Platform NOC dient zienswijze op aanbesteding busvervoer in ZO Brabant in

Nu in het nieuwe provinciale bestuursakkoord de Ruit niet meer voorkomt, wordt de missie van het Platform NOC in de komende jaren waar te helpen maken dat een andere organisatie van het verkeer een beter antwoord kan geven op de mobiliteitsvraag in de regio. Een ant-
woord waarvoor minder asfalt en minder fossiele brandstof nodig is.

Het gum-de-ruit bord mag weg!
Het gum-de-ruit bord mag weg!

Daarvoor gaat het Platform NOC (waarvan ik een van de medewerkers ben) zich met allerlei verkeersontwikkelingen bemoeien.

Een daarvan is de aanbesteding van het busvervoer in ZO Brabant. Het Platform NOC en de Brabantse Milieu Federatie (BMF) hebben een zienswijze ingediend. Deze is –> zienswijze eisen aanbesteding concessie OV ZO Brabant_mei2015 te vinden.

Ik zal hierover vaker met artikelen komen. Vele daarvan zijn ook te vinden op de website www.stuitderuit.nl .

Een terugblik op de N69 – actie

De N69 is de weg die vanaf Eindhoven via de centra van Aalst en Valkenswaard naar de Belgische grens loopt. Dat levert al decennia leefbaarheidsproblemen in Aalst/Waalre en Valkenswaard op. Die problemen zijn reëel.

De oplossing staat eveneens al decennia ter discussie. Dat komt omdat met name het Valkenswaardse stadsdeel Dommelen omringd wordt door waardevolle natuur in de vorm van de beekdalen van de Dommel en de Keersop. Het is een klassiek belangenconflict tussen de centrumbewoners enerzijds en de natuurbeschermers en de meeste bewoners van Dommelen anderzijds.

De Keersop (en Willemieke)
De Keersop (en Willemieke)

Er is ook hier een platform opgericht. Ik ben daar nauw betrokken bij geweest. Daar zaten bewoners uit Dommelen in, de BMF en andere milieu- en natuurorganisaties.

Het platform heeft eerst een eigen oplossing voorgesteld, namelijk het afleiden van het vrachtverkeer uit Beldgie via de bestaande (en eventueel te verbeteren) N397 van Dommelen naar Eersel, en de aanleg van een pendelweg tussen Aalst en Waalre door over het oude spoorbaantracé. Ik vind nog steeds dat deze oplossing de beste was, maar hij haalde het niet, mede door verzet van de Waalrese Goudkust annex golfclub.
In plaats daravan werd er ten westen van Dommelen een nieuwe weg geprojecteerd, de Westparallel (2*1, 80km/uur).

Daarna richtte het verzet zich op het beperken van de schade aan het dal van de Keersop (Natura2000 – gebied) en de omgeving daarvan (een gebied waar de Feldbissbreuk doorheen loopt, waardoor het een complexe hydrologie heeft). De inzet was een tracé dat zover mogelijk naar het westen lag (dus zover mogelijk van de Keersop af).
Het verzet kreeg allerlei vormen, waaronder een manifestatie pal langs de Keersop.

Een beeld van de Keersop-manifestatie
Een beeld van de Keersop-manifestatie

Het uiteindelijke resultaat is dat de druk op de gemeente Valkenswaard tot scherpere onderhandelingen geleid heeft, waardoor de weg grofweg 70m naar het westen schoof. De gewonnen 70m werden bij het Natura2000 – gebied getrokken. Hij loopt nu zo:

Tracé Westparallel
Tracé Westparallel

Er komt geen ontsluiting op de N69 in Dommelen-Noord, hetgeen daar de woonrust in stand houdt, uitkoop van de manège voorkomt en de aantasting van een natte natuurparel overbodig maakt. Het resultaat is wel dat in Dommelen-Zuid het probleem ineens een stuk groter werd. Uiteindelijk lijkt het verkeerskundige nut van de aanleg van de Westparallel (ook in het centrum van Aalst en Valkenswaard) niet zo groot als sommigen gehoopt hadden,
Verder is er veel onderzoek gedaan, en zijn de waarborgen aangescherpt, naar de breuklijnen en de valse grondwaterspiegels in het gebied.
Ook is er geld vrijgemaakt, naast de wettelijk verplichte compensatie en mitigatie, voor een Gebiedsimpuls.

Flora in het Keersopdal
Flora in het Keersopdal

Al met al is komt de eindinschatting neer op hoe vol of hoe leeg het glas is. Daarover kun je verschillend oordelen.
Naar mijn idee is het ruwweg een kwart vol en was het zonder actie een achtste vol geweest (of zoiets).
Naar de mening van de natuurorganisaties en de lokale krachten in Dommelen was het glas in elk geval niet vol genoeg. Ze zijn in beroep gegaan bij de Raad van State en dd mei 2015 loopt dat nog steeds. De uitspraak schijnt al weer uitgesteld te zijn.

Ik heb voor de provinciale SP deze –>Provinciale Staten en SP aanvaarden plan N69 – versie2   tekst geschreven ter afsluiting.

