Voor de hand liggend akkoord over biomassa-bijstook in kolencentrales

Het akkoord
De milieuorganisaties en de energiebedrijven hebben overeenstemming bereikt over de condities waaronder houtsnippers als ‘duurzaam’ aangemerkt mogen worden, wanneer ze worden gebruikt als bijstook in kolencentrales. Dat staat in een persbericht van Natuur en Milieu van 13 maart 2015.

Eigenlijk is het een akkoord dat iedereen, die zijn gezond verstand
gebruikt, had kunnen bedenken. Het toeleverende bos moet duurzaam beheerd worden en houtsnippers voor verbranding mogen slechts een bijproduct van de houtopbrengst zijn. Er worden concrete maatregelen genoemd (zoals een certificeringssysteem) om een en ander waar te maken.
Onder die beperkingen is snipperhout goed voor 1,2% van de Nederlandse energieproductie.

De bepalingen van het akkoord (in een presentatie van M.Junginger)
De bepalingen van het akkoord (in een presentatie van M.Junginger)

Het akkoord in context
Ik kwam voor het (op afvalhout draaiende) Biomassaplein van de gemeente Boxtel ook ongeveer op een dergelijk getal uit (zie Energieneutraal Boxtel: goede intenties, onzekere plannen) . Een opmerkelijk toeval.

Het zojuist gesloten akkoord betekent de facto een standpuntbepaling in de discussie tussen Faaij enerzijds en Katan e.a. anderzijds. Laatstgenoemden stellen dat “Het verbranden van hout in elektriciteitscentrales  … draagt niet of nauwelijks bij aan de besparing van de CO2 – uitstoot. Daarom zijn ze niet geschikt als middel voor de transitie naar een
duurzame energievoorziening.” (Visiedocument KNAW, zie 150112 Visiedocument biomassa KNAW ) .
Mijn mening is dat Katan e.a. te absoluut zijn in hun oordeel. Er kan wel wat met biomassa en dat is ook welkom, maar de hoeveelheden zijn niet schokkend.
Je kunt hier natuurlijk tegen in brengen dat 1,2% van de energie ‘nauwelijks‘ is en dat bovendien de bespaarde CO2 minder dan die 1,2% is. Dat laatste klopt. Maar dat is het verhaal van duurzame energie in Nederland: het is èn èn èn een heleboel bijdragen, soms kleine.

Je kunt er ook tegen in brengen dat als je het snipperhout aanvoert uit Noord-Amerika, dat ook weer energie kost. Dat klopt. Ik heb dat (op verzoek)  een keer nagerekend voor de Tweede Kamerfractie van de SP. Ik kwam er op uit dat het verslepen van 1 ton luchtdroog hout uit het midden van Canada per trein en boot naar Rotterdam ongeveer 1/6 deel kost van de energie die in dat hout zit. Je zou het dus een brandstof kunnen noemen met een EROEI (Energy Return On Energy Investment) van 5. Dat is (volgens wikipedia) te vergelijken met schaliegas of ethanol uit suikerriet en beter dan de tar sands en biodiesel – reken hier enige onzekerheid bij. Het houdt niet over, maar het is ook niet per definitie verwerpelijk.

De moraal
De moraal is dat energetische redeneringen in het algemeen, en die over biomassa in het bijzonder, moeten starten met een duidelijke begripsdefinitie en een daarop gebaseerde zakelijke analyse, en moeten eindigen met een moreel of politiek oordeel. De omgekeerde volgorde (starten met “Gij zult niet…..”) doet meer kwaad dan goed.

 

Nederland blijft achter op duurzame energiegebied

Het Europese statistische bureau Eurostat heeft het rapport uitgebracht “Europe 2020 indicators – climate change and energy”. De data zijn t/m december 2014 .
Het rapport bestaat uit 22 pagina’s kleine letters met veel grafieken. Het is ondoenlijk om in deze kolommen alles te bespreken. De tekst is te vinden op http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Europe_2020_indicators_-_climate_change_and_energy .

Vandaar een kleine selectie.

