Wat er in de krant stond
In enkele kranten (waaronder de NRC) stond op 05 oktober 2024 een artikel, dat gebaseerd was op een nieuwsbericht van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEA), dat kopte dat de ‘grootste industriële vervuilers viezer waren geworden’. Het originele nieuwsbericht van de NEA is te vinden op Emissieautoriteit: nog-geen-groene-groei-industrie .
Het was een beetje een ingewikkeld bericht en lastig te ‘koppen’, want het ging eigenlijk niet over vervuiling, maar over broeikasgassen; het ging over 2021, 2022 en 2023; het ging maar over een deel van de industrie; en van dat deel was iets meer dan de helft minder ‘vies’ geworden. Dat krijg je allemaal niet in één kop.
Toevallig toonde het NOS-journaal op de dag dat ik dit schrijf een bericht, dat het NEA-nieuwsbericht als basis gebruikt. Zie https://nos.nl/artikel/2541431-industrie-loopt-achter-met-halen-van-klimaatdoelen .
Ik ga proberen deze ingewikkelde materie uit te leggen. Of Nederland zijn klimaatdoelen in 2030 haalt, valt of staat met dit onderwerp.
Het ETS en de NEA
Het Emission Trade System (ETS) is de hoeksteen van het klimaatbeleid van de EU. Het is een ingewikkeld, niet perfect maar wel redelijk goed werkend systeem. Het gaat over broeikasgasemissies en niet over toxische emissies. Het woordje ‘vies’ hoort in mijn systematiek bij ‘toxisch’ en niet bij ‘broeikasgas’, maar daar loopt de koppenmaker van de NRC tegen zijn ruimtebeperkingen aan. Het zij zo.
Ik beperk me hier (net zoals de NEA) tot het ETS, voor zover toegepast op de industrie.
Zie voor nadere uitleg ook https://www.bjmgerard.nl/co2-prijs-onder-het-eu-ets-schiet-door-de-e50-per-ton/ of bijvoorbeeld https://www.cleanenergywire.org/factsheets/understanding-european-unions-emissions-trading-system .
Binnen de EU zijn alle staten overeengekomen dat aan het uitstoten van één ton broeikasgas (1000kg) in principe een prijs wordt gehangen in de vorm van één recht dat je moet kopen. Het is dus zoiets als een marktafhankelijke boete. In 2024 is de ‘boete’ €86 per geloosde ton.
Kopen kan op een veiling van overheidswege of van een ander bedrijf dat over heeft.
Aan de som van alle rechten is een plafond verbonden dat elk jaar daalt met 4,3 a 4,4%. Als extra daling worden op gezette tijden rechten uit de markt genomen, o.a. omdat in de beginfase van het systeem veel rechten gratis zijn weggegeven. Op deze wijze hoopt de EU ergens rond 2040 van alle broeikasgasemissies in de onder het ETS vallende bedrijven verlost te zijn.
Prijs van een ETS-recht door de jaren heen
Bedrijven staan op de ETS-lijst vanwege de aanwezigheid van bepaalde processen (bijvoorbeeld ertsverwerking of de fabricage van krantenpapier) of apparaten (bijvoorbeeld, wat veel voorkomt, een verwarmingsketel >20MW). Dat laatste ook als het bedrijf die 20MW niet vol maakt – de aanwezigheid van de mogelijkheid om dat wel te doen telt.
In Nederland vallen 282 installaties onder het ETS. Het nieuwsbericht van de NEA gaat over deze 282 inrichtingen.
Het ETS wordt in Nederland uitgevoerd door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEA). Daarnaast organiseert de NEA ook de Nederlandse CO2 – heffing (dat is dus een Nederlandse belasting die aanvullend op het Europese ETS werkt).
Een volledig overzicht van taken is te vinden op de home page van de NEA https://www.emissieautoriteit.nl/ . Dit verhaal gaat over ETS Stationair.
‘Schoner of viezer’ en de benchmark
De NEA kan alleen maar getalsmatige, vergelijkende uitspraken doen, zoals in het nieuwsbericht, als daar een getalsmatige structuur onder ligt.