MKBA’s gevaarlijk argumentatiewapen – MKBA Prijsbeleid Personenauto’s ook

 Een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) is een techniek om ingewikkelde politieke keuzeprocessen van een rationale basis te voorzien. Daartoe worden kosten en baten via min of meer gevestigde sleutels in een geldbedrag omgezet. Het is zoiets als appels en schoenen optellen omdat ze allebei geld waard zijn.
Dat gebeurt bij enkele toekomstscenario’s, waaronder altijd het lage groei-scenario RC en het hoge groei-scenario GE van het PBL.
Het is een gangbare techniek bij bijvoorbeeld de aanleg van een grote nieuwe weg. Bij ‘De Ruit’ zijn er verschillende voorbij gekomen.

Een MKBA kan een wapen zijn in de besluitvorming, maar bij verkeerd gebruik is het een gevaarlijk wapen. Zoals alle wapens.
Aan alle MKBA’s liggen per definitie aannames ten grondslag. Een uur reistijd kost zoveel, 2 μgr/m3 fijn stof zoveel, 3 dB weer anders. En soms ook kost iets niets. De natuurwaarde bij De Ruit was niet in geld gewaardeerd.
Als dit stelsel van aannames volledig en onomstreden is en de gewenste ontwikkeling ook (wat dus bij de Ruit niet zo was), kan een goede MKBA in vergelijkende zin nut hebben. Dus: iedereen wil een weg van A naar B, iedereen is het erover eens wat de criteria zijn, en vervolgens wordt de keuze tussen variant P, Q of R op die basis geobjectiveerd. De MKBA ondersteunt dan de politieke besluitvorming. Daar is hij voor bedoeld.
Als je het niet eens bent over de criteria en de lijst incompleet is, en als het helemaal niet duidelijk is wat de effecten op de werkgelegenheid zijn, en als je eigenlijk ook al van mening verschilt of die weg van A naar B er überhaupt moet komen, heb je aan een MKBA weinig. Je wilt dan eigenlijk dat de MKBA het politieke proces vervangt. Daar is de MKBA niet voor bedoeld.

Tenminste, dat vind ik.

OP 13 april brachten CPB en PBL de MKBA Prijsbeleid Personenauto’s uit. Hieronder waar deze MKBA en het achtergronddocument erbij te vinden zijn.
http://www.cpb.nl/publicatie/maatschappelijke-kosten-en-baten-prijsbeleid-personenautoos
http://www.cpb.nl/publicatie/maatschappelijke-kosten-en-baten-prijsbeleid-personenautoos-achtergronddocument
Ook in deze MKBA worden aannames gedaan die eigenlijk een politiek karakter hebben.
–           dat het autobezit onveranderd blijft en alleen het autogebruik verandert
–           dat de beprijzing geen relatie heeft met het wel of niet aanleggen van nieuwe wegen
–           dat het erg is als de Staat accijnzen misloopt (maar we bestrijden wel het roken…)
–           dat de reistijd- en betrouwbaarheidsbaten samen veruit het belangrijkste effect zijn
–           dat de gezondheidswinst van meer fietsen niet meegeteld wordt
–           dat de effecten van roet niet meegeteld worden
–           dat  het OV heeft geen intrinsiek voordeel boven de auto
–           dat onze welvaart slechts door geld bepaald wordt
–           dat de elektrische auto geen rol speelt
Vervolgens loopt de MKBA enkele potentiële heffingsvormen langs, zoals de congestie-, vlakke en spitsheffing, verwezenlijkt via een handvol mogelijke aantal technische middelen.
Het resultaat is iets wat het midden houdt tussen een politieke uitspraak (‘op dit moment heeft elke heffing meer nadelen dan voordelen’) en een serieuze vergelijking (die heffingsvorm heeft bij die techniek die en die uitwerking). Bij gebrek aan expertise kan ik die vergelijking niet goed beoordelen, maar op het oog ziet die er redelijk uit. Ik zie geen serieuze interne tegenspraken of manipulaties.
Hier het overzicht –> verzamelstaat_rendementsoverzichten

Verder is gewenst kennis te nemen van de feitelijke registratie van de groei van het verkeer en van de congestie, afgezet tegen beide scenario’s. Deze grafiek staat in het achtergronddocument bij de MKBA (niet in de samenvatting).

Verkeer en congestie in twee scenario's
Verkeer en congestie in twee scenario’s

Zoals het Platform NOC ook al bij de Ruit gezegd heeft: de feitelijke groei van het verkeer en de congestie volgen in praktijk het RC-scenario.

Verder moet in ogenschouw genomen worden dat een vlakke heffing van 7 cent per km ongeveer op hetzelfde neerkomt als dat de benzine €1 per liter duurder wordt, en de diesel €1,40. Dat lijkt me op dit moment erg ruig. Vraag is wel of de toekomstige schaarste de olieprijs niet al vanzelf zal opjagen.

Wat voor mij op basis van de MKBA te verdedigen valt, is om op de meest kritieke plekken met een congestieheffing te beginnen (kan ook in het RC-scenario zinvol zijn), en om op een nader te bepalen termijn langzaam te starten met het invoeren van een vlakke heffing, eventueel via de brandstofprijs als die niet al vanzelf die kant op gaat.

Ik stel deze mening graag ter discussie.

