Antwoord op vragen in PS over Peelbrand

De Peel op Wikipedia

Even terug in de tijd
Op 21 april ontstond er brand in de Deurnesche Peel, een Natura2000-gebied. Door de droogte, de wind en de ontoegankelijkheid brandde uiteindelijk 800 van de 1000 hectare af.  Het werd de grootste natuurbrand uit de bekende Nederlandse geschiedenis.
Het smeult overigens ondergronds nog steeds.

Over dit onderwerp heb ik eerder geschreven op Deurnsche Peel minivariant Australische bosbrand?https://www.bjmgerard.nl/?p=12337 .

In Provinciale Staten hebben de VVD en de SP vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten (GS). Die zijn onlangs beantwoord. Het leest alsof het zo ongeveer de laatste politieke handeling van ex-gedeputeerde Grashoff (GroenLinks) geweest is.

Peel met stikstofoverschot
Peel zonder stikstofoverschot

De VVD-vragen en het antwoord erop
De belangrijkste VVD-vragen waren de laatste twee:
“5. Bent u het met de VVD-fractie eens dat er een goed evenwicht moet bestaan tussen enerzijds de inspanningen die gevraagd worden van de Brabantse samenleving (zoals stikstofreductie in alle sectoren en financiële bijdragen voor natuurherstel) en anderzijds de mate waarin het geloofwaardig is dat gebieden die vatbaar zijn voor brand zich kunnen herstellen tot het niveau wat gewenst is volgens de Natura-2000 aanwijzing?
6. Bent u in verband hiermee bereid om een onderzoek te doen naar de effectiviteit van voornoemde (financiële en maatschappelijke) inspanningen in relatie tot de kans dat de betreffende gebieden ooit hersteld kunnen worden tot de kritische depositiewaarden?”

Met andere woorden, de VVD suggereert eigen wel van de Deurnesche Peel als Natura2000-gebied af te willen. Of ze echt denken dat dat kan, of dat het vooral een show richting de boerenachterban is, laat ik in het midden.
In elk geval krijgt de VVD in het antwoord, vanwege Corona ondertekend namens GS door de ambtelijk programmamanager Natuurontwikkeling, geen poot aan de grond.
Algemeen kan worden vastgesteld (zei het antwoord) dat ons menselijke voortbestaan mede afhankelijk is van de natuurlijke soortenrijkdom en het daaraan gerelateerde ecologisch evenwicht. Het gevraagde verband tussen kosten en natuurbaten is vertaald in de wettelijk vastgelegde beheerplannen voor de Natura2000 gebieden. En die plannen moeten gewoon worden uitgevoerd. De brand was wel groot, maar niet op alle plaatsen even intens. Er is mogelijk nog flora en fauna over die als basis voor herstel kan dienen.
Daartoe is het project Leegveld geformuleerd, dat onder andere een verdere vernatting van de Peel wil. Het geld ligt klaar, maar er lopen nog Raad van State-procedures.

Het antwoord op vraag 6 was dan ook treffend kort : “Nee. Zie het antwoord op vraag 5.”

De vragen van de VVD en de antworoden erop zijn te vinden hieronder:

Topografische kaart De Peel

De SP-vragen en het antwoord erop
De SP vond dat de brand wel een mini-uitvoering van de Australische bosbranden leek, en vroeg zich af de droogte een klimatologisch beïnvloede trend was en of het provinciale beleid daar wel tegen opgewassen was. De SP haalde de KNMI-curves van het neerslagtekort aan.

De beantwoording door dezelfde projectmanager was een stuk enthousiaster dan de beantwoording op de VVD-vragen.
Er ligt “een gebiedsgerichte aanpak, zoals opgenomen in de Visie klimaatadaptatie, inclusief de uitwerking van de bestuursopdracht ‘Stoppen van de verdroging met een waterrobuuste inrichting van Brabant’ en via de lijn van klimaatstresstesten, adaptatiedialogen en het Uitvoeringsprogramma klimaatadaptatie Zuid-Nederland dat we samen met de gemeenten en waterschappen opstellen.” Aldus GS. De droge zomers van 2018 en 2019, en het droge voorjaar van 2020 dat tot de Peelbrand leidde, laten zien dat dat nodig is.
Behalve de droogte, spelen ook de aangrenzende landbouw en de grondwateronttrekkingen voor beregening, drinkwater en industrie een rol bij de verdroging van natuurgebieden als de Peel, die door die verdroging weer brandgevaarlijker wordt.
Het inrichtingsplan Leegveld, waarin vernatting van de Deurnesche Peel, kan bij een gunstioge uitspraak van de Raad van State in 2021 worden uitgevoerd.

