Hand in hand, kameraden, voor de sluiting van Tihange-2 ! (en Doel 3). Het klinkt als het Feijenoord-lied, maar anders dan bij Feijenoord is dit doel nog niet bereikt.
Er was op 25 juni 2017 een menselijke ketting gerealiseerd, die van Tihange via Luik en Maastricht tot Aken liep. Eis: de versnelde sluiting van genoemde twee centrales, omdat daar van alles technisch mis mee is. Ik heb daar in deze kolommen ook al eens over geschreven, zie Belgische nucleaire prof tegen heropstart van Doel3 en Tihange2 . Het is een standpunt waar ten aanzien van deze twee specifieke centrales veel voor te zeggen is. Het standpunt wordt breed gedeeld, ook in politieke en bestuurlijke kringen.
Mijn standpunt tegen kernenergie is echter niet principieel.
De huidige generatie Pressurized Water Reactors (PWR) heeft een aantal technische nadelen, zoals de lange duur van de afvalopslag, de hoge druk binnen het vat, de connectie met atoomwapens, de schade door de mijnbouw en de steeds verder oplopende schade in reactorvaten als deze decennia oud worden, waar ik niet kapot van ben. Daar staan ook voordelen tegenover. Maar ik vind de balans in zijn algemeenheid negatief.
Als er echter nog eens een reactor wordt uitgevonden met minder nadelen, ben ik daar niet a priori tegen.
De menselijke ketting was vooral georganiseerd door WISE. Het ging niet allemaal helemaal goed, want mijn bus was te laat. Het moment suprême was net geweest toen onze bus het parkeerterrein op rolde. De planning was iets te optimistisch geweest en dat was vooral een beetje lullig voor de mensen die in Middleburg opgestapt waren (en soms toen al een reis achter de rug hadden). Beetje onpraktisch om de bus van het verst weg naar het verst weg te laten rijden. Maar goed. Ik heb na afloop als souvenir maar een stukje van het lint gejat. Velen tooiden zich daarmee en het was dankbaar speelgoed voor de kinderen.
Maar goed, in zijn totaliteit was het zeer geslaagd. WISE beweert dat er 50.000 mensen waren. Dat viel met geen mogelijkheid te controleren, dus geloof ik het maar. En dat wij 5 minuten te laat waren, maakt voor die 50000 waarschijnlijk niet uit.
Over dit onderwerp is al zoveel geschreven in Nederland, dat het weinig meerwaarde heeft als ik dat nog eens dunnetjes over ga doen. Ik beperk mij tot een organisatieschets, een chronologisch overzicht, een aanvullingen over de arbeidsomstandigheden en enkele links naar bronnenmateriaal.
Bedrijfsstructuur van het beheer van en de controle over de centrales:
ENGIE ( http://www.engie.com/en/ . Franse multinational, voorheen GDF/SUEZ. CEO is Isabelle Kocher .
Electrabel is een 100% dochteronderneming van ENGIE ( www.engie-electrabel.be/nl ). CEO is Philippe Van Troeye .
Electrabel beheert onder meer de zeven Belgische kerncentrales (naast andere activiteiten.
De FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle) is de Belgische toezichthoudende instantie. ( http://www.fanc.fgov.be ). Directeur-generaal is Jan Bens.
De “gespannen arbeidsverhoudingen”. De Belgische krant De Standaard schrijft goed over de Belgische kerncentrales. OP 26 november 2016 kopte de krant “In Tihange kun je de angst ruiken”. Voor de duidelijkheid: niet voor de reactorkern, maar voor de directie. De sfeer is om te snijden. De directie straft er nu op los, al dan niet terecht. Niet voor niets is er sinds begin 2014 zes keer gestaakt. Zie voor de volledige tekst zie www.standaard.be/cnt/dmf20161125_02593038 (je kunt een week gratis abonnee worden en dan het artikel lezen).
Bogaerts is niet de eerste de beste. Hij is specialist in corrosie en metaalmoeheid in roestvrij staal, hoogleraar in Leuven en Gent, en een wereldwijd geraadpleegde expert in de petrochemie en de nucleaire sector.
Hij is geen activist tegen kernenergie. Integendeel, hij is ruim vijf jaar CEO geweest van Belgoprocess, een bedrijf dat geconditioneerd is in de verwerking, conditionering en opslag van kernafval.
Desalniettemin is hij het niet eens met de Belgische nucleaire waakhond, de FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle), en met het StudieCentrum voor Kernenergie SCK. Het verschil van inzicht gaat over Bogaerts’ vak, corrosie, in dit geval in de 20 cm dikke wand van het reactorvat (waarbinnen zich water van 3400C onder 150 atmosfeer bevindt. De corrosie leidt tot dunne, maar behoorlijk lange behoorlijke scheuren die evenwijdig aan het oppervlak lopen.
De discussie is niet zozeer of er corrosie kan optreden (dat staat vast), maar over a) hoe erg het is en met name b) of het erger wordt en c) of het metaal het zodanig kan begeven dat het water uit het vat loopt.
Het FANC en het SCK geven op deze drie vragen een geruststellend antwoord, Bogaerts (en zijn collega Digby Macdonald) niet (zie FANC-standpunt )
In de politiek moet men soms op basis van tegenstrijdige gegevens een besluit nemen, ook al zou je dat niet willen. De vraag is dus wie je gelooft als de deskundigen het oneens zijn.
