Provincie gaf Jansen Recycling ten onrechte omgevingsvergunning voor TAG -update

TAG staat voor Teerhoudend Asfalt Granulaat.
Vroeger werd er vaak koolteer voor wegen gebruikt. Dat zit stikvol met PAK’s en is daarom ongezond, met name voor de wegwerkers. Na enig vijven en zessen is in het verleden besloten om teerhoudend asfalt uit het milieu te halen, eerst bij de aanleg van nieuwe wegen en daarna ook bij het renoveren van oude wegen. Dat was een prima gedachte.

Als er zo’n oude weg opgebroken wordt, moeten ze ergens met het TAG naar toe. Er zijn drie bekende, grote verwerkers in Nederland (buiten de regio ZO Brabant). Jansen had de vierde willen worden en neemt daarom al zeven jaar via zijn dochteronderneming Jansen Recycling op zijn terrein aan het Wilhelminakanaal (tegenover de destructor) TAG in.
plaatje_jansen
Alleen, Jansen heeft geen machine om het te verwerken. Verwerken betekent feitelijk ‘gecontroleerd verbranden’ (dat heet officieel ‘thermisch reinigen’) , waarna alleen de vroegere hulpstoffen overblijven en warmte vrijkomt. Op zich is dat een beproefd procedé, als het goed gebeurt. Of het goed gebeurt, valt nog niet te beoordelen want er is nog geen vergunning. De aangeschafte tweedehands machine ligt nog steeds gedemonteerd op het terrein. De provincie (bevoegd gezag)  is met die vergunning bezig.

De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) - over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen
De tweedehands machine toen hij nog vervuilde grond verwerkte in Chesterfield (UK) – over het resultaat waarvan ik overigens alleen goede berichten heb kunnen achterhalen

De omgeving kijkt met diep verdriet naar de TAG-berg en de voornemens van Jansen. Dat betreft vooral Van Pelt, de exploitant van Aqua Best en de gemeente Son en Breugel en, op wat minder urgente afstand, het Leefbaarheids Team Achtse Barrier, waarvan ik adviseur ben. Eerstgenoemde twee spanden een proces aan.

Verder verwijs ik naar het TAG voor de rechter .

Op 24 juli 2015 deed de Rechtbank in Den Bosch uitspraak (zie Uitspraak Rechtbank Den Bosch 24juli2015 volledig).

De bezwaarmakers hebben als met een schot hagel op de provinciale vergunning geschoten en vijf korrels waren raak.
1)         De provincie heeft de bedrijfstijden van de puinbreker en de
bijbehorende zeef onvoldoende duidelijk vastgelegd
2)         De geldende regelgeving spreekt een voorkeur uit voor inpandige opslag van (mogelijk stuivende) bulkgoederen, maar legt dat niet met zoveel woorden dwingend vast. De provincie had misschien tot het besluit kunnen komen dat de opslag van TAG in de open lucht aanvaardbaar was, maar dan had daar een betere motivering onder moeten liggen.
3)         De Rechtbank vindt dat er feitelijk sprake is van een stortplaats en niet van een werkvoorraad. Er wordt inmiddels al zeven jaar TAG ingenomen zonder dat er noemenswaardige verwijdering plaatsvindt, terwijl dat hooguit drie jaar had mogen duren.
4)         Daarom moet de TAG-berg aan de eisen van een stortvoorziening voldoen en die zijn strenger als aan een werkvoorraad. Met name de vloeistofdichte bodem is van belang, omdat TAG een potentieel bodembedreigende stof is. Deze vloeistofdichtheid is echter niet te beoordelen, omdat het TAG erop ligt. Ten tijde van de zitting was nog steeds niet duidelijk hoe de grondwatermonitoring zou moeten plaatsvinden.
5)         De provincie ging ervan uit dat voor de aangevraagde revisievergunning met een ‘vormvrije MER’ volstaan kon worden en heeft in zijn vergunning geen enkele passage gewijd aan het al dan niet nodig zijn van een MER.

De Rechtbank stelt dat de provincie “mede gezien de aard van de gebreken” binnen zes maanden na 24 juli 2015 “een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak.” Er moet namelijk toch een vergunning voor de thermische reiniger komen en het is het meest logisch om alles in één keer goed te doen (aldus vrij vertaald de Rechtbank).
In afwachting van deze nieuwe vergunning mag Jansen Recycling geen TAG meer innemen.

De provincie is veroordeeld tot de proceskosten, alles samen €1790.

Op 10 sept 2015 werd bekend dat Jansen BV en de provincie in hoger beroep gegaan zijn tegen het vonnis. Deze zaak zal zich dus nog wel even voortslepen.

