Industrieterrein De Hurk in Eindhoven is het grootste terrein voor zware industrie in Eindhoven. Het bevat één BRZO-onderneming Air Liquide en een handvol BEVI-inrichtingen.
De Hurk draait op een bestemmingsplan (BP) uit 1988. Het is dus dd 2014 waanzinnig oud. Er wordt dan ook gesproken over een modernisering, die in beginsel geacht wordt beleidsarm te zijn. Dat klopt niet helemaal, maar wel deels.
Omdat er een aantal milieugevoelige bestemmingen op het terrein aanwezig is, heb ik met een Eindhovense milieugroep, de Werkgroep voor Natuurbehoud en Milieubeheer (WNM) al in een eerder stadium een Raad van State – procedure gevoerd tegen de nieuwe milieuvergunning van Air Liquide. Dat mislukte. We gebruikten o.a. argumenten die zich richtten op de veiligheid op bedrijfsterreinniveau en op de interpretatie het groepsrisico, maar de Raad van State nam die niet over.
Daarna heb ik met de WNM geprobeerd dezelfde logica los te laten op de modernisering van De Hurk. Daartoe heb ik ingesproken bij de commissiebehandeling. De tekst hiervan verschijnt hieronder in Italic.
Voorzitter, 28 jan 2014
Dank dat ik hier weer eens het woord mag voeren.
Ik neem u allen in gedachten nog even terug naar de brand bij Chemiepack. Niet naar het brandende pand, maar naar de omgeving. Het aangrenzende Wartsila brandde af en de ATM kon alleen nog met inderhaast opgeworpen dijkjes voorkomen dat de brandende vloeistoffen bij de grootste verwerker van chemisch afval in Brabant naar binnen dreven.
En misschien heeft u ook de filmpjes op Youtube gezien hoe mensen wanhopig in hun auto rondreden om een route te vinden om het brandende pand heen, en hoe zelfs een groep werknemers inderhaast met een bootje naar de overkant van het Hollands Diep geëvacueerd moesten worden. Zou het nou niet beter geweest zijn als men die evacuatieproblematiek van tevoren overdacht had? Op complexniveau?
Daarna kreeg het industrieterrein Moerdijk een eigen, in onderling beheerde, brandweer. Dat was hoog tijd.
Veiligheid zou niet alleen maar een kenmerk moeten zijn van afzonderlijke ondernemingen, maar ook een collectief kenmerk van een bedrijventerrein. Op zijn minst als daar categorie 4 en 5 inrichtingen staan. Het is niet voor niets dat het gevaarlijkste bedrijventerrein van Nederland, Chemelot bij Geleen, als één samenhangende rechtspersoon functioneert. En het is modern: ook MSD/Organon en het Life Science Park in Oss zijn als Stichting georganiseerd.
Een mooi voorbeeld van een collectieve aanpak is het systeemNL-Alert. Dat gebruiken ze in Israel tegen raketten en in Japan tegen tsunami’s en op industrieterrein Moerdijk hebben ze het omgebouwd voor branden en gifwolken. Aan dit CBIS-systeem zit een databank vast en een meteo, zodat een snelle analyse mogelijk is. Bij De Hurk gaat alleen het luchtalarm af en dan moet het personeel van het buurbedrijf maar raden of ze juist wel of juist niet naar buiten moeten gaan. High tech – regio zei men toch?
Een ander mooi voorbeeld van een collectieve aanpak, Vz, is de omgang met de geluidsruimte binnen een overvolle zone. Ook dat is iets wat het beste onderling geregeld kan worden.
Daarmee kom ik op een van onze opmerkingen. Ik blijf het vreemd vinden dat de Theresiastraat en een deel van de Zeelsterstraat binnen de 60 dB(A)-grens liggen. De ambtelijke reactie op onze zienswijze is, met permissie, onzin. Als de zonekaart alleen nog historische waarde heeft, schaf hem dan af en zet de goede kaart in het BP. Wij willen toch dat overheidsdocumentatie leesbaar is? Verder handhaaf ik onze stelling dat de 55 dB(A)-grens dicht naar de terreingrens teruggedrongen moet worden.
Tot slot, voorzitter. Wij krijgen het argument dat onze mening niet in het bestemmingsplan thuishoort. Hierover hebben wij nagedacht en het is ten dele waar. Maar als de aanwezigen hier onze mening delen, Vz, dat een meer collectieve benadering van bedrijfsterreinen nastrevenswaardig is, dan hoop ik dat deze discussie bij andere gelegenheden opnieuw opgepakt wordt.
Dank u. Bernard Gerard
Bijgevoegd de zienswijze waarop deze mondelinge reactie betrekking had.
–> Zienswijze namens de Vereniging WNM vs2
Hierbij hoort een vervolgverhaal. Op het moment dat ik dit verhaal achteraf dateer (28 jan 2014) was die nog niet bekend, maar later bleek het een slepend proces te worden. Ik kom hier later op terug.