Op 26 januari 2021 hebben Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Brabant hun reactie vastgesteld op de zienswijzen en dat verwoord in de gebruikelijke Nota van Zienswijzen. Er waren 15 zienswijzen.
De Nota van Zienswijzen is hieronder te vinden:
Het indienen van deze zienswijze is in een eerder artikel op deze site aan de orde geweest, zie www.bjmgerard.nl/?p=14059 .
Een van de zienswijzen was van de provincie Limburg die terecht stelde dat het wel handig zou zijn om aan weerszijden van De Peel (en dus van de provinciegrens) ongeveer dezelfde afspraken te hanteren. Dit is gehonoreerd.
Van de 14 zienswijzen uit Brabant waren er negen van particuliere inwoners die, in minder of meer professionele bewoordingen, vooral tegen wind- en zonneparken in de buurt pleitten (veel uit Laarbeek). Bijvoorbeeld omdat ze er een recreatieonderneming hadden of een paardenbedrijf. Over het algemeen werd dit alles afgewezen omdat de PlanMER te grootschalig was voor kleine belangen en/of omdat de wettelijke normen het afdekten.
Er was een zienswijze van de Brabantse Milieu Federatie (BMF) en van de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO), die op ondergeschikte punten wat binnenhaalden, en er waren twee lokale actiegroepen voor natuurbehoud (gesteund door de natuurorganisaties) die geen windturbines wilden in het gebied Beekloop-Koolbliek ten zuiden van Valkenswaard, die alleen formele afwijzingen binnenhaalden.
En er was dus de zienswijze van Milieudefensie Eindhoven, waar overigens ook in staat dat niet of slechts bij hoge uitzondering opwek in Natura2000 of het Natuur Netwerk Brabant moet plaatsvinden. Het kaartje is een goed voorbeeld van de mogelijke spagaat tussen natuurdoelen en klimaatdoelen.
Sowieso is de beantwoording in de Nota van Zienswijzen juridisch formeel. De opdracht was om de milieugevolgen in kaart te brengen van grootschalige opwek met wind en zon in het MRE-gebied, niet meer en niet minder. En dit gegeven de bestaande landelijke en provinciale ruimtelijke ordening-wetgeving.
De positie van Milieudefensie Eindhoven was in zoverre lastig, dat je je moet conformeren aan het wettelijk kader zoals de Zonneladder (nationale Omgevingsvisie) en de tijdelijkheid van opwek-inrichtingen (provincie). De inbreng van Milieudefensie Eindhoven verwerd daardoor tot een salvo politieke schoten voor de boeg, waarmee de PlanMER niks kan of niks wil. Milieudefensie Eindhoven meent dat niet alle mooie doelen gelijktijdig uitvoerbaar zijn en dat de koers van de planMER moet gaan in de richting va een kleinere landbouw) – het is per slot van rekening een NRD waarvan de bedoeling is dat die richting aangeeft. Dat werd afgepoeierd als taak van de belangenafweging na de PLanMER.
Dat de Integrale Strategie Ruimte van de MRE slechts ruimte als consumptieartikel voor menselijk gebruik ziet, en het woord “– klimaat” slechts in combinatie met het woord “vestigings” gebruikt, werd niet weersproken. Gewezen werd op een recenter MRE-document “Streefbeeld Landelijk Gebied” waar wel wat over klimaat en energietransitie in staat. Dit document (dat in 2020 door de 21 gemeenteraden is vastgesteld) maakt inderdaad meermalen melding van de energietransitie en de klimaatadaptatie, maar het blijft nog erg afstandelijk. Zie https://metropoolregioeindhoven.nl/thema-s/transitie-landelijk-gebied , link “streefbeeld”.
Milieudefensie blijft het verloop volgen.