Stoot de hybride echt evenveel uit als een diesel? (update 02 mei 2015)

Hybride auto’s en plug-in hybrides stoten amper minder CO2 uit dan een gewone diesel’. Dat beweerde het ED op 24 april op gezag van een studie van TNO van 7 april 2015 ‘Energie- en milieuaspecten van elektrische personenvoertuigen’ (–> TNO Factsheets Elektrische Voertuigen_april2015) . De studie was in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Nu wil het geval dat TNO, samen met CE Delft, ook op 14 juli 2014 en studie over hetzelfde onderwerp uitgebracht heeft (–> tno-notitie-directe-en-indirecte-emissie-elektr-voertuig_-14072014 ), samen met CE Delft, in opdracht van het Ministerie van I&M. In zekere zin leent deze studie zich beter om een uitspraak te doen als die van 2015, omdat ook uitgesplitst wordt naar menselijk gedrag en op welke weg je rijdt. Merkwaardig genoeg wordt in de latere studie nauwelijks gerefereerd aan de eerdere.

In beide gevallen gaat het om een ‘Life Cycle Assessment’. De CO2 – uitstoot wordt berekend over de hele levensduur, dus inclusief het produceren en slopen van de auto, en inclusief het produceren van brandstof of stroom. Dit is correct. Het kost meer energie om een (plug in) elektrische auto te produceren dan om een gewone auto te produceren. Het grootste verschil zit in de accu. De vraag is of het voordeel, dat tijdens een leven lang rijden wordt opgebouwd, groot genoeg is om het startnadeel te compenseren. Het ED suggereert van niet. Ik vind dat te kort door de bocht.
Eerst maar eens een plaatje, dat ik bewust kies uit de studie van 2014 vanwege het groene balkje.
TNO_CO2_auto_juli2014Het groene balkje geeft aan dat de omstandigheden er erg toe doen. Hoe krijg je zo weinig mogelijk CO2 uit je hybride:
–           Rij veel elektrisch en weinig op brandstof (elektrisch rijden kost ongeveer de helft per km van op brandstof rijden). De logische consequentie is dat je de auto vaker moet opladen, tot bijv. twee keer per dag)
–           De hybride komt vooral tot zijn recht in het stadsverkeer, omdat hij bij het remmen bewegingsenergie terugwint. Daardoor slijten overigens ook de banden minder hard.
–           Rij op zo groen mogelijke stroom.

De TNO-studie uit 2015, waarop het ED zijn uitspraak baseert, gaat van relatief ongunstige aannames uit
–           (op basis van onderzoek onder zakelijke rijders) dat de gemiddelde rijder 30% elektrisch en 70% op benzine rijdt. Uit onderzoek blijkt echter ook dat de beste rijders bijna 60% elektrisch halen.
–           De TNO-studie uit 2015 rekent met een elektriciteitsmix van 85% grijs – 15% groen, de elektriciteitsmix die binnen de Nederlandse grenzen geproduceerd wordt. De leveringsmix echter zit op 65% grijs – 35% groen, omdat er groene stroom in het buitenland gemaakt wordt die hier meetelt.
Voor de helderheid: die 35% is alleen van het elektriciteitsbudget! Dat is in Nederland slechts ongeveer 1/7 deel van het totale nationale energie-
budget. De 14% in het Energieakkoord is nog ver weg! Bovendien komt ruim de helft van die 35% uit het buitenland.

Bij ongunstige aannames kom je boven in het groene balkje uit en dan klopt de bewering van het ED.

Overigens wint de volledige elektrische auto het in alle varianten. Zelfs op basis van kolenstroom produceert die nog steeds minder CO2 als een diesel.

Wat ik verder niet goed vind aan het ED-artikel is dat het niet ingaat op de toekomstperspectieven van (semi)elektrische auto’s. De TNO-rapporten doen dat nadrukkelijk wel.
Het rendement van gewone auto’s kan best nog wel wat verder omhoog, maar daar staat op dit moment weinig wettelijke druk op. Verbetering gaat meestal in kleine stapjes.
Er is nog steeds veel ontwikkeling in accu’s., zowel in de productie als in de recycling.
Het percentage groene stroom neemt elk jaar toe. Zie bijgevoegde grafiek van CE (Achtergrond-gegevens stroometikettering 2013, http://www.ce.nl/publicatie/achtergrondgegevens_stroometikettering_2013/1483 )
leveringsmix elektriciteit 2005-2013Deze groei zal doorgaan, want het overgrote deel van de duurzame energie, die straks in Nederland wordt opgewekt, is in de elektrische vorm.

Nog iets over de luchtkwaliteit.
Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen de luchtkwaliteitseffecten van de opwekking en die van het rijden.
Voor zover de opwekking fossiel gebeurt, levert dat in mg/km NOx en PM10 meestal meer luchtvervuiling op dan het rijden zelf, maar dat gebeurt als regel ver van drukke binnensteden. Deze lozing draagt bij aan de algemene achtergrond.
De piekbelastingen op bepaalde plekken in de binnenstad en langs snelwegen ontstaan vooral als die heel druk zijn, stoplichten hebben als de huizen een ‘canyon’ vormen. Vooral NOx van dieselauto’s piekt hier.
Fijn stof komt bij nieuwe auto’s meer uit bandenslijtage dan uit de motor. Omdat (semi)elektrische auto’s bewegingsenergie kunnen terugwinnen, slijten hun banden 30% minder hard, wat navenant minder fijn stof veroorzaakt.