Het Deltaplan Hoge Zandgronden werkt op zich wel, maar de kans op te weinig zoetwater in de toekomst bestaat.

Er is beleid om de natte natuurgebieden weer nat te maken, en ook om de bestaande bossen te revitaliseren, o.a. door naaldbossen te diversificeren met loofbomen.

Het feitelijke beheer zit sinds 2016  bij een driemanschap van gemeente, Veiligheidsregio annex Brandweer, en de natuurbeheerder(s). Een van de gesignaleerde problemen is dat niemand bij natuurbranden volledig probleemeigenaar is, en dat daarom niemand volledig doorzettingsmacht heeft. Er bestaan al wel natuurbrandbestrijdingsplannen.
Het driemanschap gaat de brand en de bestrijding daarvan (die opgeschaald is geweest tot GRIP3) evalueren.

De volledige tekst van SP-vragen en -antwoorden zijn hieronder in te zien.

Deurnsche Peel minivariant Australische bosbrand? SP stelt vragen.

Afgezien van het verschil in schaalgrootte vond de SP de brand in de Deurnsche Peel wel iets weg hebben van de bosbranden in Australie. In beide gebieden zijn branden niet onbekend, maar de laatste was in beide gebieden veruit de grootste. Beide gebieden warmen op en beide drogen mogelijk ook steeds verder uit. En beide zijn moeilijk toegankelijk.
Daarom kan dezelfde vraag, die ook in Australië gesteld is, ook in Brabant gesteld worden: is hier sprake van een klimatologische trend?

Ondanks de beperkte kennis moet het College van GS toch handelen, al is het vanwege het voorzorgsprincipe.

De SP-fractie in PS heeft vragen gesteld over hoe het College aankijkt tegen toekomstige temperaturen en droogte, mede in relatie met het Deltaplan Hoge Zandgronden, welke maatregelen er in de Deurnsche Peel en andere voor brand kwetsbare natuurgebieden genomen zijn en worden, tot welke waterbeheersingsmaatregelen dit gaat leiden en of de rampenbestrijding wat betreft kwetsbare natuurgebieden opnieuw bekeken moet worden.



Vragen van de SP-fractie naar aanleiding van de brand in de Deurnsche Peel

Geacht College,

Zoals bekend, is ongeveer 800 van de 1000 hectare natuur in de Deurnsche Peel (een Natura2000-gebied) door brand verwoest. Naast de gevolgen voor het natuurgebied, was ook de impact op de omgeving enorm. Omdat woongebieden bedreigd werden, moest er geëvacueerd worden. Veel huishoudens hadden last van zware rook. Het was de grootste natuurbrand uit de Nederlandse bekende geschiedenis.

Neerslagtekort, berekend door het KNMI t/m 24 april 2020

Afgezien van het verschil in schaalgrootte, vielen ons als SP zekere gelijkenissen op met de recente Australische bosbranden. Het leek er wel een mini-versie van. In beide gebieden zijn natuurbranden geen onbekend fenomeen, maar in beide gebieden werd de laatste brand de grootste ooit. Beide gebieden worden steeds warmer en mogelijk ook steeds droger. Hierboven staat het neerslagtekort in Nederland in 2020 afgebeeld, zoals weergegeven door het KNMI. En tot slot: beide gebieden waren moeilijk toegankelijk.

Dezelfde vraag die in Australië gesteld is, en voorzichtig bevestigend beantwoord, zou naar de mening van de SP-fractie ook in Nederland, cq in oost-Brabant gesteld kunnen worden. Namelijk; in hoeverre hier sprake is van een klimatologische trend, en zo ja, welke beleidsconsequenties dat moet hebben.

Hoewel droogte inmiddels landelijk en provinciaal een prominent beleidsthema is (o.a. de Beleidstafel Droogte), wordt vooralsnog gewerkt met klimaatmodellen van de KNMI (2014), waarvan er twee een toenemende droogte in Nederland voorspellen en twee een ongeveer gelijkblijvende droogte. In 2021 worden nieuwe gegevens verwacht.

Specifieker onderzoek wordt momenteel uitgevoerd door KWR voor droogte in de zandgebieden van Zuid-, Centraal- en Oost-Nederland (zie www.kwrwater.nl/projecten/droogte-in-zandgebieden-van-zuid-centraal-en-oost-nederland/ ).

