In vogelvlucht

Vooraf
Bij elke 1000ste tik op mijn neus op de homepage een wat ander thema dan normaal em dit was de 42000ste tik.

Ik heb altijd interesse gehad in de vogeltrek. In mijn voorbije jaren als natuurkundedocent mocht ik er altijd graag over vertellen en bovendien, je kunt er in de bovenbouw Atheneum aan rekenen.
Zo is er een of ander pleviertje uit Groenland dat in de herfst – flap, flap, flap – naar acht kilometer hoogte stijgt en daar met de straalstroom mee met een noodvaart naar het Oosten vliegt en in die straalstroom – twiet, twiet, twiet – even met zijn vleugel naar de passerende piloten zwaait (dit op veilige afstand). Ter hoogte van Schotland daalt het beestje, gaat bijtanken in de Waddenzee, en vliegt dan langs gebruikelijke routes naar Afrika.
In het voorjaar vliegt hij weer terug naar de Waddenzee. Daar wacht het beest tot er een geschikt hogedrukgebied langs komt en dan vliegt hij – flap, flap, flap – vlak over de zee, met de wind weer in de rug, terug naar huis.

Toegegeven, het verhaal is enigszins antropomorf gemaakt, maar af en toe moet het een beetje sappig zijn voor de klas.

En, het zij toch maar even gezegd: vliegen is interessant, maar niet met honderdduizenden herrieschoppers en lucht- en klimaataantasters tegelijk.  

Rosse grutto B6 vliegt een wereldrecord non stop-vliegen
Ik kreeg inspiratie voor dit artikel toen ik onlangs vernam dat Rosse Grutto B6 een nieuw wereldrecord non stop-vliegen gevestigd had. Bij nader onderzoek bleek dat het wereldrecord er al een tijdje stond, namelijk vanaf okt 2022. Maakt niet uit.

Hierboven hoe een rosse grutto er in het algemeen uit ziet, en hoe rosse grutto B6 er specifiek uitziet toen hij op 15 juli 2022 bij Nome in Alaska geringd werd en van een piepklein zendertje (5 gram, inclusief klein zonnepaneel) voorzien. Daardoor was hij (of zij, dat vermeldt het verhaal niet) met een satelliet te volgen.

Voor meer informatie over de rosse grutto zie  https://nl.wikipedia.org/wiki/Rosse_grutto

Vogels vliegen op vet, want dat is de meest energierijke natuurlijke brandstof. Om zover mogelijk te komen laden ze zich zo vol mogelijk, zodanig dat ze soms nauwelijks nog van de grond komen. Het volgewicht van een rosse grutto is 485 gram en het leeggewicht 215 gram.
De rosse grutto verbouwt zichzelf voor de vlucht zelfs van binnen. Zijn lever, nieren en andere ingewanden worden tijdelijk zeer veel kleiner (die heeft hij per slot van rekening onderweg toch niet nodig) en zijn hart en vliegspieren groter – alles gericht op zoveel mogelijk vet meenemen. Na aankomst alles weer andersom.
Een artikel dat dit uitvoerig beschrijft is  https://academic.oup.com/auk/article/139/2/ukab086/6523130 . Daarin wordt al vol ontzag gesproken over de vogelprestaties die de natuurwetenschap tot aanpassingen dwongen – dat was dan nog een half jaar voor B6 tot nog meer ontzag leidde (voor wie het artikel wil lezen: de rosse grutto is de Limosa lapponica baueri ). Het meetprogramma onder dit Academic-artikel liep al een tijdje.

De factor (ongeveer) 2 tussen vol- en leeggewicht is overigens gebruikelijk in alles wat vliegt – zelfs een B747 voldoet er aan.

En toen vloog Rosse Grutto B6, net vier maand uit het ei, bovenstaand traject richting Zuid. Het is 13,558 km en dat deed het beest in 11 dagen – non stop vliegend.

Het originele artikel is van de US Geological Survey (USGS), waarvan ook bovenstaande kaart afkomstig is (zie https://www.usgs.gov/centers/alaska-science-center/news/juvenile-bar-tailed-godwit-b6-sets-world-record en vandaar uit https://www.adn.com/alaska-news/wildlife/2022/10/30/a-juvenile-shorebird-tagged-in-alaska-flew-nonstop-for-11-days-and-arrived-in-tasmania/ )

Die elf dagen is het echte schokkende – de afstand hangt er ook van af hoe de wind stond. B6 had hem mogelijk mee, maar dat mag men niet eens geluk noemen want vogels hebben, zoals iemand het in de New York Times het formuleerde, een ‘griezelig vermogen om het weer te voorspellen’ en het zijn uitstekende navigatoren – zodanig dat de oude Polynesische zeevaarders, ook niet mis, vogelgedrag in hun intellectuele pakket hadden als ondersteuning. (Het artikel in de New York Times op The Godwit’s 7,000-Mile Journey: A Migration That Breaks Records – The New York Times .)

Rosse grutto’s vliegen terug over de Gele Zee (bij China en Korea), waar ze een paar weken bij tanken alvorens weer naar Alaska te gaan ( https://datazone.birdlife.org/articles/the-bar-tailed-godwit-undertakes-one-of-the-avian-worlds-most-extraordinary-migratory-journeys ).
Men schat dat een rosse grutto in zijn leven zowat een half miljoen kilometer vliegt.

De parkiet van Tucker
Hierbij moet eerst het prachtige boek van hoogleraar Henk Tennekes (de meteoroloog) genoemd worden “De wetten van de vliegkunst” (1992), later bewerkt tot “The Simple Science of Flight, Revised and Expanded Edition” ( archive-MITpress ) . Onderstaand verhaal komt via zijn boek.

Professor Vance Tucker had een parkiet getraind om met een zuurstofmaskertje op in een windtunnel te vliegen. De windsnelheid en de hellingshoek kon hij instellen. Men zegt dat het vogeltje wekenlang gewillig meewerkte – hij zal er wel heel goed voor gezorgd hebben. En dat terwijl een parkiet geen goede vlieger is.
Via de zuurstof kon hij, gebruikmakend van wat gangbare extra aannames, het mechanisch vermogen  van het vogeltje berekenen bij de ingestelde omstandigheden. Hieronder de geschematiseerde opstelling  en daaronder de resultaten. Die zijn voor dit concrete parkeitje, maar met andere getallen gelden ze voor alle vogels (behalve mogelijk kolibries).