Op 4 november 2015 heeft de branche-organisatie BRBS Recycling opheldering geeist bij de provincie vanwege de voorlopige voorziening in dit beroep. De brancheorganisatie vroeg zich af hoe het kon, dat tegen hen altijd verteld wordt dat een berg TAG er maar één jaar mag liggen (hooguit drie als er onmiddellijk een nuttige toepassing op volgt), terwijl de provincie het bij Jansen Recycling probeert te verkopen alsof zeven jaar nog steeds een tijdelijke opslag is, die bovendien door de regen steeds schoner wordt. Inderdaad een merkwaardige redenering.
Op 11 februari 2016 had BRBS Recycling, ondanks enkele aanmaningen, nog steeds niets gehoord van de provincie. Daar klaagt BRBS over in een op die dag gedateerde brief aan PS en GS. BRBS wil snel antwoord want “de zienswijze van de provincie heeft namelijk ook bij andere recyclingbedrijven een stevige impact op de dagelijkse gang van zaken.
De ergernis is begrijpelijk, maar het antwoord zou op dit moment ongetwijfeld zijn dat de kwestie nog onder de rechter is (namelijk bij de Raad van State). En dat had BRBS Recycling dan ook wel weer kunnen weten.

Op 1 maart heeft de Raad van State zich over de omgevingsvergunning gebogen en over de handhavingssituatie rondom het TAG. Dat resulteerde in een uitspraak op 6 april, die alleen over de TAG-berg ging.
De eerdere uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd, Jansen en het Brabantse College van GS kregen geen poot aan de grond, en buurman Van Pelt, exploitant van Aquabest, en de gemeente Son en Breugel kreeg gelijk.
De Raad van State besliste dat het TAG al vanaf 2008 ingenomen wordt en dat heel veel TAG er dus veel langer dan drie jaar ligt. De RvS maakt korte metten met de redenering van Jansen dat de hoeveelheid die er ligt (zijnde 600.000 ton) minder dan drie maal de verwerkingscapaciteit van de gedroomde Thermische Reinigings Installatie is (zijnde 300.000 ton per jaar), en dat daarom er geen overtreding was. (Overigens staat deze TRI er nog niet en is zelfs nog niet vergund, dus de feitelijke capaciteit is momenteel 0 ton/jaar, maar daar is de RvS al niet eens meer aan toegekomen bg).
De RvS heeft bepaald
a)  dat de provincie binnen zes weken een nieuw besluit moet nemen met inachtname van wat er allemaal gezegd is.
b)  dat bij voorlopige voorziening het moment, waarop het TAG tot de vergunde hoeveelheid terug gebracht moet zijn, verlengd wordt tot 1 april 2017. Voordeel van de verlenging is de de grommende en stuivende machines en auto’s dan niet bezig zijn terwijl Van Pelts badseizoen loopt.

Wordt ongetwijfeld vervolgd

Milieudefensie Eindhoven wil toch aanscherping van de Eindhovense milieuzone

In maart 2014 heeft Milieudefensie Eindhoven een aantal verkeers-
voorstellen aan het toenmalige College van B&W gedaan, gericht op een betere luchtkwaliteit. Dit werd vergezeld van een kleine 3500 handtekeningen.
Een deel van de voorstellen ging over een verdere aanscherping van de milieuzone. Zie hier dit pakket –>Maatregelenpakket voor de periode 2014-2018_vs2-1

Op 1 maart 2016 besloot het College van B&W een door henzelf geformuleerd maatregelenpakket m.b.t. de milieuzone niet door te voeren. B&W menen dat dit pakket te veel geld kost voor te weinig prestatie, en dat milieuzones slechts tijdelijk helpen. De scherpe financiele keuzes, die de gemeente moet maken, spelen hierbij ongetwijfeld een rol. Zie –> http://eindhoven.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=1475022/Raadsinformatiebrief_Milieuzone_bestel-_en_personenauto_s_brommers_aanpak_luchtkwaliteit.pdf
Het B&W-pakket en het Milieudefensiepakket leken op elkaar, maar waren niet hetzelfde. Het B&W-pakket was groter en duurder.

In een reactie dd 12 april heeft Milieudefensie Eindhoven voorgesteld sommige maatregelen toch door te voeren, met name die welke op korte termijn effect hebben en zich richten tegen het huidige wagenpark. De argumentatie richt zich met name op de volksgezondheid, die te lijden heeft van (ultra)fijn stof en roet.
–           voer een aanvullende milieuzone in voor Euro 1 en 2 bestelauto’s
–           Handhaaf ook in het Tongelrese en Woenselse deel van het gebied binnen de Ring
–           Ga kentekencamera’s gebruiken
–           Knijp het aantal ontheffingen geleidelijk aan af
–           Verban bromfietsen van het fietspad
–           Oefen (net als de gemeente Rotterdam) druk uit op het Rijk om tot scherpere eisen aan brom- en snorfietsen te komen
–           stimuleer het gebruik van elektrische brommers bij speciale doelgroepen
–           Handhaaf de maximum snelheid beter

De reactie van Milieudefensie is naar de raadsleden gestuurd en roept deze op politieke initiatieven te nemen.

