De concept-milieuvergunning van de Asfalt Centrale Eindhoven

De Eindhovense asfaltcentrale aan het Beatrixkanaal (gebouw ver weg)

Inleiding
De Asfalt Centrale Eindhoven (ACE) staat om twee hoofdredenen ter discussie: vanuit Milieudefensie vanwege het klimaat, en vanuit de gemeentepolitiek en de omwonenden vanwege het milieu.
Beide benaderingen zijn niet identiek, maar overlappen elkaar wel een heel eind.
Zie desgewenst voor eerdere  uitleg op deze site https://www.bjmgerard.nl/betere-klimaataanpak-eindhovense-asfaltcentrale-zou-ook-het-milieu-dienen/ en https://www.bjmgerard.nl/heeft-de-ouderwetse-asfaltcentrale-zijn-langste-tijd-gehad/ en dan eventueel verder terug.

Ik ben geen vijand van asfaltcentrales, en evenmin van industrieterrein De Hurk waarop die centrale staat. Ik vind dat bedrijven schoon en klimaatvriendelijk moeten produceren, niet dat ze moeten verdwijnen. De asfaltcentrale heeft een belangrijke recyclingfunctie – asfalt blijft nodig, ook als er geen olie meer geboord wordt.
Daarnaast is opheffen van industrieterrein De Hurk in praktijk onmogelijk en onbetaalbaar.

Er is veel touwgetrokken over de nieuwe milieuvergunning van ACE. Een eerder concept is ingetrokken, en nu ligt er een nieuwe conceptvergunning ( t/m 10 nov 2024 ter inzage). De bij  deze conceptvergunning horende documenten zijn te vinden op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-410213/terinzagelegging ,
Het pakket omvat ruim 30 afzonderlijke documenten, die echter niet allemaal even belangrijk zijn. Ik heb er uitgelicht de eigenlijke concept-vergunning zelf, een bijlage van ingenieursbureau Tauw en een bijlage van de GGD over benzeen, idem over PAK’s, en een notitie van Tauw over geur.

De SP-fractie in de gemeenteraad van Eindhoven vroeg mij naar mijn mening over de concept-vergunning. Ik heb die gegeven ( en daarna is die gedeeld, met mijn medeweten, met de fractie van de Partij voor de Dieren).
Hieronder mijn analyse voor de Eindhovense SP. I heb hem taalkundig bewerkt, maar inhoudelijk is het verhaal ongewijzigd.

Schema van een gangbare asfaltcentrale

Een milieuoordeel over ACE als een bestaand, aan een vaste locatie gebonden bedrijf met een overwegend traditionele opzet.
ACE zit, geheel rechtmatig, in een bestaand pand met een correcte bestemming en een productieproces dat toegestaan is, mits buiten de fabriek op emissiegebied aan randvoorwaarden voldaan is. De gemeente kan, als bevoegd gezag, niet van dit kader afwijken.

De nieuwe conceptvergunning biedt drie belangrijke verbeteringen t.o.v. vroeger:

  • Sinds 2013 is er al een nieuwe en langere trommel, waardoor het opwarmproces langer duurt en met een lagere bedrijfstemperatuur volstaan kan worden, welke in de nieuwe vergunning voorgeschreven wordt op hooguit 130°C. Dat is van groot belang, want de emissie van benzeen en PAK’s loopt sterk op met stijgende bedrijfstemperatuur.
  • Mede door actie van omwonenden is er t.o.v. de ingetrokken plannen uit 2022 een Actieve Kool Filter toegevoegd (AKF), met bijbehorende regel- en controleapparatuur. (Actie helpt altijd, maar soms anders als je van tevoren dacht).
    Het AKF is primair bedoeld tegen geur, maar werkt ook tegen benzeen en PAK’s. Het lossen van oud asfalt en het laden van nieuw asfalt  moet in een min of meer gesloten ruimte plaatsvinden, die via het AKF afgezogen wordt naar de schoorsteen
  • Het lossen van oud asfalt en het laden van nieuw asfalt moet in een min of meer gesloten ruimte plaatsvinden, die afgezogen wordt via het AKF naar de schoorsteen

Daarnaast zijn er een paar bepalingen die mogelijk niet nieuw zijn, maar wel van belang:

  • De jaarlijkse doorzet blijft maximaal 200.000 ton, en de uur-doorzet blijft maximaal 240 ton. Van die 200.000 ton per jaar mag de hoeveelheid te recyclen asfalt  toenemen tot 150.000 ton per jaar (was tot nu toe 40.000 ton per jaar)
  • De maximale bedrijfsduur is 1500 uur per jaar
  • Er is geen natuurvergunning nodig, omdat de stikstofdepositie niet verandert

Actieve koolfilter van MEA Techniek, bedoeld voor benzeenreductie ( https://mea-techniek.nl/projecten/ )

Benzeen en PAK’s
In beide gevallen moet aan een emissie-eis voldaan worden (bij de pijp) en aan een immissie-eis (de concentratie in de omgeving op neushoogte).

De  emissie-eisen voor benzeen en PAK’s zijn erg streng (Zeer Zorgwekkende Stoffen, ZZS). Bij herhaalde metingen in het verleden bleek dat het erom spande. Door het AKF en de temperatuurverlaging zou de emissie fors afgenomen moeten zijn, en dus aan de voorwaarden voldoen. In de nieuwe vergunning wordt structureel meten voorgeschreven.