De algemeen geldende conclusie is dat alle vogels bij een bepaalde snelheid het makkelijkste vliegen. Tuckers parkietje heeft in horizontale vlucht het laagste vliegvermogen nodig (nl 0,75W) bij 8,0m/sec. Zowel langzamer als sneller vliegen vraagt meer vermogen, evenals uiteraard schuin omhoog vliegen.

Voor dit optimale punt is een ‘glijgetal’ gedefinieerd. Dat is bij een constante horizontale snelheid een verhoudingsgetal tussen enerzijds de lift = de zwaartekracht en anderzijds de luchtwrijving = de spierkracht. Tevens is dit (vandaar de naam) het aantal horizontale meters dat een vogel in glijvlucht aflegt per één verticale meter.
Veel zangvogels hebben een glijgetal in de buurt van de 4 . Dat betekent zowel dat de spierkracht een kwart van de zwaartekracht is als dat de vogel, als hij zijn vleugels stilhoudt, per meter daling vier meter vooruit komt.
Een parkiet en een fazant hebben een glijgetal van ongeveer 4, een gierzwaluw van ca 10, een albatros van ca 22, een passagiersvlieegtuig heeft een glijgetall van 15 tot 20 (dus als op 10km hoogte alle motoren uitvallen, komt het nog een aardig eind vooruit), een zweefvliegtuig van 20 tot 60.

Veldleeuwerik

Rekenen aan een leeuwerik (en dat correctiemodellen nooit waterdicht zijn)
Ik had in mijn tijd als natuurkundeleraar een som gemaakt hoever een leeuwerik kon vliegen. Een lege (uitgehongerde) leeuwerik is 17 gram, een volgevreten exemplaar 35 gram (dus gemiddeld over de vlucht 26 gram). De aarde trekt eraan met (gemiddeld) 0,26Newton (N) en omdat het glijgetal  van een leeuwerik 4 is , moet voor een horizontale vlucht met constante snelheid de voorwaartse kracht een kwart van 0,26N zijn, dus 0,065N .
35 – 17 = 18gram vogelvet bevat een chemische energie van 18*30 = 540kJ (540.000 van de energieeenheid Joule). Bij een spierrendement van 25% wordt van die 540kJ een kwart, dis 135kJ, omgezet in mechanische arbeid en de rest wordt warmte.
Die 135kJ gedeeld door 0,065N is nu de afstand die de leeuwerik kan vliegen. Dat is 2075km.
Daarmee halen ze, bij windstil weer, om en nabij Zuid-Europa, de Balkan of de Noordkust van Afrika en dat schijnt voor de beestjes ver genoeg te zijn.

Dit was dus een opgave die de meeste leerlingen op de bovengeschetste manier konden oplossen. Mooi.
Nu was er een leerling die iets anders bedacht had. Hij liet de leeuwerik (met, voor insiders, 135kJ =mgh)  loodrecht opstijgen tot 520km hoogte (ongeveer de hoogte van de Starlink-satellieten van Elon Musk). Van daar af ging het beestje in voorgeschreven glijvlucht (4 op 1) naar beneden en landde keurig op 2075km op de gewenste afstand.

Een goed antwoord op een volstrekt onmogelijke manier, daar voorzag mijn correctiemodel niet in. Uiteindelijk heb ik maar een besluit genomen met een enigszins subjectief karakter en er drie van de vier beschikbare punten voor gegeven,

Gossamer Pinguin

De Zephyr

Alles wat vliegt op één lijn
Tot slot een beroemde grafiek uit het boek van Tennekes: van fruitvlieg tot A350 in  één (dubbellog) diagram. Zie hieronder.

  • Op de horizontale as onder de kruissnelheid in m/sec (bedoeld wordt de meest economische snelheid, zoals boven uitgelegd, op het laagste punt van de U-curves)
  • Vertikaal de zwaartekracht op de vogel in Newton (bij de gekozen nauwkeurigheid kun je zeggen dat de aarde aan 1kg trekt met 10N)
  • Horizontaal boven de vleugelbelasting (de zwaartekracht op de vleugel (in N) gedeeld door de vleugeloppervlakte (in m2  )
  • Alles onder de “mute swan (=knobbelzwaan)” leeft en alles daarboven is dood
  • Links van de lijn de typische zwevers, waaronder enkele exotische menselijke constructies (de Gossamer condor is een fietsvliegtuig, zie https://www.wired.com/2010/08/0823gossamer-condor-human-powered-flight/  en de Gossamer Pinguin ook, maar dan met zonnepanelen erop).
    De Solar Zephyr is een drone voor militair verkenningsdoeleinden in de stratosfeer, werkend op zonnepanelen ( https://www.aerosociety.com/news/zephyr-down-but-definitely-not-out/ )
    Let hier ook op de positie van de Pteranodon (een vliegend reptiel uit het Mesolithicum)

    Rechts van de lijn alles wat men snel wil of wat snel moet, zoals de F16 of de, gezien zijn kleine vleugeloppervlak relatief onhandig zware, hommel (bumble bee) of honingbij.

Peuken prikken langs de Dommel

Op 22 maart 2025 was de Nationale Opschoondag. In Eindhoven vormden enkele leden van de lokale Milieudefensiegroep en enkele lokale leden van de Partij voor de Dieren een ploeg, die een stukje aan beide kanten deed van het Van Abbe-museum tot iets over de Vestdijk. Daar lag het een en ander aan troep, waaronmder veel peuken. Het Peukenparadijs, zogezegd.
Ik heb zelf meegedaan namens Milieudefensie Eindhoven.
De organisatie die dat standaard doet (en niet eenmalig zoals onze ploeg) is de Troep Troopers ( https://troeptroopers.nl/ ). Er waren op die dag overigens meer Eindhovense groepen op pad.

Na afloop nog even gezelligheid met koffie bij Schellens.

Hieronder enkele foto’s .

Statieportret vooraf

Na afloop de buit

De oevers van de Dommel zijn op dit traject natuurvriendelijker gemaakt. Er leeft het een en ander. Ook wat foto’s.

