5G bedreigt het weerbericht

Inleiding
Iemand vroeg mij op Facebook wat ik van 5G vond.

Ik heb op deze site gezegd dat ik aan mij gerichte vragen zo goed mogelijk zou proberen te beantwoorden. Ik heb de vraag op Facebook maar opgevat als een vraag aan deze site en gezegd dat ik eerst rustig wilde nadenken over een antwoord. Het is niet mijn core business. Gelukkig heb ik een goed archief.

Inmiddels begonnen gekken telecommasten in de fik te steken die niet eens voor het 5G-netwerk dienden (want dat zendt nog niet regulier uit in Nederland). Onder andere ging een mast van het C2000-systeem van de hulpdiensten in de hens.
Naar men zegt vermoeden de brandstichters een verband met het uitbreken van de Corona-epidemie. Dit uiteraard geheel ten onrechte. Corona en vergelijkbaar komt omdat ze vleermuizen en hun habitat niet met rust kunnen laten.

Soms neemt het bijgeloof zodanige vormen aan dat het gevaarlijk wordt.

Even een korte intro op 5G.
Het wordt de vijfde generatie in een reeks systemen voor mobiele telecommunicatie (welk systeem onder andere mobiele telefonie mogelijk maakt). We zitten nu met 2G, 3G en 4G.
5G bestaat momentele alleen nog in testsituaties.

(900MHz = 0,900GHz )
Ter vergelijking: de WiFi zit op 2,412-2,472 GHz en op 5,2 – 5,7GHz, de magnetron zit op 2,45GHz .

Mobiele telecommunicatie werkt met frequentiebanden.
De aanduiding 800megaHertz (800MHz) staat voor een band tissen de 790 en de 862Mhz. Die is als volgt verdeeld:

Indeling van de 800MHz-band (0,800GHz)

( http://www.frequentieland.nl/breedband/digitaal-dividend.htm )
De linkerhelft gaat down naar het mobieltje en de rechterhelft gaat up naar het systeem. Die gebiedjes zijn in 2012 voor veel geld geveild.

Hoe hoger de frequentie, hoe meer er kan. Maar lang niet altijd is die hogere capaciteit nodig.

Volgens het officiele bureau Kennisplatform ElektroMagnetische velden www.kennisplatform.nl/wat-is-5g/ wordt bovenstaande figuur de layout. Uit de tekening wordt meteen duidelijk wat een hoofdprobleem is: hoe hoger de frequentie, hoe korter het bereik. En hoe moeilijker het signaal door muren en dubbel glas heen komt.

Een informatief artikel dat er dieper op de materie in gaat dan ik nu wil en kan, is https://communities.surf.nl/artikel/waarom-het-belangrijk-is-de-35-ghz-band-vrij-te-kunnen-gebruiken .

Alles lezende, kom ik uit op twee soorten discussie, een medische en een niet-medische discussie.

De medische discussie
Sommige mensen zien vreselijke gevaren. Ik niet. Ik volg de officiële lijn dat er alleen een zwak warmteeffect is.

De medische discussie valt in tweeën uiteen: die over het veld van de zender, en die over het veld van de telefoon.

Het elektromagnetische veld nabij zendstation, bestaande uit drie zenders (samen typisch enkele tientallen W) is alleen vlak bij de antenne zo sterk, dat je er voor moet opletten. Dat geldt vooral monteurs en soms glazenwassers. Al snel daalt de veldsterkte tot ver onder de toegestane limiet. In Eindhoven is dat in 2010 op verschillende plaatsen zelfs nagemeten door de KEMA (en apart daarvan berekend door de Fysicawinkel) en die bleef overal onder tot ver onder de 1V/m, behalve op een bedrijventerrein. Alleen vlak voor de antenne kwam de KEMA op 4,2V/m. De norm was 41V/m of hoger, afhankelijk van GSM of UMTS. Zie GSM- en UMTS-zenders in Eindhoven en hun volstrekte onschadelijkheid en Hoogspanningsleidingen en telefoons: gevaren niet aangetoond .
In een veel geciteerd Zwitsers onderzoek uit 2006 bleek dat bij een randomized, double blind onderzoek de onderzochte personen niet wisten aan te geven of de apparatuur aan of uit stond.
Ik weet dat er mensen zijn die echt een probleem hebben, maar ik denk dat dat toch vooral psychosociaal is. Hoe tragisch ook.

Voor zover er een gevolg is, betreft dat de telefoon. Die zendt straling terug naar de mast. Een standaard GSM-telefoon is maximaal 2W en gemiddeld veel minder, maar omdat die veel dichter bij het lichaam gehouden wordt dan de zender, overheerst de straling van de telefoon veruit die van de zender. Een headsetje overigens en handsfree bellen scheelt al veel.
De werkgroep IARC van de WHO heeft kasten vol literatuur doorgeploegd, en vervolgens twee soorten kanker in de hersenen, op basis van de statistiek, niet kunnen uitsluiten. Daarom de veelgebruikte 2B-indeling.

Er is overigens door niemand ooit een geloofwaardig biologisch mechanisme op tafel gelegd dat een fysiologische werking op weefsel zou kennen verklaren, behalve de officiële lijn warmte. En onze hersens zijn goed beschermd tegen opwarming.

Wie het mogelijke kleine gevaar ontlopen wil kan zichzelf dus eenvoudig beschermen door niet mobiel te telefoneren.
Verder is geen enkele activiteit gevaarloos, evenmin als de niet-activiteit. Als ik geen mobiel heb, kan ik geen 112 bellen bij een ongeluk of een misdrijf, en het gevaar daarvan is vele malen groter. Risico’s moeten niet tegen een nulscenario worden afgewogen, maar tegen een ander risicoscenario.

Antennes in het gebied Eindhovne-Den Bosch-Tilburg (Antennebureau)

De niet-medische discussie
Die is geheel anders.

Enerzijds zijn er beweerde voordelen zoals AI, zelfrijdende auto’s, ziekenhuisoperaties op afstand, virtual reality, bezorging met drones, het Internet of things, en meer van deze algemeen geformuleerde, maar zelden  uitgewerkte clichées. Er is een fraai boekwerk vna het industriele consortium Eurofiber op www.eurofiber.nl/lifeline/samen-op-weg-naar-hoogwaardige-digitale-connectiviteit/ .
Men wordt geacht hierna eerbiedig te zwijgen, maar ik zie het niet meteen. Waarom zou AI (Artificial Intelligence) 5G nodig hebben? Zijn zelfrijdende auto’s in druk stedelijk gebied sowieso een goed en uitvoerbaar idee? Waarom zou een drone 5G nodig hebben? En het Internet of Things komt in elk geval mijn huis niet in.