In beide gevallen ook ligt er een verspreidingsberekening t.b.v. de immissie op neushoogte van ingenieursbureau Tauw (voor benzeen dd okt 2021 en voor PAK’s dd nov. 2022, beide gebaseerd op voorafgaande metingen). Gezien de datum is dat gebaseerd op de oude situatie, zonder de extra bepalingen in de nieuwe concept-vergunning. In beide gevallen heeft de GGD een op Tauw gebaseerd advies uitgebracht.

Voor benzeen gaat Tauw uit van 93gr/uur bj 1200 uur (dus 112 kg/jaar).
Voor PAK’s gaat Tauw uit van 15gr/uur bij 1200 uur (dus 18kg/jaar)

Voor benzeen geeft dit bovenstaande grafiek voor de immissie op neushoogte. De piek ligt ca 400 m (dat is in de beschreven Noordoostelijke richting ter hoogte van de Zeelsterstraat-Bergen op Zoomstraat), en heeft daar de waarde 0,0018µg/m3 .
Er bestaan heel veel benzeenbronnen (o.a. het vliegveld en de A2/N2), en die veroorzaken gezamenlijk een achtergrond iin Eindhoven rond de 0,6µg/m3 . De wettelijke norm is 5µg/m3 .
De GGD oordeelt dat er geen, door ACE veroorzaakt, benzeenprobleem in de omgeving is.
Deze concentraties zijn nog zonder de de extra reductie die het gevolg zal zijn van de nieuwe vergunning.

De immissiegrafiek voor PAK’s ziet er net zo uit, met een piek van 0,28ng/m3 op 400m noordoost. De norm voor PAK’s is 1ng/m3 . De GGD concludeert dat aan het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) voldaan is.
Ook dit nog zonder nog zonder de extra reductie die het gevolg zal zijn van de nieuwe vergunning.

Geur
Tauw heeft drie verspreidingsberekeningen gemaakt voor geur.
Situatie 1 is als er niets gebeurt (Business As Usual, BAU)
Situatie 2 is BAU + afzuiging van de laad- en losruimte
Situatie 3 is BAU + afzuiging van de laad- en losruimte + het Actieve Kool Filter (AKF)

In het hierna volgende betekent 99,9 percentiel dat de concentraties 0,1% van het jaar overschreden worden. En aangezien een jaar 8760 uur telt, is dat zowat 9 uur per jaar.

De richtwaarde in de gemeente Eindhoven voor de 99,9-percentiel in woongebieden is 2ouE(H)/m3 en idem de grenswaarde 4ouE(H)/m3.

De berekeningen van Tauw leiden tot onderstaande plaatjes (de lichtblauwe punten zijn rekenpunten van het gebruikte model):

Geur uitgedrukt in ouE(H)/m3


Handhaving en controle
Milieuvergunningen staan of vallen met de correcte uitvoering en de handhaving daarvan.
Met de nieuwe vergunning is ACE nog steeds een gemoderniseerde versie van een ouderwets concept.
Er staat in de concept-vergunning  een heel scala aan meet- en controleprotocollen. Vooralsnog ga ik er van uit dat dat voldoende zal blijken te zijn.

Een positief eindoordeel met beperkingen
Binnen de beperkingen waar dit verhaal mee begon – ‘ACE als een bestaand, aan een vaste locatie gebonden bedrijf met een overwegend traditionele opzet’ vind ik deze milieuvergunning, als basis voor een bedrijf dat een noodzakelijke recyclingactiviteit uitvoert, en aannemende dat deze activiteit storingsvrij en naar beste weten geëxploiteerd wordt, goed.

Maar er zijn twee belangrijke overwegingen, die het niet ondenkbaar maken dat deze vergunning uiteindelijk toch een tussenresultaat zal blijken te zijn.

De ene is dat er pilots lopen om asfalt met een verplaatsbare machine te recyclen, of zelfs rijdend, Ook moederbedrijf KWS van ACE heeft een dergelijke pilot lopen. De vraag is of dit de behoefte aan centrale lokaties gaat ondergraven.

De andere is dat ACE nog steeds een ouderwets fossiel bedrijf is met een grote aardgasvlam. Behalve het milieu, zal ook het klimaat eisen gaan stellen. Vroeg of laat zal dat tot elektrificatie leiden –  wat ook op milieugebied tot verdere verbetering kan leiden. Zie https://www.bjmgerard.nl/nederlandse-industrie-loosde-in-verhouding-meer-broeikasgassen/

Milieudefensie Eindhoven becommentarieert opnieuw het CO2 – besparingsplan van KWS en ACE (Update met reactie ACE)

De Eindhovense afdeling van Milieudefensie heeft op 01 november 2023 het bouw- en aanneemconcern KWS aangeschreven met de uitnodiging een klimaatplan te maken waarin, opgeteld over scope 1, -2 en -3 in 2030 45% minder broeikasgas wordt uitgestoten als in 2019. Zie https://www.bjmgerard.nl/betere-klimaataanpak-eindhovense-asfaltcentrale-zou-ook-het-milieu-dienen/ .

Op zich is KWS een goedwillend bedrijf. De ambities (op papier) gaan beduidend verder dan de gevraagde 45%. In de aanschrijving werd niet zozeer het ambitieniveau in twijfel getrokken, maar vooral de uitvoerbaarheid daarvan.

KWS is eigenaar van vier asfaltcentrales en nog eens mede-eigenaar van vier andere. Die centrales zijn de grote zorgenkindjes van KWS. Ze lozen samen meer CO22 dan de rest van het concern bij elkaar, en bovendien zijn die lozingen het moeilijkst terug te dringen. Alle centrales zijn ETS-inrichtingen – KWS betaalt een kapitaal aan ETS-rechten.
De verduurzaming van KWS spitst zich vooral toe op de asfaltcentrales.
Belangrijkste reden waarom Milieudefensie Eindhoven twijfelde was dat KWS zijn problemen dacht op te lossen met heel veel (groene) waterstof. De ouderwetse aardgasvlam moest vervangen worden door een, principieel, even ouderwetse waterstofvlam. Dit nu is niet uitvoerbaar en bovendien zonde van de waterstof.