De volledige tekst van de brief is als bijlage bijgevoegd –> brief aan GR nav geen milieuzone personen-bestelauto’s_12april2016.

Een eerder artikel over dit onderwerp op deze site is te vinden op –> Effecten van een milieuzone voor bestel- en personenauto’s in Eindhoven

 

 

De Hurk en Eindhovense bedrijventerreinnota

Mijn goede vriend Marcel Lathouwers heeft op de site van de SP (waarvoor hij in de gemeenteraad zit) een interessante beschouwing gezet over de behandeling van de Eindhovense Bedrijventerreinennota (zie https://eindhoven.sp.nl/nieuws/2016/04/sp-zorgt-voor-een-gezond-leefklimaat-op-en-rond-de-hurk ). De reden van de door hem en mij gedeelde interesse is de toekomst van het Eindhovense bedrijventerrein De Hurk, waarop veel zware en soms gevaarlijke industrie.

Marcel Lathouwers (SP)
Marcel Lathouwers (SP)

Ik heb als lid van (wijlen) de Werkgroep Natuurbehoud en Milieubeheer meegewerkt aan een zienswijze op het updaten van het BestemmingsPlan (BP) De Hurk ( Inspraakreactie over het nieuwe BP De Hurk in Eindhoven ). Dat is hoognodig, want het huidige BP dateert nog uit 1988. Het mag helemaal niet zo oud zijn. In onze zienswijze waren wij geen principiële tegenstanders van de zware industrie, maar vonden wij o.a. dat er parkmanagement moest komen, dat dat parkmanagement moest bijdragen aan meer duurzaamheid op het terrein, en uitbreiding van de gangbare veiligheidsaanpak met een meer collectieve component.
Over dit onderwerp heb ik veel met Marcel Lathouwers gesproken.

Het nieuwe BP De Hurk steekt de gemeente al jaren als een graat in de keel. Dat komt o.a. omdat er in de afgelopen decennia te lang ruimtelijke  vrijheid-blijheid heeft geheerst. Dat heeft geleid tot functies die moeilijk te verenigen zijn met een terrein dat eigenlijk vooral opgezet is t.b.v. de zware industrie. Het nieuwe BP is nog steeds niet behandeld.

Ondertussen heeft de gemeente er een kaderstellend stuk aan vooraf laten gaan, de Eindhovense Bedrijventerreinennota, waarin een aantal goede voornemens en veel enerzijds-anderzijds. Ik ga hierover nu geen eindoordeel geven.

Bij de behandeling van deze Bedrijventerreinennota in de Eindhovense Raad (http://eindhoven.notudoc.nl/cgi-bin/showdoc.cgi/action=view/id=1408588/type=pdf/Bijlage_1__Waardevolle_bedrijventerreinen_-_Bedrijventerreinennota_gemeente_Eindhoven.pdf )hebben SP en PvdA een motie ingediend, waarin een Gezondheids Effect Screening (GES) door de GGD gevraagd wordt om de uitstraling van De Hurk op de omringende woongebieden in kaart te brengen (lucht-, geur-, geluidshinder en externe veiligheid), en om de uitkomst mee te nemen in bij de behandeling van het nieuwe BP De Hurk.
In de toelichting wordt ook de uitstraling van de A2/N2 genoemd. Daaraan had, wat mij betreft, ook nog wel de Rondweg en de NBrabantlaan genoemd mogen worden.
Deze motie is door het College van B&W overgenomen en toen niet meer in stemming gebracht.

Ik ben oprecht benieuwd wat hier uit gaat komen. Er is zeker hinder geweest (oa de stank van de asfaltcentrale en een ver weg liggende geluidscontour), maar die is minder geworden. Bovendien leidt niet alle hinder tot kwantificeerbare gezondheidseffecten. We zullen zien.

Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven
Bedrijventerrein De Hurk Eindhoven

De gemeenteraad heeft de behandeling van de Bedrijventerreinennota gebruikt om maar vast een voorzetje te geven over de zware industrie op De Hurk (milieucategorie 4 en 5). Die mag blijven bestaan, maar dan in het centrale deel (zoals de bedoeling is in het nieuwe concept-BP). De randen mogen ‘verkleuren’ (tot milieucategorie 3 en lager). Dat betekent een soort uitsterfbeleid voor de hogere categorieën buiten het kerngebied. Ook de WNM-zienswijze wilde van de BEVI-inrichtingen in het randgebied af. Als de theorie praktijk wordt, zijn wij blij.

Ik sta minder negatief t.o.v. de zware industrie dan Marcel Lathouwers en (bijvoorbeeld) Groen Links. Ons WNM-standpunt is niet dat de zware industrie van De Hurk moet verdwijnen, maar dat hij beter uitgevoerd en georganiseerd moet worden.

Zware industrie blijft nodig. En het is nog maar de vraag of een door de Eindhovense gemeenteraad genoemd alternatief als logistiek in praktijk tot minder overlast en gevaar leidt als de zware industrie. Bovendien is Brabant inmiddels vergeven van de logistieke terreinen.