Anderzijds zijn er grote nadelen.
De 3,5Ghz-zenders halen enkele tientallen tot honderden meter. Als je bijvoorbeeld een autoweg wilt afdekken met zelfrijdende auto’s, moet er om de 200m een station hangen (mits vrij uitzicht en geen bomen), en wel dicht op de weg. “5G-netwerk wordt planologische nachtmerrie” kopte het Financieel Dagblad op 06 april 2019. En programmadirecteur Verhagen van Arcadis liet op dezelfde plek zien dat op een stukje Stationskwartier in Amersfoort, waar nu 17 stations staan, er straks 130 staan.

De datasector is de snelst groeiende energievreter van Nederland, mogelijk nog sneller dan de luchtvaart. In twee jaar verdubbelt de stroomvraag en nu is het dataverkeer, all in, volgens de IEA goed voor 2% van het mondiale stroomverbruik.
In How to stop data centres from gobbling up the world’s electricity wordt in Nature een studie aangehaald ( www.nature.com/articles/d41586-018-06610-y ) van onderzoekers van de Chinese telecomgigant Huawei. Zij voorspellen dat de ICT-sector in 2030 mogelijk 21 procent van alle elektriciteit verbruikt.

En het gaat miljarden kosten. Of deze investering nu de dringendste is in het post-Coronatijdperk?

De situatie vraagt niet zozeer om medische paniekverhalen die nergens voor nodig zijn (die leiden alleen maar af), maar om een goede politieke kosten-batenanalyse. En wat mijzelf betreft, is dat geen gelopen race.

De weersvoorspelling geschaad
Een groot nadeel, wat in de pers slechts beperkt aan de orde gekomen is, is dat het 5G-systeem de kwaliteit van de weersvoorspelling kan aantasten. Ik ken slechts een (goed) artikel uit de NRC ( www.nrc.nl/nieuws/2019/05/24/de-weerman-wordt-gestoord-door-5g-a3961467 ). Nature zei hetzelfde ( www.nature.com/articles/d41586-019-01305-4 ).

Dit heeft allemaal te maken met de hoogste frequentie van 5G, die van 26GHz. Die er niet is en, als het aan mij ligt, niet gaat komen. Maar het ligt niet aan mij, want in november 2019 is het besluit al genomen tijdens de World Radiocommunication Conference in Sharm El-Sheikh.

Het zit zo.
Satellieten meten de hoeveelheid water in de atmosfeer. Dat is van zeer groot belang voor de weersvoorspelling. De waterdamp geeft een zwak signaal op 23,8GHz.
De FCC (van de VS) heeft een frequentieband tussen de 24,25 en 24,45GHZ, en een band 24,75-25,25GHz geveild. Als een zender in de onderste band zich slecht gedraagt, stoort hij in het waterdampgebied en ziet de satelliet hem voor waterdamp aan. Zoiets als wanneer je de muziek van je buren door je eigen muziek heen hoort.
De combinatie kan als de waterdampband en de communicatieband afdoende van elkaar gescheiden zijn. Dat wordt uitgedrukt in de eenheid decibel Watt. De WMO )World Meteorological Organisation) eiste de waarde -55, de EU eiste -42, en de VS -20 (hetgeen betekent dat de VS ruim 150* zoveel ruis toe staat dan de EU).
De waarde werd na maanden bittere gevechten tot 01 sept 2027 -33, en daarna -39 decibel Watt. Tot 2027 soepel, want dan kan de industrie vast zijn netwerken opbouwen.
Algemeen wordt dit geïnterpreteerd als dat het weerbericht verloren heeft. De WMO heeft een ‘statement of concern’ in de notulen van de conferentie gezet.

Blijkbaar gelooft de WMO er niet zo in dat de 26GHz-straling binnenshuis blijft, zoals het plaatje van het Kenniscentrum

Nog eens de niet-medische discussie
De Nederlandse politiek zou er verstandig aan doen om de verdere ontwikkeling nauwlettend en kritisch te volgen.

Een dagje zeespiegelstijging

Niet iedereen zal mijn opvatting over een gezellig dagje Amsterdam delen.
Ik had een uitnodiging voor het symposium van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen) om op 02 maart 2020 een symposium bij te wonen over de zeespiegelstijging. Ik sta op hun mailinglist en ik zit met enige regelmaat in het Trippenhuis.

Bangladesh

Kadir van Lohuizen
Het was eind van de middag en dat bood de gelegenheid om ’s morgens naar Rising Tide te gaan, de fototentoonstelling over hetzelfde onderwerp van Kadir van Lohuizen. Die is onder andere bekend om monumentale fotoseries over natuurverschijnselen en de zeespiegelstijging is er daar een van. Hij heeft er beroemde prijzen mee gehaald.
In de aangrenzende ruimte is een tentoonstelling over de Nederlandse expedities naar de Noordelijke zeeën (waaronder die van Willem Barendtsz), een onderwerp dat vanwege de klimaatverandering om andere redenen ook weer actueel is. Die ook de moeite waard, maar ik schrijf er nu niet over.
Sowieso is het Scheepvaartmuseum goed en het zit in een interessant gebouw.
De tentoonstelling over de zeespiegel duurt t/m 10 mei 2020, als Corona dat toestaat. Controleer of het Scheepvaartmuseum open is.
Stom genoeg heeft het Scheepvaartmuseum geen catalogus en geen inkooplijst van de fototentoonstelling. Elders op Internet is meer te vinden, zie bijvoorbeeld www.noorimages.com/lok-where-will-we-go#uk . Kijk daar ook eens naar de foto’s van Miami.

Terschelling bij een NW-storm
De veerboot bij Terschelling

Een stijgende zeespiegel richt schade aan door de overstroming zelf (vaak in combinatie met andere oorzaken als stormen of bodeminklinking), maar ook door verzilting en kusterosie.

De entree van de tentoonstelling gaat over de Groenlandse ijskap. Die smelt steeds harder (en is goed voor 7 m zeespiegelstijging). Van Lohuizen is onder andere in een onder het ijs-laboratorium geweest.