De milieuproblematiek is vooral ontstaan toen tegelijk de verplichting werd opgeschroefd om oud asfalt te recyclen, en de emissie-eisen fors aangescherpt werden. Milieudefensie Eindhoven wil dat de recyclefunctie blijft bestaan (eist dus niet perse de sluiting van de fabriek), maar wil dat het proces goed verloopt.

Asfalt Centrale Eindhoven (ACE)

Een van die centrales (de Asfalt Centrale Eindhoven ACE) staat in Eindhoven. Rond die centrale spelen ook discussies op milieugebied (benzeen, PAK’s en geur). Milieudefensie is niet betrokken bij deze milieustrijd, maar sommige milieu-emissies zouden ook geholpen zijn door maatregelen die men vanwege het klimaat zou willen doorvoeren. Zo leidt de verwerking van asfalt bij lagere temperaturen (LT-asfalt) zowel tot minder klimaatlasten als tot minder emissie van benzeen. De vraag is of het werken met de ouderwetse machines met directe verhitting met een lompe gasvlam dit soort subtiel gedrag toestaat.

Op de brief van 01 nov 2023 kwam een beknopt antwoord, inhoudend een intentieverklaring alsmede de aankondiging dat het CO2 – besparingsplan 2022, zoals dat van kracht was ten tijde van de brief, in het voorjaar vervangen zou worden door het CO2 – besparingsplan 2024. Dat is inderdaad gebeurd (18 jan 2024). Tegelijk werd ook de CO2 – voortgangsrapportage 2023 uitgebracht.
Zie https://www.kws.nl/nl/duurzaam/co2-prestatieladder .

Uit de CO2-voortgangsrapportage 2023 van KWS

Sterk ingekort bleek dat alle verduurzamingsoperaties binnen KWS volgens  (een gunstig) schema verliepen, behalve bij de olifant in de kamer, de asfaltcentrales. Daar waren de CO2 – emissies in 2022 en 2023 zelfs (per ton asfalt) gestegen.

De ambities van KWS zijn onverminderd positief: de helft minder CO2 per ton asfalt in 2030, één emissieloze asfaltcentrale in 2025 (en twee in 2030). Uit de kleine lettertjes-tabel lijkt het erop dat men in 2025 de asfaltcentrale Roosendaal all-electric wil maken. Als dat lukt, zou het een grote stap vooruit zijn.
Als dat lukt. Voor zover de asfaltcentrales van KWS stroom gebruiken, is die al groen, maar het volledig vervangen van alle gas bij zou betekenen dat je dan ongeveer 18 keer zoveel groene stroom nodig hebt. En waarschijnlijk dus ook volgend jaar in Roosendaal. Dat wordt spannend, maar zou wel goed zijn.

Niet voor niets zegt KWS dat opdrachtgevers niet voor een dubbeltje op de eerste rang moeten willen zitten.

Cold Asphalt Recycling Train, pilot van Rijkswaterstaat

Er is een groeiend aantal pilots waarin bestaand asfalt op decentrale locaties gerecycled wordt (bij lage T). Dan kan betekenen dat de machine ergens tijdelijk geparkeerd wordt, waarna een nabije klus uitgevoerd wordt. Het kan zelfs rijdend (de Cold Asphalt Recycling Train, onlangs nog een pilot van Rijkswaterstaat). De vraag die KWS zich in het CO2 – besparingsplan 2024 niet stelt, is of een groei van de decentrale aanpak ertoe kan leiden dat de ouderwetse centrale aanpak afgeschaald of uitgefaseerd kan worden.

Zie ook https://www.bjmgerard.nl/heeft-de-ouderwetse-asfaltcentrale-zijn-langste-tijd-gehad/ en verder terug.

Dit soort overwegingen hebben Milieudefensie Eindhoven ertoe gebracht om opnieuw een brief naar KWS en ACE te sturen. De brief is te downloaden op


Update dd 15 mei 2024

Vestigingsdirecteur Vugs van de Asfalt Centrale Eindhoven (ACE) heeft een kort en voorzichtig antwoord gegeven op een deel van de vragen die ACE betreffen:

Voor wat betreft de lange termijnplannen van de ACE kijken wij zeker ook naar de ontwikkelingen die elders plaatsvinden.

Vanuit de brancheorganisatie VBW-asfalt van Bouwend Nederland zijn wij in overleg met opdrachtgevers om de richtlijnen voor WMA (warm mix asfalt) vast te leggen.
De uitfasering van heet mix-asfalt per 1-1-2025 is daar mede van afhankelijk. Indien per 1-1-2025 WMA  daadwerkelijk de standaard gaat worden, dan zijn onze asfaltcentrales technisch gezien in staat om warm mix-asfalt te produceren.

Zoals u bekend, zijn wij ten aanzien van onze asfaltcentrale ACE te Eindhoven in overleg met de gemeente om onze voorgenomen aanpassingen aan de centrale met betrekking tot de reductie van emissies en geur in een vergunning vast te leggen”.

Vugs zegt niet wat bedoeld wordt met “ontwikkelingen die elders plaatsvinden.”.  Dit zou kunnen slaan op de pilots met verplaatsbaar of rijdend asfalt verwerken. Zo ja, dan is dat een positief teken.
De vervanging van ‘heet asfalt’ door ‘warm asfalt’ zou een goede zaak zijn. Het is goed te weten dat ACE hier technisch toe in staat is. Dat zou bijvoorbeeld veel kunnen schelen in de benzeenproductie.