Lathouwers pleit namens de SP ook voor parkmanagement als instrument voor een meer collectieve aanpak van veiligheid, opwekking en opslag van energie, en meer hergebruik van afval. Dat is een uitstekend idee. Waaraan ik nog zou willen toevoegen een gezamenlijk verkeers- en vervoersplan.

Drinkwaterinname uit Afgedamde Maas na bijna drie maand weer open

Het innamepunt van waterleidingmaatschappij Dunea op de Afgedamde Maas is op 7 april 2017 na bijna drie maand weer in gebruik genomen. De stillegging volgde op een lozing van het insecticide dimethoaat – een gif uit de parathionfamilie en bovendien een hormoonontregelende stof.

Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas
Het inlaatpunt aan de Afgedamde Maas

Drie maand is lang. Weliswaar ligt elk drinkwaterpunt in het stroomgebied van Maas en Lek er jaarlijks wel eens uit, maar meestal gaat het dan om enkele dagen tot hooguit een maand. Drie maand is uitzonderlijk.

In het persbericht van Dunea (zie –> Dunea hervat inname uit Afgedamde Maas_07april2016 ) valt verder te lezen dat het onderzoek door het Gelderse Waterschap Rivierenland naar de veroorzaker van de calamiteit afgerond is. Deze heeft op aanwijzingen van het waterschap maatregelen genomen om verdere verontreiniging te voorkomen. Er is een procedure opgestart om de kosten te verhalen. Ook is procesverbaal opgemaakt dat binnenkort naar het Openbaar Ministerie gestuurd wordt.

Wij maken ons niet voor niets sterk voor een duurzame oplossing voor de afvoer van bedrijfsafvalwater uit de glastuinbouw.” aldus De Waal Malefijt, sectormanager Water van Dunea op het eind van het persbericht.
Blijkbaar bestaat die duurzame oplossing nog niet…

Voor het eerdere bericht over dit onderwerp zie Bestrijdingsmiddel in Afgedamde Maas dwong tot innamestop drinkwater  .

Onderzoeksrapport treinongeluk Tilburg

Op 6 maart 2015 botste in Tilburg een reizigerstrein achterop een stilstaande goederentrein. Door de botsing ontstond lekkage aan de achterste wagon van de goederentrein, een ketelwagen gevuld met vijftig ton brandbaar gas (butadieen). Er zijn geen mensen ernstig gewond geraakt en de lekkage bleef beperkt. De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzocht welke veiligheidslessen uit het ongeval kunnen worden getrokken ten aanzien van het feit dat daarbij een gevaarlijke stof vrijkwam.

Het tracé vanaf Geleen

Zo begint het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, gepubli-
ceerd op 10 maart 2016.
Het rapport is te vinden op www.onderzoeksraad.nl/nl/onderzoek/2113/risicobeheersing-bij-spoorvervoer-gevaarlijke-stoffen-6-maart-2015 .
Het rapport bevat een zeer informatief animatiefilmpje hoe het ongeluk ontstaan is, en met puntsgewijze alle aanbevelingen.

Het online-blad SpoorPro gaf diezelfde dag een goede samenvatting. Die is te vinden op www.spoorpro.nl/spoorbouw/2016/03/10/onderzoeksraad-te-veel-risicos-bij-transport-gevaarlijke-stoffen/ . Wie geen tijd heeft voor een lange tekst, kan hier terecht. Ook het animatiefilmpje is hier te vinden.
De afbeeldingen bij dit artikel komen uit het animatiefilmpje.

De trein vertrekt vanaf het rangeerterrein bij de DSM in Geleen
De wisselstoring

Bij het ongeval in Tilburg raakten enkele passagiers licht gewond en werden enkele reddingswerkers onwel van de butadieen. Het had echter, merkt de Raad voor Veiligheid op, ernstiger kunnen aflopen.

De Raad voor Veiligheid spreekt harde taal: De botsing en de lekkage konden zich voordoen doordat de betrokken spoorbedrijven “om logistieke en economische redenen” beslissingen namen die “afbreuk deden aan het effect van reeds geldende veiligheidsmaatregelen” . Verder stelt de Raad “Ook de chemiebedrijven, in wiens opdracht het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, hebben een belangrijke rol bij de risicobeheersing … de zogenoemde ketenverantwoordelijkheid  geldt ook als de gevaarlijke stoffen het bedrijfsterrein verlaten en per spoor worden vervoerd.”

Pal na het moment van botsing

Het rapport levert een perfecte illustratie dat alle (bijna)rampen altijd meerdere oorzaken hebben. Als één oorzaak niet bestaan had, was er geen (bijna)ramp geweest.