Voor zover ik het probleem begrijp (corrosie is mijn vak niet), zijn er drie redenen waarom een stalen reactorvat kan gaan corroderen:
– Waterstofverbrossing (er zamelt zich in en tussen de kristallen steeds meer waterstof op, een bekend probleem). Als je aanneemt dat die waterstof alleen in het metaal terecht gekomen is bij de fabricage van de vaten, zit je op de lijn van de FANC, en als je aanneemt dat het een voortschrijdend proces is omdat de straling in het reactorvat steeds opnieuw watermoleculen splitst en waterstof en zuurstof, kom je dichtbij het standpunt van Bogaerts terecht (die in het interview dit niet met zoveel woorden gezegd heeft)
– Neutronenbestraling is een bekende oorzaak van verbrossing, die voortdurend doorgaat.
– Thermische stress in het materiaal door aan- en uitzetten van de centrale, wat op gezette tijden plaats vindt.
Volgens mij zijn het allemaal structurele en cumulerende oorzaken, die bovendien in vereniging werken.
Kristalfouten bij de fabricage zijn meestal, zoals Bogaerts zegt, ‘een vingernagel groot’. Bij de stillegging in 2012 vond men scheuren tot ruim 2 cm, en na de stillegging in 2014 van 15 tot 18 cm. Intussen zijn ook de detectiemethodes verbeterd, maar ‘ook in de vroege jaren ’80 bestonden er wel degelijk methoden om scheuren op te sporen’. En waarom ze toen dan niet ontdekt werden (Bogaerts) ‘omdat ze er niet waren of alleszins niet zo groot waren.’ en de FANC ‘de ingenieurs die destijds de ultrasooninspecties hebben uitgevoerd op basis van hun ervaring geoordeeld hebben dat er geen fouten gevonden waren die expliciet in het inspectieverslag moesten worden vermeld. Dat was conform de praktijken van die periode.’ En de FANC vindt de 15 tot 18 cm overdreven hoog ingeschat.
Een praktijktest met intensieve neutronenbestraling leidde tot spectaculair slechte en tot nu toe niet uitgelegde resultaten. Bogaerts en de FANC zijn het erover eens dat deze reactievaten afgekeurd zouden worden, als je er nu mee kwam aanzetten.
De discussie heeft internationaal aandacht getrokken, onder andere van de overheden uit naburige landen. De stad Aken heeft de exploitant van Tihange voor de rechter gedaagd. Die rechter krijgt daar een aardige klus aan.
De Duitse deelstaten NoordRijnland-Westfalen en Rijnland-Palts hebben aangekondigd een gezamenlijke klacht in te gaan dienen bij de EU en de Verenigde Naties.
De discussie laait nog hoger op omdat het kabinet net in deze tijd jodiumpillen ging verspreiden.
Op 11 maart 2016 meldde de Rheinische Post, dat de Belgische kerncentrales in Doel en Tihange niet over een gefilterd overdrukventiel beschikken. Dat is een voorziening die het mogelijk maakt om bij een calamiteit (bijvoorbeeld het smelten van de reactorkern) de ontstane overdruk gefilterd en gecontroleerd te lozen in plaats van ongefilterd en ongecontroleerd (bijv. bij een gunstige windrichting).
Alle Duitse centrales hebben na Tsjernobyl zo’n voorziening gekregen. Andere landen waren daar later mee, maar Fukushima heeft ook daar de doorslag gegeven.
Overigens helpt een filter alleen tegen deeltjes en niet tegen gasvormige splijtingsproducten zoals krypton en xenon.
Op 14 mei meldde de Belgische krant De Tijd dat de kans bestaat dat de kerncentrales stalen onderdelen bevatten die niet aan de normen voldoen. Men heeft het vele decennia niet al te nauw genomen in de Franse Creusot-fabrieken waar het staal vandaan komt. De Franse kerncentralebouwer Areva heeft de onderneming een jaar of tien geleden overgenomen. Areva heeft moeten opbiechten dat bij 400 onderdelen ‘onregelmatigheden’ waren vastgesteld.
Uitbater Electrabel van Doel en Tihange heeft gezegd dat het ‘te vroeg is voor conclusies‘. De nucleaire waakhond FANC is sinds kort met de zaak bezig en heeft opheldering bij Areva gevraagd.
Mijn politieke oordeel is dat het verhaal tegen heropening van Doel3 en Tihange2 een stuk sterker is dan het verhaal vóór heropening.
Dit oordeel is gebaseerd op de specifieke kenmerken van deze situatie. Mijn negatieve houding tegenover kernenergie is niet principieel. Als men ooit een centrale-ontwerp bedenkt dat bij atmosferische druk werkt, beheersbare corrosieproblemen kent, vanzelf stopt bij een ongeluk, afval produceert dat niet langer dan een paar honderd jaar radioactief blijft, en waarmee men moeilijk kernwapens kan maken, dan ben ik daar niet om principiële redenen tegen. Zo’n centrale bestaat nu niet en mogelijk is hij niet meer nodig als we twintig jaar verder zijn.
Maar dat laatste moet eerst nog blijken.
Op 19 januari hebben de Brabantse en Zeeuwse Milieufederaties, samen met WISE en de West-Brabantse milieuorganisatie Benegora, een openbare avond georganiseerd over hetzelfde onderwerp. Er waren ca 150 mensen.