De vraag
Ik kreeg van Pierre van den Oord uit Boxtel de vraag “Ik lees in de Meierij dat er ideeën zijn om zelf een energiebedrijf in de gemeente Boxtel te starten. De positieve kanten ‘regie in eigen hand en dergelijke beweringen’ worden steevast genoemd. Graag wil ik van jou een compleet verhaal. De voors en tegens. De financiele kant enz.”.
De vraag volgt op een artikel in het Brabants Dagblad van 11 november 2020, waarin de grootste coalitiepartij PPA, en D66, in Sint Michielsgestel ‘een onderzoek willen naar het opzetten van een grootschalig energiebedrijf’ waarbij de PPA aanstuurt op ‘samenwerking met de buurgemeenten Boxtel en Vught’.
PvdA/Groen Links in Vught willen ook wel met een plan voor vijf windturbines en vijf hectare zonneveld.
Ook PvdA/GroenLinks en de SP in Boxtel hadden om een dergelijk onderzoek gevraagd, maar het College van B&W in Boxtel houdt de boot af. Althans, ‘Zelf grootschalige energie opwekken met windturbines en zonnevelden hebben we al eerder afgeraden’ (B&W van Boxtel) ‘Maar als wij als gemeente de juiste voorwaarden scheppen, kan een initiatiefnemer toch aan de slag. Dan kun je ook regelen dat inwoners ook kunnen deelnemen in zulke plannen en daar voor 50% in kunnen participeren en van kunnen profiteren.”
Zie www.bd.nl/meierij/gestel-onderzoekt-gezamenlijk-energiebedrijf-met-windturbines-samen-met-boxtel-en-vught~a97116d0/ en www.ed.nl/den-bosch/pvda-gl-wil-gemeentelijk-energiebedrijf-een-miljoen-euro-winst-om-bijvoorbeeld-n65-schuld-af-te-lossen~a88e4289/ .
Ik beantwoord graag vragen. In dit geval een beetje moeilijker omdat mijn expertise vooral natuurwetenschappelijk is en niet juridisch en bedrijfseconomisch. Maar ik ga mijn best doen.
Rentabiliteit van hernieuwbare energie in Boxtel en de SDE+ – subsidie
Eerst de voor de hand liggende vraag of een zonnepark in Vught of een set turbines in Boxtel zelfstandig hun broek kunnen ophouden. De hamvraag is dus of je in Boxtel e.o. wind- en zonnestroom kunt maken voor een kostprijs die onder de marktprijs ligt. Het antwoord is nee. De groothandelsprijs van stroom is te laag (let wel dat de consumentenprijs veel hoger is. Dat komt vooral door toegevoegde belastingen.)
Hieronder een momentopname van de stroombeurs EPEX voor 23 en 24 november 2020, van uur tot uur. In de stille uren brengt het verkopen van stroom ca 3 cent/kWh op en in de vraagpieken rond de 6 cent/kWh.
Uiteraard zit er wel fluctuatie in de prijs (bijvoorbeeld als de winter zacht is, de olie en gas goedkoop, het hard waait en er weinig gebeurt vanwege Corona of allemaal andersom). Er zit een sterk overcapaciteit-effect in.
De kosten van windenergie in de buurt van Boxtel zaten in 2017 rond de 8 cent/kWh, zegt een studie van (toen nog) Ecofys voor de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA) (hieronder ligt Boxtel in gebied 4):
Uiteraard zit ook hier wel variatie in, maar de grosso modo is de boodschap helder dat de kostprijs van 1kWh in Boxtel momenteel niet gedekt wordt door wat je er voor krijgt in de markt.
Om toch hernieuwbare energie van de grond te tillen wordt er gesubsidieerd. De belangrijkste regeling is de SDE+ (tegenwoordig SDE++, maar dat maakt hier niet veel uit). De Rijksoverheid legt, vooral via die route, jaarlijks miljarden toe op de hernieuwbare energie. Politiek logisch zou zijn om aan die donaties in enigerlei vorm georganiseerde zeggenschap te ontlenen, en eigenlijk is de meest logische schaal voor een publiek energiebedrijf de nationale schaal.