Dotterbloem                                                              Japans Hoefblad

 Waterhoen

Flyeractie bij Eindhovens ING-kantoor

Milieudefensie Eindhoven heeft op 14 maart 2025 flyers gedeeld bij het Eindhovense kantoor van de ING-bank. Ik heb ook meegedaan.
In de flyers wordt opgeroepen om mede-eiser te worden in de klimaatzaak tegen ING. Mede-eiser worden kost niets en verplicht tot niets, maar telt wel mee als steun.
ING moet voor 2030 zijn uitstoot halveren, en moet stoppen met het steunen van bedrijven die onze toekomst in gevaar brengen. Nadere info en aanmelding om mee te doen op https://milieudefensie.nl/klimaatzaak-ing/mede-eiser .

Op maandag 28 maart wordt de dagvaarding op demonstratieve wijze aan ING uItgereikt. Verzamelen om 10.00 uur op het Hoekrodenplein, station Bijlmer Arena, Amsterdam. Meer info en aanmelden op https://veranderaars.milieudefensie.nl/agenda/ing-dagvaarding/ .

Hallo bezoeker!

Leuk dat je mijn site bezoekt!
Ik wil op deze site aandacht besteden aan maatschappelijke zaken in het overgangsgebied tussen milieu en duurzaamheid, natuurwetenschappelijke discipline, politiek werk en acties op deze gebieden. Ik heb hierbij voorkeur voor onderwerpen die voor Noord-Brabant van belang zijn. Elders op deze website vind je tot welke concrete lidmaatschappen en maatschappelijke functies dat leidt.
Ik verwelkom iedereen op mijn site die hier ook iets mee wil.

Daarnaast staan er ook persoonlijke accenten tussen de boodschappen.

In de artikelen op deze site kun je zien hoe ik over de dingen denk. Je kunt me ook een vraag stellen (zie de tekst onder de foto).

Om artikelen te vinden werkt de “categorie-knop” het gemakkelijkste. Dat is een  hierarchische rangschikking op (deel)onderwerp.

Bedenk dat bij elk artikel een datum staat. Na artikelen treden ontwikkelingen op die de inhoud van het artikel kunnen ondergraven. Kijk altijd even of er nog een later artikel is.

En wees sowieso sceptisch als iemand iets beweert, zelfs als ik dat ben.

Voor geen enkel artikel op deze site is ChatGPT gebruikt.

Als u mij een vraag wilt stellen die geen betrekking heeft op een concreet artikel (bijvoorbeeld om iets uit te zoeken waar ik nog niet over geschreven heb), wilt u dat dan doen als commentaar bij deze passage?


Bij de RABO-bankdemonstratie dd 16 mei 2023 met Miss Piggy


Bij het Einsteinmonument in Ulm (Einstein is daar geboren). Ik vind het overigens geen mooi monument, maar ik heb grote bewondering voor Einstein..
09 juli 2023

Milieudefensie bij kerkelijke klimaatavond in Waalre

Milieudefensie Eindhoven en omgeving was uitgenodigd voor een kerkelijk georganiseerde klimaatavond op 04 februari in de Agnus Deikerk in Waalre. Ik heb voor onze lokale Milieudefensiegroep de praktsiche zaken geregeld.

Het was een goed georganiseerde avond.

De avondvoorzitter Terborg liet vier sprekers aan het woord, die laten ook een workshop leidden:

Verder konden twee organisaties een kort verhaal vertellen, te weten Duurzaam Waalre ( https://duurzaamwaalre.nl/ )  en ikzelf namens Milieudefensie Eindhoven en omgeving
Het werd een kort verhaal over waar onze lokale groep bij betrokken was: onder andere steun aan de landelijke bedrijvenactie, waaronder de ING-actie, een regionale aanschrijfactie van bedrijven, het vliegveld en pogingen om een actie op te zetten rondom het oppervlaktewater.

De avond werd afgesloten met Leonard cohen;s Anthem ‘Ring the bells that still can ring’ ( https://www.poetryverse.com/leonard-cohen-poems/anthem )

Er waren de nodige gesprekken met mensen uit het publiek en er zijn flyers gedeeld.

Terborg en Van ‘t Einde

De nonnen van Tuam (revisited 18 nov 2024)

Ik vond het in eerste instantie opmerkelijk dat er ineens heel  veel belangstelling was voor een reisartikel op deze site over een vakantie in 2014 (dat was zelfs voordat deze site startte, het is er met terugwerkende kracht naar 13 augustus 2014 opgezet).
In augustus 2018  heb ik nog een kort vervolgartikel aan gewijd naar aanleiding van een vergelijkbare situatie die in Nederland speelde (bij de Zusters van de Goede Herder). Zie www.bjmgerard.nl/de-meisjes-van-de-goede-herder/ .

De reden voor deze onverwacht oplaaiende belangstelling (zoals ook een lezer van deze site al meldde) is een thriller met romantische neventhema’s, die Marelle Boersma op het kinderhuis in Tuam gebaseerd heeft en die in 2023 verscheen. Blijkbaar is het boek veel gelezen en zijn veel mensen gaan googleen.

Ik heb het boek voor mijn verjaardag cadeau gekregen en het inmiddels gelezen. Ik vind het wel een goede thriller. En omdat ik bij elke 1000ste tik op mijn homepage er een persoonlijk getint artikel tegen aan gooi, en de 40.000ste zojuist gepasseerd is, nu even een paar woorden over het boek van Boersma.

Voor zover het om feitelijke zaken gaat, heeft Boersma haar research redelijk op orde. De locatie klopt, de getallen kloppen, de ontdekking van de crypte door kinderen klopt, en de hoofdpersoob Maureen is expliciet gemodelleerd op de hieronder genoemde Corless, en de sfeerbeschrijving van Ierland in die tijd klopt. En inderdaad ontstond er interesse voor adoptiekwesties.
De criminele en romantische verwikkelingen zijn geheel voor rekening van de dichterlijke fantasie van Boersma. Onder deze verwikkelingen ligt geen historisch vastgestelde basis..
Omdat mijn stiel niet die van literair criticus is, laat ik het bij de vaststelling dat ik het boek met plezier en zonder ergernis gelezen heb.

