op Schiphol. Dat liep toen (in 2013) fout.
Gehoopt wordt dat de robotisering van het proces deze verwisseling van de accupakketten nu wel mogelijk maakt.

Robot verwisselt batterijpakket elektrische auto

Het heeft voor- en nadelen.
Voordeel is dat elektrisch tanken nu minder tijd kost als fossiel tanken. Voor wie thuis of op zijn werk kan laden, maakt dat niet zoveel uit, maar in andere situaties kan het veel verschil maken voor de acceptatie van elektrische auto’s.
Het systeem kan gekoppeld worden met conventionele tankstations.
De “frontoffice” kan snel gaan, maar in de “backoffice” hoeft het laden niet snel te gaan, als je maar genoeg accupakketten in reserve hebt en als die maar gestandaardiseerd genoeg gaan. Die vertraging in het herladen maakt dat je geen  waanzinnige pieken op je elektriciteitsnet krijgt.
Nadeel is dat het systeem om standaardisatie vraagt over de volle breedte van alle elektrische types auto. Dat is geen geringe eis.

Het is dus afwachten hoe het gaat.

De website geeft deze informatie

Het bedrijf bedoelt te zeggen dat de vloeiende lijn het traject is van de Business As Usual – ontwikkeling, en dat de neerwaartse sprong is wat het nieuwe systeem pretendeert.

Zie op deze site ook Elektrische auto’s gaan vooruit! .

Windturbines op zee steeds imposanter

Inleiding
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft op 03 april 2017 een publieksbijeenkomst georganiseerd over de Toekomst van windenergie. In praktijk ging het voornamelijk over wind op zee, want daar ligt de toekomst. Ik was erbij in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam.

Ik heb na afloop even met een van de sprekers gepraat, Dirk Sijmons. Dat is de auctor intellectualis (althans, een van de ..) van het mooie Energetic Odyssey-plan. Het is aan de ene kant een visionair plan, anderzijds is het perfect uitvoerbaar met grotendeels huidige techniek, mits daar voldoende investering, grootschalige logistiek en voldoende politiek benul aan gekoppeld wordt. Materiaal van zijn hand heb ik al gebruikt als inbreng in het Posad-verhaal over energie in Brabant (zie ZO Brabant als trage supertanker richting energietransitie en de terreinbeheerders in spagaat).

Ook van een andere spreker, Mel Kroon van TenneT, heb ik de inbreng al in deze kolommen verwerkt (zie Het energie-eiland van Tennet).

De constructies
Blijven drie coryfeeën over, waar ik nog niet aan toegekomen was, Gijs van Kuik, Edwin van de Brug en Kees Versteegh.

Gijs van Kuik is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft en als het ware de eminence grise van de Nederlandse windmolen-wetenschap. Hij schetste de ontwikkeling, en de vele researchvragen die er nog lagen. Het opschaaltempo van windturbines op zee is beduidend korter dan de technische levensduur van losse exemplaren, dus dat kan in principe nog verrassingen gaan geven. Bijvoorbeeld, hoe de fundering zich houdt van die machtige constructies, want dat is soms gewoon een paal die diep in de grond steekt.

Balastingsmodel van de zeebodem (via Van Kuik)

(Van Kuik, TUDelft, april 2017)

Onder het kopje “De ontwikkeling van de bladtechnologie van Bonus (1985) tot Siemens (2012)” toont van Kuik in een notedop de technische vooruitgang in de sector. Bonus was het eerste bedrijf dat in 1985 commercieel moderne bladen maakte. Sindsdien zijn ze in essentie qua opzet niet veranderd, maar wel groter en beter geworden.
De clou is dat de rotordiameter *10 is, de rotoroppervlak dus *100, het vermogen * bijna 100, en het rotorgewicht *80 (terwijl men op basis van de normale opschaling *1000 zou verwachten).
Desalniettemin, zegt Van Kuik, beginnen de grenzen gevoeld te worden van het eigen gewicht van de machines en de ontoereikende kennis van de metaalmoeheid.
En er doen zich vragen voor van systeemintegratie. Wie is waarover de baas? Hoe stem je elektriciteitsmarkten af? Hoe verzeker je technische zaken als afstemming en opslag?