Uw College moet dus op basis van onvolledige kennis handelen, maar de brand in de Deurnsche Peel dwingt u daar onzes inziens toe. Dit mede gezien de aanwezigheid van vele andere natuurgebieden in Brabant die kwetsbaar zijn voor natuurbranden.

Behalve hydrologische vragen, roept de brand in de Deurnsche Peel ook vragen op op het gebied van natuurbeheer en rampenbestrijding.

Vandaar onderstaande vragen.

  1. Welke modellen hanteert uw College om te bepalen met welke hogere temperaturen en perioden van grotere droogte in de toekomst rekening gehouden moet worden?
  2. Op welke van de scenario’s baseert u uw beleid? Hoe verantwoord u die keuze ten aanzien van het voorzorgbeginsel en de kans op een zogenaamd “worst-case”-scenario?
  3. In hoeverre wordt in het Deltaplan Hogere Zandgronden rekening gehouden met een structureel opwarmend en verdrogend klimaat? Is dit Deltaplan nog adequaat?
  4. Zijn er, naast mogelijk langere droge periodes, ook andere trends waardoor de brandgevoeligheid van natuurgebieden (zoals de Deurnsche Peel) toeneemt?
  5. Welke mogelijkheden ziet u om de weerbaarheid van natuurgebieden (met name op hoge zandgronden) tegen brand te verhogen?
  6. Welke van deze maatregelen waren in de Deurnsche Peel al genomen? En voor zover nog niet genomen, waarom nog niet?
  7. Maakt de actuele situatie dat deze maatregelen alsnog versneld zullen worden genomen? Zo ja, welke zijn dat en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
  8. Welke relatie legt u tussen deze waterbeheersmaatregelen en natuurherstelmaatregelen?
  9. Is bij de brand in de Deurnsche Peel opgeschaald tot een GRIP-niveau en zo ja, welk? Wanneer, bij welke GRIP-niveau, is de Commissaris van de Koning geïnformeerd? 
  10. Was het rampenbestrijdingsplan van grote natuurgebieden, en meer specifiek de Deurnsche Peel, actueel? Is het College van GS, met de SP, van mening dat het goed is om de rampenbestrijdingsplannen voor grote natuurbranden systematisch onder de loep te nemen?

Namens de SP

Maarten Everling

Topografische kaart van de Deurnesche Peel en Mariapeel, maart 2014
door Jan-Willem van Aalst op Wikipedia

VVD: liever stikstoflozing dan De Peel?

Ook de provinciale VVD heeft vragen aan GS gesteld over de brand in de Deurnsche Peel. De VVD vraagt zich af of het loont om stikstofinspanningen te doen als het de vraag is, of de Peel herstelt tot Natura2000-gebied, want dit was niet de eerste brand.

Omdat de VVD vraagt in welke Brabantse Natura2000-gebieden “na 01 jan 2010 bij herhaling brand is uitgebroken”, en omdat de VVD geen ondergrens legt vanaf waar GS moet antwoorden, heeft het VVD-standpunt een bredere strekking dan alleen De Peel.
Op de Strabrechtse Heide (1500ha) is in de gevraagde periode bijvoorbeeld ook minstens twee keer brand geweest. Op 2 juli 2010 brandde 220ha af, en op 21 april 2018 brandde 10 ha af.
Inmiddels heeft de heide de schade van de brand van 2010 grotendeels uitgewist (zie https://nos.nl/artikel/2319213-strabrechtse-heide-laat-australie-zien-natuur-kan-herstellen-na-branden.html ). De NOS liet bosbouwprofessor Nabuurs aan het woord, die voor dit herstel ook een vergelijking maakte met Australië.
Overigens ging er bij het blussen van de brand in 2010 veel mis, liet een rapport van de Inspectie van Openbare Orde en Veiligheid uit 2011 zien.

Strabrechtse Heide (foro Staatsbosbeheer)

Voor de jarenlange vedroging en vergrassing van de Strabrechtse Heide, waardoor die beter brandt, is de VVD medeverantwoordelijk.

Men zou het standpunt van de VVD kunnen lezen als een open uitnodiging om de rest ook in de fik te steken. De VVD kan zich als law en order-partij, die al vele jaren in het Brabantse provinciebestuur zit, beter bezighouden met het bestrijden van dan tot het oproepen tot branden.

Bij de openingsfoto:

Door Chris peel – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=7910677