Onderzoek aan Groenlandse ijskernen

Arme landen hebben het meest te lijden van een klimaatverandering die ze niet zelf veroorzaakt hebben, maar ook in ontwikkelde landen heeft Van Lohuizen verzilting en kusterosie in beeld weten te brengen (oa snelle erosie aan de Engelse Yorkshirekust, twee meter eraf per jaar, huiseigenaren nauwelijks compensatie).

Van Lohuizen woont op een zeilwaardige tjalk.

Het symposium Zeespiegelstijging
Daar spraken:

  • Michiel van den Broeke, hoogleraar polaire meteorologie, Universiteit van Utrecht
  • Erwin Lambert, onderzoeker meteorologie, Universiteit van Utrecht
  • Marjolijn Haasnoot, onderzoeker waterbeheer, Deltares, associate professor Universiteit van Utrecht

Van den Broeke sprak over het smeltende landijs en de mondiaal gemiddelde zeespiegelstijging die daar het gevolg van is. Zie

Lambert sprak over de regionale verschillen in de zeespiegelstijging en over extreme waterstanden (presentatie nog niet beschikbaar)

Haasnoot sprak over adaptatie aan zeespiegelstijging in laag gelegen kustgebieden. Zie


Het GRACEFO-satellietenpaar (in de wetenschappelijke volksmond ook  wel Tom en Jerry)
By NASA – https://gracefo.jpl.nasa.gov/mission/overview/, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=70619532

Van den Broeke: Nauwkeurige kennis over het volume van de ijskappen (en de veranderingen daarin) bestaat nog maar kort. Toen het IPCC begon, in 1990, was er alleen nog maar ruwe kennis.
Dank zijn de GRACE- en zijn opvolger, het GRACE FO-satellietenpaar, die zwaartekrachtafwijkingen van het gemiddelde onderzoeken, zijn deze grootheden duizend keer zo nauwkeurig gemeten. Ook de zwaartekrachtafwijkingen, die het gevolg zijn van de grote ijskappen.
Vandaar dat de kennis van de ijskappen revolutionair verbeterd is, en dat blijkt geen geruststelling. Hieronder de eerste poging van het IPCC in 1990 en de feitelijke satellietmetingen sinds 1995.

De bovenste grafiek geeft het veranderingstempo van de massa van de ijskappen in Gton/y , waarbij het uitgangspunt is dat de ijskap op Antarctica ongeveer 23 miljoen Gton is en die op Groenland ongeveer 2,7 miljoen Gton.
Zie ook www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/de-groenlandse-ijskap-smelt-steeds-sneller .

Al met al wist het IPCC in 2019 heel wat meer, en dat resulteerde in de meest recente prognose van de stijgende zeespiegel, die uit 2019.
De gestippelde horizontale lijn is de 0,40m zeespiegelstijging, waarmee de Oosterscheldedam rekening houdt.

Lambert ging op regionale effecten in.
Waar Van den Broeke als het ware uitlegt dat het NAP verandert, had Lambert (afkomstig uit het laaggelegen Terneuzen) het over lokale veranderingen t.o.v. NAP.

Anders dan vaak gedacht, is de zeespiegel niet perfect vlak. De massa van de Groenlandse en de Antarctische ijskap heeft een zijwaartse zwaartekracht, waardoor die water van elders naar zich toe trekt. In Nederland staat het water daardoor normaliter iets hoger dan gemiddeld door de Groenlandse ijskap en iets lager dan gemiddeld door die van Antarctica.
Ook veert Scandinavië  nog steeds terug, nu de last van het ijs erop verdwenen is.
Ook klinkt het veen nog steeds in.
Deze oorzaken leiden tot effecten die op verschillende plaatsen in Nederland verschillen.

Over deze trage effecten heen komen de heftige effecten van stormvloeden. Er is een statistische curve tussen de extra verhouding bij Hoek van Holland en de kans, dat deze per jaar voorkomt. Bij de Watersnoodramp in 1953 stond het water 3,85m boven NAP.

Lambert ging op deze extreme situaties in. Helaas heeft hij zijn presentatie nog niet ter beschikking gesteld, waardoor ik het met een scheve foto moet doen. De horizontale as is dezelfde, maar andersom geformuleerd. Deze schaal is logarithmisch!

Waarschijnlijkheid van hoogwaterstanden bij Hoek van Holland

De gele lijn is de huidige standaardcurve met omhoog de waterhoogte en naar rechts de kans dat die voorkomt. De gele stip is de watersnoodramp.
Bij een optimistisch klimaatscenario (in vaktermen RCP2.6) wordt de 3,85m van de watersnood zeven maal vaker gehaald, in het RCP8.5 (elk klimaatbeleid ontbreekt) wordt deze hoogte 40* zo vaak gehaald.

Gevolgen van hogere zeespiegel volgens Deltares

Haasnoot besprak diverse adaptatievoorstellen. Als de zeespiegel stijgt, wat doe je dan? Een typisch Nederlandse vraag.

Eerst (in een soort zoekplaatje) de gevolgen van een zeespiegelstijging van een aangegeven aantal meter.

  • Bij een stijging van 1,0, moet de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg 3 maal per jaar dicht, bij een stijging van 1,5m 30*
  • Vanaf +0,65m moet er relatief één pomp aanstaan die water uit het IJsselmeer pompt, bij +1,75m moeten dat er acht zijn
  • Het Gouda-verhaal heeft te maken met de verzilting, die bij hogere zeespiegel steeds verder landinwaarts oprukt.
Als de stijging van de zeespiegel versnelt, zijn technische maatregelen steeds korter bruikbaar

Uiteindelijk werkt men bij Deltares met vier fundamentele scenario’s. ook weer een zoekplaatje:

  • Beschermen gesloten: de kust helemaal dichtmaken. Dat heeft een paar kleine problemen, zoals dat de rivieren over die afsluiting heen gepompt moeten worden en dat Rotterdam geen haven meer is. Het zou wel fijn zijn als België en Duitsland ook meededen.
  • Beschermen open is een verhevigde versie van wat we nu doen: kustdijken en rivierdijken ophogen over grote afstanden
  • Zeewaarts betekent de aanval kiezen: delen van de zee, al dan niet gedempt, gebruiken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
  • Meebewegen betekent een deel van het land opgeven en kijken of je het ondergelopen deel nog zinvol kunt gebruiken.