Maar dat gebeurt niet – integendeel, het is met de Splitsingswet eerder omgekeerd gegaan en nu proberen brave gemeentebestuurders met micromiddelen een kruimeltje zeggenschap terug te veroveren.
In de aparte tekst enkele belangrijke kanttekeningen over kostprijzen van diverse vormen van elektriciteitsopwekking. Als je de NVDE-prognose in die tekst moet geloven, moet in Boxtel in 2030 en later zonder subsidie wind ongeveer quitte gaan spelen en voor zon is het onduidelijk.
Zie ook www.bjmgerard.nl/?p=5591 .
Voorlopig staat of valt energie uit wind en zon in Boxtel, Vught en SintMichielsgestel dus met de SDE+-subsidie.
En om de verwerving daarvan door (in enigerlei vorm georganiseerd) duurzame energiebedrijf aannemelijker te maken, zouden de drie gemeenten een efficiënte uitvoeringsorganisatie klaar moeten hebben staan die aan de voorwaarden voldoet en die goed genoeg werkt om bij voorkeur in de goedkope categorie te kunnen bieden.
Verder moet er nagedacht worden wat te doen als na 15 jaar de subsidie ophoudt en de exploitatie verder gaat. Dat moet oplosbaar zijn, want velen gingen u voor.
Wat is een Gemeentelijk Duurzame Energiebedrijf en heb je dat nodig?
De vraag blijkt makkelijker gesteld dan beantwoord. Er is een range aan antwoorden en de Meierijse politieke microcosmos geeft daar al een aardige indruk van.
Ik volg hier een studie van Primum “Iinzicht in de mogelijkheden van een lokaal duurzaam energiebedrijf bij windenergieprojecten”, te vinden op https://www.rvo.nl/sites/default/files/2013/09/mogelijkheden_lokaal_duurzaam_energiebedrijf_wind.pdf . Dat gaat weliswaar over windprojecten, maar de systematiek geldt even goed voor zonprojecten. Primum heeft een heldere stapsgewijze structuur en bevat veel llinks naar meer informatie. Er staat geen jaartal in de Primumstudie, maar aan de naam van de link te zien is het uit 2013.
Goede andere literatuur is “Verkenning meerwaarde Duurzaam Gemeentelijk Energie Bedrijf (DGEB)” van de gemeente Alphen aan de Rijn, te vinden op https://api1.ibabs.eu/publicdownload.aspx?site=alphenaandenrijn&id=d43770b1-bdd5-4d65-bbdb-fd2c0281293a .
In beginsel is een ‘lokaal duurzaam energiebedrijf’ niet meer dan een juridisch/organisatorisch vehikel dat de realisatie en exploitatie van een duurzaam energieproject door één of meerdere initiatiefnemers faciliteert’ aldus Primum. Dat klinkt als een containerbegrip en dat is het ook. En om rood aanlopende wethouders te sussen die ‘net Nuon/Essent verkocht hebben’: het hoeft niet groot te zijn en het hoeft niet perse risicodragend te zijn.
Primum vindt het essentieel dat een Duurzaam Gemeentelijk Energie Bedrijf (DGEB) niet als doel op zich gezien wordt, maar slechts als middel. Dat is een essentiële vraag, over de beantwoording waarvan men het niet met Primum eens hoeft te zijn. Men kan ook om ideologische redenen het bezit van een productiemiddel (hoe beperkt dan ook) als een zelfstandig doel zien. Het is aan de lezer wat hij daarvan vindt.
Maar wat men daar ook van vindt, het heeft geen gevolgen voor het vervolg van de analyse. Ook een ideologisch wind- of zonnepark moet aan wetmatigheden voldoen.