De totale hoeveelheid broeikasgassen in de EU

Figure 2: Greenhouse gas emissions, EU-28, 1990-2012 (*) (Index 1990=100) Source: Eurostat online data code (t2020_30)
Figure 2: Greenhouse gas emissions, EU-28, 1990-2012 (*)
(Index 1990=100)       Source: Eurostat online data code

De totale hoeveelheid broeikasgassen in de EU haalt met 20%, uitgaande van 1990 en met 14%, uitgaande van 2005, de zelf gestelde norm die velen niet heel erg ambitieus vinden.
Eurostat legt de oorzaak bij het Emission Trade System (ETS), dat geldt voor elektriciteitscentrales, fabrieken en het vliegen,  en bij het Effort Sharing Decision (ESD) voor alles dat niet onder het ETS valt.
Daarnaast speelt de economische crisis een rol.

Welke landen doen het goed en slecht?

Figure 3: Greenhouse gas emissions per capita, by country, 2005 and 2012 (*) (Tonnes of CO2 equivalent) Source: European Environment Agency
Figure 3: Greenhouse gas emissions per capita, by country, 2005 and 2012 (*)  (Tonnes of CO2 equivalent)    Source: European Environment Agency

Nederland hoort bij de slechtste groep. Ons land loosde in 2005 ca 13,5 ton CO2eq en in 2012 12,5 ton, van welke daling de crisis een deel-oorzaak is. Daarmee zit Nederland aan de verkeerde kant van het EU-gemiddelde.

Het overzicht van het % duurzame energie per land is min of meer het spiegelbeeld van voorgaande grafiek:

Figure 9: Share of renewable energy in gross final energy consumption, by country, 2005 and 2012 (*) (%) Source: Eurostat online data code (t2020_31)
Figure 9: Share of renewable energy in gross final energy consumption, by country, 2005 and 2012 (*)
(%)           Source: Eurostat online data code

Welke sectoren doen het goed en slecht?

Figure 4: Greenhouse gas emissions per sector, EU-28, 1990, 2000, 005, 2012 (Million tonnes of CO2 equivalent) Source: European Environment Agency, Eurostat online data code
Figure 4: Greenhouse gas emissions per sector, EU-28, 1990, 2000, 005, 2012           (Million tonnes of CO2 equivalent)
Source: European Environment Agency, Eurostat online data code

Vooral het transport doet het slecht. Alle andere sectoren spuien minder CO2eq , maar het transport (in 2012 goed voor 19% van de EU-emissies) zat in 2012 14% boven 1990.

Binnen het transport doen de schepen en vooral de vliegtuigen het nog veel slechter. De schepen zaten in 2012 32% boven 1990, en de vliegtuigen zelfs 93%. Dat betekent dat het vliegverkeer in Europa gedurende 22 jaar elk jaar met 3,0% steeg. Netto: dus de bruto groei – de procentuele verbetering = 3,0%.
Vliegen wordt een steeds belangrijker klimaatprobleem.

Biomassa in EU-verband de belangrijkste duurzame bron
In 2012 vormden vaste biobrandstof (zoals hout), afval, biogas en vloeibare biobrandstoffen tweederde van het aanbod aan duurzame energie.
Met respect voor de discussie die hierover in Nederland recentelijk opgeslingerd is tussen Faaij enerzijds en Rabbinge ea anderzijds, is het misschien toch goed om dit gegeven erbij te betrekken en inzake biobrandstoffen niet te snel in de ethische “Gij zult …” mode te schieten.
Goed onderzoek naar wat er wel en niet kan lijkt niet misplaatst.

Burgeroorlog in Syrie mede veroorzaakt door klimaatverandering

In een posting van de Scientific American bespreekt medewerker Mark Fischetti een publicatie in de Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS) in de VS.

De PNAS stelt dat de record-droogte in Syrië van 2006 – 2011 verwoestend werkte op de landbouw. Daardoor werden veel gezinnen tot een trek naar de stad gedwongen. Dat vergrootte de stress die er toch al was vanwege de vluchtelingen vanwege de oorlog in Irak. Deze stelling komt van o.a. Richard Seager van Lamont-Doherty Earth Observatory. “Wij zeggen niet dat de droogte de oorlog veroorzaakte” aldus Seager “maar wel dat hij bovenop andere verzwarende omstandigheden kwam.
Seager zegt ook “dat het hele Midden-Oosten ten gevolge van de klimaatverandering te maken heeft met een droger en heter klimaat.
Het IPCC stelt dat de droogte in het Midden-Oosten nog erger zal worden, en door menselijk handelen veroorzaakt is.

