Er vinden vele nuttige energie-, milieu- en recycleactiviteiten plaats in het gebied De Spinder in Tilburg-noord. Het wordt beheerd door Deponie Zuid, een werkmaatschappij van Attero.
Op zich is een terrein als De Spinder, met al veel afvalverwerking, een geschikt industrieterrein voor een mestvergister.
Deponie Zuid heeft een koepelvergunning voor alle activiteiten op De Spinder. Daarbinnen heeft Deponie Zuid al in 2014 vergunning gekregen voor het oprichten van een mestvergister. In april 2018 heeft Deponie Zuid van Gedeputeerde Staten (GS) een aangepaste vergunning gekregen in plaats van die uit 2014.
Bij die vergunning uit 2018 hoort een geurstudie van ingenieursbureau SPA WNP.
Zo’n geurstudie schrijven valt tegen. Er bestaat niet zoiets als een breed aanvaard kengetallenbestand. In plaats daarvan wordt er gekeken van welke waardes men bij eerdere projecten uitgegaan is, of had willen uitgaan (want die eerdere projecten gingen soms ook weer niet door). Onzekerheid stapelt op onzekerheid, zodat uiteindelijk SPA WNP een range aan mogelijke stankemissie geeft van 14000 tot 80.000 geureenheden per sec (zo’n geureenheid/sec heet officieel ouE/sec, maar dat is een onwerkbare naam). SPA WNP geven binnen die range als eindadvies 32000 geureenheden die per sec de lucht in mogen schieten.
Maar de toenmalige GS schoten een bok en schreven in de formele beschikking per ongeluk 25000 geureenheden/sec voor.
Dit alles is toen weinig of geen mensen opgevallen, mede omdat het op dat moment een vergunning ‘voor op de plank’ was. Er was toen geen gegadigde met concrete plannen.
De gemeente Tilburg had in 2018 geen serieuze vragen, evenmin als de milieuorganisaties en de omwonenden.
In augustus 2021 meldde zich de onderneming VTTI Bio Energy Tilburg BV, die op het papieren fundament uit 2018 echte stenen en installaties wil gaan plaatsen. Toen schrok iedereen wakker. VTTI heeft, uit eigen beweging, een second opinion laten uitvoeren door Tauw, welk consultancybureau op 39000 geureenheden per sec uitkomt (ook weer met een flinke range).
Overigens blijkt uit het rapport van Tauw dat VTTI een extra zuiveringstrap zegt toe te willen voegen om aan 80% geurverwijderingsrendement te komen: naast de gebruikelijke ontstoffer, zure en basische wasser ook een oxidatieve wasser die specifiek tegen stank gericht is. Dat kon wel eens flink schelen. Maar let wel: de 80% staat in de beschikking (voor wat dat waard is), de vierde trap niet.
De SP-fractie in PS heeft, samen met mij (ik ben fractieondersteuner) en met iemand van het Brabants Burgerplatform, naar de precieze teksten uit 2018 gekeken en naar Tauw. SP-woordvoerder Irma Koopman heeft er indringend vragen over gesteld. Daardoor kwam vier jaar later de blunderbok boven water.
Maar GS willen de vergunning niet intrekken en willen de blunderbok, al dan niet ambtshalve, alsnog euthanasiëren.
De SP-fractie heeft overigens geen principieel bezwaar tegen mestvergisters en dat geldt ook voor mijzelf. Er zijn goede energetische en klimatologische en circulaire argumenten voor mestvergisting, zo lang
- men die ziet als een recyclingactiviteit voor een bestaand probleem en niet als oplossing voor de te grote dieraantallen,
- er geen overcapaciteit is (zie verderop in dit artikel, want dat is een verhaal apart)
- als de inrichting een adequate milieuvergunning heeft. Maar dat laatste blijkt dus makkelijker gezegd dan gedaan.
Er is nu voor de SP in PS geen zinvol politiek traject meer mogelijk.
Het is denkbaar dat er nu door omwonenden en bijvoorbeeld de BMF geprocedeerd gaat worden. Het is afwachten wat er op dat gebied gebeurt. Het is de vraag hoe kansrijk dat procederen is, gegeven de voorgeschiedenis, en eveneens hoe de rechter, vier jaar na dato, tegen de blunderbok aankijkt.
De omwonenden zouden kunnen overwegen (maar dat is hun keuze) om, parallel aan een eventueel juridisch gebeuren, ook onderhandelingsgesprekken op te starten. Immers, niemand zit er jodelend bij. De provincie heeft een stomme vergunning afgegeven die echter tot nu toe wel rechtsgeldig is, VTTI heeft een probleem als men het met die stomme vergunning moet doen, de omwonenden, de gemeente Tilburg en de milieuorganisaties hebben hun kans in 2018 laten schieten.
En dan zijn er ook nog mogelijke probleempjes met stikstof die tot nu toe niet aan de orde geweest zijn.
En de mestvergister, indien vergund, is volgens SPA maar goed voor 18% van alle emissies die de collectieve vergunning op De Spinder toestaat. Het is denkbaar dat elders op De Spinder met minder moeite meer milieuwinst te boeken valt. Dat vraagt echter om concrete detailkennis van het complex.