Volgende vraag is wat men precies wil (meerdere antwoorden zijn mogelijk).
- De lokale klimaatdoelstellingen halen?
- De lokale werkgelegenheid verbeteren?
- Een duurzamer imago van de gemeente?
- Geld binnenhalen dat anders naar de energiecowboys gaat?
- Een socialistisch gevoel hebben?
Het doel heeft invloed op de positie die men als gemeente kiest. Ook hier zijn weer meerdere antwoorden tegelijk mogelijk.
- Initiatiefnemer en facilitator zijn
- Voor communicatie en educatie zorgen
- Grondeigenaar zijn
- Afnemer van elektriciteit zijn
- Financieel betrokken zijn, hetgeen kan
- Zonder zeggenschap via een beleggingsfonds, een rentedragende lening, certificering van aandelen, via rentedragende obligaties en via een garantstelling (risicovergoeding)
- Met zeggenschap en dan heet het een Duurzaam Gemeentelijk Energie Bedrijf (DGEB). Dat kan als Stichting; Coöperatieve Vereniging; Maatschap, v.o.f. of c.v.; of B.V. Het wordt, hoe dan ook, een rechtsvorm buiten het gemeentelijke apparaat. Gewaakt moet worden voor overtreding van de staatssteunregels.
De Primumstudie, die dit allemaal analyseert, is van vóór het Klimaatakkoord. In het Klimaatakkoord wordt 50% lokale participatie nagestreefd. Het Klimaatakkoord stelt geen eisen aan de vorm van de Participatie. Zie ook www.bjmgerard.nl/?p=10733 en www.bjmgerard.nl/?p=12483 .
In Primumtermen vertaald zou je die 50% desgewenst ook nog kunnen vertalen als een soort joint venture-achtige constructie.
De Vughtse PvdA/Groen Links willen dat de gemeente volledig eigenaar blijft van de opgewekte duurzame energie zonder aan te geven welke financiele techniek gebruikt wordt. (Die hoeveelheid duurzame energie is overigens beperkt, maar niet verwaarloosbaar: het Vughtse plan met 5 ha zon en 5 turbines à 3MW moet met de natte vinger ongeveer 135TJ (ca 37 miljoen kWh) per jaar opleveren en het totale energieverbruik van Vught was in 2018 1643TJ (zonder de autosnelweg). Het merendeel komt dus nog steeds van de oude energieleveranciers.).
Die 37 miljoen kWh zou de gemeente dit bedrag * 7 cent per kWh moeten opleveren en op papier is dat dus goed voor 2,6 miljoen per jaar. Bruto. De SDE+ gaat uit van een rendement rond de 10%, dus dat zou uitdraaien op ergens orde van grootte van een kwart miljoen per jaar winst.
De PvdA-Groen Linksmensen verwachten er een miljoen per jaar uit te kunnen halen. Ik zou die berekening wel eens willen zien.
Per sluitend slot van rekening
B&W van Boxtel hebben op zich gelijk dat men een hoop goed kan doen zonder risicodragend deel te nemen. Van afstand lijkt mij dat ze wat al te voorzichtig zijn. Het warmtebedrijf van Rotterdam als schrikbeeld nemen is wel erg buiten de Boxtelse verhoudingen.
En als de schrik voor het beheer over een stel windturbines en zonneparken te groot is, zou men ook nog kunnen kiezen voor een joint venture met een commerciële partij en/of een landelijke energiecoöperatie die 49% van de aandelen krijgt, of iets dergelijks.
Een plan als dat van PvdA-Groen Links in Vught moet, met de kletsnatte vinger, enige tientallen miljoenen Euro’s incidenteel kosten. Daarvan mag 80% vreemd vermogen zijn. Klinkt niet als per definitie onmogelijk.
Dit allemaal op voorwaarde dat de SDE+ – subsidie af komt.
En uiterard op voorwaarde dat Enexis kan aansluiten.