(Van Kuik, TU Delft, april 2017)

Eén windturbine, zei van Kuik, is goed bestuurbaar. Hierboven de windsnelheid en daaronder het feitelijk afgeleverde vermogen aan het net, vraaggestuurd. Maar werkt dit ook nog bij een heleboel turbines tegelijk?

Ander interessant punt: hoe kunnen windparken op zee multifunctioneel worden? Boten mogen vanwege de kabels niet tussen de palen vissen, wat enerzijds kost en anderzijds wel eens meer zou kunnen opbrengen omdat er rustplekken voor vis in zee komen. Of er waterstof gaan maken (idee van TenneT-baas Kroon). Of energie-opslag?

Van Kuik, TU Delft, april 2017

Edwin van de Brug is van reiomanager van Van Oord Offshore Wind Projects – mondiaal een van de paar overgebleven spelers die in deze booming business nog mee kan. “De Denen leveren de turbines, de Nederlanders plaatsen ze en wij zorgen voor de broodjes” aldus een jaloers Engels citaat. Men kan zich de vraag stellen of bij een meer consistente Nederlandse energie- en industriepolitiek in het verleden Nederland niet ook turbines had kunnen leveren, maar dit terzijde.
“We zijn nog maar net begonnen” was de veelzeggende titel van de presentatie, die verder een typische mix was van beroepseer, ontzag voor de bijna waanzinnig grote machines en de eisen die aan een onderneming in dit soort situaties gesteld worden.

Een Nacelle (het “huis” boven op de paal waar de wieken aan vast zitten)

Funderingspaal (Van de Brug, Van Oord, april 2017)

Het huidige grootste installatieschip (Van de Brug, Van oord, april 2017)

De hefschepen werden te klein. Op een gegeven moment had iemand het heldere idee om een coaster te kopen, daar vier bedienbare poten onder te zetten, en daarmee het hele schip zichzelf te laten ophijsen. Dat werkte, maar de constructie was al weer snel te klein. Hierboven het jongste en dus grootste hefschip in de vloot.

Kees Versteegh had een adviesbureau VWEC, een bedrijf dat is overgenomen door het Chinese XEMC. Nu gaat hij door het leven als CTO van XEMC-Darwind.
Zijn bijdrage is vooral technisch van aard, maar staat ver van de politiek af. In deze kolommen heb ik een voorkeur voor onderwerpen met een politieke lading en daarom (en uit ruimteoverwegingen) laat ik de bijdrage van Versteegh onbesproken. Maar dat is niet omdat hij niet goed was.

Alle bijdragen, behalve die van Sijmons, (ook die van Kroon en Versteegh) zijn terug te vinden via www.knaw.nl/nl/actueel/agenda/windenergie (tab “sprekers en samenvattingen”).
De ideeën van Sijmons zijn terug te vinden op www.hnsland.nl/nl/projects/2050-energetic-odyssey .

En wat kan dat nou opleveren aan energie? En de gevolgen voor Brabant
De cijfers die voor wind op de Noordzee genoemd worden lopen wat uiteen, maar zitten in dezelfde orde van grootte.

Tennet-baas Kroon spreekt in zijn presentatie van 150GW. Als je uitgaat van 4000 vollasturen, geeft dat grofweg 2160PJ per jaar.
Sijmons heeft het over 25.000 turbines van 10MW gemiddeld, dus over 250GW.  Bij hetzelfde aantal vollasturen geeft dat 3600PJ.
Het blad De Ingenieur noemt bij het plan van Sijmons 4300PJ.

Voor dergelijke nog half-visionaire ideeën voor het jaar 2050 een alleszins acceptabele mate van overeenstemming.