Al met al is voor stedelijk gebied de (semi)elektrische auto een zegen.

Nadat dit artikel geschreven is, publiceerde Natuur en Milieu een overzicht, in april 2015 gemaakt door de ANWB, van de Top 10 van (semi)elektrische auto’s. Dit is te vinden op http://www.natuurenmilieu.nl/nieuws/20150420-nieuwe-top-10-elektrische-autos/?utm_source=MailingList&utm_medium=email&utm_campaign=N%26M+nibri+29+april of –> ANWB overzicht (semi)elektrische auto’s april 2015 .
Dit kan tot op zekere hoogte als laatste update gebruikt worden, maar de grondslag van het onderzoek van de ANWB is wezenlijk anders dan die van TNO2015.
De ANWB publiceert alleen de onderweg door de auto geproduceerde CO2 (dus de directe productie, Tank to Wheel in de vaktaal), TNO geeft daarnaast ook de in de elektriciteitscentrale vrijgekomen CO2 en  de bij productie en sloop vrijgekomen CO2.

De ANWB gaat van de officiele fabrieksgegevens uit, TNO van empirisch onderzoek. Dat kan behoorlijk verschil maken.
Dit alles terecht gezegd zijnde, blijft er toch een zichtbaar verschil over tussen de TNO-gegevens, gevonden met enkele Volvo C30’s  en Nissan Leaf’s in 2012 en 2013, en de ANWB in april 2015.

TNO 2015 noemt de volgende getallen als directe CO2-productie, dus alleen door de auto zelf, op empirische basis:
benzine                170 gr/km
diesel                    140
Plug-in Hybride    97
BEV                            0

ANWB 2015 noemt de vergelijkbare volgende getallen, op basis van
fabrieksspecificaties:

Plug-in Hybride   13 – 65 gr CO2/km
BEV                           0

Dit lijkt mijn standpunt te versterken dat een Plug-in hybride wel CO2 – voordelen heeft boven een diesel.

Roet door het verkeer

Ik grasduin met grote regelmaat op Internet voor nieuwe sites die interessant zijn voor mijn thema’s, en zo kwam ik op de site van de CROW. Sinds 1 april 2014 CROW-KpVV (de website van het Kennisplatform Verkeer en vervoer is samengegaan met die van de CROW). De site is een schatkamer aan informatie, waarvan mij het meest het vakgebied Verkeer en Vervoer interesseert.
Via mijn contactpersoon bij het Leefbaarheidsteam van de Achtse Barrier kwam ik op het site-onderdeel http://kpvvdashboard-12.blogspot.nl/ . Ik adviseer een bezoek.

In dit artikel pak ik het KpVV-verhaal over roet (ook wel Zwarte Rook, ZR of Elementary Carbon, EC). Roet zegt veel meer over de gezondheidseffecten van verkeer dan de tot nu toe gebruikte maat PM10. PM10 hangt wel een beetje van het verkeer af, maar veel meer van andere factoren. Roet hangt veel sterker van het lokale verkeer af. Volgens TNO en DCMR zijn de gezondheidseffecten van roet vijf keer relevanter voor de gezondheid dan die van NO2 en fijn stof.

De KpVV-blog neemt uit de monitoring van het Nationaal Samenwer-
kings Programma (NSL) de eerste roetkaart van Nederland over (RIVM, 2013).

Roetkaart van Nederland over 2013 (berekend)
Roetkaart van Nederland over 2013 (berekend)

Deze kaart had ik trouwens zelf ook al gezien. Wat ik nog niet eerder gezien had is een schatting van het kleiner worden van drie vormen van luchtvervuiling als functie van de afstand tot een drukke verkeersweg. Die ziet er zo uit:

Fischer et al, 2007
Fischer et al, 2007

Men moet dit lezen als: voor roet (ZR) is de achtergrond  (BG) 15μg/m3; is de waarde op 50m van een drukke verkeersweg 30μg/m3; en op 200 m afstand 18μg/m3. Zo ook voor de andere stoffen.

Overigens verbetert de situatie geleidelijk aan. Als je historisch kijkt, zie je dit:

historie van de roetconcentraties voor platteland, stedelijke achtergrond en langs drukke wegen Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2010 RIVM
historie van de roetconcentraties voor platteland, stedelijke achtergrond en langs drukke wegen
Jaaroverzicht luchtkwaliteit 2010 RIVM

waarbij de zwarte lijn voor de drukke wegen staat. De term ’24-uurs 98-percentiel’ betekent dat je voor alle dagen van het jaar het gemiddelde berekent, waarna je de extreemste 7 dagen weglaat (=2% van 365). Bij de 50-percentiel idem, maar dan laat men de extreemste 182 dagen weg.
Men heeft enige statistische keuzevrijheid!
De rode ZR-balk zit ongeveer tussen de twee zwarte lijnen in. Beschouw deze grafieken dus niet als kwantitatief vreselijk nauwkeurig, maar meer als trends.