Die is dubbel: enerzijds het volume in ton product of in TeraJoule (TJ) energie, anderzijds de emissie per ton of TJ. Beide kunnen onafhankelijk van elkaar veranderen.
Het volume is eenvoudig statistisch te verwerken. Dat Nederlandse productievolume is in de jaren 2021-2022-2023 gedaald t.o.v. een eerdere periode. Het nieuwsbericht vermeldt niet in welke sectoren het productievolume hoeveel gedaald is.
De NEA concentreert zich in zijn nieuwsbrief op de andere grootheid, de broeikasgasemissie per ton product of per TJ. Dat heet de ‘CO2-efficientie’. Die vergelijking stoelt op een ingewikkeld benchmarksysteem.
De EU deelt het geheel aan ETS-inrichtingen op in 55 gebieden: 52 productgebieden die per ton beoordeeld worden (bijvoorbeeld gesinterd erts of krantenpapier); brandstof en warmte die per TJ beoordeeld worden; en procesemissies.
Wie gunstiger werkt dan de benchmark krijgt emissierechten cadeau en kan die desgewenst verkopen; wie op de benchmark zit hoeft niet te betalen; en de 90% eronder moet dokken.
De eerste benchmarks zijn vastgesteld over de periode 2013-2020 met de jaren 2016 en 2017 als kenmerkend. Het gemiddelde over die twee jaar van de (Europabreed) beste 10% van de installaties in een bepaalde bedrijfssector zou eigenlijk moeten dienen als benchmark. Maar er waren bij invoering veel praktische problemen, dus er zijn ook benchmarks vastgesteld die (veel) ongunstiger waren dan die ideale 10%..
De tweede set benchmarks is vastgesteld in 2021 voor de periode 2021 t/m 2025, met als kenmerkjaren 2022-2023. De prestatie van de beste 10% wordt geacht een langdurige dalende verbeteringstrend van die beste 10% vanaf 2016-2017 voort te zetten naar 2022-2023 en dat zou dan in eerste aanleg de nieuwe benchmark moeten zijn.
Echter, om vooruitgang te garanderen moet de daling t.o.v. 2016-2017 in elke bedrijfstak minstens 4% zijn, en om de industrie te beschermen mag de daling hooguit 24% zijn. De getallen, die men op deze manier krijgt, zijn dan de benchmark in formele zin.
Toegegeven, dit is een ingewikkeld verhaal, dat desgewenst nagelezen kan worden op Context+bij+de+CO2-efficientiecijfers . Ik kan me ook voorstellen dat iemand vindt dat er op deze manier toevalselementen ingebouwd worden. Hoe dan ook, het is zoals het is.
Ik zal drie voorbeelden geven die afkomstig zijn uit de Europese uitvoeringsverordening ( https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A32021R0447 ) .
In 2016-2017 konden de beste fabrikanten krantenpapier maken met een broeikasgasemissie van 0,007ton CO2/ton papier, maar vanwege praktische problemen is de benchmark voor krantenpapier toen vastgesteld op 0,298 ton CO2/ton krantenpapier.
Waarschijnlijk kan die beste 10% dat over 2022-2023 nog een beetje beter dan genoemde 0,007ton CO2/ton papier . De bedoeling is dat de niet-beste 90% richting die 0,007 gaat, maar ter bescherming is het daaltempo gemaximeerd op 76% van 0,298, dus op 0,226ton CO2/ton papier.
De vraag ligt voor de hand waar die grote verschillen vandaan komen. Ik weet dat niet, maar het zou kunnen dat er een Scandinavische fabriek langs een waterkrachtcentrale staat die duurzaam beheerd hout van ter plekke als grondstof gebruikt. Wordt een taaie klus om daar tegenop te concurreren met je emissiecijfers.
Bij gesinterd erts werkt het benchmarksysteem recht toe, recht aan.
Ander voorbeeld: aardgas. Kan ik meteen uitleggen hoe de Europese Commissie het benchmarksysteem ombouwt tot rangordesysteem.