  • De trein vertrok door een gewijzigde planning drie uur later uit Chemelot dan bedoeld
  • Daardoor was er in Tilburg een machinistenwissel nodig en moest de trein op een zijspoor geparkeerd worden
  • de vervoerder gaf een te korte treinlengte op, waardoor de trein op een te kort spoor gezet werd
  • daardoor stak de achterkant van de trein te ver uit, wat de werking van de wissel beïnvloedde waar hij zojuist overheen gereden was. Dat resulteerde in een rood sein voor de achteropkomende personentrein
  • de machinist van de achteropkomende trein zag het rode licht niet
  • de zijsporen in Tilburg zijn niet beschermd tegen roodlichtpassage met het ATB vv-systeem (laat staan ERTMS)
  • de goederentrein bevatte zowel wagons met gevaarlijke als ongevaar-
    lijke lading, maar in de laatste wagon zat de butadieen
  • de personentrein was van een oud type (MAT’64) dat geen buffers had. Daardoor werd de voorkant opgetild en kon de ketel raken
  • butadieen is brandgevaarlijk en explosief, maar geldt niet als toxisch. Daarom hoefde deze ketelwagen geen ‘overbuffering’ te hebben die de achterop botsende trein van de ketel zou hebben weggehouden.
  • door de klap ging de klep lekken
De gele dingen vormen de overbuffering, maar die zaten er dus niet.
De gele dingen vormen de overbuffering, maar die zaten er dus niet.

De concrete aanbevelingen van de Raad kan lezen als het spiegelbeeld van de lijst wat er allemaal mis ging. De volledige tekst vindt u –> RaadvVeiligheid_aanbevelingen-treinbotsing-tilburg

Kort na het uitkomen van het rapport heeft gedeputeerde Van de Maat (VVD) zijn bezorgdheid over de daarin geschetste werkelijkheid uitgesproken bij de Staatssecretaris.

Houtrook op Strijp T ongevaarlijk? Update dd 18 maart 2016

De omwonenden van de biomassacentrale in de Eindhovense wijk Strijp T zitten al dagen in de rook, aldus het Eindhovens Dagblad van 17 februari 2016. Maar dat geeft niet, aldus een woordvoerder van de gemeente, ‘want de rook is vergelijkbaar met die uit een open haard. Er is dus geen gevaar voor de volksgezondheid, maar hinderlijk is het wel.”

De nieuwe biomassacentrale op Strijp T in Eindhoven
De nieuwe biomassacentrale op Strijp T in Eindhoven

Dat het hinderlijk is, klopt. Maar is rook uit een open haard ongevaarlijk?

Er is veel te doen over houtrook uit particuliere kachels en open haarden. Sommige houtstokers drijven hun omgeving tot wanhoop. De romantiek van de lekkende vlammetjes maakt bepaald niet iedereen blij. Het leidt tot handhavingsverzoeken en tot rechtszaken, zoals een tijd geleden in Groningen.

Het Groningse onderzoek
In Groningen heeft de GGD geprobeerd om het vraagstuk met onderzoek uit de sfeer van het subjectieve te halen. “Overlast door houtrook” is in oktober 2015 gepubliceerd (http://ggd.groningen.nl/milieu-gezondheid/houtkachels/eindrapport/eindrapport-overlast-door-houtrook ).
De GGD onderscheidt drie effecten op de gezondheid:
– de giftigheid van houtrook op de korte termijn
– idem op de lange termijn
– stress door geur
Geur wordt veroorzaakt door chemische stoffen met moeilijke namen, die nauwelijks met een apparaat te meten zijn. Je kunt alleen zo objectief mogelijk snuffelen. Fijn stof (PM2.5) is wel te meten. De GGD heeft beide gedaan. Beide methodes hebben echter zoveel haken en ogen, dat ze onderling slechts beperkt overeenkomen. Het kan stinken als het niet stoft en stoffen als het niet stinkt. Mogelijk leidt geur tot klachten, maar leiden PM2.5 en roet tot schade.
De literatuur vermeldt veel gezondheidseffecten: asthma, longfunctie, hart en bloedvaten, en dit zowel op de korte als op de lange termijn.
De WHO geeft als advieswaarde voor PM2.5 jaargemiddeld 10μgr/m3 , en maximaal 3 dagen per jaar etmaalgemiddeld 25μgr/m3 .
De Europese (en Nederlandse) norm is 25μgr/m3 jaargemiddeld.
De normale concentraties in Noord-Nederland liggen onder de 10μgr/m3, in Zuid-nederland meer, en in stedelijke gebieden ergens tussen de 12 en 17μgr/m3 .
De GGD-metingen wezen uit dat de etmaalwaardes (dus de 25μgr/m3 ) vaak zeer ruim overschreden werden. Er deden 10 huishoudens mee aan de proef, elk gedurende 150 tot 170 etmalen, en acht van de tien zaten minstens 15% van de etmalen boven het WHO-advies. Drie van de 10 zaten zelfs ruim de helft van de tijd boven de advieswaarde. De hoogste piekwaarde liep op tot bijna 300μgr/m3 .