Dergelijke geluiden zijn niet nieuw. Een studie in 2009 vond een correlatie tussen de toenemende temperatuur in de voorgaande 30 jaar en het ontstaan van burgeroorlogen.
Een andere studie in PNAS geeft aan, dat de door de klimaatverandering veroorzaakte droogte in Californië inderdaad tot spanningen leidt tussen de politiek in Noord- en Zuid-Californië rondom het schaarser wordende water boven en onder de grond.

Het Ministerie van Defensie van de VS neemt de ontwikkeling serieus. Het heeft in november 2014 een rapport uitgebracht waarin klimaatverandering een “threat multiplyer” genoemd wordt met gevolgen voor de nationale veiligheid.

Hoewel de zeespiegelstijging en de sneeuwstormen eerder de krantenkoppen halen” aldus Fischetti “is op korte termijn de droogte in snel tempo het grootste probleem aan het worden”.

En energie èn water èn voedsel

Mijn lijfblad, de Scientific American, schrijft steeds vaker griezelige artikelen in een steeds urgentere toonzetting. Eerder heb ik op deze weblog vanuit het gezag van de SciAm geschreven over dat extreem weer normaal gaat worden (zie De straalstroom doet raar). In het nummer van februari 2015 gaat het over de verwevenheid van drie crises tegelijk: energie, water en voedsel. De gangbare logica is dat energie eerst komt (want daar kun je water mee zuiveren). Dan water (want daar kun je voedsel mee verbouwen), en zo verder naar beneden. De logica is van wijlen professor Smalley van Rice University.

Hoewel goed bedacht van deze Nobelprijswinnaar, blijkt het verhaal toch niet helemaal waar.

Systeemcrisis
Een voorbeeld de gigantische stroomuitval in India in 2012, die 620 miljoen mensen trof. Er was een lange droogte, waardoor steeds meer boeren steeds dieper gingen pompen en steeds meer stroom nodig was. Tegelijk stonden de stuwmeren steeds lager, waardoor er minder stroom gemaakt werd. Op een gegeven moment deed het boem.

Ander voorbeeld: Central Valley in Californie. Langdurige droogte en gebiedsontwikkeling brachten het waterdebiet in de Coloradorivier met eenderde terug. De boeren in Central Valley, een van de belangrijkste landbouwgebieden van de VS, “pompen als gekken” waardoor zelfs de bodem daalt. Tegelijk worden er twee kerncentrales gesloten omdat er geen koelwater meer is en houden actievoerders een grote ontziltingsinstallatie tegen omdat die te veel energie vraagt.
Dezelfde Colorado voedt Lake Mead, dat nog nooit zo laag gestaan heeft, en Lake Mead voedt Las Vegas, de elektriciteitscentrales va de Hooverdam en grote landbouwgebieden stroomafwaarts. Las Vegas wil een miljard uitgeven aan een nieuwe pijp die water kan aanvoeren als het water nog lager dan de laagst bekende stand komt. Wat volgens sommige geleerden van het Scripps Institute zinloos is, omdat als de verwachte klimaatverandering zich voortzet, Lake Mead in 2012 droogvalt.

Zo staan er nog wat voorbeelden in, zelfs van Texanen die tijdelijk stoppen met fracken omdat het daarvoor nodige water elders harder nodig is.

De problemen zijn verweven
De centrale boodschap is dat de drie crises niet hiërarchisch aflopend geordend zijn, maar gelijktijdig en verweven. Het voedsel zit erin omdat een groot deel van de energie, rechtstreeks of via de water-route, nodig is voor de productie en distributie van voedsel.

De oplossing in mijn lijfblad is een fundamentele strijd tegen verspilling. Men kan met ultrafiltratie afvalwater reinigen tot het niveau van drinkwater, wat overigens serieus overwogen wordt in San Diego. Men kan afvalwater en koolstofdioxide in algenbakken stoppen om biomassa te maken. Men kan elektronica gebruiken om lekkende waterleidingen te vinden.

Nederland?
Dit zijn aan een bepaalde plaats en tijd gebonden voorbeelden. Het is een aardige gedachtenoefening om de basislijn van dit verhaal op Nederland los te laten.
Het is een hele tijd droog en warm, iedereen zet de airco aan, de centrales langs de Maas werken volop en de Maas wordt zo warm van de afvalwarmte dat hij niet meer kan koelen. Een integrale oplossing zou zijn om nieuwe centrales (zo we die nog willen bouwen) alleen nog daar neer te zetten waar er een nuttige bestemming is voor de afvalwarmte.