In hoeverre er ook bij Warm Asfalt nog een nabehandeling van de uitlaatgassen nodig is (bijvoorbeeld vanwege geur en PAK’s) moet blijken. Dat valt onder het overleg met de gemeente. Men kan zich voorstellen dat Vugs daarover niet het achterste van zijn tong laat zien.

Update dd 24 mei 2024

Het blad Infrasite van 24 mei 2024 brengt een interview met een kartrekker in de ‘nieuw-asfalt’-beweging van de branche, zelf werkend bij Heijmans. Het interviewgeeft een goed inzicht in welke richting de branche zichzelf beweegt. Belangrijkste is het algemene uitfaseren van hot mix-asfalt (160 graad C) ten gunste van warm mix-asfalt (100 – 140 graad C). Wb CO2 en luchtvervuiling scheelt dat een slok op een borrel.
Zie https://www.infrasite.nl/wegen/2024/05/24/op-weg-naar-groen-asfalt

.

.

Asfalt Centrale Eindhoven heeft een benzeenprobleem en een groter PAK’s-Probleem

Voorgeschiedenis
De Asfalt centrale Eindhoven (ACE) van KWS Infrastructuur op het Eindhovense terrein voor zware industrie De Hurk veroorzaakt al vele jaren geurproblemen. Daar wordt al heel lang over geklaagd in de buurt, maar zolang het niet meer was dan alleen maar een geurprobleem, leverde die protesten niet meer op dan een besluit dd 2009 tot hogere schoorsteen. Die kwam er en dat hielp tot op zekere hoogte. De SP heeft nog voorgesteld het bedrijf met behulp van de toenmalige Nimbyregeling (op dat moment viel ACE nog onder de provincie) te verplaatsen, maar kreeg daarmee geen poot aan de grond.

Asfaltcentrale ACE

Daarna gebeurde er een hele tijd niets. Tenminste in Eindhoven. In Rotterdam plaatste KWS Infra in 2012 een nieuw procedé HERA (Highly Ecological Recycling of Asphalt) dat, naar eigen zeggen, in alle opzichten een stuk beter werkt. In hoeverre dat inderdaad zo is, is een van de openstaande vragen.

In februari  van dit jaar kwam het dagblad Trouw met enkele artikelen, waarin stond dat asfaltcentrales, met name als ze oud asfalt gingen recyclen, boven de onlangs aangescherpte emissienorm voor benzeen uitkwamen. Die was tot dan toe 5mg/Nm3 en na 01 januari 2019 1mg/Nm3. Bijna alle centrales gingen over de nieuwe norm heen en een paar ook nog over de oude. Sommige centrales vroegen en kregen uitstel (ACE heeft  zijn verzoek om uitstel niet doorgezet, en valt dus nu onder de nieuwe norm).
Sinds de Trouwpublicatie staat het onderwerp op scherp.

Ook in Eindhoven. De bewoners van de wijk ’t Ven, die op ruim 400m Noordoostelijk van ACE ligt, werden boos. Dat werd verergerd door branden bij een recyclingbedrijf op hetzelfde bedrijventerrein, maar dat is een ander onderwerp.

Ik heb voor de SP-fractie in de Eindhovense gemeenteraad (Jannie Visscher) eerst technische en daarna politieke vragen opgesteld, waarop redelijke informatie terugkwam en afhoudendheid waar het ging om concrete maatregelen. Er werd verwezen naar de nieuwe vergunning, waar de Omgevingsdienst ODZOB mee bezig was om de nieuwe rijksregels (waaronder de nieuwe benzeennorm) in te voeren. Men wilde daartoe de handen vrijhouden.
Zie Technische vragen SP over benzeenemissies asfaltcentrales en van KWS Infra in het bijzonder en Vervolgvragen en voorstel door SP over emissies Eindhovense asfaltcentrale .

Metingen
Om duidelijkheid te krijgen (wat juridisch van belang is en ook politiek vanuit de gemeenteraad gewenst) zijn er metingen gedaan. Een oudere meting meegerekend liggen er nu drie metingen:

  • Een soort worst case-meting dd 14 juni 2018 met 30% en 65% gerecycled asfalt, waarvan de uitkomsten slechts beperkt beschikbaar gesteld zijn in antwoord op de technische vragen van de SP. Ze gaan alleen over benzeen.
  • Een meting op 07 mei 2021 op verzoek van de gemeenteraad, uitgevoerd door bureau KW3, naar benzeen, naftaleen, Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s) en Vluchtige Organische Stoffen (VOS) anders dan benzeen. Deze meting leverde ongeveer 6* zo lage benzeenuitkomsten op als die van 14 juni 2018 en werd daarom ‘niet representatief’ verklaard. Dat was hij inderdaad, maar om een andere reden dan het College van B&W aangaf. Het College beweerde dat er niet gemeten was aan 65% gerecycled asfalt (wat onzin is, want dat is er wel). De reden voor de niet-representativiteit was dat er erg weinig asfalt in de trommel zat. Dat had trouwens KWS Infra ook gezegd tegen de onderzoekers, maar de meting moest met stoom en kokend water worden doorgezet.
  • Een meting dd 23 sept 2021 door de Omgevingsdienst Midden en West Brabant (OMWB) met een normale tankinhoud, waarvan inmiddels het benzeendeel gepubliceerd is. De monsters zijn geanalyseerd door de Universiteit van Leuven. Er is ook onderzoek gedaan naar andere Vluchtige Organische Stoffen en in het verlengde daarvan geur, en naar stof, chloride, fluoride en zware metalen, alsmede naar zwavel- en stikstofoxide en koolstofmono- en dioxide. Deze resultaten zijn nog niet gepubliceerd.
    PAK’s worden niet opnieuw gemeten en dat is een groot  gemis.
Asfaltcentrale ACE aan het kanaal

Ik heb de meetresultaten in een tabel gezet om overzicht te bieden. De ene tabel gaat over benzeen, de andere over naftaleen en (andere) PAK’s.