Reken ik verder met Sijmons, dan praat je over 3600PJ voor alle Noordzeelanden samen. Stel eens (leek Sijmons geen gekke schatting) 20% voor Nederland, dan komt er 720PJ stroom deze kant op.
Doe er eens wat verlies af en tel Brabant voor 1/7de deel van Nederland, dan omgerekend 100PJ voor Brabant. Als je erg optimistisch bent over de besparing, is het totale Brabantse energiebudget in 2050 ongeveer het dubbele.
De Noordzee zou dus in een optimistisch scenario in beginsel goed kunnen zijn voor pakweg de helft van de Brabantse energie in 2050. Die andere helft is overigens nog steeds een zware taak. In een meer pessimistisch (en vooralsnog realistischer scenario) is de Noordzee goed voor zo’n 40% van Brabant.
Geforceerde toeren uithalen om de provincie, en elke gemeente binnen de provincie, energieneutraal te laten zijn hoeft niet. Maar ook de resterende taak is zo zwaar, dat het verstandig is om voorlopig te doen alsof je wel energieneutraal moet worden.

Feiten en cijfers – Steenkool_Uniper feb 2016

Wat kost een kWh?
Men kan de PVV geruststellen, die steeds een lachwekkend nummertje maakt over zwaar gesubsidieerde windminaretten (je moet iets kronkeligs verzinnen om bij energiemachines de Islam bij te slepen – de oudst bekende windmolen dateert overigens van 500nChr en stond in Iran): wind op zee is binnenkort goedkoper dan stroom uit kolen (en zeker goedkoper dan stroom uit gas of uit kerncentrales).
Bovenstaand overzicht (gemaakt door Ecofys, 2014) staat in een brochure van Uniper (Uniper is het fossiele sterfhuis van de voormalige reus E.ON). Levelized Costs Of Energy (LCOE) is wat het kost om op de klassieke wijze de kostprijs uit te rekenen als je enerzijds geen subsidie krijgt, en anderzijds indirecte maatschappelijke kosten buiten beschouwing laat). De brochure is binnen te halen via Uniper-brochure over steenkool .
Gemiddeld over de EU kost een kWh uit kolen in Europa 7 tot 8 cent/kWh (en, nog maar eens voor de PVV, atoomstroom kost 10 cent/kWh).
Gemiddeld over Europa kostte een kWh uit wind op zee in 2014 12 a 13 cent/kWh, maar dat is snel gedaald tot 5,5 cent/kWh in de reeds afgesloten contracten Borssele 3 en 4 en 5,0 cent bij Kriegers Flak.

Om dit te plaatsen: de groothandelsprijs voor stroom schommelde in 2016 rond de 3 a 4 cent/kWh .

Er gaat dus nog wat subsidiegeld naar wind op zee, maar er zijn in 2017 al enkele overeenkomsten afgesloten die rond 2024 subsidieloos gaan werken (zie www.wattisduurzaam.nl/9119/featured/nieuw-record-offshore-wind-zakt-zakt-naar-6-cent-per-kwh/ ).
E.ON zag zijn lijk al in de Noordzee drijven en heeft zijn fossiele opwekvermogen niet voor niets in een sterfhuis ondergebracht.

 

Het energie-eiland van Tennet

Het energie-eiland van Tennet op de Doggersbank

Tennet is de staatsonderneming die ons hoogspanningsnet beheert. Dat is een taak met vele aspecten.

Op 8 maart 2017 kwam Tennet met een persbericht, dat het ging samenwerken met andere hoogspanningsbeheerders aan de bouw van een North Sea Wind Power Hub (zeg maar een energie-eiland), waarschijnlijk op de Doggersbank. Nu nog met het Deense Energinet.dk en met de Duitse dochteronderneming TenneT Duitsland, later mogelijk ook met hoogspanningsbeheerders uit Noorwegen, Groot-Brittanie en Belgie en andere infrastructuurondernemingen. Zie www.tennet.eu/nl/persbericht energie-eiland .

Op het eiland kunnen vele windparken worden aangesloten (ca 70 tot 100GW). Omdat het eiland relatief dicht bij de windparken ligt, kunnen de leidingen van de parken naar het eiland in de (goedkopere) wisselstroomtechniek worden uitgevoerd. De lange leidingen naar het land worden in gelijkspanning uitgevoerd (HVDC). Zie ook Overschakelen op gelijkstroom? . Die leidingen dienen dan tevens als verbinding van de Noordzeelanden onderling. Dat is van belang, omdat het grillige karakter van de belangrijkste duurzame bronnen zon en wind statistisch gedempt wordt door een zo groot mogelijk gebied tot één groot net te maken (het waait of schijnt altijd wel ergens wel of niet).
Bovendien kunnen op een dergelijk eiland blijvend mensen, onderdelen en assemblagehallen worden geplaatst.