Waar echter in het boek gepleit wordt om voor waarheidsvinding onder oppervlaktes te graven (dit letterlijk en figuurlijk), had, wat  mij betreft, Boersma nog wel iets verder mogen graven naar de wortels van de Ierse geschiedenis.
In 1925, toen de Zusters begonnen, had Ierland zich net uit een koloniale Engelse overheersing met dramatische hongersnoden en massa-emigratie vrijgevochten met eerst een onafhankelijkheidsoorlog en toen een burgeroorlog. Het land was voor die tijd al kapot en na die oorlogen nog kapotter. Ongetwijfeld was het binnen het opvangpand niet best. Maar erbuiten was het niet veel beter (zie  hieronder voor wat cijfers). Boersma schetst teveel het opvanghuis als een geïsoleerde misstand in een niet verder uitgewerkte grotere context.
Idem de positie van de RK Kerk. Daarover kan inderdaad veel negatiefs gezegd worden, maar de machtige positie  heeft zijn historische oorzaken, o.a. als drager van een stuk nationale identiteit tijdens de koloniale periode tegenover een bezettingsmacht met een eigen Engelse staatskerk.
Overigens is Ierland de laatste jaren (eigenlijk sinds ze in de EU zitten) vèrgaand gemoderniseerd, zowel materieel als geestelijk. De succesvolle campagnes voor g rotere abortusvrijheid en het homohuwelijk worden als voorbeeld voor burgerberaden elders gehanteerd. De RK Kerk is terug in zijn hok.

Maar ik moet zeggen dat ik niet geheel onbevooroordeeld  ben. Ik heb een zwak voor Ierland en mijn vrouw en ik hebben er in onze jongere jaren veel gefietst.
Hieronder het op de fietstocht van 2014 gebaseerde artikel.
De meeste foto’s van het Ierse landschap komen van elders uit Ierland.


Het landschap van Doolough Pass

Onze vakantie in Ierland in 2014 begon met een vliegreis met onze fietsen naar vliegveld Knock (wat in het Iers ‘heuvel’ betekent, en dat is adequaat), en een overnachting in het nabijgelegen Swinford (waarover weinig te vertellen valt). De dag erop zijn we naar Tuam gefietst, want dat lag op de goede afstand de goede kant op en er is een redelijk hotel. ‘Tuuwam??’ zei de mevrouw van de bed and breakfest met een grote grijns. Na een blik op de kaart ‘you mean Tsjoeoeoem – the fastest place in Ireland’. Ieren zijn een literair volk, soms meer dan goed voor ze is.

Tsjoeoeoem heeft zo ongeveer het minste stedeschoon van heel West-Ierland en het zou volstrekt onbekend gebleven zijn, ware het niet het verhaal van de nonnen van Tuam dat het de wereldpers haalde (oa met onthullingen in The Guardian) en daarna de sociale media. Het is een leerzaam verhaal over de recente Ierse geschiedenis, de RK Kerk en nog meer over het functioneren van de social media.
Zie voor een verhaal in The Guardian http://www.theguardian.com/world/2014/jun/13/mother-behind-galway-childrens-mass-grave-story .

Het gaat om St. Mary’s Mother and baby Home van de Bon Secours Sisters. Het heeft gefunctioneerd van 1925 tot 1961. Het was in Ierland in die tijd een schande als je ongehuwd moeder werd en de RK Kerk voorzag in een oplossing van dit zelf gecreëerde probleem met tehuizen zoals in Tuam (en met de Magdalena Laundries bij recidive).

In 1975 vonden twee spelende kinderen een oude septic tank op het inmiddels verlaten complex met menselijke resten (ongeveer 20, meende een van deze kinderen veel later).
In 2012 publiceerde Catharine Corless, een locale historica, een artikel over het tehuis. Het was haar opgevallen dat er wel 796 doodsbewijzen bestonden van kinderen in dit tehuis, maar dat er slechts twee begraven waren op reguliere begraafplaatsen in de buurt. De rest moest ergens in een ongemarkeerd graf liggen. Dat was overigens de gebruikelijke gang van zaken in Ierland in die tijd. Tot die ongemarkeerde plaatsen behoorde de in de (inmiddels tot crypte omgebouwde) septic tank.
Het was Corless in eerste instantie te doen om erkenning en om een fatsoenlijk grafmonument, waaraan later door andere aan toegevoegd adoptieoverzichten.

Corless kreeg in haar eigen streek eerst geen poot aan de grond (‘Het zullen wel slachtoffers van de hongersnood zijn’ wat overigens in Ierland geen absurde gedachte is). Maar via de sociale media kreeg een familielid in Dublin lucht van Corless’ lokale verhaal en toen explodeerde de kwestie. Zelfs geheel out of control. Corless zelf was erg precies geweest, maar in een mum van tijd gingen de gruwelijkste horrorverhalen de ronde doen. De precisie in de pers was ver te zoeken en op de sociale media nog minder. Zelfs nazi-Duitsland kwam langs in de commentaren.
Ieren zijn gek op woorden en gaan een stevig debat niet uit de weg.

Het feitenmateriaal is intussen schaars. Het getal 796 staat vast, de septic tank staat vast maar is niet opgegraven, er zijn schaarse inspectierapporten en er zijn ooggetuigeverhalen die echter vaak op andere tehuizen betrekking hebben. De Ierse regering heeft een gerechtelijk onderzoek ingesteld en dat is het beste dat ze kunnen doen (en ook het enige). Op 19 febr 2015 werd bekend dat dat nog wel even kan duren.

A memorial at the spot where 796 children may have been buried in Tuam, Galway. Photograph: Patrick Bolger

Algemeen wordt erkend dat het in de tehuizen erg was, maar de vraag is of het er erger was dan elders in Ierland. Met name West-Ierland is heel lang armoedig en onontwikkeld gebleven. Toen Willemieke en ik er in de jaren ’80 rondfietsten was het eten zelfs voor gewone Ierse bevolking niet goed – iets wat overigens tegenwoordig drastisch verbeterd is. Je kon er toen praktisch geen groente en fruit kopen en je zag overal rachitis en slechte gebitten. Niet voor niets heette het westen van Ierland toen “The dying West”. West-Ierland, een van de mooiste gebieden ter wereld, is een slechte plaats om te wonen als je weinig geld hebt en geen goed huis. (Kamperen moet er worden afgeraden. Doe bed and breakfest, de meeste Ieren zijn vreselijk aardig, of anders een hotel).