Nieuwe formatiepoging provinciebestuur biedt uitzicht op bestuur zonder Ruit

Het Brabantse CDA heeft, met (binnenkort ex)-gedeputeerde Van Heugten als voornaamste onderhandelaar, in de coalitieonderhandelingen voor een nieuw provinciebestuur zijn hand overspeeld. Doordat Van Heugten probeerde in zijn politieke hiernamaals alsnog te realiseren wat hem in het politieke hiervoormaals niet lukte en dat tot belangrijkste dossier van Brabant uitriep, staat het CDA nu buiten. Er is geen meerderheid voor de Ruit tenzij je met de PVV zaken zou willen doen, en dan nog niet.
DSCF1955-rrAls een van de vele vrijwilligers van het Platform Stuit de Ruit tegen een weg door het Dommeldal (en die andere natuurgebieden), en tegen een autosnelweg dwars door Helmond, ben ik hier blij mee. De nieuwe poging om een coalitie te vormen van VVD, D66, PvdA en mijn partij, de SP, biedt zeker kansen. Het resultaat moet nu blijken.
VVD-onderhandelaar Bert Pauli’s reactie in de krant “De mobiliteit van het Zuidoosten van Brabant blijft op de agenda, maar er zijn alternatieven voor een weg door het Dommeldal. Welke, dat gaan we nu onderzoeken.” heeft een verstandige, rustige toonzetting. Er zijn trouwens ook alternatieven voor een quasi-autosnelweg dwars door Helmond.

Het Platform Stuit de Ruit heeft zijn eigen website. De hieronder genoemde links verwijzen daar naar.
Het recente koersdocument van het Platform, dat voorafgaand aan de coalitieonderhandelingen is aangeboden, is te vinden op  http://www.stuitderuit.nl/images/pdf/Koersdocument%20versie%20150305.pdf .Een deeluitwerking van dit algemene verhaal betreft een aantal praktische voorstellen om knelpunten aan te pakken. Die staan onder http://www.stuitderuit.nl/images/pdf/2015.04.01%20Aanpak%20lokale%20knelpunten.pdf .

Ik heb zelf voor discussies binnen het Platform een literatuuroverzicht Smart Mobility gemaakt dat een van de toeleverende stukken geweest is voor bovengenoemd koersdocument. Het staat hier –> Verkenning Smart Mobility oktober 2014

Overigens zijn er in Brabant uiteraard meer belangrijke dossiers dan alleen De Ruit. Bijvoorbeeld de intensieve veehouderij, het bodembeheer en de uitvoering van het Energieakkoord. Mijn inschatting is dat ook voor deze dossiers de nieuwe coalitieopzet meer kansen biedt.

Zinvolle verkeersmaatregelen op Eindhovense Noord-zuid- corridor – update dd 9 april 2015

Op 9 april verscheen in het ED een artikel van Lukas van der Storm met nadere informatie over dit onderwerp. Ik voeg die (onderaan) toe aan dit artikel en her-dateer het op 12 april.

Gaarne meld ik in het honderdste artikel op deze website een succesje.

De gemeente Eindhoven heeft een multimodaal Plan van Aanpak opgesteld voor de Noord-zuid-corridor. Die loopt van Son&Breugel en Nuenen via het Winkelcentrum Woensel en het Catharinaziekenhuis, door het centrum naar de publieksvoorzieningen aan de Zuidkant en de High Tech – campus (HTC) naar Waalre en Valkenswaard. Een niet onbelangrijk stukje stad.

De problemen blijken het grootst bij stadinwaarts verkeer in de ochtendspits uit Nuenen en Helmond. De bedoeling van het Plan van Aanpak is om spitsmijding te realiseren. Dat lukt: als het Plan eind 2017 af is, zal het resulteren in 2520 tot 2730 spitsmijdingen ’s ochtends en tot 2250 tot 2400 spitsmijdingen ’s avonds.
Het gaat om Beter Benutten-maatregelen.
Het totale budget is 5,0 miljoen.

De gemeente schetst haar bedoelingen in een Raads Informatie Brief (RIB) aan de Eindhovense gemeenteraad dd 30 maart 2015 . Bij de RIB hoort een bijlage. Beide zijn te vinden op http://eindhoven.notudoc.nl/cgi-bin/bdocument.cgi/action=view/id=92928 . De RIB zelf is in deze tekst te vinden –> RIB__Beter_Benutten_vervolg_30032015 , de bijlage is daar te groot voor.

(Snel)fietsroutes Eindhoven
(Snel)fietsroutes Eindhoven

Het Eindhovense maatregelenpakket (waarvoor SP-wethouder Jannie Visscher verantwoordelijk is) bestaat uit de volgende stappen:
–           Mobiliteitsmanagement TU/e campus, HTC-campus, omgeving Eindhoven Airport
–           Stedelijke distributie (betaald uit het programma Luchtkwaliteit en Mobiliteit)
–           Verdere realisatie van de snelfietsroute Son&Breugel-Centrum-HTC door aanleg van
schakels over de Stoutheuvel en de Bilderdijklaan
–           Fietsparkeermanagement in de stallingen rond het station
–           Stimuleren fietsgebruik op de A270/N270 Helmond-Nuenen-
Eindhoven
In de bijlage staan uitgebreide beschrijvingen van de maatregelen.