N is het aantal aaneengeschakelde benzeenringen (bij benzeen N=1)
Niet ingevulde waarden zijn bij mij onbekend
Bij  x / y slaat x op een uitkomst bij 30% recycleasfalt en y op een uitkomst bij 65% recycleasfalt. Als x niet ingevuld is, is x niet bekend.
De waarde voor kg/y is gebaseerd op een bedrijfstijd van 1200h/y, zoals door KWS opgegeven aan Tauw
De gemeten schoorsteencijfers in mg/Nm3 en gr/h zijn gemiddelden over enkele metingen van een half uur
De immissiecijfers (de atmosferische concentraties op neushoogte) zijn jaargemiddeld en bij Zuidwestenwind en berekend met Geomilieu Stacks vs 2021
De immissieconcentratie is gegeven voor de hoogste waarde, die optreedt op ca 400m in NO-richting
N is het aantal aaneengeschakelde benzeenringen (bij naftaleen 2, bij andere PAK’s >=3)
Niet ingevulde waarden zijn bij mij onbekend
Bij  x / y slaat x op een uitkomst bij 30% recycleasfalt en y op een uitkomst bij 65% recycleasfalt. Als x niet ingevuld is, is x niet bekend.
De waarde voor kg/y is gebaseerd op een bedrijfstijd van 1200h/y, zoals door KWS Infra opgegeven aan Tauw
De gemeten schoorsteencijfers in mg/Nm3 en gr/h zijn gemiddelden over enkele metingen van een half uur
De immissiecijfers zijn jaargemiddeld bij realistische meteo, berekend met Geomilieu Stacks vs 2021, en in noordoostelijke richting. Let op: ng = nanogram.
De immissieconcentratie (de atmosferische concentraties op neushoogte) is gegeven voor de hoogste waarde, die optreedt op ca 400m in NO-richting
Diverse economische categorieën als benzeenbron

Mijn interpretatie van de metingen – benzeen
De resultaten van eerste en de derde meting komen best wel behoorlijk overeen. Men zou kunnen waarnemen dat de maatregelen van ACE in tussentijd een beetje geholpen hebben, maar niet genoeg. De mogelijke verbetering is lichtelijk speculatief, omdat er niet veel vergelijkingsmateriaal is.

Inderdaad is de tweede meting niet representatief. Het resultaat is grofweg 6* zo klein als de eerste meting en 5* zo klein als de derde meting. De reden is eerder uitgelegd en moet niet perse negatief worden uitgelegd. Het gaat niet om een productieproces met strakke continuïteit.

Ik  ga ervan uit dat de modelberekening van Tauw klopt. Ze gebruiken het gangbare standaardmodel.

Dat betekent dat in de wijk ’t Ven inderdaad, zoals de GGD zegt, de invloed van ACE op de benzeenconcentraties in de wijk zeer gering is. Het is de vraag of de denkbeeldige afwezigheid van ACE binnen de meetnauwkeurigheid gemeten zou kunnen worden.

Deze bewering kan op twee andere manieren vertaald worden.

De ene manier is dat er veel benzeenbronnen zijn. Als de meetcijfers kloppen, produceert ACE jaarlijks ruwweg 112 kg benzeen. Maar alleen al bijvoorbeeld Eindhoven Airport loost jaarlijks 300 tot 600kg benzeen. Er zijn gewoon vreselijk veel benzeenbronnen. De grootste is het verkeer, en daarmee ter plekke van de wijk ’t Ven de Poot van Metz.

Omdat er voor benzeen geen veilige drempel  bestaat, is het terecht dat de norm Europees aangescherpt wordt (eerder genoemde van 5 naar 1 µg/m3 ). Maar dat is een afspraak die het collectief beschermt, en die nauwelijks een locale werking heeft.

De drie eenvoudigste benzeenverbindingen: benzeen zelf (N=1), naftaleen (N=2) en een van de drie verbindingen met N=3 (Antraceen)


Mijn interpretatie van de metingen – de PAK’s
Voor de polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) ligt het verhaal compleet anders. Er zijn honderden verschillende PAK’s en die zijn in wisselende mate kankerverwekkend. Er bestaan uiterst scherpe emissie- en immissienormen voor.
Omdat het ondoenlijk is om al die stoffen van een gevaarlabel te voorzien, doet men meestal of ze allemaal de gevaarlijkste boef zijn, te weten benzo(a)pyreen, en dan tellen ze de aldus toegekende schadelijkheden op. Er is overigens in de afgassen van ACR geen benzo(a)pyreen aangetroffen.

Als die afzonderlijke PAK-moleculen aan elkaar kleven tot korreltjes of vlokken, kennen wij dat als roet.

Even een kleine discussie. Volgens mij doet bureau KW3 iets fout.
Bureau KW3, dat de niet-representatieve meting deed, die van 07mei 2021, presenteert naftaleen als een niet-PAK (en dus als een niet-Zeer Zorgwekkende stof), en legt de norm van gewoon stof aan. Mijns inziens is dat in strijd met het Activiteitenbesluit en moet naftaleen gezien worden als ZZS want PAK. Dat betekent in praktijk dat de metingen aan naftaleen en andere PAK’s (bij 30% resp. 65%) bij elkaar moeten worden opgeteld. Vanwege de transparantie is dat in de tabel nog niet gebeurd.