‘We hebben de tijd’ zegt Haasnoot ‘maar we hebben geen tijd te verliezen’.

Het water komt – ook in Brabant

Dynamiek van de Thwaites-gletscher

Mondiaal
De zeespiegelstijging wordt door nieuw wetenschappelijk werk de laatste jaren steeds hoger ingeschat.

Het IPCC hield het in AR5, in 2014 en in het RCP4.5-pad dat in 2050 uitkomt op +2°C , op 27cm (later meer). Voor een handzaam overzicht zie https://en.wikipedia.org/wiki/Representative_Concentration_Pathway .

Maar na 2014 heeft zich veel research gericht op een tot dan toe grote onbekende, de dynamiek van de ijskappen van met name Groenland en Antarctica. Dat stemt niet vrolijk. Het afsmelten gaat, mede vanwege mechanismes die tot dan toe onderschat waren, veel sneller dan gedacht.
Bovenstaande foto is van de Thwaites-gletscher op Antarctica. Die wordt nu tegengehouden door een soort verborgen kustgebergte (hij schuift als het ware bergop). Maar de gletscher wordt van onderaf aangevreten. Vroeg of laat zal hij zich terugtrekken tot de volgende richel. Als de complete gletscher zou verdwijnen, is dat over enkele eeuwen goed voor drie meter zeespiegelstijging. Zie www.sciencedirect.com/science/article/pii/S092181811630491X , een openbaar onderzoek uit 2017.

Uit Contribution of Antarctica to past and future sea-level rise, deConto en Pollard, Nature 2016.
GMSL staat voor Global Mean Sea Level, δvoor verandering, en PAL voor Pre-industrial Atmospheric Level = 280pp, CO2,eq .

In hetzelfde RCP4.5 komt in bovenstaande publicatie, alleen door Antarctica, op meters uit. Daarnaast bestaan er andere oorzaken zoals de uitzetting van de opwarmende oceanen, maar die zijn al langer bekend.

Nederland
De geleerden worden zenuwachtig- de politiek en de publieke opinie helaas nog niet genoeg. Het KNMI spreekt nu in termen van meters (bijv. bijna 3 meter in 2100), en later nog meer.

De Deltawerken hielden in hun ontwerp rekening met een zeespiegelstijging van 40cm.

In de discussies werkt een zeespiegelstijging van twee meter als een soort omslagpunt. Onder die waarde zou het met paardenmiddelen nog moeten lukken om de grote rivieren door Nederland heen in zee te krijgen. Daarboven rijzen grote vraagtekens of het nog lukt om Nederland boven water te houden. Grote delen van Nederland zouden moeten worden prijsgegeven.

Die discussie barst nu los.

De Waal bij Ochten

Men herinnert zich dat 25 jaar geleden (31 jan 1995) het Rivierenland gedwongen moest worden geëvacueerd omdat de rivierdijken op springen stonden.

Deltares heeft vier noodscenario’s ontwikkeld om over het ondenkbare na te denken. Moeten huizen gaan drijven? Moet Nederland alleen nog op het hoge zand bouwen? Moet Nederland de hele kust afsluiten en de Rijn en de Maas over de dijk heen pompen? Opvallende vragen, vooralsnog zonder antwoorden.
Zie www.deltares.nl/nl/expertise/overstromingsrisico/ .

Rutger Bregman van de Correspondent heeft een klein boekje uitgebracht, waarin hij terugkijkt op de Watersnoodramp van 1953, en waarin hij geleerden interviewt over wat te doen onder en boven de twee meter. De taal is radicaal.
Zie https://decorrespondent.nl/10909/hoe-we-ons-pamflet-het-water-komt-gratis-onder-zo-veel-mogelijk-mensen-verspreiden/1198048056183-f35b1804 . De Postcodeloterij maakt het mogelijk om iedere Nederlander gratis een boekje te geven. Moet je doen!

Brabant
Binnen de beperkingen van deze site is het mij niet gegeven om de problematiek van de zeespiegelstijging en de waterveiligheid uitputtend te bespreken. Ik beperk me tot de focus van deze site, en dat is Brabant.

Overigens is ook Brabant bij de Watersnoodramp van 1953 getroffen. Minstens 247 mensen kwamen om, waarvan in de huidige gemeente Moerdijk 103 mensen. Fijnaart bijvoorbeeld is zwaar getroffen. Zie www.bndestem.nl/redactie/1953/ .

Er zijn enkele websites die de waterveiligheid in Brabant in kaart brengen.


Climate Central heeft een mondiale, interactieve kaart waarvan onderstaande afbeelding de invulling is voor Noord-Brabant met als kengetallen:

  • 2030
  • Het effect komt alleen van de zee (niveau, stormvloed, getij). Rivieren en neerslag tellen niet mee
  • Alle dijken worden weggedacht
  • Er gebeurt wel wat, maar niet genoeg tegen de opwarming van de aarde
  • De waterhoogte is het gemiddeld zeeniveau plus een vloed die hooguit eens per jaar voorkomt. Bij de Maeslantkering bij Hoek van Holland is dat 2,4m.
    De voorbereidingen tot sluiting beginnen als het water in Rotterdam op 2,60m boven NAP staat, en de sluiting moet voltooid zijn bij +3,0 m NAP.
  • Halverwege tussen geluk en pech

De kengetallen kunnen aangepast worden.

Risicogebieden volgens Climate Central bij 2,4m boven NAP

Het Inter Provinciaal Overleg (IPO) heeft een risicokaart uitgebracht voor allerlei soorten risico’s, waaronder overstromingen. Zie www.risicokaart.nl/welke-risicos-zijn-er/risico-overstroming en https://flamingo.bij12.nl/risicokaart-viewer/app/Risicokaart-openbaar . Ook deze website-kaart is interactief.
Hieronder is gekozen voor het kengetal “middelgroot risico” , wat gedefinieerd is als eens per honderd jaar (“zeer klein” is eens per 10.000 jaar, “klein” is eens per 1000 jaar en “groot” is eens per 10 jaar).

Dit risico komt vooral door de rivieren. Overstromingen vanuit zee zie je pas op de kaart bij het kengetal “eens per 10.000 jaar) . Blijkbaar is de kans op falen van de rivierdijken groter dan de kans op falen van de zeeweringen.