De “Toolkit”
Nu was al eerder duidelijk dat er een probleem was. Daarom heeft de Vereniging Van Milieuprofessionals (VVM) een “Toolkit” geschreven (mei 2014) (http://www.vvm.info/news.php?id=153 ). Daarin oa. tien “stooktips”, waarvan sommige met een ‘dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken-gehalte’, zoals ‘Neem geen te grote kachel’ (want dan heeft u het al gauw te warm, gaat u temperen en daalt de verbrandingstemperatuur en dat is funest), ‘laat regelmatig uw schoorsteen vegen’, ‘stook alleen droog, schoon en onbehandeld hout’ (en dus geen ge-Wolmanniseerd hout, zoals dat een tijd geleden een Eindhovense volkstuinvereniging deed, waardoor chroom, koper en arsenicum over de aanplant) en ‘controleer je luchttoevoer (wat met een open haard niet mogelijk is)’ en ‘stook niet bij windstil weer’.
Eigenlijk kun je er dus beter niet aan beginnen, tenzij je minstens 700m van je buren af woont en veel eigen hout hebt.

Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven
Aandeel roet (=EC) door houtstook in Eindhoven

Nog eens Strijp T
Hij kon er niets aan doen, zei meneer Hamzi van de exploitant HoSt BV. De nieuwe centrale moest opgestart worden (waardoor de verbrandingstemperatuur te laag was, een recept voor vergiftige lozingen) en tot overmaat van ramp was het hout drijfnat geworden want het had geregend (wat een professionele inrichting uiteraard nooit mag overkomen). Zowel de uitspraken van de exploitant als van de gemeenteman komen uitermate amateuristisch over. De gemiddelde verkenner stookt een beter vuurtje.
Het ding wordt weer stilgelegd (volgens het ED), en dan weer opnieuw opgestart ‘hopelijk met minder nat hout’. Ik stel voor dat de ODZOB in de aanslag staat en dat het ding alleen mag worden opgestart als het heel hard waait.

De trend
ontwikkeling PM2-5_Nederland
ontwikkeling roet_Nederland
Een gemeenteman, die er wat meer van af weet, kwam laatst met een presentatie over een aantal aspecten van de Eindhovense luchtkwaliteit, waaronder de nationale emissies van PM2.5 en houtstook, waaronder die van huishoudens (‘domestic’ links). Het spreekt voor zich: in 2020 zal houtstook door huishoudens de grootste bron van atmosferisch roet zijn. Gigantische inspanningen om het autoverkeer elektrisch te maken, maar de gezellige stokers vullen het gat op.

Mogelijke maatregelen
De Tweede Kamer sprak er op 11 feb 2016 over, maar het rijksbeleid
blijft voorlopig wat neergelegd is in een brief van de regering dd 6 juli 2015 (geen maatregelen in bestaande situaties, een typekeuring alleen voor nieuwe kachels en verder pappen en nathouden). Toch had dat wel gekund: de Bouwregelgeving aanvullen met effecten op aangrenzende panden, de Omgevingswet uitrusten met bepalingen als rookgasreiniging, PM2.5-concentraties een verplichtend karakter geven en de mogelijkheid houtrookvrije buurten aan te wijzen, en rook en stank strafbaar stellen net zoals burengerucht.

Nu kan een gemeente alleen tegen huishoudens optreden op basis van vage bepalingen als (Bouwbesluit 2012, art. 7.22) ‘hinderlijke rook, roet of stank’ (maar wat is ‘hinderlijk’?) of (Burgerlijk Wetboek art 37) ‘…. mag andere erven geen hinder toebrengen door het verspreiden van … stank, rook … ‘ (maar hetzelfde probleem).
De Toolkit noemt wel de APV als route om aanvullende bescherming te formuleren.
De Wet Milieubeheer en het Bouwbesluit 2012 verbieden om afval te stoken, waartoe ook bewerkt hout gerekend kan worden (de enige toegelaten bewerking op stookhout is dan drogen en in stukjes hakken, dus geen verf, geen impregnering, geen triplex etc).

Tegen de amateurs van de biomassacentrale kan de ODZOB ‘gewoon’ optreden met de milieuwetten.

En, mocht u uit zijn op gezellig stoken: er zijn hele mooie gaskachels die de romantiek van een houtkachel heel mooi nabootsen.

Later toegevoegd extra materiaal:
–  De reactie van staatssecretaris Dijksma op het Groningse GGD-rapport: –> Brief Dijksma_2016-01-28_I&M_Reactie_op_GGD
–  De reactie van de Groningse GGD op de brief van Dijksma:–> 2016-02-09_Reactie GGD en NoordNL op kamerbrief houtrook
–  Een publicatie over gebruik van het Bouwbesluit om de schoorsteen van de buurman verplaatst te krijgen (Vereniging Leefmilieu maart 2016): –> Succes bij bestrijden houtrook Nijmegen
Dit verhaal leunt op NEN-normen, die slechts tegen betaling openbaar zijn. In dit geval heeft de gemeente Nijmegen daarin voorzien.