M.i. bedraagt de PAK-emissie bij 30% dus 0,005 + 0,010 = 0,015 mg/Nm3 en idem bij 65% dus 0,009 + 0,038 = 0,047 mg/Nm3 en 0,45 + 0,84 = 1,29gr/h resp. 0,59 + 2,03 = 2,62 gr/h .
De emissienorm voor PAK’s is 0,05 mg/Nm3 .
Hetgeen betekent dat ACE bij 65% bijmenging van recycleasfalt, en bij een meting die de emissies een factor 5 onderschat, al bijna op de PAK-emissienorm zit.

Doe nu eens in gedachten de PAK-emissies die (bij 65% bijmenging)  gemeten zijn in de niet-representatieve meting *5, en de uitkomst is gegarandeerd enkele  malen de PAK-emissienorm zit – zelfs als je naftaleen niet als PAK zou tellen.

Bij de immissie (bij 65% bijmenging) zou *5 een immissieconcentratie opleveren van 5*0,06 = 0,3ng/m3 en dat zit onder de streefwaarde 1ng/m3 , maar niet heel ver. Een fors deel van wat een bewoner van de Zeelsterstraat mag hebben, komt al voor rekening van ACE.

Het is te betreuren dat iedereen in Eindhoven zich focust op het kleinste van de twee gevaren. Mijns inziens moet er meer onderzoek gedaan worden naar de PAK-emissies van ACE.

Benzo(a)pyreen

Andere stoffen
Dat ACE stinkt komt niet door de benzeen (niet in de voorkomende concentraties) en de PAK’s.

Zwaveldioxide kan stinken en dat zou best wel in de afgassen kunnen  zitten, is bij de laatste meting bepaald maar nog net gepubliceerd.
Verder zitten er zeker rond de 200 andere Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in de afgassen. Sommige kunnen stinken in zeer lage concnetraties.
Bij de tweede meting heeft KW3 er zo’n 180 geprobeerd te meten, maar men kreeg alleen bruikbare getallen voor aceton en tolueen (dat is benzeen met een zijarmpje eraan).
Ook de OMWB heeft meetambities ter grootte van een dergelijk aantal. Het is afwachten wat hier uit komt.

Een stof die stinkt hoeft niet per definitie erg giftig te zijn.

Welke kant moet je op met ACE?
Asfaltcentrales dienen doelen die wij als maatschappij als geheel willen.
Wij willen op geasfalteerde autowegen en fietspaden rijden en ergo moet dat asfalt ergens gemaakt worden.
We willen naar een circulaire economie en dat betekent dat het recyclen van asfalt in principe een gewenste zaak is.
Ik heb een hekel aan initiatieven die in abstracto mooie idealen preken en in concreto de uitvoering saboteren. Ik heb dus geen antihouding tegenover asfaltcentrales. Ze  moeten er zijn.

Een terrein voor zware industrie met een bevaarbaar kanaal is in principe een begrijpelijke locatie voor een inrichting als ACE. Mijn eerste gedachte is dan ook handhaven, en wel op deze locatie, en met verbeterde techniek. Dat laatste moet ook, want ACE voldoet gewoon niet aan de emissienormen, en voor PAK’s loopt ACE ook  risico wat betreft de immissienormen.

Ik heb in de SP-vragen al eens aan de orde gesteld over toepassing van het HERA-systeem (zie aan het begin van dit verhaal). Ik kan mij ook een gasreinigingssysteem voorstellen met bijvoorbeeld na-oxidatie van benzeen en een doekfilter, maar dan wordt het te technisch dan dat ik er zinvol over kan praten.
En als dat geld kost, dan moet dat maar. Dan wordt het asfalt maar duurder.

Verplaatsing als enige maatregel lost het probleem niet op, want op de nieuwe locatie gelden dezelfde emissienormen. Ook daar zou de techniek verbeterd moeten worden, en de vraag is of dat dan niet ook op de oude locatie gekund had.

De enige goede reden om het bedrijf te verplaatsen zou zijn dat de PAK-belasting van t Ven (dus de immissie) erdoor verbeterd wordt, en als dat doel niet op andere wijze te bereiken is. Ik wijs dus het idee van verplaatsing niet absoluut af, maar het zou niet mijn eerste keuze zijn.

De gemeente Eindhoven wil bij overtredingen een dwangsom gaan opleggen van €10 mille per overtreding tot €40 mille, en daarna eventueel overgaan tot gedeeltelijke sluiting. De gemeente focust hierbij uitsluitend op benzeen.

Asfaltopslag ACE

Recyclingbedrijven in hun algemeenheid
Recyclingbedrijven gaan sowieso al vaak in de hens. De zoekterm “recyclingbedrijf brand” geeft branden bij bosjes. In Den Bosch ging schootverwerker AVI voor de zoveelste keer en in Eindhoven ging elektronicaverwerker Sims Lifecycle Services (in de volksmond nog de oude naam MIREC) ook al regelmatig in brand. Zo ook Baetsen in Eindhoven, zelfs gewoon matrassen in de fik.

De vraag is of de overheid hier niet teveel van incident naar incident rent. Mogelijk is het collectieve probleem dat door de nieuwe ontwikkelingen (bijvoorbeeld lithiumaccu’s en lichtnetalen velgen, die beide branden als een tierelier) de recyclingsector overvraagd wordt. Mogelijk moet het probleem fundamenteler worden aangepakt en vraagt dat toegepast wetenschappelijk onderzoek.

