Op 12 december 2014 publiceerde het tijdschrift Lucht een onderzoek van TNO, becommentarieerd door IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences) van de Universiteit van Utrecht over meting van ultrafijn stof in het Amsterdamse Bos, veroorzaakt door straalvliegtuigen op Schiphol. Dat kon je concluderen omdat de concentraties overdag, als de wind van Schiphol naar de meetpost toestond, drie keer zo hoog waren als wanneer de wind anders stond. Dat leidt ertoe dat 66000 Amsterdamse adressen de hele tijd of een deel van de tijd aan twee tot drie keer zo hoge concentraties blootgesteld zijn. Dat leidt tot extra sterfte, maar hoeveel precies is zeer onzeker. De hoofdschuldige aan het ultrafijn stof is de zwavel in de kerosine. Na verbranding reageert die uiteindelijk met water tot microscopische druppeltjes zwavelzuur, gemengd met koolstofdeeltjes en organische verbindingen.

Na lezing van het artikel in lucht heb ik een opinieartikel geschreven voor het Eindhovens Dagblad, dat op 18 dec 2012 geplaatst is. Het is onder “lees meer” te vinden. Er wordt in gesteld dat het verschijnsel ook voor Eindhoven relevant is, dat er onderzoek gedaan moet worden in Noord-Eindhoven en dat er met het AiREAS-systeem daartoe al een infrastructuur bestaat in Eindhoven. TNO werkt daar aan mee.
Bovendien heb ik gesteld dat het probleem, hoe dan ook, het grootste is op korte afstand van de bron. Het verhaal heeft dus nadrukkelijk een ARBO-component op en rond het vliegveld.
OP 9 januari 2014 heeft SP-woordvoerster Mobiliteit hierover vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. Op http://noord-brabant.sp.nl/nieuws/2015/01/metingen-luchtkwaliteit-rond-eindhoven-airport-noodzakelijk is het persbericht te lezen, van waaruit doorgelinkt kan worden naar de volledige tekst van de vragen. In de provinciale vragen wordt o.a. gewezen op de korte afstand van bijvoorbeeld Wintelre en Veldhoven-Noord tot het vliegveld, en gepleit voor onderzoek in de plaatsen rond het Eindhovense vliegveld.
Ik hoorde recentelijk in de wandelgangen dat er hierover op ambtelijk niveau gesprekken liepen. Veel meer kan ik er nu niet van zeggen.
Het Schiphol-onderzoek werkte als een soort wake up – call voor sommige milieuorganisaties, die de milieuaspecten van vliegvelden een tijd lang verwaarloosd hadden. Zodoende zat ik, samen met Michiel Visser van de BMF, op 14 januari rond de tafel met o.a. de provinciale milieufederaties in Noord- en Zuid-Holland en met Ivo Stumpe van Milieudefensie, die in deze wereld het meest van luchtkwaliteit weet. Zuid-Holland vanwege Zestienhoven, Noord-Holland vanwege Schiphol en de lopende ontwikkelingen daar.
Er ontwikkelen zich zodoende vormen van contact. Enkele afspraken:
– de “groene 11” (de gezamenlijke provinciale milieufederaties) gaan proberen de kwestie van de luchtverontreiniging rond vliegvelden op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen, bijvoorbeeld in het AO Luchtvaart van 1 april a.s.
– het is in elk geval een no regret – maatregel om ontzwaveling van kerosine te eisen en/of om te bevorderen dat in Nederland alleen zwavelvrije kerosine verkocht wordt. Mij is gevraagd daar onderzoekwerk aan te doen. Het resultaat staat in latere artikelen op deze weblog beschreven.
De Tweede Kamer heeft zich vlak voor het kerstreces ook al in deze richting uitgesproken.
Op 19 januari heeft staatssecretaris Mansvelt de Tweede Kamer een brief gestuurd, waarin gewezen werd op de geluiden rond Schiphol en Eindhoven. Ze zegt extra onderzoek toe, uit te voeren door het RIVM, en spreekt verder sussende en begripvolle taal.