In een reactie op een door velen vanwege het scepticisme verketterd artikel van het Internet Magazine Spiked van Brendan O’Neill (een zeer Ierse naam, maar het adres is in Londen) becijfert iemand dat het sterftepercentage in ‘Tuam’ 8,3% was tussen 1925 en 1937 tegenover (bijvoorbeeld) 8,9% in Cork en 13,2% in Limerick. Daar staat een inspectierapport tegenover uit 1947 met het gegeven dat er in ‘Tuam’ 79 babies onder de één jaar bij kwamen en dat er 25 overleden (31%). In dat jaar stierven gemiddeld in andere Ierse tehuizen 17% van de kinderen, meestal aan infectieziektes (in die tijd waren er nog nauwelijks antibiotica beschikbaar). Epidemieën hadden in de arme en overbevolkte tehuizen vrij spel.

Ik laat het eindoordeel aan de Ierse rechtsstaat.

Mijn indruk (voor wat die waard is) is dat de zusters van de Bon Secours in zekere zin pech gehad hebben. Er heeft zich in de afgelopen jaren rondom de RK Kerk in Ierland een zwaar onweer opgebouwd vanwege het anti-abortusstandpunt, voorbehoedsmiddelen, de acceptatie van homoseksuelen, en kindermisbruik door religieuzen. De RK Kerk heeft te laat gezien dat de wereld veranderd is, ook in Ierland.
Het onweer is losgebarsten en min of meer toevallig trof die met terugwerkende kracht de zusters van de Bon Secours in Tuam.

Killary Harbour bij Leenaun (West-Ierland)

(versie van 13 aug 2014 had dd wijziging 4318 views)

Maasklei, keramiek, dijkverzwaring en ruimte voor de Maas

Elke duizendste keer dat iemand op de homepage van mijn website klikt, een verhaal met een wat meer persoonlijke en een wat minder wetenschappelijke en politieke tint als normaliter op deze website. Nu naar aanleiding van de 39000ste tik op mijn neus.

De Dutch Design Week
Vandaag eindigt de Dutch Design Week (DDW) in mijn woonplaats Eindhoven. Het is een druk bezocht evenement, waarin in een groot scala aan onderwerpen en handelingen, overgoten met een ergerlijk designjargon, aan den volke gepresenteerd wordt. Dit liefst in het Engels.
Soms is het niks, soms is het amusant, soms zie je een goed idee dat niet praktisch is en soms gaat het over iets waar je wat aan hebt.

Ik had het druk en daarom weinig tijd, dus ik heb me vandaag beperkt tot twee projecten in de kantlijn.

Het ene was het project NextUp op het Stationsplein. Dat moest op een of andere manier betekenisvol zijn voor de ontwikkeling van Knoop XL, een grootschalige ontwikkeling van het Eindhovense Stationsgebied. Over dat project kun je boeken volschrijven en feitelijk hebben de dossiers erover al die omvang, maar ik laat het erbij dat het een spanningsveld is tussen goede bedoelingen en harde realiteiten. Maar NextUp ging een pietsie over de goede bedoelingen en niet over de realiteiten. Ik was er snel weer weg.

Het andere was het project van AtelierNL en van het provinciale programma Meanderende Maas. Dat was goed en men sprak gewoon Nederlands.

Mijn vrouw en ik hebben veel in het Rivierenland gefietst en we vinden het mooi (meestal).

https://innovaviewer.nl/meanderendemaas/img/intro-bg.jpg

De Meanderende Maas
De Maasdijk tussen Ravestein en Lith moet aan de Brabantse kant versterkt worden (de Gelderse kant is sterk genoeg). Voor die versterking bestaan goede redenen, onder andere dat als de dijk het begeeft, Oss en Den Bosch onder kunnen lopen.  
Dijkverzwaring is tegenwoordig meer dan alleen maar inzet van bulldozers en betonmolens. Het is multidisciplinair en er werken dan ook tien organisaties mee aan het project (met Waterschap Aa en Maas als trekker).
Voor een beschrijving zie https://www.meanderendemaas.nl/over-het-project/ .
Het  Ruimte voor de Rivier-beginsel uit 2007 is een van de beste ruimtelijke ordening-besluiten van de laatste jaren ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Ruimte_voor_de_rivier en https://www.deltaprogramma.nl/gebieden/rivieren/maas ). En zeker ook de Maas moet die ruimte ook krijgen, ook tussen Ravestein en Lith.
Vervolgens leent die vrijgekomen ruimte zich goed voor recreatie en natuurontwikkeling.
Het project heeft dan ook veel draagvlak en in juli 2024 was de besluitvorming geheel rond. De schop kan de grond in.

Zes kuub Maasklei

AtelierNL
Het keramische AtelierNL ( https://www.ateliernl.com/ en https://www.ateliernl.com/about en https://ddw.nl/en/programme/12535/meanderende-maas ) wil mooie dingen maken uit natuurlike materialen, ook al is de website geheel in het Engels (zelfs zonder vertaling). De twee dames Nadine Sterk en Lonny van Ryswyck kijken in ‘about’ vastberaden de lens in zonder dat duidelijk wordt wat ze precies bedoelen, maar als men die lichte irritaties naast zich neerlegt, is het verder een goede website.

De link tussen de Maas en het Atelier bestaat uit klei.
Bij het project Meanderende Maas wordt vier miljoen kuub klei afgegraven. Die gaat naar de dijkverzwaring binnen of buiten het traject Ravestein-Lith, en naar steenfabrieken.
AtelierNL heeft inmiddels zes kuub Maasklei ontvangen en een deel daarvan ligt als een imposant lijkende berg op de vloer van hun atelierruimte (de berg is hol omdat anders de vloer het begeeft, maar dat zie je niet). De bruine kleur komt van ijzeroxide.

Klei in Nederland

Tijdje met Hans van Engen staan praten, projectleider namens provincie en Waterschap Aa en Maas), van huis uit landschapsarchitect.
De stapel klei bevat een klein beetje PFAS want alles bevat een klein beetje PFAS. De klei in verhouding niet zoveel, want alleen de bovenste laag bevat wat. In de Romeinse tijd was er nog geen PFAS.
Verder ook nog wat gepraat over de non ferro en de Dommel, maar dat is een apart onderwerp.
En dat ik in mijn middelbare schooltijd vakantiewerk gedaan heb in de ouderwetse steenfabriek van Osse in het Twentse Losser (https://fabriekofiel.com/losser/ , zeeklei uit het Tertiair met nog fossielen erin – handmatig om de zoveel dagen al die stenen omkeren die moesten drogen voor ze de over ingingen). Mijn vader heeft ook nog een blauwe maandag bij Osse gewerkt in de vooroorlogse crisistijd.
Een genoeglijk gesprek.