In zekere zin hebben de asfaltcentrales ook een dergelijk probleem. De politieke wens om asfalt te recyclen is mogelijk sneller gegaan dan de technische kennis in de sector. Ik laat nu in het middel in hoeverre dat aan de sector verwijtbaar is, en beperk me tot de suggestie om (bijvoorbeeld) een gezelschap als TNO naar deze problematiek te laten kijken.

Technische vragen SP over benzeenemissies asfaltcentrales en van KWS Infra in het bijzonder

De Eindhovense SP heeft (door mij opgestelde) technische vragen gesteld over de benzeenemissies van asfaltcentrales in het algemeen en van de Eindhovense asfaltcentrale KWS Infra in het bijzonder.
De aanleiding tot deze vragen zijn onderzoeksartikelen in Trouw dd 02 en 08 februari 2021, waaruit bleek dat sommige asfaltcentrales in den lande veel hogere concentraties benzeen uitstoten dan mag. Benzeen is giftig en kankerverwekkend. De uitstoot leidde in sommige gemeenten dan ook tot grote beroering.

Het benzeen komt vooral vrij bij iets wat op zich een goede zaak is, namelijk het reyclen van oud asfalt.

Nu komt er uit allerlei andere bronnen ook nog steeds benzeen vrij (hoewel de overheid er actief naar gestreefd heeft dat terug te dringen), wordt benzeen in de atmosfeer ook weer afgebroken en is de ene asfaltcentrale de andere niet. Het is dus niet a priori duidelijk in hoeverre de algemene beweringen in Trouw ook specifiek gelden voor de Asfalt Centrale Eindhoven (ACE) van KWS Infra aan de rand van industrieterrein De Hurk. KWS Infra werkt in Rotterdam met het zelf ontwikkeld HERA-systeem (Highly Ecologic Recycling Asphalt) dat, naar eigen zeggen, veel schoner is. Voor een fact sheet zie https://www.volkerwessels.com/dynamics/modules/SFIL0200/view.php?fil_Id=355771 .
Evenmin is bekend tot welke concentraties de ACE-benzeenemissie in de Eindhovense atmosfeer leidt.
Aan de andere kant worden dit jaar de milieuvoorschriften van ACE van KWS Infra geactualiseerd, en het probleem van de benzeenemissies moet hierbij worden betriokken, meent de SP.

De HERA-opstelling

De combinatie van gegevenheden heeft de Eindhovense SP ertoe gebracht om technische vragen te stellen. Technische vragen worden ingezet als men niet meteen op hoge poten verantwoording eist van B&W, maar eerst gewoon wil weten hoe het zit.

Inmiddels zijn de technische vragen beantwoord en zijn politieke vragen gesteld. Zie een, inmiddels daarover geschreven, later atikel.


Technische vragen van de SP over benzeenemissies van asfaltcentrales in het algemeen en van KWS Infra in het bijzonder

Eerdere vragen
Rond 1 december 2020 heeft de SP-fractie technische vragen ingediend over de luchtvervuiling door bedrijventerrein De Hurk, welke op 14 december 2020 beantwoord zijn. De vragen hadden een bredere strekking en de asfaltcentrale KWS Infra (Huiskesweg 4) was een van de onderwerpen. Deze onderneming wordt ook wel aangeduid als Asfalt Centrale Eindhoven (ACE). De toenmalige vragen 5,6 en 7 gingen over deze onderneming.

Onze fractie probeert een gevoel te krijgen voor de verhoudingen ten aanzien van de asfaltcentrale van KWS Infra, waarvoor onze gemeente bevoegd gezag is. Ook willen wij graag een gevoel krijgen hoe het recente nieuws over de benzeenuitstoot van asfaltcentrales meegenomen gaat worden in de aangekondigde aanpassing van de milieuvergunning van KWS Infra in 2021.
Wij realiseren ons daarbij, dat de ene asfaltcentrale de andere niet is en dat landelijke beweringen over asfaltcentrales niet perse ook voor de HERA-installatie van KWS Infra hoeven op te gaan. Enerzijds kan de HERA-installatie, naar eigen zeggen, recyclingpercentages halen van 75 tot 80%, anderzijds zou het procedé verhoudingsgewijs tot lagere vluchtige emissies leiden.

Asfalttrommel HERA-systeem

Dit leidt tot onderstaande aanvullende vragen:

  1. Bestaan er recente gegevens van de uitstoot van benzeen door KWS Infra en zo ja, hoe luiden die?
  2. Blijft KWS Infra binnen de norm ( 1 mg/m3), zoals die vanaf 01 januari 2019 geldt?
  3. Zo nee, welke concentraties doen zich dan voor?
  4. Zo  nee, heeft de gemeente Eindhoven een verzoek van KWS Infra ontvangen om deze norm tijdelijk te mogen ophogen?
  5. Hoe worden benzeenconcentraties in de uitlaatgassen vastgesteld? Gebeurt dat (mede) op basis van metingen?
    TNO werkt bijvoorbeeld aan benzeensensoren ( www.tno.nl/nl/aandachtsgebieden/circulaire-economie-milieu/roadmaps/milieu-en-klimaat/milieu-en-gezondheid/benzeen-meten/ ). Heeft de gemeente Eindhoven deze of vergelijkbare andere al uitgeprobeerd?
  6. Bestaat er recentere cijfers dan 2005 in de Emissieregistratie voor KWS Infra?
  7. In de beschrijving van het HERA-systeem van KWS Infra wordt geen melding gemaakt van een nabehandeling van de uitlaatgassen. In hoeverre is een dergelijke nabehandeling zinvol en in hoeverre is het mogelijk een dergelijke nabehandeling in de nieuwe milieuvergunning te eisen?
  8. Meer algemeen, welke Best Beschikbare Technieken kunnen, theoetisch en praktisch, in de nieuwe milieuvergunning geëist worden?
  9. Bestaat er inzicht in de benzeenconcentratie in de Eindhovense atmosfeer? Is die concentratie homogeen of vertoont hij ruimtelijke pieken en dalen?
  10. Bestaat er een inzicht in de bronnen in Eindhoven (of in de regio Eindhoven) die ten grondslag liggen aan deze concentratie en eventuele verschillen daarbinnen, en in de relatieve positie die de asfaltcentrale daarbinnen inneemt?