Overstromingsrisico volgens de Risicokaart bij kans van 1 op 100 jaar

De risicokaart is niet meteen geschikt voor het grote publiek en bovendien staat er niet bij wat mensen moeten doen bij een overstroming.
Daarom heeft de regering de Risicokaart, waar het om overstroming gaat, laten bewerken tot de app “Overstroom ik”. Zie https://overstroomik.nl/ .
Mensen kunnen daar hun postcode invullen en krijgen dan in essentie bovenstaande kaart in tekstvorm. Hieronder een voorbeeld na invulling van postcode 5213VC (de Acaciasingel in Den Bosch).

Omdat de app op de Risicokaart gebaseerd is, zal de wazige aanduiding ‘10% tijdens je leven’ wel betekenen een risico van eens in de honderd jaar. Omdat de overstroming zich alleen voor doet als de dijken breken (in dit geval de rivierdijken), is dat dus tevens de kans dat dat gebeurt.

Het scherm van de Acaciasingel in Den Bosch. Bedoeld lijkt een kans van 1 op 100 jaar.

Vrouwendag over klimaat, gezondheid en armoede

De Stichting Samen voor Gezondheid van Vrouwen (Stichting SGV) had mij gevraagd om, ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag, op vrijdag 15 maart een verhaal te houden over klimaatverandering, gezondheid en armoede. Voorwaar een ruim geformuleerde opdracht, waarbij keuzes gemaakt moesten worden.

Dagvoorzitter was het Eindhovense GroenLinks-gemeenteraadslid Jeanette Vos.

Inleiding door de organisator
Organisator was Firouzeh Hamidian Rad.
Ze blikte terug op de geschiedenis van de Internationale Vrouwendag. Nog steeds treffen veel voorkomende verschillen (arm-rijk; flex-vast;een-meeroudergezin) onevenredig vaak de vrouw.
Ziektes hebben niet alleen een lichamelijke component, maar ook een sociale en culturele.
Vandaar een verhaal over de klimaatdreigingen, toegesneden op dit kader.

Mijn presentatie
Ik heb de presentatie laten lopen langs de lijn eerst uitleg hoe klimaatverandering ontstaat, dan via de verslappende en meanderende straalstroom en en de hoge en lage drukgebieden, naar extreem weer.

OPtreden bij de Internationale Vrouwendag over Klimaat en gezondheid

De overstroming in Tilburg van 28 juli 2014 en de bijbehorende verzekeringsoverwegingen kwamen aan de orde (je zult daar maar parket gehad hebben…), evenals de verwoestende hagelbui in Luijksgestel e.o. uit 2016. Zie ook “Tilburg en het noodweer van 28 juli 2014 – update dd 1okt2015” en de hagelstorm van 23 juni 2016 .
Ter afsluiting een sheet met wat zelfhulptips bij verzekeringen.

Bak met puin tijdens reparatie (eigen foto 26 juli 2016 Luijksgestel)

Verder iets over de energielasten, met o.a. de SP-actie in De Geestenberg als voorbeeld. Net de dag van tevoren was het PBL-advies gepubliceerd, maar dat had ik nog maar heel oppervlakkig kunnen bekijken bij het voorbereiden van de presentatie.
De energietarieven zullen, hoe dan ook, stijgen, dus het verbruik moet omlaag. Zie ook Verbetering en verduurzaming huurwoningen Eindhovense wijk De Geestenberg gewenst .

Hierna een sheet over extra sterfte door hittegolven, en over een sheet over oprukkende infectieziektes en slachtoffers van hittegolven.

Uit The Lancet, The 2018 report of the Lancet Countdown on health and
climate change. Dengue is een virusziekte die door sommige soorten muggen wordt overgebracht.

Veel informatie is te vinden in ‘The 2018 report of the Lancet Countdown on health and climate change’, te vinden op : www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(18)32594-7/fulltext .

Mijn presentatie is te vinden op Klimaat, gezondheid en armoede_StSGV_15mrt2019 .

Schuldhulpverlening
Joke de Kock uit Tilburg is manager schuldhulpverlening bij de gemeente Tilburg. Haar verhaal ging dan ook over schuldhulpverlening. Het is het bekende verhaal van schuld en schuld op schuld, de overheid als belangrijke schuldige, en hoe individuele mensen omgingen met het objectieve probleem zelf als wel met de bijbehorende emoties.
Ze had geen sheets.

Proberen om de atmosfeer 3D uit te leggen met een kopje als aarde (even weer natuurkundeleraar)

De discussie
Het was een goede discussie.

Men kan het klimaatprobleem micro en macro aankaarten.

Micro is “wat ik kan doen”. Minder vlees eten, minder vliegen, elektrisch rijden, het bekende riedeltje. Met de kanttekening dat duurzaam leven en armoede slecht samengaan, waarmee de link met de schuldhulpverlening gelegd is.

Ik sta er zelf meer macro in: “Verbeter de wereld, begin bij het systeem (en eindig bij jezelf)”. Een goed internationaal spoorwegnet is een systeembesluit, minder vliegen is een individueel besluit.
Het is prima om minder te vliegen, minder vlees te eten enz, maar daarmee alleen red je de wereld niet. Huishoudens gebruiken maar 1/7de deel van de Nederlandse energie en zelfs als alle huishoudens volledig energieneutraal zouden worden, blijft nog steeds de resterende 6/7 de over. Het is èn èn, zoals het publiek terecht opmerkte.

Macro is ook de schaal van de activiteit. Je kunt een handeling als jouw individuele besluit zien (‘ik isoleer mijn spouwmuur’) . Maar je kunt het ook op wijkniveau doen (die het voorbeeld van De Geestenberg) . Dat maakt bijv. leaseconstructies van zonnepanelen mogelijk en kwantumkorting, waardoor een huishouden (armoe of niet) er op vooruit kan gaan.

Nul Op de Meter-gerenoveerde woningen Hof van Egmond Haarlem



Klimaat maakt het bier duurder

Steven Davis van de University of California, Irvine heeft becijferd wat er met de bierprijs gebeurt als de gerst door het klimaat aan extremere droogte of regen wordt blootgesteld. De rampjaren 2014 en 2017, locatie Montana, waren aanleiding.