Het onderzoeksbureau HBG heeft voor het Ministerie van I&M een
pilotonderzoek uitgevoerd naar Stedelijke Distributie in Amsterdam en Eindhoven. Dat zou in Eindhoven in een lokale Green Deal kunnen uitmonden, maar tot nu toe vinden belanghebbenden hier dat nog niet erg urgent. De bevoorrading onder vindt in Eindhoven nog niet heel veel problemen. Aan de andere kant blijken ruim 1800 vrachtauto’s al vertraging te ondervinden in ritten van en naar de stad.
De milieuzone heeft sinds de instelling in 2007 “geleid tot een flinke verschoning van het vrachtwagenpark, maar nog niet tot minder verkeer
(Bijlage, analyse goederenvervoer op blz 6 en 12).

Om het fietsparkeren bij het station te verbeteren (bijlage blz 13), is er een meerlaags-stalling in voorbereiding aan de Noordkant van het staion van 4200 plaatsen. Deze komt in de plaats van de huidige ondergrondse stalling (800 plaatsen) en die aan de Noordkant op maaiveldniveau (2000? Het staat er niet bij).

De insteek bij de fietsbevordering A/N270 gaat via ‘gezondheidsbevordering’ (bijlage blz 16).

De aanpak is een goed succes voor de Eindhovense Milieudefensie-afdeling, die voor het eerst onderwerpen als luchtkwaliteit en de noodzaak van verkeersmaatregelen die daarmee in verband staan op de agenda gezet heeft.
De aanpak is een goed begin, maar er is meer nodig. Oude vieze bestelbusjes bijvoorbeeld worden nog steeds niet uit het centrum geweerd.

Ook de strijd tegen de aanleg van de Ruit om Eindhoven is met het succes gebaat. Het project haalt auto’s uit de spits en mogelijk ook van de weg.

Reden voor tevredenheid, maar niet om op de lauweren te gaan rusten.

Het ministerie van I&M heeft Eindhoven en Amsterdam op het oog als pilot, en heeft daar maximaal een ton voor over. Maar Eindhoven moet eerst behoefte-onderzoek doen, o.a. onder winkeliers in het centrum en bedrijven die dergelijke expeditiediensten kunnen aanbieden.
De bevoorrading van winkels en bedrijven zou ene stuk efficienter kunnen als bestelauto’s en vrachtauto’s samenwerken (aldus het ED).

Laat ze meteen ook maar onderzoeken in hoeverre de bestelauto’s elektrisch kunnen, of anders Euro 6 – diesel (bg)

Regionale economie vereist helemaal geen Ruit

De enige vrienden van de Ruit om Eindhoven zijn te vinden in werk-
geverskringen. In de spraakmakende werkgeverskringen geldt de
gelijkheid asfalt=economie=goed, waarna nooit een situatiegebonden argumentatie volgt welke specifieke voordelen het concrete asfalt langs het Wilhelminakanaal zou hebben. Idem welke voordelen een weg 2*2, 100 km/h aan de economie toevoegt boven verbeterd 2*1, 80 km/h . Dat is niet onlogisch, want de Ruit is altijd een oplossing geweest op zoek naar een probleem. En als aangetoond werd dat het probleem nu niet bestond en waarschijnlijk in de toekomst ook niet, dan werd er een
ander probleem verzonnen. Zo blijft men bezig.
Een zinvolle bewijsvoering wordt vervangen door een boeddhistische mantra. Als het eigen gelijk maar duizendvoudig herhaald wordt, sluipt het wel in de hoofden, is de aanname.
Onlangs voegden de ondernemers op Ekkersrijt weer een couplet toe aan de mantra “de Ruit is een investering in de bereikbaarheid van
Ekkersrijt
“. Een investering, zoals gebruikelijk, op kosten van de gemeenschap. Het bedrijfsleven heeft immers, zoals bekend, een
‘natuurlijk en onvervreemdbaar recht op bonussen en asfalt’.
Zoals gebruikelijk wordt ook hier niets bewezen, alleen maar beweerd. Het is zelfs niet duidelijk of de bereikbaarheid verbetert of verslechtert, want mogelijk wordt de aansluiting van de Ruit op de A50 de nieuwe bottle neck.

Ondertussen blijkt in de reële economie niets van het probleem.

Huawei gaat in Eindhoven een logistiek centrum openen, meldde baas Wonder Wang van Huawei Technologies Nederland aan Mark Rutte op diens staatsbezoek aan China, halte Shenzhen. Huawei is de grootste leverancier van telecommunicatienetwerken ter wereld.
Behalve de goede infrastructuur en de gunstige ligging van Brabant in Europa, vinden we Eindhoven interessant vanwege ontwikkelingen op het gebied van Smart Cities, smart environment en smart mobillity. Zo mogelijk dragen we daar graag aan bij.” aldus Wonder Wang, geciteerd op 30 maart 2015 in Logistiek.
Geen woord over de kosmische betekenis van de Ruit om Eindhoven.
Huawei_plaatjeHet ED bracht op 23 januari 2015 een onderzoek van Corinna Raab onder expats in Eindhoven. Wat moet de overheid doen om de kenniswerkers hier te houden?
OP stip op 1 in de ongenoegenlijst is dat je voor teveel geld te weinig woonruimte krijgt. Verder verdient ook het lot van de meegereisde partner aandacht.
Ook Raab noemt de goede bereikbaarheid van Eindhoven per snelweg en per trein, en andere urban quality-argumenten. En “Vergeet de gewone Eindhovenaren niet. Het is niet zo dat alleen expats houden van mooi groen, snelle OV-verbindingen en een uitgebreid cultuuraanbod.
Hooguit dus aandacht voor de Ruit in omgekeerde zin vanwege dat ‘mooie groen’.
Overigens had Raab een verzoek om een interview neergelegd bij het bedrijfsleven, in casu Philips en ASML, maar daarop was geen reactie ontvangen.