De samenwerking gaat bekrachtigd worden tijdens het North Seas Energy Forum in Brussel van 23 maart 2017 (zie ec.europa.eu/energy/events/north-seas-energy-forum )

Het eiland (eventueel meerdere eilanden) gaan veel geld kosten: de komende 10 jaar ca 25 miljard Euro. Maar TenneT blijkt in staat met Green Bonds grote bedragen te kunnen ophalen. In 2016 haalde TenneT 3 miljard aan obligaties op. Die worden zwaar overtekend en vliegen dus als zoete broodjes weg.

Op dit moment is wind op zee de goedkoopste wijze van energie opwekken. De meest recente projecten zijn zelfs goedkoper dan kolen, en halen bijna de groothandelsprijs van elektrische energie (en worden dan dus financieel zonder subsidie rendabel).

Wind op zee is voor Brabant geen ver-van-mijn-bed-show. Alle windenergie, die op zee geoogst wordt, hoeft niet op het land geoogst te worden. Als Brabant op eigen grondgebied in 2050 geheel duurzaam zou willen worden, zou dat o.a vragen om 2270 windturbines met een ashoogte van 130m en 190km² zonnepanelen. Zie Duurzame energie kan zeer grote impact krijgen op het Brabants landschap . Veel wind op zee zou op het land minstens een slok op een borrel schelen.

Maximale opbrengst windturbines 7,58MW Brabant (Posad-studie)

Overschakelen op gelijkstroom?

De aanleiding: de promotie van een ex-leerling
Onlangs is mijn ex-leerling Erik Lemmen gepromoveerd op aspecten van de vermogenselektronica (The Extended Commutation Cell).  Hij is op mijn oude school begonnen op het Gymnasium, afgezakt naar de HAVO, HBO, TU Eindhoven en nu dus gepromoveerd op een onderdeel van de vermogenselektronica. Typische stapelaar, typisch briljant in natuur-
kunde en wiskunde maar niet comfortabel in ons standaard schoolsysteem. Zie je trouwens vaker bij goede mensen in mijn oude sector.
En nu heeft het gosertje van toen vier patenten op zijn naam staan of lopen, en promoveert hij. Ik mocht hem wel en hij mij wel, zodoende kreeg ik een uitnodiging.

De Extended Commutation Cell (vermogenselektronica)

Links gaat er een gelijkspanning in (bijvoorbeeld van een zonnepaneel of een accu) en rechts komt er zo ongeveer elke gewenste gelijk- of wisselspanning uit. Dat gebeurt door al die schakelaars met een razendsnel computerprogramma te bedienen (niet ingetekend). Zoiets kon al wel, maar door Erik werkt het soepeler en betrouwbaarder. Het persbericht van de TUE is te vinden op www.tue.nl/universiteit/faculteiten/electrical-engineering/nieuws/slimmere-stroomschakeling-voorkomt-stilvallen-elektrische-auto/ . De schakeling maakt de elektronica betrouwbaarder en daardoor hoeft die vaak niet meer dubbel uitgevoerd te worden. Bij een storing kan de elektrische auto vaak toch nog doorrijden. Dat scheelt allemaal een slok op een borrel. Er is dan ook grote interesse uit het bedrijfsleven.
Bovendien is het systeem integreerbaar met accu’s, waardoor accu’s individueel adresseerbaar zijn. Het wordt een flexbatterij. Niet langer is de slechtste accu bepalend is voor het eindresultaat.
De schakeling kan bijvoorbeeld ook gebruikt worden om zonnepanelen, windturbines etc aan  het elektriciteitsnet te koppelen.