Nederlands aardgas (met een spoortje ethaan) heeft een verbrandingswaarde van 57 ton CO2/TJ . De nu geldende brandstofbenchmark is 42,6 ton CO2/TJ . Het verschil (56 – 42,6) is 25% van 57 en zodoende staat een ETS-fabriek, die aardgas in zijn ketel stopt en verder geen gedoe, bij de Europese Commissie te boek als een installatie die 25% achterloopt op de geldende benchmark.
Hoe krijgen de beste 10% dan vroeger hun emissies op 34,3 ton CO2/TJ ? Bijvoorbeeld met toegevoegd biogas (telt niet mee) , of met (duurzame) elektrische voorverhitting, of iets in die geest.
Nu de getallen in de NEA-nieuwsbrief
De NEA werkt in zijn rangorde met de relatieve achterloopcijfers.
Als een bedrijf in de eerste periode 30% achterliep op de benchmark, en in de tweede periode 20%, is dat gedefinieerd als ‘verbetering’. Als een bedrijf in de eerste periode 30% achterliep op de benchmark, en in de tweede periode 40%, is dat gedefinieerd als ‘verslechtering’ .
De NEA komt tot de statistische conclusies dat
- 148 van de 282 installaties presteerden met hun CO2-efficientie over 2023 beter dan over 2021, 134 deden het slechter
- Vooral de grotere bedrijven presteerden slechter
- Waardoor het gemiddelde over alle 282 bedrijven achteruitgang betekent
- Over 2021 lagen de Nederlandse ETS-benchmarkachterstanden gemiddeld 13,7% achter op de bij hun behorende ETS-benchmark, over 2023 was dat 16,9%
- (zoals al gezegd) het totale productievolume van Nederlandse ETS-bedrijven is procentueel meer gedaald dan de achteruitgang gestegen is, dus in absolute zin is er minder broeikasgas geloosd en in relatieve zin meer.
Kun je per onderneming zien hoe ze het doen?
Ja. Na enig zoekwerk op co2-efficientiecijfers-2018-2023 per onderneming en dan de zip-file uitpakken tot Excel. Hierboven wat voorbeelden van Brabantse bedrijven met wat commentaar.
- Wie een lijst wil van alle Nederlandse asfaltcentrales, kan in dit Excelbestand terecht. Asfaltcentrales moeten elektrificeren en dat kan, als er genoeg groene stroom is ( https://www.bjmgerard.nl/betere-klimaataanpak-eindhovense-asfaltcentrale-zou-ook-het-milieu-dienen/ ). Dat zou ze ook schoner maken.
- Alles wat door de jaren heen hardnekkig rond de 25% zit, stookt naar alle waarschijnlijkheid gewoon gas. DAF Trucks kan zijn verwarmingsketel best wel elektrificeren, als er genoeg groene stroom is
- Bedrijven die met biomassa werken (Cosun, Heineken, Mars, Swinkels, Rendac) stoken mogelijk zelfgemaakt biogas bij en dat drukt de emissies (of maakt ze zelfs positief), Die van Rendac bijvoorbeeld heet Ecoson en over die van Mars Nederland is een artikel te vinden op https://www.bd.nl/veghel/mars-veghel-opent-bijzondere-zuiveringsinstallatie~a8ea76d13/ . Suikerproducent COSUN is de grootste groengasproducent van Nederland ( https://www.cosunleden.nl/wp-content/uploads/2023/07/CM-2020-no-4.pdf ). Bierbrouwer Swinkels, zie https://royalswinkels.com/nl/duurzaamheid/circulair-ondernemen/hoogwaardig-hergebruik .
- Nyrstar Budel is bijna geheel geëlektrificeerd en stoot dus nauwelijks broeikasgas uit
- Ardagh Glass elektrificeert fors via grootschalige zonne-energie ( https://solarmagazine.nl/nieuws-zonne-energie/i36640/ardagh-glass-packaging-neemt-zonnedak-in-gebruik ) en zit nu op de rand van de benchmark
Kortom, er kan wel wat bij bedrijven en dat zie je nu al terug in sommige cijfers.