– Iemand stuurde mij een advertentie toe over een stoffilter voor een houtkachel. Ik sta nergens voor in en aanvaard geen enkele verantwoordelijkheid, maar misschien vinden sommigen dit interessant: http://eerlijkenwarm.nl/fijnstoffilter/

Observatie van de aarde vanuit de Sentinel-2

Als afwisseling opnames door de Sentinel-2A satelliet, die de Europese ruimtevaartorganisatie ESA op 23 juni 2015 gelanceerd heeft. Zijn tweelingbroer -2B gaat eind 2016 de lucht in en gaat precies aan de andere kant van de aarde vliegen.

Inkijk in de Sentinel-2A satelliet
Inkijk in de Sentinel-2A satelliet
De Sentinel-2 kijkt in dertien frequentiebanden
De Sentinel-2 kijkt in dertien frequentiebanden

Zijn oplossend vermogen is 10, 20 of 60m en zijn gezichtveld is 290km breed.
Hij passeert elk punt op aarde van 56° S tot 84° N op 786km hoogte en ziet dat dan onder dezelfde gezichtshoek. De baan is zon-synchroon.

Het instrumentensysteem is uitstekend geschikt om landbouw en bossen waar te nemen (en de veranderingen daarin), maar ook tinten in oppervlaktewater ten gevolge van milieuvervuiling. Een paar mooie plaatjes.

Watervoorraden in Zuid-Spanje
Watervoorraden in Zuid-Spanje
Algenbloei in de Oostzee op 04 sept 2015
Algenbloei in de Oostzee op 04 sept 2015. Die zee staat bekend om zijn zuurstofloze zones.
Het uiteinde van de Ryder Gletscher in Groenland
Het uiteinde van de Ryder Gletscher in Groenland
This image was captured by Sentinel-2A on 5 August 2015 from over 780 km above Earth. It clearly picks out features such as Rotterdam harbour, patchworks of fields throughout the country, Amsterdam and Schiphol airport. The image also shows how the Enkhuizen–Lelystad dike separates the different concentrations of sediment and algae in the Markermeer and the IJsselmeer.
This image was captured by Sentinel-2A on 5 August 2015 from over 780 km above Earth. It clearly picks out features such as Rotterdam harbour, patchworks of fields throughout the country, Amsterdam and Schiphol airport. The image also shows how the Enkhuizen–Lelystad dike separates the different concentrations of sediment and algae in the Markermeer and the IJsselmeer.

De plaatjes zijn te vinden op http://www.esa.int/spaceinimages/Missions/Sentinel-2

Klimaateffecten in Brabant – 1 Het Deltaplan hoge zandgronden

Ik ga een serie artikelen schrijven over de effecten van het veranderende klimaat en de reacties daarop, die zo specifiek mogelijk afgestemd is op mijn provincie Noord-Brabant.

In een oneliner samengevat wordt het warmer in Brabant en krijgt de neerslag een extremer fiks of niks – karakter.

Het zijn vooral de heftige rampen, die de krant halen, zoals de overstromingen in Engeland en de VS en de droogte in Californie. Mijn inschatting is dat je die in Nederland niet gauw krijgt. Het waterbeheer, zowel in droge als in natte tijden, is er te goed voor. Ons land is er traditioneel op ingericht.
Dat neemt niet weg dat de niet-meteen-dodelijke effecten wel verdomd hinderlijk kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld de Tilburgse overstroming van 28 juli 2014. Ik kom daar nog op terug.

Vooralsnog lijken klimaateffecten in Brabant vooral schade te veroor-
zaken. Soms erg veel schade.

