Ontwikkelde landen moeten sneller naar klimaatneutrale energiesector
Er stond een bepaald tempo voor de overgang naar een klimaatneutrale energievoorziening, dus een energievoorziening die geen broeikasgassen uitstoot. Meestal bedoelt men daar CO2 mee, maar het gaat ook om gassen als methaan (CH4 ) en lachgas (N2O) en CFK’s. Een gebruikelijk einddoel voor een broeikasgasvrije energievoorziening was, en is nog steeds, 2050.
Nu staat steeds meer ter discussie of dat niet te langzaam is. Het IPCC (2018) stelt dat de wereld in het huidige opwarmingstempo al voor 2040 aan de 1,5°C temperatuurstijging zit. In het Parijsakkoord is afgesproken om te proberen daaronder te blijven (2,0°C is als verplichting afgesproken).
Op meer plaatsen wordt voorgesteld de bestaande plannen aan te scherpen (bijvoorbeeld de Europese Commissie). Ik kies hier voor een verwijzing naar een recent document van het IEA (Internationaal Energie Agentschap, voorheen een tamelijk conservatieve organisatie) “Net Zero by 2050: A Roadmap fort the Global Energy Sector”. Dat is te vinden (inclusief een samenvattend persbericht) op https://www.iea.org/news/pathway-to-critical-and-formidable-goal-of-net-zero-emissions-by-2050-is-narrow-but-brings-huge-benefits .
Het IEA vindt dat de ontwikkelde landen hun elektriciteitssector al op ‘netto nul’ moeten krijgen.
ENECO en de ambitie van het One Planet Plan
Eneco was voorheen een publieke energiemaatschappij, die na veel politieke strijd verkocht is aan de Japanse bedrijven Mitsubishi en Chubu Electric Power. Het bedrijf heeft altijd al een behoorlijk duurzame praktijk gehad, hoewel niet de meest duurzame van Nederland.
Als concullega van het toenmalige Essent zit Eneco niet of nauwelijks in Noord-Brabant en Limburg, het focusgebied van deze site.
In het op 15 juni 2021 gepubliceerde One Planet Plan “Op weg naar klimaatneutraal in 2035” pakt Eneco de handschoen op. De onderneming wil dan over de gehele keten energieneutraal zijn. Zie https://nieuws.eneco.nl/eneco-en-zijn-klanten-klimaatneutraal-in-2035/?_ga=2.97120667.545782833.1624282561-921301522.1623980981&_gl=1*1apvyhi*_ga*OTIxMzAxNTIyLjE2MjM5ODA5ODE.*_ga_Q90FEZVK42*MTYyNDI4MjU2MC4yLjEuMTYyNDI4MjYwMy4xNw.. .
Even ter uitleg.
Met scope 1 – emissies wordt bedoeld emissie vanuit bronnen waarover Eneco zelf de baas is, zoals bijvoorbeeld de gasgestookte Merwedecentrale in Utrecht of een aantal gasgestookte warmtekrachtcentrales. Zeg maar de productiekant.
Met scope 2 – emissies worden indirecte emissies van ingekochte energieproducten bedoeld (in dit geval te verwaarlozen).
Scope 3 – emissies is wat er bii de afnemers vrijkomt (het grootste deel). Zeg maar de klantenkant. Die bestaat uit 5,9 miljoen contracten.
In 2019 loosde de gehele Enecogroep 16,4 Mton (Megaton, zijnde een miljard kg) CO2 (het plan spreekt niet over methaan en lachgas, en waarschijnlijk is dat inderdaad heel weinig).
In 2020 loosde de Enecogroep 13,9 Mton CO2 . Het verschil komt uiteraard deels door Corona.
Eneco loosde aan CO2 in 2020 in Nederland 1,7 Mton als scope 1 + 2 emissies, en 10 Mton aan scope 3-emissies. In Duitsland en België loosde de Enecogroep in dat jaar aan uitsluitend scope 3 – emissies 1,9 resp. 0,3 Mton.
Om dit te plaatsen: In 2019 loosde Nederland als geheel 180,7 Mton CO2,eq broeikasgassen (dat is CO2 en andere broeikasgassen samen), en in 2020 166,4 Mton CO2,eq . De 11,7 Mton, die Eneco in 2020 binnen de Nederlandse grenzen loosde), is dus goed voor ongeveer 6,5% van de Nederlandse emissies.
Wat commentaar op dit ambitieschema:
- De blauwe lijn, startend bij 16,4Mton CO2 en eindigend bij 4,4 in 2035, is het oude plan.
De groene lijn, eindigend bij 0,0 in 2035, is het nieuwe plan. - Eneco is een beetje slordig met 2019 en 2020 (gebruikt ze door elkaar) en met berekeningen
- De compensatie van 0,9Mton is vooral omdat in België op dit moment geen goed klimaatbeleid te voeren valt
Hoe wil Eneco dat doen?
Samenvattend, aan de productiekant :
De CO2-uitstoot van onze eigen emissies reduceren we door de volgende geplande mijlpalen en acties:
- Realisatie van 100% CO2- vrije elektriciteitsproductie in 2035:
- Duurzame ombouw of uitfasering van alle grote gasgestookte centrales. Ombouw is denkbaar voor de Enecogen centrale op de Maasvlakte of de Lage Weide gascentrale in Utrecht
- Verdubbeling van ons hernieuwbare productievermogen naar 3.200 MW in 2025 en voortzetting van deze groei in de jaren tot aan 2035.