AtelierNL maakt van die klei best mooie dingen. Zes kuub is 9000 borden. Ze kunnen even vooruit.

Fietsen naar de Sahara

Vooraf
Elk jaar gaan mijn vrouw en ik op fietsvakantie, dit jaar in Denemarken. Verstandig om vooraf wat trainingsritjes in te plannen en deze ging naar de Sahara – de Lommelse Sahara wel te verstaan, bij Luyksgestel net over de Belgische grens. De trigger was een artikel van hoofdredacteur Lucas van Houtert in het Eindhoven Dagblad van 10 maart 2024 ( alles-ging-langzaam-dood-rond-de-zinkfabriek-zo-ontstond-de-lommelse-sahara ).

Nu is het onderwerp niet nieuw in deze kolommen. Ik heb in de-belgische-non-ferro-raffinage-met-uitlopers-in-zo-brabant/ een artikel afgedrukt dat ik in 1984 voor het SP-blad De Tribune heb geschreven. Dat is dus net 40 jaar geleden en nog eens tien jaar eerder is de fabriek in kwestie gesloopt. Ook twee jubileums dus.

De Sahara (de naam is uit de volksmond en snel overgenomen) is een surrealistisch gebied met extreme enerzijds-anderzijds tegenstellingen. Wat je ziet is vaak niet wat je denkt dat je ziet.

Wie meer over de geschiedenis wil lezen, kan terecht bij het Lommelse Erfgoedhuis ( https://www.erfgoedlommel.be/ ). Daar komen ook de foto’s van de voormalige fabriek vandaan.

Enerzijds
Dit gebied was vroeger straatarm, er waren geen vakbonden en het was dunbevolkt. Vandaar dat er een heleboel vervuilende non-ferro bedrijven neergeplant zijn, o.a. om de geroofde Kongolese ertsen te verwerken.

Er staan nog twee zinkfabrieken in Balen (die nog steeds zink produceert) en Pelt (die tegenwoordig zinkresten recyclet). De Lommelse fabriek heeft als Dritte im Bund er gestaan van 1904 tot de sloop in 1974.

De fabriekseigenaren hadden het soort patronaatsysteem dat Philips in Eindhoven, met andere accenten, ook had. Er was zowat niks, dus zorgde de baas voor huizen (voor die tijd relatief goed, maar de luxe daalde met de stand van de bewoner), eigen ontspanning, onderwijs  en ook anderszins geestelijke ondersteuning, wat goed van pas kwam want bepaalde functies waren levensgevaarlijk.
Wijknamen als Lommel-werkplaatsen en Overpelt-fabriek getuigen er nog van.

De fabriek stond op de Maatheide, toen een natuurgebied met bos, heide en moeras. Maar dat veranderde snel.
De zinkproductie, indien slecht vormgegeven, kan extreem vervuilend zijn. Het bij roosten van de ertsen (vaak sulfides) komt veel zwaveldioxide vrij. In de toen gebruikte hoogovens ontstaat zuiver zink in de dampvorm en die damp condenseert tot fijn zinkstof dat voor  een deel ontsnapt.
Bovendien bevat zinkerts vaak ook bijgemengd cadmium, lood en arsenicum en dat komt ook vrij.

Het duurde niet lang of alle vegetatie rond de fabriek begon af te sterven. Daarna kwam het kale zand vrij te liggen en zo lag er in de jaren ‘1930 rond de fabriek een stuifzandgebied van ca 700 hectare. Er ontstond paniek, want als de wind verkeerd stond begon Lommel, en met name het gehucht Weirken, onder te lopen. Het zand moest met schotten worden tegengehouden.

Met moet met zandverstuivingen niet spotten.
Wij hebben in Nederland het Kootwijkerzand, waaronder een vroeger dorp ligt. Ook dat stuifgebied is (mede) veroorzaakt door een milieuramp in de Middeleeuwen, te weten de houtskoolproductie voor de toen bloeiende ijzerwinning op de Veluwe. Zie https://www.bjmgerard.nl/het-jaar-1000/ .
Ook aan de Poolse Oostzeekust ligt het onder een hoog duin begraven dorp Łącka, eveneens ontstaan door teveel houtkap ( https://www.bjmgerard.nl/het-slowinski-nationaal-park/ ).

Er kwam een soort wanhoopsoffensief tegen het stuivende zand.
De ene maatregel was dat er in de jaren 1950 tonnen huisvuil uit Antwerpen en Brussel gedumpt zijn. Men ziet dus niet een mooi zandstrandje, maar een afgedekte vuilstort.
De tweede maatregel is dat men berken en dennen is gaan planten, van buiten naar binnen. Men ziet dus geen fraai natuurlijk bos, maar een ergens vanaf de jaren 1980 aangelegde verdedigingswal. Inmiddels heeft die het stuifzandgebied teruggedrongen tot 193 hectare.
Tot slot heeft men het bouwpuin van de gesloopte fabriek in het gebied gedumpt, met de zinkresten er nog in. Los daarvan liggen er ook overal zinkslakken, die als verhardingsmateriaal gebruikt zijn (net als in Zuidoost Brabant). Die slakken logen door de regen uit.

Het leven probeert er wat van te maken. Links een rare puist met (bij mijn  weten) pijpestrootje, rechts zandzegge

Loopt men er rond, dan ziet men rare brokken beton. Dat is het overblijfsel van de Poudreries Réunies de Belgique, dis het gebied gebruikte als test- en schietterrein voor granaten en springstoffen.

De ‘vennen’, die men denkt te zien, zijn geen vennen, maar zandafgravingen. Het gebied bevat fijn wit zand (daarom stoof het zo goed). Vanaf de jaren 1950 tot begin jaren 1980 heeft de familie Tourniet er tot 10m a 30m diepte zand afgegraven. Het is levensgevaarlijk (voor mensen) om erin te zwemmen, omdat er vanwege de diepte koud water in kan zitten en er (vanwege het diepteverschil) onder water landslides kunnen optreden. Bovendien zitten er veel zware metalen in het water. Ten overvloede staat er ook een bord dat waarschuwt voor blauwalg, maar daar is niets van te zien. Er zat een kudde mooie brandganzen in en langs het water, maar ja, die lezen geen borden.