Steven Davis, Univ. of California, Irvine

Een abstract van het artikel is te vinden op www.nature.com/articles/s41477-018-0263-1 .
Een wat sappiger beschrijving is te vinden op www.scientificamerican.com/article/trouble-brewing-climate-change-closes-in-on-beer-drinkers/ .

Het ging met een drie staps-model.
Het eerste model was een gangbaar klimaatmodel om de kans op extreem natte en droge periodes te schatten bij een stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde met 1,7; 2,6; 3,1 of 4,8°C tussen nu en 2100.
Het tweede model was een gerstmodel hoe die plant op die omstandighedenreageert.
Het derde model is economisch, hoe de bierprijs reageert op schaarste.

Logisch.

Het kan 3 tot 17% in de gerstopbrengst schelen, en dat kan de wereld-gemiddelde bierpijs 15% omhoog jagen. Maar dat kan van land tot land verschillen. Ariel Ortiz-Bobea, een econoom aan Cornell University, zegt in een second opinion ‘dat ze in Frankrijk meer wijn drinken, dus als er minder bier is, stijgt de prijs niet zo’. In Duitsland ligt dat anders.

Iers bier _ www.flickr.com/photos/sami73 op Wikipedia

Maar het ergste rampscenario speelt zich af in Ierland, waar het bier, volgens het gruwelijkste scenario, 193% duurder wordt.

Het kon nog wel eens erger tegenvallen, zegt Davis. Behalve schaarser, worden gerstekorrels ook slechter. En nog niet onderzocht is wat de hop doet. Dus mogelijk gaat het bier ook slechter smaken.

Nu bestaan er grotere problemen dan de bierprijs. Maar het verhaal staat voor een algemene trend, aldus Ortiz-Bobea: het wordt een monumentale uitdaging om de boerderijen tegen weerrampen te beschermen. Het kon wel eens hele vervelend worden.

En dan heb je geen bier meer.

Orkaan Michael bespringt Florida

De NOAA (zeg maar het Amerikaanse KNMI) houdt om voor de hand liggende redenen routinematig bij wat hurricanes doen.

Op hun Twitterdomein onderstaand filmpje van de orkaan Michael, die op 10 Oktober Florida trof.
Het is onderdeel van een pagina van de Scientific American online www.scientificamerican.com/article/why-did-hurricane-michael-rev-up-to-category-4-so-quickly .
Het merkwaardige is dat Michael in 24 uur tijd toe nam van een categorie 2 tot een net geen categorie 5- orkaan. Soms gebeurt dat en de geleerden proberen koortsachtig te snappen hoe dat komt.
Het is lastig de details van de ontwikkeling van een orkaan te programmeren, omdat het (in wiskundige zin) een chaotisch systeem is. Kleine inputverschillen kunnen tot grote, en in praktijk moeilijk of niet voorspelbare, outputverschillen leiden. Maar er wordt vooruitgang geboekt.

Normaliter duwen in october de koudefronten al koude en droge lucht over het zuiden, maar nu niet. Nu bleef een zwakke zuidelijke en vochtige stroming dominant waarin zich makkelijk wervelstormen ontwikkelen. Dat is een ongewone situatie.
De zeewatertemperatuur, die met zijn energie de orkanen voedt, was op een ongewoon laat tijdstip nog ongewoon hoog.

De klimaatverandering aan het werk?

De links in de tweet leiden naar informatieve websites.

Klimaatverandering dreunt door in het voetbal



Ik organiseer als vrijwilliger oefenwedstrijden voor Unitas’59, de grootste Eindhovense amateurvereniging met onwaarschijnlijk veel jeugdteams (en in het bezit van één kunstgrasveld). Ik ben daarom lid van de KNVB en ik krijg tegenwoordig met enige regelmaat columns binnen van Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal van de KNVB. Die schrijft over het algemeen trouwens verstandige taal.

De column die ik op 04 september 2018 binnenkreeg, past in de thematiek van deze site. Hij gaat namelijk over de langdurige droogte en de gevolgen daarvan voor de velden, en de gevolgen daar weer van voor de competitie.”In een aantal regio’s zakt het grondwaterpeil zo snel, dat het verboden is om te sproeien en iedere dag kondigen er wel een paar gemeenten aan, dat er vanwege de droogte niet meer gevoetbald mag worden. Op de velden waar men wel kan beregenen, probeert een leger vrijwilligers in de nachtelijke uren de schade zo beperkt mogelijk te houden en de velden van water te voorzien. Gemeenten die de beregening van hun accommodatie aan clubs overlaten, blijken hen te weinig haspels en water te verstrekken.” schrijft Van der Zee.

Door die enorme inzet en omdat de clubs zich uiterst flexibel opstellen, hoeft de competitie niet in zijn geheel te worden uitgesteld, meldt de column.
Verder wordt geobserveerd dat de grasvelden op het platteland er beter bij liggen dan in de stedelijke gebieden. Het Urban Heat Effect?

Eind augustus mailt Patrick Balemans, grasspecialist en accommodatie-adviseur bij de KNVB, “ … pleit voor bewustwording van de gevolgen van de klimaatverandering voor het voetbal en legt mij uit, dat wetenschappers voor de komende vier jaar nog meer ongewone warmte voorspellen, extreme koude en heftige regenbuien. Die ontwikkeling vergt specialistische kennis en een andere benadering van het onderhoud aan de velden. Daarnaast is versneld onderzoek nodig naar een mix van kunst- en natuurgrasvelden. Want één ding is zeker; het weer hebben we niet in de hand, maar we kunnen er wel op voorbereid zijn.”.

De volledige tekst van de column is te vinden op http://knvb.m3.mailplus.nl/genericservice/code/servlet/React?encId=Hqhwr6YEvyaXYkT&actId=365652&command=openhtml .

Ophelia

Op Facebook stelde iemand mij de vraag of de tropische storm Ophelia, die op maandag 16 oktober Ierland teisterde, door de klimaatverandering veroorzaakt was. Ik heb er op geantwoord en ook iemand anders op Facebook gaf informatie.