Ook uit een onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (Noterman, Sleutjes, ED 09 sept 2014) komen vooral woonwensen naar voren, waarbij technische expats vooral een rustig huis in de suburb willen (Veldhoven is favoriet).

Ik wil graag afsluiten met een icoon. In het ED van 2 januari 2014 wordt herdacht dat Gilles Holst een eeuw eerder het Philips NatLab opgericht had. Wat de jonge natuurkundige trok in Eindhoven? Naast de kans een eigen laboratorium op te richten en fors meer te verdienen dan bij zijn baas op dat moment Kamerling Onnes, was het de omgeving “ideaal voor fietstochten” en de Brabantse mentaliteit “meer Vlaanderen dan Holland“.
Misschien moeten de Brabants-Zeeuwse werkgevers hun geschiedenis eens gaan bestuderen. In high tech – regio’s is de omgeving een productiefactor.

Hier –> het online artikel uit Logistiek Huawei opent logistiek centrum in Eindhoven

 

Werkbezoek aan Eindhovens op- en overslagbedrijf City Box

Zowel vanuit de invalshoek van de strijd tegen de Ruit om Eindhoven als vanuit die voor een betere luchtkwaliteit van Milieudefensie volg ik al enige tijd de stille revolutie, die gaande is in de logistieke wereld. Vanuit beide vertrekpunten immers zoek je mogelijkheden om het autoverkeer in de stad in omvang te beperken, om het planmatiger te maken en schoner en zuiniger.

Stedelijke distributie
Een invalshoek is daarbij de “stedelijke distributie”. Dat is een poging om deze doelen te bereiken, waar het gaat om het afleveren en ophalen van goederen bij winkels en bedrijven in de stad. Er is op dat gebied veel gaande, zoals o.a. de Green Deal Zero Emission Stadsdistributie, een in november 2014 gesloten convenant tussen vervoerdersorganisaties als TLN en EVO, steden en bijvoorbeeld ook het stadsgewest Arnhem-
Nijmegen. Ik zal hier binnenkort een apart artikel over schrijven.
Eindhoven en de MRE lopen hier duidelijk achter.

City Box
In deze keten is de opslag en overslag van goederen op een bereikbare plaats aan de rand van de stad een belangrijke schakel. Dus toen ik op de site van het blad “Logistiek” een advertorial zag “De laatste kilometer naar de klant, daar gaat het om” (een brochure van de onderneming City Box) had ik die gedownload. City Box verhuurt grote en kleine opslagruimte. Een dag later belde me de manager van Citybox in Eindhoven op of ik interesse had in opslagruimte en of ik een gesprek wilde. Nee dus, uitgelegd, actiegroep, beleidsmatige interesse, politieke belangstelling, maar dat was geen bezwaar. Landelijk accountmanager Pieter Brune kwam er zelfs voor over.

City Box is als onderneming begonnen op de particuliere markt (je gaat tijdelijk je huis uit en je wilt je meubels opslaan, of je moet ’s winters ergens je motor kwijt). Maar al gauw werd ook de zakelijke markt erbij ontwikkeld. Daaraan bleek veel behoefte. Tussen de start van de onderneming in 1998 (in den Haag) en 2011 is het bedrijf gegroeid tot een holding met 23 eigen locaties en 30 zelfstandige partner-locaties in Nederland. In Eindhoven heeft City Box een vestiging in de Ambachtsweg (Achtse Barrier) en de Ruysdaelbaan. In Eindhoven is inmiddels 45% van de opslag zakelijk en 55% particulier.
De hele “self storage”- markt omvat in Nederland 285 locaties. Shurgard is de grootste concurrent.
De gemiddelde afstand tot een woning is ca 15 a 25 km (die “laatste kilometer” is lichtelijk propaganda).

Update: vanaf 01 juli 2015 is City Box overgenomen door Shurgard

Op- en overslag
Een bedrijf heeft bijvoorbeeld bezuinigd op zijn kantoren en heeft nu alleen nog een kantoor in Verweggistan, en jij bent automatenmonteur voor Zuid-Nederland. Je hebt onderdelen, gereedschap en voorraad nodig en je wilt die niet elke dag in Verweggistan ophalen. Het bedrijf (bijvoorbeeld Coca Cola) huurt een box bij City Box en dumpt daar eens in de week met een vrachtauto zijn lading. De vrachtauto rijdt gewoon naar binnen. Landelijk (City Box werkt gecentraliseerd) is er afgesproken dat er een kluis beschikbaar is met de gewenste oppervlak voor de gewenste duur, de chauffeur heeft een cijfercode en dumpt zijn lading in de opslag. De monteur werkt ’s morgens de handelingen in omgekeerde volgorde af. De twee mensen hoeven elkaar niet te zien.
Uiteraard kost deze service geld, maar aan de andere kant scheelt het reistijd en een eigen pand. Blijkbaar is dat vaak gunstig, want het concept groeit hard.

