Willemieke en ik zijn een weekje naar de Dordogne geweest. Onze jongste zoon Hans runt daar met zijn vriendin Katja in Monpazier het restaurant Bistrot 2. Het ziet er zo uit:
Het gaat ze goed, maar ze moeten er wel pokkehard voor werken.
Mocht je nog eens in de buurt van Monpazier zijn (dat ligt in de Perigord Pourpre, nog net in de Dordogne), ga er dan maar een langs. Je kunt er fatsoenlijk eten voor een hele redelijke prijs.
(Overigens zijn mijn zoon en zijn vriendin in november 2017 als beheerder op een camping elders in Frankrijk begonnen. Hun Monpazier-verhaal is dus afgelopen).
Omdat de kinderen de handen vol hebben aan hun restaurant, moesten Willemiek en ik onze tijd grotendeels zelf vullen. Geen probleem, dat deden we met fietsen en lezen.
Je kunt er goed fietsen. Het is een vriendelijke land, niet heel erg spectaculair en geen overdreven relief (dat bestaat wel elders in de Dordogne).
De attracties zijn vooral de kastelen en de dorpen ‘bastiden’. Monpazier is een bekende bastide en nog grotendeels in de staat zoals het dorp in 1284 opgericht is. Het woord “opgericht” is accuraat, omdat het dorp er in één planproces in korte tijd neergezet is, op een verdedigbare plaats, en wel in de vorm van een schaakbordpatroon. Dat geldt min of meer voor alle bastiden (zoals Montflanquin, Villereal, en Molières). Ze liggen niet voor niets vaak op een bult (Montflanquin zelfs op een voor fietsers gemene bult).
Bij de stichting was de streek veel minder vriendelijk. Enkele eeuwen lang hebben de Engelsen geprobeerd de baas te zijn in een stuk van Zuid-Frankrijk. Dit spanningsveld liep een halve eeuw later uit in de 100-jarige oorlog, bij ons vooral bekend vanwege Jeanne d’Arc en de slag (beter slachting) bij Agincourt. De bastides waren o.a. bedoeld voor de bescherming van de plattelandsbevolking. Monpazier is door de Engelsen opgericht. Zie voor een verhaal bijvoorbeeld www.dorpenfrankrijk.nl/aquitaine/dordogne/monpazier-het-mooiste-vestingstadje-van-de-perigord/ .
Over het algemeen hebben de bastiden een vierkant plein met overdekte arcaden er rond om heen en een overdekte markt. Het ziet er ongeveer zo uit:
Men kan zich ongeveer voorstellen hoe het onderbrengen van de verarmde plattelandsbevolking in zijn werk ging.
Goed, na vele duizenden doden in de honderdjarige oorlog (zie voor de feestelijke details bijv. Wikipedia ‘slag agincourt’ of Hella Haase ‘Het woud der verwachting’), en nadat de oorlog zes generaties plattelandsbevolking geterroriseerd had, gingen de Engelsen er van door en was het uiteindelijk allemaal voor niks geweest. Ruim 700 jaar later hebben alleen de toeristen voordeel van de ruim 300 bastiden in dit deel van de wereld.
Het andere tijdverdrijf was lezen. Ik heb de Warmtebrief van Kamp aan de Tweede Kamer helemaal gelezen (in mijn recente artikel over een Brabants warmteplan had ik er alleen de highlights uit gepakt), en ik kom daar nog op terug. Verder heb ik mijn Open Universiteitstudie weer eens opgepakt en ben zodoende een heel eind met “An Introduction to Environmental Chemistry”, waar ik te zijner tijd ook nog wel eens wat over zal vertellen.
In het weekje weg heb ik helaas een paar dingen gemist waar ik bij betrokken ben, zoals het proces van Urgenda tegen de Staat der Nederlanden over het klimaat, de presentatie over het nieuwe Eindhovense bijenbeleid die het gevolg was van het bijeninitiatief van Milieudefensie, en de informatiebijeenkomst over Eindhoven Airport van het Platform de 10 Geboden voor Eindhoven Airport. Ik probeer te reconstrueren wat er allemaal gezegd en gedaan is, en kom daar in afzonderlijke artikelen op terug.