- Investeringen in ruim 2.000 MW aan nieuwe warmtebronnen en warmteleverings-overeenkomsten met bronnen van derden tot 2035. Dat betreft baseload, piek-, back-up- en opslagcapaciteit, zoals geothermie, aquathermie, elektrodeboilers, grootschalige warmtepompen, warmtebuffers en benutting van restwarmte.
- Ontwikkeling van voldoende CO2-vrij flexibel vermogen om ook in geval van weinig zon en wind voldoende stroom te kunnen leveren. Dat doet nu vooral de Enecogen-centrale, die voor de helft van Eneco is. Die zo in 2035 energieneutraal moeten worden, waarbij gedacht wordt aan technieken als groen gas of waterstof, gebruik of opslag van vrijkomende CO2 , of elders hulpcapaciteit.
Samenvattend, aan de klantenkant:
Reductie van emissies bij klanten realiseren we door:
- Particuliere klanten krijgen al sinds 2011 100% groene stroom.
Zakelijke klanten nu voor >50% en dat moet in 2030 100% zijn. Eneco exploiteert zonneparken (bijvoorbeeld op het dak van Bol.com in Waalwijk) en heeft enkele windparken op de Noordzee en koopt ook wat duurzame stroom in Nederland en het buitenland in.
De zakelijke warmtevraag kan bijvoorbeeld bediend worden met industriële warmtepompen en e-boilers. - Opschalen in stedelijk gebied van (hybride) warmtepompen en stadswarmte in de vorm van grootschalige warmtenetten of kleinschalige WKO-netten. Dat moet woonlastenneutraal plaatsvinden.
Omdat een CV-ketel gemiddeld 12 tot 15 jaar mee gaat, en Eneco in 2035 van het gas af wil zijn, stopt Eneco de verkoop van losse gasgestookte cv-ketels aan consumenten uiterlijk in 2025. Het alternatief kan all-electric zijn, een hybride warmtepomp of bijvoorbeeld een wisselketel. Ook kan het om levering van waterstof of groen gas gaan. - Een laagdrempelig aanbod waarbij iedere woningeigenaar een duurzaam alternatief voor aardgasgestookte warmte krijgt dat economisch aantrekkelijk is. De klant moet op maat bediend worden.
Kritische succesfactoren die Eneco zelf nioemt:
- Maatschappelijke acceptatie en bereidheid van klanten.
Enerzijds is er steeds meer economische druk van grote beleggers en ratingbureau’s. Anderzijds ook de betaalbaarheid voor particuliere klanten – Eneco meent dat te kunnen beloven, ook bij stadsverwarmingsprocessen. - Effectief klimaatbeleid.
Eneco vindt de hieronder afgedrukte beleidsmaatregelen nodig. - Economische en technische vooruitgang.
Dit gaat vooral over technische en economische overwegingen rondom groen gas en waterstof. Dat moet na 2030 een alternatief worden voor aardgas.
Groen gas is aantrekkelijk, omdat dat inwisselbaar is voor aardgas. Het Klimaatakkoord noemt 2 miljard m3 , goed voor ca 70PJ. Eneco denkt aan het opschalen van de kritische vergassingstechniek, die nu als pilot bestaat (Eneco veronderstelt wel vaker technieken als volwassen die nog pilot zijn). Voor groen gas denkt Eneco aan het opschalen van superkritische vergassing (een mooie techniek, zie www.bjmgerard.nl/?p=7771 )
Commentaar mijnerzijds:
Er volgen politieke vragen uit het voorgestelde schema van Eneco.
- Het is wrang dat het nutsbedrijf Eneco, tegen grote publieke weerstand in, verkocht is en dat de nieuwe Japanse eigenaren als een van hun eerste daden van de overheid allerlei prestaties verwachten, zoals subsidies, belastingen, wetgeving en dergelijke.
- De “kritische succesfactoren” zijn vèrstrekkend en Eneco gaat daar wel erg luchtig mee om. Het gaat om meer dan alleen geld en biomassa, maar ook zaken als landschap en ruimte. Die problemen worden bij de overheid gedumpt. Eneco mocht ook wel eens wat meer gaan meedenken, o.a. over de import van groene stroom.
- En bijvoorbeeld waarom van het windpark op zee Hollandse Kust Noord van 759MW de helft verkocht wordt aan Amazon, die niet eens Europese stroomvretende activiteiten heeft. Het voordeel gaat via GVO-certificaten, dus geheel virtueel. In 2040 kan Amazon trots zeggen dat ze energieneutraal zijn, en kan de rest van Nederland niet meer op de helft van dit windpark terecht. Een soort voorrangsverduurzaming.
- De hele energietransitie is vèrstrekkend en moet ondanks dat plaatsvinden (maar dan niet op de Amazonmanier). De ruimtediscussie ( Grote energie-, klimaat- en bouwopgaven in een beperkte ruimte (PBL) en de energiescenariodiscussie ( Vier scenario’s voor Het energiesysteem van de toekomst ) worden essentieel.