Blikjes bij City Box
Blikjes bij City Box

Vanuit het belang van modern autoverkeer in de stad is een betaalbare op- en overslagfaciliteit van belang, omdat vrachtauto’s niet meer ieder voor zich halfvol de stad in hoeven. In plaats daarvan kan men overslaan op kleine auto’s, eventueel elektrisch. In een pand als aan de Ambachtsweg is het eenvoudig om een stel laadpalen neer te zetten.

24 uurs – levering, goed of slecht?
Het is ook eenvoudig om er uitgiftepunten van goederen aan te koppelen. De wens van de klant gaat steeds meer richting 24 uurs – levering en de logistiek stelt zich daar op in en uitgiftepunten kunnen daar bij helpen.
Ik heb overigens te weinig zicht op de gevolgen om te weten of ik daar blij mee moet zijn of niet. Het lijkt me dat je er enerzijds meer verkeer door krijgt, wat je anderzijds weer efficiënter organiseert. Maar sommige dingen gebeuren ongeacht wat ik ervan vind – helaas zelfs eigenlijk wel erg vaak.
Ik vind zelf dat niet alles wat technisch kan, ook moet. Als ik nieuwe toner cartridges bestel voor mijn laserprinter, worden die binnen 24 uur gebracht en eigenlijk hoeft dat niet voor mij. Als ze de bestellingen opzamelen zodat de leverancier eens in de drie dagen rijdt is het mij ook best. Moet ik maar op tijd nadenken.

High-tech of organisatie?
Wat mij ook treft is dat de op- en overslag geen high tech – oplossingen zijn. Het is voornamelijk een goede organisatie. De Brainport spreekt alleen over geavanceerde techniek die treintje rijden op de snelweg mogelijk maakt, niet in het minst omdat dat kastjes verkoopt. Ik heb daar op zich niets op tegen, maar het is niet het hele verhaal.

Materiaal voor organisatie van evenementen
Materiaal voor organisatie van evenementen

Nu nog geen oordeel
Maar, zoals gezegd, ik heb er te weinig zicht op. Ik heb vanuit mijn milieuachtergrond interesse gekregen in logistiek, maar dat impliceert niet dat ik er nu ook verstand van heb. Ik stel mijn oordeel over de ontwikkelingen uit.

Eindhoven als draaischijf voor internationaal treinverkeer

Eindelijk ziet men ook in de Randstad het licht: het zou toch wel heel goed zijn als de sterke economische regio Eindhoven-Helmond veel beter aangesloten zou zijn op het internationale spoorwegnet!
Inderdaad, dat vindt men hier in deze regio al jaren, en met reden. Daarin tot nu toe niet gesteund door hogere randstedelijke overwegingen.

Het licht wordt ons gebracht door de Moreelse Tafel, een pratend gezelschap waarin de NS, Schiphol, en de advies bureau’s Goudappel en APPM. De deelnemers worden geacht onafhankelijk te denken.
Helaas arriveert het licht pas in de zomer, zodat ik het nu moet doen met wat het ED (19 febr 2015) en het blad OV (17 febr 2015) er over zeggen.

Een kaart van het HSL-netwerk, horend bij het artikel in OV
Een kaart van het HSL-netwerk, horend bij het artikel in OV

Aan de voor de hand liggende voordelen van betere internationale verbindingen ga ik geen tijd besteden. Ik herhaal dan bewoordingen van anderen.
Waar ik wel even aandacht besteden is aan de positie van Eindhoven Airport. Ik heb meegewerkt aan de publicatie “Luchtvaart en Klimaat in de EU” (gratis te downloaden op http://www.toekomstluchtvaart.nl/ ). Daarin wordt een veel grotere rol bepleit voor een goed systeem van Hoge Snelheids Lijnen als alternatief voor vluchten tot ca 700 km (een beetje afhankelijk van de omstandigheden).

Ik ben geïnteresseerd in de vraag in hoeverre dit algemene pleidooi er specifiek toe kan leiden dat een aantal vluchten op Eindhoven Airport overbodig wordt.
Mijn medeauteur Hans Buurma was aanwezig bij een klimaatavond in de Eindhovense raadszaal, waarbij een van de sprekers was over de klimaataspecten van verschillende transportvormen, in casu het vliegen. Hans wees toen voor Eindhoven op Luik als mogelijkheid (naast Breda) om aan het HSL-net te koppelen. Dat kan via een bestaand spoortracé over Maastricht. Dit is een interessante gedachte, maar dat zou wel verbetering vragen van deze verbinding. Zie onderstaand kaartje met de feitelijke snelheid van bestaande internationale verbindingen.

Snelheden op bestaande internationale verbindingen, behorend bij het kaartje in OV
Snelheden op bestaande internationale verbindingen, behorend bij het kaartje in OV

In dit verband is mij niet ontgaan dat Schiphol aan de Moreelse Tafel zit. Schiphol is eigenaar van Eindhoven Airport. De artikelen, waarmee ik het moet doen, doen geen uitspraken over de precieze motieven van Schiphol. Het lijkt mij dat hier aandacht voor het verdere proces op zijn plaats is.