Gelijkstroom
Toen ik zo bij die promotie zat te luisteren, bedacht ik me dat het onderwerp van belang was voor de in vakkringen lopende discussie over
gelijkstroom- of wisselstroom. Ik wist dat die discussie bestond, maar tot nu toe had ik die nauwelijks gevolgd. Ik ken van het onderwerp dan ook niet veel meer dan de beginselen. Toch is die discussie veel politieker dan hij zo op het eerste gezicht lijkt, want het gaat over de organisatie van het elektriciteitsnet, en daarmee over de uitvoerbaarheid van
duurzame energie.

Nu hebben we een overwegend centraal elektriciteitsnet. Elektriciteit wordt opgewekt in grote centrales en top down naar de gebruikers getransporteerd.
Maar die gebruikers hebben steeds vaker windturbines of zonnepanelen. Het grillige gedrag daarvan levert bottom up stroom aan een netwerk dat daar niet voor ontworpen is. Gemiddeld kan het netwerk dat nog wel aan, maar bij heel veel wind of zon (bijvoorbeeld in Duitsland) komt de grens van het klassieke systeem vroeg of laat in zicht.

Straatverlichting op gelijkstroom

Nu kan men het bestaande net lomper en dus robuuster maken. Dat kost geld en is lelijk.

Een voor de hand liggend alternatief is om zoveel mogelijk duurzaam geproduceerde energie in het eigen huis of de eigen wijk te gebruiken, want dan gaat die energie niet meer Europa rondzwerven. Op papier moet dat kunnen, want de gemiddelde stroomvraag per huis ligt ver boven de gemiddelde eigen stroomopwekking.
Gematigde geesten zoeken wegen om het bestaande wisselstroomnet aan te vullen met een gelijkspanningsnet, radicale geesten willen zich afkoppelen en dus het bestaande net vervangen door hun eigen
gelijkspanningsnet.
Ik beperk mij tot de gematigde geesten.

Nu even een, helaas noodzakelijk, stukje natuurkunde. Wie opgelet heeft op de middelbare school, heeft daar gehoord dat er twee redenen zijn waarom wij een wisselspanningsnet hebben:
* Elektrische energie moet over langere afstanden getransporteerd worden bij een zo hoog mogelijke spanning en een zo laag mogelijke stroom, want anders wordt in de transportleiding bijna alle elektrische energie omgezet in warmte en blijft er op het eind van de leiding praktisch niets over.
* Je kunt wisselspanning wel omhoog (en omlaag) transformeren en ge-
lijkspanning niet.

Daarom staat er op de traditionele hoogspanningsleidingen 150.000 of 380.000Volt (380kV) wisselspanning.

Door het soort vermogenselektronica als waar ‘mijn’ Erik ook een bijdrage aan geleverd heeft, is de tweede bewering niet meer waar (de eerste nog steeds wel!). De 580km lange NorNedkabel van Nederland naar Noorwegen werkt op 450.000V gelijkspanning (en is 700MW).
Bij dit soort afstanden, en vooral als de kabel in zee ligt, werkt gelijk-
spanning beter. Ze noemen dat HVDC-kabels (High Voltage Direct Current). Daar liggen er inmiddels al honderden van in de wereld.

Het is dus op papier mogelijk om binnen Nederland een gelijkspanningshoogspanningsnet aan te leggen, maar omdat het bestaande wisselspanningsnet een robuust en kosteneffectief systeem is, waar miljarden in geïnvesteerd zijn, zal dat voorlopig niet gebeuren. Voor nieuwe leidingen naar ver weg gelegen buitenland, die onderweg niet afgetakt hoeven te worden, ligt dat eenvoudiger.

Maar in een nieuwbouwwijk een gelijkspanningsnet aanleggen, dat is een ander verhaal.

Gelijkspanning in de wijk (DC-Groot gelijk – boek van Eneco)

(De afbeeldingen komen uit een informatief en voor de leek redelijk begrijpbaar boek van Eneco, het ‘DC-boek Groot gelijk’, dat te downloaden is op www.gelijkspanning.org/nl/gelijkspanning/boek-groot-gelijk).