Nu het anderzijds
Na langdurig publiek-privaat overleg kwam er een deal tussen aan de ene kant  diverse overheden en maatschappelijke organisaties, en aan de andere kant de multinational Sibelco. Sibelco doet in de winning van zand, klei en vergelijkbare mineralen en maakt daar allerlei halffabricaten van (zie https://www.sibelco.com/en/sites/lommel en https://www.sibelco.com/en ). Die halffabrikaten zijn op hun beurt weer grondstof voor allerlei toepassingen als glas, silicium voor chips, bouwmaterialen, etc.

De deal was dat Sibelco het gebied voor eigen rekening zou saneren, en dat Sibelco het recht zou krijgen het Lommelse zilverzand te winnen. Inmiddels zijn de graafputten van Sibelco 60m diep.

Sibelco startte de sanering in 2003 ( nieuwsblad.be over start sanering in 2003  ). Wat er precies gesaneerd is en hoe goed dat gebeurd is, is onduidelijk. Bezoekers zeggen dat je onder omgewaaide bomen nog steeds huisvuil vindt. Er is in elk geval een heleboel vervuilde grond afgegraven en opgeslagen in een soort sarcofaag.
In het Nieuwsblad van 28 maart 2003 toonden zowel de voorzitter van Sibelco als de burgemeester van Lommel zich heel blij.

Vervolgens is Lommel het gebied qua natuur, toerisme en recreatie gaan ontwikkelen. Het grotere gebied Bosland, waarvan de Sahara een deel is, is in 2023 tot Nationaal Park uitgeroepen, en dat maakt weer deel uit van het Natura2000-gebied ‘Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden‘ .

Bij een van de ingangen (Sportveldenstraat 10 in Lommel) staat een richtingbordje ‘Sahara’ naast een bord waar op staat dat zwemmen levensgevaarlijk is. Via een nieuwe voetgangersbrug over het nabijgelegen Kempisch Kanaal (mooie brug) kan men het gebied vanaf de andere kant in en er is een uitkijktoren gebouwd met ook weer een uiterst innovatieve constructie.

Kinderen kunnen in de Sahara rondrauschen wat ze willen. Wat kun je op een vuilnisbelt kapot maken?

Het werkt op mij allemaal heel vervreemdend. Laten we het er maar op houden dat de Belgen op creatieve wijze van de nood een deugd gemaakt hebben.

Het jaar 1000

Het Evangelarium van Egmond. Men had eerbied voor boeken.

De aanleiding
Na elke duizendste bezoeker van mijn homepage een meer persoonlijk getint verhaal over een afwijkend onderwerp.

Na de 36000ste klik op mijn homepage een verhaal over ‘het jaar 1000’. Dit omdat ik met mijn partner naar de tentoonstelling geweest ben in het Rijks Museum van Oudheden (RMO) in Leiden. Zie Rijksmuseum van Oudheden | Het jaar 1000 . Het is een goede tentoonstelling die doorliep t/m 17 maart 2024. Er hoort een mooi projectboek bij.
‘Het jaar 1000’ moet gelezen worden als ca 900 – ca 1100 , dus de 10de en 11de eeuw. De begrenzing wordt met enige soepelheid gehanteerd.

Het RMO motiveert zijn keuze met de constatering dat de 10de en 11de eeuw in de Nederlandse geschiedenis meestal een groot zwart gat zijn. Vooraf ging Karel de Grote en directe nazaten en die kennen we wel, maar daarna wordt het duister en pas in de hoge Middeleeuwen verschijnt het historische licht weer. De tentoonstelling laat zien dat dat onrecht doet aan de periode ertussen in waarin veel belangrijke trends gezet zijn.

Bijvoorbeeld omdat in die tijd het Oud-Nederlands dominant wordt over het Oud-Fries en het Oud-Saksisch.

Wie was er de baas?
De Europese opperbazen waren de keizers Otto nummer 1, 2 en 3 , en de opperbaas in ongeveer wat nu Nederland is was de bisschop van Utrecht.  Scheiding van kerk en staat bestond dus niet, voor zover men in die periode al van een ‘staat’ kan spreken.

Om bij de toenmalige communicatietechnieken te regeren moesten keizers met aanhangende hofhouding te paard als een soort rijdende rechter. Ze overnachtten dan in een ‘Palts’. Nijmegen had zo’n Palts (waarvan het Valkhof nog over is). Zodoende kon het gebeuren dat Otto II, die getrouwd was met een prinses uit Constantinopel, met die prinses onderweg was naar Nijmegen, tijdens welke rit de prinses in een bos ter hoogte van Groesbeek een tweeling ter wereld bracht waarvan het zoontje bleef leven.
Otto II stierf voortijdig, waarna de prinses de regeringszaken nog acht jaar waarnam. Volgens tijdgenoten deed ze dat niet slecht.

Kaart met archeologische vondsten uit deze periode

De kaart met archeologische vondsten laat zien waar men woonde.
Bekende paltsen waren die van Nijmegen, Utrecht (daar een Palts van de keizer en een palts van de bisschop), Zutphen, Asselt (bij Roermond) en Meerssen (bij Maastricht) ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Palts_(verblijfplaats) ) .
Sowieso was het belang van wat nu de regio heet in die tijd veel prominenter. Grote delen van laag-Nederland waren slechts beperkt en risicovol bewoonbaar. Het beroemde Dorestad bijvoorbeeld werd door de op hol geslagen Rijn onder een laag klei bedolven en daarop verscheen later weer het dorp Vik. Vandaar de huidige naam Wijk bij Duurstede.
Limburg en Oost-Nederland als het politieke zwaartepunt van Nederland…
Ook een plaats als StOedenrode (de rode van sint Oda) is in die tijd een stuk belangrijker dan nu. Het tentoonstellingsboek geeft een mooie reconstructietekening van de burcht van Rode.