Een post-tropische orkaan bij Ierland is zeldzaam, maar niet helemaal uniek. In 1961 trof de orkaan Debbie Ierland en die volgde grofweg hetzelfde parcours. Voor zover men dat weet: in die tijd bestonden er nog geen satellieten en was de cycloonwaarneming vooral van toeval afhankelijk. Ze waren Debbie een tijd kwijt en vonden haar toevallig terug, omdat er een vliegtuig in de buurt kwam. Daarom was Ierland er toen niet op voorbereid. Daardoor doodde Debbie 18 mensen in Ierland. Doordat Ierland nu wel op tijd gewaarschuwd was, was het land beter voorbereid en bleef het dodentel beperkt tot 3.
Er is een goed Wikipedia-artikel, nl https://en.wikipedia.org/wiki/Hurricane_Debbie_(1961) . Vóór Debbie is er geen andere post-tropische orkaan bij Ierland gesignaleerd, maar de vraag is of die als zodanig gesignaleerd had kunnen worden. De locaties van categorie 3-orkanen wordt pas sinds 1851 bijgehouden.

Ligging van alle cat3-orkanen in de Atlantische Oceaan van 1851-2016)

De andere persoon, die bijdroeg aan de Facebook-discussie, meldde dat inderdaad bij De Azoren de oceaan rond de 2ºC warmer dan gemiddeld, en voor de kust van Ierland nog maar 0,5ºC . Maar, meldde hij, bij Engeland was de zee rond de 15ºC en dat was bij lange na niet de 27ºC, die nodig is voor de vorming en uitdieping van de tropische cycloon. Mijns inziens had de hogere zeewatertemperatuur er wel toe bijdragen dat de orkaan langzamer uitdooft.

Mijn conclusie is dat een statistiek van twee gebeurtenissen geen statistiek is, en dat dus vooralsnog Ophelia toeval is.

Temperatuurafwijking van het oceaanwater op 10 okt 2017 (KNMI)

Inmiddels heeft het KNMI een verklaring uitgebracht. Die staat op www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/zeldzame-orkaan-ophelia-bij-ierland .
Het KNMI zegt dat Ophelia haar tropische warme en vochtige kern nog niet helemaal kwijt was, en vervolgens ook energie kreeg uit de gebruikelijke stormprocessen op onze breedtegraad. Daardoor had Ophelia als het ware twee energiebronnen.
Het KNMI had in 2013 al eens een storm gemodelleerd die heel erg op Ophelia leek. Alleen hadden ze die op basis van de toenmalige waarschijnlijkheden pas rond 2090 verwacht.
Het KNMI doet geen uitspraak of Ophelia wel of geen toeval was.

Naast Ierland trof de Oostflank van de storm Portugal. Dat leidde daar tot een krachtige Zuidenwind. In combinatie met de extreme en langdurige droogte, en ook vanwege de vele eucalyptusbomen die in de Portugese bossen aangeplant zijn, leidde die win tot enorme bosbranden. De rook omhulde in Nederland de zon.
Die bosbranden zijn in elk geval wel een klimaateffect. Dat verband wordt door velen al langer gelegd. Zie Canadese bosbranden mede door klimaatverandering .

Klimaat is slecht voor het vliegen!

Poëtische gerechtigheid?
Dat vliegen slecht voor het klimaat is, is in deze kolommen al uitvoerig betoogd.

Ironisch is dat het omgekeerde ook waar is. De New York Times wijdde er twee artikelen aan (www.nytimes.com/2017/09/30/business/airports-climate-change-global-warming.html en www.nytimes.com/2017/06/20/business/flying-climate-change.html?_r=0 ) . Vooral de bijbehorende extreem hoge temperaturen zijn de schuldige.

Het kan gaan om tragikomische incidenten dat de sterk gestegen temperatuur het asfalt van de startbaan doet smelten of het beton doet bobbelen, of andersom, dat de startbaan eerst op de permafrost lag.
Of dat bij geparkeerde vliegtuigen in Kuwait de elektronica niet meer op gang gebracht kan worden, omdat de cockpittemperatuur boven de veiligheidslimieten gestegen is.
Het is bijna een poëtisch soort gerechtigheid.

Systematischer effecten – ijlere lucht
Medio juni 2017 konden minstens 40 vliegtuigen niet opstijgen in Phoenix, de woestijnstad in Arizona. Nu het eens niet over ijsberen, maar over vliegtuigen ging, kreeg fenomeen veel aandacht in de pers. Reden: het was te warm. Nu is het uiteraard wel vaker warm in Phoenix, maar niet eerder was het zo vaak zo warm.
De luchthaven moest speciale airco-tenten neerzetten  voor de gezondheid van zijn werknemers in de bagage-afhandeling.

(Temperaturen in graad Fahrenheit)

Als het warmer wordt, daalt de dichtheid van de atmosfeer en dan hebben vliegtuigen in gelijkblijvende overige omstandigheden minder lift. Dat is een bekend fysisch gegeven. Binnen zekere grenzen kan de piloot daarmee dealen, bijvoorbeeld door minder gewicht mee te nemen. Maar het houdt een keer op en voor kleinere straalvliegtuigen is dat bij 118°F. Dan kunnen ze niet meer omhoog of omlaag. En het was 120°F. Bij Boeings en Airbussen kan het wat meer lijden, resp. 126 en 127°F.
Voor meer uitleg, zie www.forbes.com/sites/the-science-of-why-its-too-hot-for-some-planes-to-fly-in-the-sw-us .

Je hebt er tabellen voor. Deze is van de Mystère Falcon.
Als je vliegtuig 15100 kg weegt (de dikke lijn), mag het op zeeniveau hooguit 28°C zijn. Phoenix ligt op 1000 feet , dus 25°C. Als het vliegtuig lichter is, kan het meer lijden.

Als tenminste de startbaan lang genoeg is, een ander probleem. De aanpassing van vliegvelden door langere startbanen kost wereldwijd miljarden. Als die verlenging al mogelijk is, want soms is het vliegveld zodanig ingebouwd dat het niet meer kan. De NYT noemt La Guardia in New York als voorbeeld.

Het klinkt allemaal nog niet zo schokkend, maar een halve procent minder gewicht op een Boeing 737-800 betekent drie passagiers met bagage op de 160. In een moorddadig concurrerende sector als de luchtvaart is dat veel.
En het kan om een procent of vier gaan gaan.

Systematischer effecten: ligging aan zee
Eurocontrol in Brussel (dat over de Europese luchtverkeersleiding gaat) heeft in 2009 uitgezocht dat ruim 30 Europese vliegvelden aan zee of in een riviervlakte liggen. Dat kan een probleem worden als de zee deze eeuw twee meter stijgt, zoals verwacht wordt. Maar oko al voor die tijd zullen de startbanen vaker onder water staan.
Schiphol ligt ruim 3 meter onder zeeniveau.
Alle nieuwe Noorse startbanen moeten minstens 23 voet boven zee liggen (ca 7 meter).