Het Deltaplan hoge zandgronden
Een kort berichtje in het BD van 11 september 2015 “Sproeien mag weer”. Er heeft bijna drie maand een beregeningsverbod gegolden “omdat het voorjaar behoorde tot de vijf droogste van de afgelopen 100 jaar” aldus dijkgraaf Verheijen. “Augustus was juist extreem nat. 2015 is een jaar van extremen.
Het is niet spectaculair, maar wel zeer vervelend voor de boeren dat ze bij droogte niet mochten sproeien en dat daarna de plassen op de velden stonden.
deltaplan hoge zandgronden-1
De overheid en de maatschappelijke partijen bereiden zich in het Deltaplan Hoge Zandgronden al enkele jaren voor op het veranderende neerslagregime. Dat plan is relevant voor de zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland (Brabant en Limburg). Ik beperk me hier tot Brabant.
In dit Deltaplan werken waterschappen, gemeenten, drinkwater-
bedrijven, terreinbeheerders, landbouworganisaties en het Rijk samen aan maatregelen om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Zeer in het kort komen de maatregelen er op neer om het water in grotere gebieden op te vangen als er teveel van is, en om het efficiënter in te zetten als er te weinig van is. “Dat had ik ook wel kunnen bedenken” zal men denken, maar ondertussen vraagt het wel organisatie, planning en geld.
Die zijn vastgelegd in het werkprogramma “Wel goed water geven!”. Op 7 september 2015 hebben de regionale partijen een bestuursakkoord met het Rijk getekend om dit programma uit te voeren. Voor de regio tekende de Limburgse gedeputeerde Prevoo (SP), voor het Rijk Minister Schultz van Haegen.
De minister bracht 33 miljoen uit het Deltafonds mee, de regio zelf moet 106 miljoen schokken (grofweg 60 – 46 miljoen verdeeld tussen Brabant en Limburg). Daarnaast hebben de twee zuidelijke provincies een regionaal pluspakket gereserveerd van 84 miljoen. Het programma loopt van 2016 t/m 2020.
De klimaatverandering kost Brabant en Limburg samen dus zeker 28 miljoen per jaar (het pluspakket niet meegeteld). Dit alleen voor het beheer van het zoete water en  exclusief de gemeentelijke rioleringsuitgaven.
deltaplan hoge zandgronden-2
Er zitten best wel slimme plannen in het werkprogramma, zoals de ‘Waterkringloop Tilburg-Dongen’. Daarin wordt het gezuiverde restwater van vier grote industrieën gebruikt om de droogte in aangrenzend landbouw- en Natuurmonumentengebied te bestrijden. Tot nu toe gaat dat water het Wilhelminakanaal in.
Een ander plan is om op precisieberegening over te gaan, en om de beekdalen robuuster als waterberging uit te voeren. Met name worden genoemd de Mark en de Gender.
Nog een ander idee: Eindhoven heeft op sommige plaatsen chronisch teveel grondwater, omdat delen van de stad op voormalig moerasgebied gebouwd zijn. Eindhoven pompt bijvoorbeeld permanent bij Vredeoord. Dat water kan best wel gebruikt worden om elders de droogte te bestrijden.

Van de Brabantse 77 miljoen komt 17 miljoen van het Deltafonds, 17 miljoen van de provincie, en 43 miljoen van drie de gezamenlijke waterschappen.

Hier wordt niet spectaculair, maar wel goed gewerkt.
deltaplan hoge zandgronden-3

PMWP 2016 – 2021 is een goed plan

Ik heb het Provinciaal Milieu- en Waterplan 2016 – 2021 (PMWP) bekeken. Dat is, zeg maar, het nieuwe zesjarenplan van de provincie op milieugebied. Het oude plan loopt binnenkort af.

De provincie had vroeger een apart Milieuplan en Waterplan. Die twee zijn nu geïntegreerd. Het geheel ligt t/m 21 juli 2015 ter inzage, inclusief kaartmateriaal en een PlanMER. Die PLanMER zegt in een notedop dat het voorgenomen beleid nergens schade aanricht en soms tot voordeel leidt.

De toon en het ambitieniveau van het plan staat me aan. Het bevat enkele onderwerpen waarvan ik vond dat die er in thuis hoorden, zoals aandacht voor de bodemkwaliteit en meer aandacht dan het minimale voor energiekwesties, luchtkwaliteit en de gevolgen van het vliegverkeer.
Ik vind bijvoorbeeld ook dat het verhaal van de kringlopen in de landbouw en de mestproblematiek zo goed mogelijk worden nagestreefd, gegeven de te beperkte beleidsvrijheid die de provincie in deze van het Rijk krijgt.

Dat neemt niet weg dat ik nog wel wat manco’s zie. Ik noem die kort en puntsgewijze. De volgorde is willekeurig.

En verder: het is een abstracte tekst vol goede bedoelingen, maar de praktijk moet leren wat er van terecht komt.

Word supporter BMF!

Ik doe bij deze graag een oproep om supporter te worden van de Brabantse Milieu Federatie BMF.
Ik heb met de BMF samengewerkt om het dal van de Keersop te beschermen tegen de N69, om het Dommeldal en andere natuurgebieden te beschermen tegen de Ruit, en om een leefbare omgeving van vliegveld Eindhoven in stand te houden.

Verder praat ik regelmatig met de BMF over milieu- en landbouwzaken. Ik ben het niet altijd volledig met ze eens, maar ze hebben altijd wel de goede intenties.

Sinds 1972 zet de Brabantse Milieufederatie zich in voor een mooi en
duurzaam Brabant. Dat doen zij namens iedereen die natuur en milieu een warm hart toedraagt. Het is goed de Brabantse Milieufederatie hierbij helpen. Dat kan door supporter te worden.

Je ontvangt dan een nieuwsbrief, wordt uitgenodigd voor interessante bijeenkomsten en helpt mee een mooi en duurzaam Brabant dichterbij te brengen. Meer informatie op de website van de BMF. Daar is ook de link naar het aanmeldingsformulier te vinden.