Ook dit is bedoeld als voorbeeld. Ik zou het op prijs stellen als lezers in reactie op dit verhaal eigen gedachten over dit onderwerp in een Nederlandse context zouden willen geven. Of beschermt ons hier de Europese netwerk-koppeling?

De Pinot Noir als klimaatvluchteling

De verandering van het klimaat doet zich op soms onverwachte wijze voelen, zo vertelt mijn lijfblad de Scientific American in januari 2015. De bekende wijndruif Pinot Noir heeft een probleem. Het wordt uitgelegd voor Californië, maar geldt overal.

In een rijpende druif werken drie, voor de smaak belangrijke,  processen: het suikergehalte stijgt, de zuurhoeveelheid daalt en de (meer dan 1000) aromabestanddelen pieken. De druif is goed als de juiste verhouding zuur-zoet en de piek op hetzelfde moment vallen.

Een Pinot Noir heeft het liefste een relatief koel groeiseizoen. Met generaties geduld hebben de wijnbouwers alles zo af weten te richten dat de druif in de gegeven omstandigheden zo goed mogelijk piekt. En nu veranderen de omstandigheden en druiven blijken zeer temperatuurgevoelig. De smaak verandert en dat kan maken dat de wijn enkele malen minder opbrengt per ton.

groeiseizoen_druiverassen-rDe voor de hand liggende gedachte is dat de druif verder van de evenaar af gaat en/of de berg op. Dat kan in beginsel, maar dan moet er wel de goede bodem zijn, de goede regenval enz. En dan vraagt het weer enkele generaties tot het subtiele evenwicht weer bereikt is, maar in die paar generaties wordt het weer warmer. Enzovoort.

Hieronder een afbeelding over Duitse wijn.

temp&suikerconcentratie_wijn-r

SWEET AS WINE In Germany’s Franconia region, where wine has been made since the eighth century, the sugar concentration of pressed grapes (purple) has risen over the last few decades as growing-season temperatures have climbed (green). Sweeter grapes lead to higher alcohol levels.

A. Bock et al/PLOS ONE 2013

 

Extreem weer, straalstroom en klimaat

In mijn lijfblad The Scientific American schreef Jeff Masters in december 2014 onder de titel “The jet stream is getting weird” hoe, onder invloed van de klimaatverandering, de straalstroom verandert. De (polaire) straalstroom is een soort rivier van lucht die ergens tussen de 50 en 60 graad NB op  ca10 km hoogte slingerend rond de aarde draaide van West naar Oost. “Draaide” in de verleden tijd, daarover gaat het artikel.
(De afbeeldingen komen van de site https://klimaatverandering.wordpress.com)

jul3_jet 3 juli 2014

De straalstroom beïnvloedt het weer aan de grond. Waar bij tegen de klok indraait ontstaat een groot lagedruk gebied, waar hij met de klok meedraait een hogedrukgebied. Vooral als de straalstroom in zijn eigen staart bijt (in natuur-kundige termen, als er een staande golf ontstaat), kunnen deze grootschalige weerpatronen een hardnekkig leven leiden.
De straalstroom wordt gevoed door het temperatuurverschil tussen de gematigde en de polaire breedtes. Hoe groter dat verschil, hoe harder de straalstroom waait en hoe minder hij slingert. Het artikel van Masters geeft een voorbeeld-illustratie (hier niet weergegeven) dat de gematigde breedtes tussen 1979 en 2012 1 graad C warmer zijn geworden, en de poolgebieden 3 graad C warmer. Het onderlinge verschil is dus 2 graad kleiner geworden.

Het resultaat is dat de straalstroom langzamer stroomt en veel verder heen en weer meandert. Ik stel me dat voor als een gewone rivier: waar het steil is meandert hij niet, op het vlakke laagland wel.
Die wijdere meanders brengen laten de koude lucht veel verder naar het Zuiden doordringen, en de warme lucht veel verder naar het Noorden, met bijpassende windpatronen. Dit is bijvoorbeeld hoe de straalstroom liep ten tijde van de Russische hittegolf van 2010:monsoon_weather_guide_464_s2

Masters brengt het systeem in verband met de droogte in Californië, heel veel neerslag in Engeland en Wales, in mei 2014 eenderde van Bosnie overstroomd, en in 2012 de grootste droogte in de VS sinds de jaren ’30. De regen die in 2010 niet op Rusland viel, viel wel op Pakistan en leidde daar tot catastrofale overstromingen. In essentie zegt Masters dat wat vroeger een uitzondering was, nu eerder regel wordt. In dit verband valt het woord “tipping point”. Het is een heel erg griezelig idee.
Niet iedereen is het in alle opzichten met Masters eens, maar de hoofdmoot van de geleerden wel, op zijn minst een heel eind.