Toelichting
Raadpleging van de website http://www.emissieregistratie.nl/erpubliek/erpub/facility.aspx levert een bedrijfsrapport van KWS Infra (en desgewenst ook van andere asfaltcentrales) over de jaren 1995, 2000 en 2005. De emissies zijn in 2005 zeer veel groter dan in 1995. Het rapport over 2005 is hierna afgedrukt.

EmissieRegistratie

Naam:KWS Infra (Eindhoven), Huiskesweg 4 , Eindhoven
SBI:23990
Vervaardiging van niet-metaalhoudende minerale producten (geen schuur-, slijp- en polijstmiddelen)
NIC:45767

Emissies 2005 naar de lucht op basis van ERI (vrijwillige opgave bedrijf)

 Stofkg/jaar 
 Benzeen45,39 
 Etheen453,9 
 Formaldehyde4,539 
 Koolstofdioxide3476000 
 Koolstofmonoxide77490 
 Methaan2723 
 NMVOS1816 
 Naftaleen0,7671 
 Stikstofoxiden (als NO2)1550 
 Tolueen45,39 
 VOS4539 
 Zwaveloxiden (als SO2)952 

Artikelen over te grote benzeenemissies door asfaltcentrales
Op 02 en 08 februari 2021 publiceerde het dagblad Trouw artikelen over de benzeenuitstoot door sommige asfaltcentrales in den lande. Benzeen geldt als een Zeer Zorgwekkende Stof, die onder andere leukemie kan veroorzaken.

Met name bij het recyclen van eerder gebruikt asfalt komt die benzeen vrij. Waarom nou net daar, is nog onduidelijk. Maar hoe dan ook, treden er soms forse overschrijdingen van de norm (met uitschieters ter grootte van een factor 10). Dat is overigens al sinds oktober 2018 bekend, want toen kwam een rapport uit van de Vakgroep Bitumineuze Werken (VBW) van Bouwend Nederland. VBW erkent het probleem ( www.otar.nl/asfaltrecycling-leidt-tot-uitstoot-kankerverwekkend-benzeen/
De norm ( 1 mg/m3) is op papier ingevoerd bij het inwerking treden van de tranche van het Activiteitenbesluit waaronder de asfaltcentrales vallen (1 januari 2016), maar de bedrijfstak kreeg uitstel tot 1 jan 2019.
Sommige asfaltcentrales blijven de norm ook na 1 januari 2019 overschrijden en beroepen zich daarbij op ‘extra onderzoek’ dat nodig zou zijn. Zo’n nieuw onderzoek naar de benzeenuitstoot loopt vanaf eind 2018, van de overheid en de industrie (die betaalt). Het is nog niet gepubliceerd.

Ondertussen wil de branche-organisatie, in overleg met het Ministerie en Rijkswaterstaat, een tijdelijke versoepeling tot 1 jan 2022 van de benzeennorm met 500%. Dit voornemen leidde op enkele plaatsen in Nederland tot grote beroering.

Wat opvalt is dat men nergens iets leest over de nabehandeling van uitlaatgassen van asfaltcentrales. Toch bestaan dergelijke installaties voor de zuivering van Vluchtige Organische Stoffen (waaronder benzeen valt) in uitlaatgassen van allerlei soorten inrichtingen. Men komt thermische en katalytische inrichtingen tegen en mogelijk kan de plasma-ontladingstechniek van de TU/e hier ook wat betekenen.

Er gaat nogal wat asfalt om in Nederland: ca 7 tot 8 miljoen ton per jaar, waarvan (landelijk gemiddeld) ca 35 tot 40% gerecycled.

Er is zodoende een spanningsveld ontstaan tussen twee doelen die op zich beide goed zijn: enerzijds de wens om gebruikt asfalt te recyclen, anderzijds de wens om minder benzeen uit te stoten.

Als men probeert het benzeengevaar voor het algemene publiek ten gevolge van de aanwezigheid in de atmosfeer  in te schatten, loopt men tegen een gebrek aan gegevens aan.
Historische gegevens tonen dat de benzeenconcentratie in de atmosfeer tot 2013 sterk gedaald is en in stedelijk gebied eindigt op ca 1µgr/m3 ( www.clo.nl/indicatoren/nl0457-benzeen )
De vuistregel van het RIVM (www.rivm.nl/ggd-richtlijn-medische-milieukunde-luchtkwaliteit-en-gezondheid/gezondheidseffecten-luchtverontreiniging/luchtkwaliteit-benzeen en http://geodata.rivm.nl/gcn/  ) is dat die in stedelijk gebied nog steeds rond de 1µgr/m3 zit, incidentele uitschieters naar boven daargelaten.
Die concentratie is opgebouwd uit veel verschillende bronnen en de relatieve positie van asfaltcentrales daarbinnen is moeilijk in te schatten.

De benzeennorm in de atmosfeer is 5µgr/m3 .