Systematischer affecten: turbulentie en de jet stream
Men verwacht dat in de toekomst de jet stream, die op 10 km hoogte altijd west -> oost waait, turbulenter wordt en harder gaat waaien. Veel vliegtuigen hebben daar mee te maken. Het gaat vaker van hotseknots.
Als je naar het westen vliegt, ga je langzamer dan tot nu toe, vlieg je oostwaarts, dan ga je sneller. Maar het voordeel is kleiner dan het nadeel.

De jet stream op 10 oktober 2017

Al met al
voelt de luchtvaart de effecten van de problemen, die ze zelf heeft helpen veroorzaken. Mogelijk een troost, maar toch een schrale want de problemen zijn met techniek en veel geld oplosbaar. Geld, dat de sector ongetwijfeld niet zelf wil betalen.
Het beste, dat gebeuren kan, is dat het vliegen duurder wordt en dat de sector zichzelf op die manier afknijpt.

Een voedselbos in een stuwmeer

Milieudefensie Eindhoven heeft een excursie georganiseerd naar het gebied Aanschotse Beemden, een mooi stuk Eindhoven waar ik tot mijn schande nog niet eerder geweest was. Tijdens de excursie werd vakkundig commentaar gegeven door de (thans gepensioneerde) stads-
ecoloog Leonhard Schrofer, die nauw betrokken is geweest bij de planvorming.
Er liepen een dozijn mensen mee.

Waar ligt het?
Hieronder de ligging in Noord-Eindhoven. Je kunt er het beste komen door om het Revalidatiecentrum heen te fietsen, de Toledolaan af, tot die weg bij een keerlus ophoudt.

De Groote Beek
Door het gebied loopt de Groote Beek (tevens de oude naam van de psychiatrische inrichting die stroomopwaarts ligt). De waterloop is niet natuurlijk, maar in de 19de eeuw gegraven ten behoeve van de afwatering voor de landbouw. Het is nu best wel een mooi watertje geworden.

Er komt wat kwelwater omhoog in het gebied.
Het is onderdeel van de Ecologische Hoofd Structuur.

De Groote Beek

Voor dit gebied is een ontwikkelproject gestart (inmiddels grotendeels afgerond), waarin een aantal doelen tegelijk gerealiseerd worden: waterbeheersing, natuur, recreatie, en landbouw en cultuurhistorie.

Voedselbos, landbouw en recreatie
De trekker van de excursie was het “Voedselbos”. Dat is een opkomende populaire trend. Een ander park, het Philips-de Jong park is populair bij Nederlandse families met een Turkse achtergrond omdat je er kunt plukken.
Ook in de Aanschotse Beemden zijn voedselbomen aangeplant: zeven tamme kastanjes, acht appelbomen (Sterappels en Brabantse Bellefleur), 3 walnootbomen en twee pruimebomen (Reine Claude Vert). Alleen zijn die nog niet zo groot, dus verwacht er niet meteen wagonladingen oogst van. Verder staan er heel veel hazelaars (waar ook wat aan komt), maar die groeien er vanzelf.

Appelbloesem

Landbouw is een groot woord, maar het plukken wordt zeer zeker aangename recreatie. En als er niks aan de vruchtbomen zit, is het nog steeds een fiets- en wandelgebied dat zeer de moeite waard is.

Ten behoeve van de ‘echte’ landbouw wordt de vroegere rechthoekige kampstructuur weer teruggebracht. Enige landbouw en veeteelt is toegestaan, mits ecologisch.

Er staan heel veel populieren en die zijn er ooit neergezet voor de exploitatie. “Neergezet” is het juiste woord, want de populier is in Brabant niet inheems. Je kunt dat ook een soort landbouw noemen. Die ziet er wel mooi uit. Populieren worden niet oud, dus als je een ander soort bos wilt, hoeft dat geen eeuwigheid te duren. Er zijn inmiddels jonge essen aangeplant.
Als het bos eenmaal gevarieerd genoeg is, is er nog nauwelijks beheer nodig. Goed natuurbeheer kan geld besparen.

Er is met de omwonenden in Blixembosch overlegd hoe men het wilde. Op een paar plaatsen moesten de populieren weg want ze namen de zon weg, op andere moesten ze blijven staan want dat ruiste zo lekker.

Natuur
De beoogde natuurtypes.

De beoogde natuurtypen

Het hooiland wordt periodiek gemaaid en wordt blauwgrasland. De eerste orchideeën beginnen op te komen.

In het gebied liggen acht poeltjes. Daar zitten salamanders in (oa Alpenwatersalamanders) en daarom geen muggen (want de salamanders eten de muggen op) en geen vis (want anders eten de vissen de salamandereitjes op). Om dat laatste moeten de poeltjes af en toe droogvallen.
Dertig van de zestig Eindhovense basisscholen hebben een poel geadopteerd – een unieke situatie. Dat was zo populair, dat men om financiele redenen een tijd lang een wachtlijst heeft moeten hanteren. De kinderen helpen in het voorjaar mee met een inventarisatie en doen in het najaar symbolisch klein onderhoud.

In dit soort stobben hebben twee paar ijsvogels gebroed.

Een mooie sleedoorn

Waterbeheer
Het gebied dient ook om piekafvoeren van de gescheiden riolering van de omringende nieuwbouw af te voeren. Er moet een stuwtje komen in de Groote Beek (van afstand bediend), waardoor het gebied bij heftige regenval eigenlijk een groot, maar ondiep stuwmeer wordt. Er moet 20.000m3 in kunnen. Het binnenstromende water loopt ter zuivering door een helofytenfilter (riet met actieve slibbacteriën). Het riet wordt een meter of vier hoog en in de winter gemaaid en afgevoerd.

Ondanks dat het na een plensbui een kleine binnenzee wordt, kun je er toch wandelen. De paden zijn verhoogd aangelegd en door het riet-
moeras loopt een knuppelbrug. Aan alles is gedacht!

Hoogwaterafvoer

Er zijn ondiepe sleuven gegraven, evenwijdig aan de beek, waardoor na een plensbui extra afvoercapaciteit ontstaat. Eigenlijk dus een vorm van klimaatadaptatie.