Land en landschap
Rond 900 was 70% van het gebied ‘woest’ en 30% ‘cultuur’. In 1100 lag dat omgekeerd. Door bedijking, veenontginning, en dat kon weer door toegenomen maatschappelijke organisatie vanuit stadjes, burchten en kloosters. Er ontstaat betere en meer landbouw en de bevolking groeit.

In die tijd namen de beer en de eland afscheid van wat nu Nederland is.

Kootwijkerzand (uit Wikipedia), de grootste woestijn van West-Europa

Wat ik een gemis vind is dat de Veluwe weinig aandacht krijgt. Dat is een leerzaam verhaal met als hedendaags icoon het Kootwijkerzand. Daar ligt een dorp onder dat in de 11de eeuw bedolven is. De tentoonstelling geeft wel wat afbeeldingen, maar geen verhaal. Zie https://www.archeologieopdekaart.nl/late-middeleeuwen/kootwijkerzand/pointofinterest/detail .
De Veluwe was in de tijd na Karel de Grote t/m ca de 11de eeuw het Ruhrgebied van West-Europa. Er werd ijzererts gevonden in de vorm van ‘klapperstenen’  die relatief veel ijzer bevatten. Voeg een reducerende warmtebron toe in de vorm van houtskool (een primitief hoogovenidee, maar dan van leem), en met enige kennis van zaken krijg je een deel van het ijzer in smeedbare vorm, en de rest wordt ijzerhoudende slak (die overal op de Veluwe nog teruggevonden wordt).
Voor houtskool is hout nodig. Diverse auteurs verschillen van mening over hoe duurzaam dat hout gewonnen werd (hakhout of hele bomen), en in hoeverre de schuld ligt bij  overexploitatie door overdadige schapen- en geitenvraat, of combi, maar het resultaat van alles was dat de Veluwe ontbost werd. Het zand ging stuiven en bedolf een dorp dat rijk was geworden aan de ijzerwinning. Een klassiek ‘sic transit gloria mundi’-verhaal dat ook heden ten dage nog zeggingskracht zou kunnen hebben. Ecologisch zelfvernietigend menselijk ingrijpen.

Kennis
De mensen in de 10de en 11de eeuw hadden uiteraard minder kennis dan wij nu hebben, maar ze waren net zo slim als jij en ik, en ze wilden graag kennis verwerven.
Veel van die kennis was Arabisch of (via de Arabieren) nog ouder, bijvoorbeeld Grieks of Babylonisch. De mondiale heersers van die tijd hadden hun onderlinge mondiale contacten en de kloosters waren het uitvoerend orgaan. Wat voorbeelden.

Hoe je je een olifant moet voorstellen als je die alleen maar van horen zeggen kent

Een wis- en sterrekundeboek uit die tijd. Het is van Gerbert d’Aurillac, die later zijn paus Sylvester II werd  (je kunt het ver schoppen als wiskundeleraar). Hij hield aan zijn opleiding wel een volkse reputatie als tovenaar over. Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Paus_Silvester_II .

Een onbekend Indiaas genie heeft bedacht om aan het bestaande Babylonische positie-talstelsel een expliciet teken toe te voegen om aan te duiden dat op een bepaalde positie niet wat staat. Wij kennen dat sindsdien als de 0. Dus 203 = 2*100 + 0*10 + 3*1. Zie https://www.bjmgerard.nl/over-fietsen-hammoerabi-en-het-multiculturele-talstelsel/ .
In deze tabel de oudste nullen in Leiden.
(Van de twee jaartallen is het eerste Arabisch en het tweede Christelijk.
)

Een Arabisch astrolabium ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Astrolabium ). Het astrolabium is mogelijk een van orsprong Griekse uitvinding die door de Arabieren verder ontwikkeld en verspreid is.

Sinterklaas
De populairste heilige van die tijd was Sint Nicolaas. Die was bisschop van Griekse komaf en resideerde in Myra, in wat nu Turkije is. ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Nicolaas_van_Myra )
De bisschop was in zijn tijd al populair en verrichte, naar men zegt, vele spectaculaire wonderen. Hij is niet voor niets de beschermheilige van schippers, scheepsbouwers, vissers, gevangenen, onschuldig veroordeelden, advocaten, deurwaarders, bankiers, dokwerkers, graanhandelaars, kuipers, wijnhandelaars, schilders, parfumeurs, apothekers, bakkers, clerici, vrijers, maagden, kinderen, prostituees en kooplieden. Ook veel havensteden hebben Sint-Nicolaas als beschermheilige. ‘Een hoop nevenfuncties’ merkt de tentoonsteling op die veel aandacht besteedt aan de Sint die ook in de 10de eeuw nog steeds zeer populair was.
De goede Sint ging rond 336 nChr dood en werd in Myra bijgezet. Toen daar de Seltsjoeken de baas werden, gingen Venetiaanse zeelieden op operatie en namen de stoffelijke resten mee naar Bari in Italië. Of dit geheel belangeloos gebeurde valt niet te achterhalen, maar relieken van zo’n populaire heilige waren in die tijd veel waard. .

De heiligenverhalen rond Sint Nicolaas maken in het geheel geen melding van een zwarte assistent, en hebben evenmin enige connectie met Spanje.

De Hunenborg – even een stukje jeugdsentiment
Op de archeologische kaart staat een burcht in Twente, in het Agelerbroek bij Ootmarsum. Ik heb gedurende mijn middelbare schooltijd in Ootmarsum gewoond en ik ben vaak naar de Hunenborg gefietst. De Hunenborg heeft overigens niets met de Hunnen te maken, want de burcht is van veel later (ca 1050). Het is wel een ‘borg’, met wallen en een gracht, maar onbekend is van wie precies. Wikipedia noemt de Bisschop van Utrecht als meest waarschijnlijke belanghebbende ( https://nl.wikipedia.org/wiki/Hunenborg ).
Er zijn in 1916 en in 2016 opgravingen gedaan.

Hunenborg in het Agelerbroek bij Ootmarsum

Het monument ligt nu in het bos. Ik vond bij mijn bezoekjes dat er een aparte sfeer hing, maar dat is uiteraard geheel subjectief.

Oldenzaal staat ook op de kaart. Het gebied rond de Oldenzaalse Plechelmuskerk ken ik ook want ik heb in Oldenzaal op school gezeten. De Plechelmus is een hele interessante kerk.