(De straalstroom vanuit de satelliet ten Oosten van Canada)

Tijdens het World Economic Forum in Davos is het Global Risks Report 2015 uitgebracht. Eigenlijk is dat niet éénrapport, maar een pakket materiaal dat te vinden is op https://reports.weforum.org/global-risks-2015/ . Wie ‘gezellig’ een paar uur wil grasduinen, kan er terecht.

Op de horizontale as van bovenstaande infographic de waarschijnlijkheid dat iets gebeurt, op de vertikale as de impact van dat gebeuren.
De samenstellers van het rapport zien extreem weer als het een-na waarschijnlijkste risico, na “conflicten tussen staten”.

Mee met de Klimaatmars

OP zondag 21 september 2014 waren er ca 2800 initiatieven in ca 160 steden over de hele wereld, gericht op het klimaat. In Nederland was de slotmanifestatie op het plein voor EYE in Amsterdam, pal aan het Ij en aan de voet van de grote Shell-wolkenkrabber. Een aparte demonstratieomgeving!

DSCF1839-rr
Aan de slotmanifestatie gingen een aantal andere initiatieven vooraf, o.a. een mars van Utrecht naar Amsterdam.
Hoofdorganisator was de actiegroep Urgenda. Milieudefensie en andere organisaties ondersteunden de actie.

Milieudefensie Eindhoven was er met vijf mensen bij,waaronder ik.

DSCF1832-rr

Op de manifestatie (tussen 18 en 20 uur) spraken of zongen o.a. Marian Minnesma, directeur van Urgenda, de wethouders duurzaamheid uit Leeuwarden en Amsterdam, Florian Wolff, Jan-Willem Atsma van Schaliegas Nee, en Bas Eickhout van Groen Links (die 2,1 miljoen handtekeningen van de Internetactivisten van Avaaz in ontvangst nam).
De afsluiting kwam van het duo Jan Rotmans (van Urgenda) en Freek de Jonge met een speciaal voor de gelegenheid gemaakte conference. ENERGIE! Was de moraal, voortvloeiend uit het houthakkerslied dat tragisch afliep.

Klimaatavond in Eindhovense Raadszaal

Milieudefensie in Eindhoven (toen nog de Werkgroep Luchtkwaliteit en Klimaat), het Vredesburo en het Vredescentrum van de TUE  wilden het klimaat en de maatschappelijke gevolgen daarvan hoger op de regionale en Eindhovense politieke agenda krijgen. Dat moest met een soort vertaalslag van de wereldpolitiek naar de staat. Daartoe is er op 12 maart 2014 een openbare avond belegd in de Eindhovense raadszaal. Daar waren ongeveer 70 mensen.

De avond had een centraal deel en daarna twee workshops, een over energie en klimaat, een over mobiliteit en klimaat. Diskussieleider was Jacqueline Kuppens.
In het centrale deel hield professor Bregman een inleiding. Hij is een van de professoren die Nederland vertegenwoordigt bij het IPCC. Hij werkt bij het KNMI en bij de Universiteit van Nijmegen.

Prof. Bregman
Prof. Bregman

Na Bregman vonden er twee aparte workshops plaats, een over “Een klimaatneutrale stad, kan dat?” en een over “Hoe houden we Brainport mobiel met de halve hoeveelheid brandstof?”.

Het publiek in de raadszaal
Het publiek in de raadszaal

Voor de eerste workshop zijn uitgenodigd deskundigen uit kringen van de gemeente, de woningbouwverenigingen, de energiecoöperaties en het Nutsbedrijf.
Bij de tweede workshop hebben gesproken Hans Buurma (over vliegen en klimaat en wat hogesnelheidslijnen voor Eindhoven konden betekenen), Ivo Stumpe van Milieudefensie met een meer politiek verhaal en Richard Smokers van TNO voor de techniek.

HSL-net-rr

Voor Eindhoven was Luik een te overwegen gedachte als opstap naar de HSL, volgens Buurma.

Ongetwijfeld komt er ooit een vervolg.