Beide systemen hebben hun voor- en nadelen, maar volgens voorstanders (aan wie enige geloofsijver soms niet te ontzeggen valt) is
gelijkstroom beter. Een aantal van hun argumenten kloppen.
* je kunt meer energie door dezelfde draad sturen (andersom geredeneerd: je hebt minder koper of aluminium nodig)
* veel moderne apparatuur werkt van binnen op gelijkspanning (radio, TV, computer), en zonnepanelen en accu’s geven gelijkspanning. Nu de moderne elektronica het mogelijk maakt elke spanning in elke andere spanning om te zetten, valt het een met minder tussenstappen met het ander te combineren want
* nu wordt gelijkspanning omgezet in wisselspanning (de omvormer van het zonnepaneel), en in de computer wordt van die wisselspanning weer gelijkspanning gemaakt. Dat geeft allemaal verlies. Op papier moet het overslaan van die tussenstappen een winst van ca 5% kunnen opleveren.
* gelijkspanning combineert soepeler met elektronische aansturing

Daar staat tegen over dat
* gelijkspanning moeilijker met een gewone schakelaar uit te zetten is en mede daardoor iets gevaarlijker is
* krachtstroom-elektromotoren (die heel veel toegepast worden voor het zware werk) alleen op wisselstroom werken (die niet voor niets ook draaistroom heet).
* er nog geen goede gelijkstroomnormalisatie is, waardoor er nog steeds verschillende gelijkspanningen rondwaren
* waardoor de ene gelijkspanning nog steeds met een tussenstap in de andere moet worden omgezet, wat ook weer verliezen geeft

Gelijkspanning in huis (DC-Groot gelijk – boek van Eneco)

De elektrotechnische vakmensen in het Eneco-boekje komen meestal op een hybride systeem uit.
Daarin is gelijkspanning goed voor het internationale lange afstands-transport.
Het nationale net blijft vooralsnog wisselspanning.
De wijk als geheel hangt aan het wisselspanningsnet, en binnen die wijk (pakweg zo groot als het huidige verzorgingsgebied van een transformatorhuisje) speelt gelijkspanning een toenemende rol. Als dat systeem in de toekomst beter uitgewerkt is, ontstaan er mogelijkheden om op een meer lokale manier met elektrische energie om te gaan. Misschien wordt de mens nog eens een ‘prosument’, zoals Jan Rotmans, nooit te beroerd voor grote woorden, dat noemt.
Ook kan het beheer van het ‘grote’ wisselspanningsnet baat hebben bij modernere organisatie van het ‘kleine’ lokale net. Dat kan in beginsel zelfs tot lokale verdienmodellen leiden.
Je ziet nu in de vakpers allerlei pilots op dit gebied langs komen – wat nog niet alles zegt, want kleine pilots worden in dit land lang niet altijd groot.
Er zijn bijvoorbeeld al heel wat pilots om woningen Nul op de Meter te maken, maar van een opschaling tot getallen die er toe doen, komt vooralsnog geen hout terecht. (zie ook SP krijgt voortgangsrapportage over Nul op de Meter – project .

Niet de, maar een toekomst
Mijn mening wordt vooralsnog verwoord door iemand die er meer verstand van heeft dan ik, namelijk Lou van der Sluis van de TU Delft in het Eneco-boek:”Gelijkspanning heeft zeker een toekomst, maar niet dé toekomst”.

Internetpaniek over hoogspanningsleidingen en telefoons

Ik kwam laatst een artikel tegen, dat ik medio 2011 geschreven had over reacties mijnerzijds op de reactie-rubriek van de weblog van Paulus Jansen, toen nog Tweede Kamerlid voor de SP, nu wethouder in Utrecht. Wat voor voor Utrecht winst is, maar voor de Tweede Kamer een verlies omdat Paulus een van de weinige kamerleden was die verstand had van natuurwetenschap.

Dit ging over hoogspanningsleidingen waar vreselijke aandoeningen aan worden toegeschreven.
hoogspanningsleiding_2

Ik heb het artikel alsnog op deze site afgedrukt. Zodoende gaat deze weblog nog eens op een archief lijken.

Zie Geen paniek over hoogspanningsleidingen en telefoons!