Het is maar een idee.
Even over de al dan niet overcapaciteit van mestbewerkers.
Er is een recente studie van Wageningen (WUR) ‘Evaluatie van verwerkingsinstallaties voor mest en co-vergiste mest’, waar in staat wat kenmerken en mogelijkheden zijn van mest en vergiste mest (digestaat) als die er eenmaal is. Hierover later een apart verhaal.
De studie heeft een hulphoofdstuk waarin de fosfaat- en stikstofbalans beschreven is. Van de 157 miljoen kg P2O5 (dat met water foshaat vormt) die binnenkomt kan 108 miljoen kg geplaatst worden en 49 miljoen kg niet. Er gaat 47 miljoen kg het systeem uit (deels met bewerking als tussenstap), dus als men niet op een kilootje kijkt is de fosfaatbalans ongeveer in evenwicht. Zo ook (met andere getallen) de stikstofbalans.
Zou je denken dat je in Tilburg geen nieuwe mestbewerker meer nodig hebt.
Er zijn echter een paar mitsen en maren, zowel plus als min.
- De balanscijfers van Wageningen zijn de officiële. Er is echter een omvangrijke illegaliteit die bij Wageningen niet aan de orde komt, en dat kan om eenderde van de mest gaan. Als daarop succesvol gehandhaafd zou worden, is er meer capaciteit nodig.
- De buitenlandse vraag kan zowel in de min als in de plus veranderen
- De met elkaar concurrerende maatschappelijke functies concurreren met elkaar om landbouwgrond (zie Grote energie-, klimaat- en bouwopgaven in een beperkte ruimte (PBL) ), wat zowel min als plus kan werken
- Als het aantal dieren inderdaad met 30% oml;aag gaat (waarover het kabinet nu spreekt) is er minder capaciteit nodig
- Als ex-landbouwminister Schouten in de door haar bepleite kringlooplandbouw (die bij nadere beschouwing overigens geen kringlooplandbouw is) haar zin krijgt, hoeft rundermest niet meer bewerkt te worden want grondgebonden (minder capaciteit nodig), maar moet alle niet-rundermest verplicht bewerkt worden (meer capaciteit nodig).
Kortom, er is, wat mij betreft, op dit moment geen peil op te trekken wat er aan toekomstige capaciteit nodig is.
Ik heb voor de provinciale SP een motie geschreven waarin een driejarig moratorium op nieuwe mestbewerkers voorgesteld wordt t/m 31 december 2024 . Die haalde het helaas niet. Zie
Goed om ook even aandacht te hebben voor het fosfaat: Nederland is, meen ik me te herinneren, het enige land in Europa dat geen fosfortekort heeft, maar een overschot – maar i.p.v. er zorgvuldig mee om te gaan,het terug te winnen en er mee te handelen wordt/werd het als hinderlijk afval beschouwd: er wordt n.b. al jaren een harde oorlog gevoerd tussen Polisario en Marokko in ‘Spaans Sahara’, om die fosfor – juist daar het meeste v.d. wereld!
Zou dus goed zijn om daar aandacht voor te hebben – zou ook meer moeten zijn bij rioolzuivering…
De eindige hoeveelheid mijnbaar fosfaat op aarde is inderdaad een reden tot zorg en inderdaad een reden om vraagtekens te zetten bij de achteloosheid waarmee velen dit als een soort wegwerpartikel behandelen. Wie een kringlooplandbouw wil, moet ook kringloopfosfaat willen.
Voor mij is het een van de redenen om niet a priori tegen het bewerken van mest te zijn. Er wordt wel eens gegrapt dat als de kringloop gesloten moet worden, je eigenlijk tankers met varkensstront richting Brazilie zou moeten varen.
Op de keper beschouwd, kun je de mestkorrels die je met scheiden, indikken en hygieniseren uit mest of digestaat kunt maken zien als het terugwinnen van fosfaat. Als je met die korrels naar Brazilie zou varen, zou je daadwerkelijk een stukje kringloop sluiten. In praktijk gebeurt dat niet en gaan de korrels bijvoorbeeld naar de Franse wijnbouw waarna het fosfaat alsnog diffuus de wereld in reist. Op deze wijze is de reis van het fosfaat nog steeds lineair van fosfaatmijn diffuus naar bodem of zee, maar nu met een extra lus erin. Dat is wel beter, maar nog steeds niet goed. Ik zie hier ook niet meteen een echte oplossing.
Het probleem is vervolgens dat die mestbewerking gepresenteerd wordt als het faciliteren van de groei van de veestapel en dat is het niet. Ik presenteer het zelf ook niet zo. Als men er in slaagt de dikke mest in korrelvorm af te zetteen, bestaat nog steeds het probleem van de dunne fractie met aanhangende verontreinigingen, en bestaan nog steeds de andere problemen van de veestapel als methaan, stank, stikstof, veevoerprodictie, etc.
Ik vind het een lastig probleem.