Als de volgende waterbom op Oost-Brabant valt

Vooraf
Ongetwijfeld geïnspireerd door de overstromingen rond Valencia, heeft Laura Wismans een groot artikel in de wetenschapsbijlage van de NRC gepubliceerd ‘Waar zal de volgende waterbom vallen? ( wat-als-deze-waterbom-honderd-kilometer-dichterbij-was-gevallen_30okt2024 ).

De linker afbeelding geeft het regensysteem weer dat in juli 2021 de Atdennen en de aangrenzende Eifel teisterde met heel veel regen, die heel lang bleef hangen. Dat wordt steeds meer het nieuwe normaal. Het regensysteem kostte ruim 200 doden in België en Duitsland, en richtte voor miljarden schade aan. Zie https://www.bjmgerard.nl/waarom-de-limburgse-over-stroming-een-klimaatcomponent-had-en-hoe-dat-werkt/ .

Kort erna begon de wetenschappelijke analyse. Deltares is daarvoor de geëigende club.
Deltares wijdde er een hackaton aan, waarbii in gedachten het regensysteem naar allerlei regio’s verschoven werd. In de rechterafbeelding hierboven ligt de kern boven Utrecht. Op https://www.deltares.nl/expertise/projecten/waterbom wordt de uitkomst van de hackaton beschreven. Op het einde kan men doorlinken naar een rapport ‘Wat als de waterbom elders in Nederland was gevallen?’. Bovenstaande afbeelding komt uit dit rapport.

Het rapport beschrijft per landschapstype op hoofdlijnen wat er gebeurt. Het gebied bijvoorbeeld  van waterschap De Brabantse Delta wordt er uitgelicht en er wordt op hoofdlijnen gespecificeerd wat de beekjes op het hellende, zuidelijke stuk doen en idem wat er in de polderachtige lage gebieden gebeurt.

Het hackaton-document (november 2021) eindigt met een aantal aanbevelingen, waarvan men de logica gemakkelijk inziet:

  1. Ontwikkelen en uitvoeren van stresstesten op bovenregionale schaal, met expliciete aandacht voor duur van de overlast, herstel en systeemgedrag;
  2. Verbeteren van voorspellings- en monitoringssystemen zodat op tijd adequate informatie kan worden geleverd;
  3. Opstellen of actualiseren van locatie-specifieke handelingsperspectieven van waterbeheerders (noodmaatregelen, maalstops, noodberging, aanpassen knelpunten, etc.);
  4. Intensiveren van grensoverschrijdende uitwisseling van risico-informatie, ook voor de regionale wateren;
  5. Evalueren van de capaciteit voor crisisbeheersing (preparatie, respons en nafase);
  6. Beperken van de gevolgen van extreme, grootschalige neerslag via ruimtelijk beleid: in gevaarlijke plekken zou niet of aangepast gebouwd kunnen worden en bij de aanleg van vitale infrastructuur kan beter rekening gehouden worden met extreem weer;
  7. Werken aan bewustzijn van belanghebbenden van risico’s van grootschalige wateroverlast en overstromingen en aan locatie-specifieke handelingsperspectieven.

Genoemde webpagina biedt overigens ook een link naar eenzelfde, latere  studie van als de waterbom op de provincie Zuid-Holland zou vallen (dit was de andere bron van het artikel  van Laura Wismans). Die is gedetailleerd tot op straatniveau.
Ook is er een link naar het Limburgse watersysteem.
Beide zijn heel interessant, maar deze site focust op Brabant en ik laat deze twee gebieden onbesproken.

Deltares sluit af met het overdragen van de kennis naar relevante overheidsorganisaties.

Brabant, de Maas en zware regenbuien
Als voorbeeld het kwetsbare gebied rond en benoorden Den Bosch en Oss.


Er zijn twee situaties: de Maasdijk kan doorbreken, of hij kan dat niet doen. Het eerste heet overstroming en het tweede heet wateroverlast. Mogelijk zal dat sommige Brabanders een biet zijn, maar het kan bijvoorbeeld schelen voor de verzekering.
De provincie gaat over de grotere schaal en de waterschappen over de kleinere. Maar dat overlapt. De provincie gebruikt de termen wateroverlast en overstroming door elkaar.

Recente provinciale publicaties zijn  https://publicaties.brabant.nl/brabantse-overstromingsscenarios-geactualiseerd/ dd  26 januari 2024 , en https://www.brabant.nl/actueel/nieuws/kans-overstromingen-brabant-neemt-toe/ dd 29 mei 2024.

Het eerste artikel gaat over de Maasdijken en als die ergens doorbreken op een ‘bres’. In totaal worden veertig zogeheten breslocaties geselecteerd. Per locatie worden drie overschrijdingskansen gesimuleerd, met waterstanden die één keer in de honderd, duizend en tienduizend jaar kunnen optreden. Bovenstaande afbeelding is als de bres (van 100m) bij Oijen ligt  (ten Noorden van Oss), bij een Maasafvoer van 3800 m3/sec (dat is meer dan in 2021, maar niet dramatisch veel meer).

De tweede publicatie gaat over een brief van de provincie en de waterschappen aan deltacommissaris Co Verdaas . De schrijvers merken op dat de klimaatverandering de problemen groter maakt, en dat er meer aandacht nodig is voor de wisselwerking tussen zijrivieren en het Nederlandse hoofdwatersysteem.
Aanleiding was de natte winter 2023-2024, die zelfs op het platteland op de hoge zandgronden voor kleine drama’s zorgden. En toen moest de natte zomer van 2024 nog komen, waarin riviertjes als de Reusel en de Beerze huizen onbewoonbaar maakten.

De entree van Wintelre (gem. Eersel, op de hoge zandgrond) vanaf de Biemeren (vanaf ri. Oerle) op 04 jan 2024

Het waterschap Aa en Maas gaat (samen met Waterschap De Dommel, Rijkswaterstaat en de gemeenten) over de bescherming van Den Bosch en Oss als de Maasdijk niet doorbreekt maar de waterbom wel op Oost-Brabant valt. Het programma heet HoWaBo (Hoogwater Aanpak Brabant Oost) en de projectpagina is ( aaenmaas.nl/2022/oktober/aanpak-hoogwater-hertogenbosch-omgeving/  ).
Eigenlijk is het HoWaBo 2.0 , want het specifiek op Den Bosch gerichte HoWaBo 1.0 bleek onvoldoende,

Na een ideeënboek van 36MB en het vervolg daarop van 35MB, zijn er 11 oplossingen gedestilleerd die verder worden uitgewerkt (de oplossingen worden op de website nader uitgelegd en dat kan ook via onderstaand aanklikken).

1.  Bovenstrooms vasthouden (zowel ver weg als dichtbij ‘s-Hertogenbosch)
2.  Peilscheiding: Regelbaar peilscheidingskunstwerk
3. Dungense Polder inrichten als waterbergingsgebied
4.  Bossche Broek Noord en Zuid: Verbeteren huidige berging
5.  Bokhovense Polder: Inrichten als waterbergingsgebied
6.  Optimaliseren waterberging Engelermeer
7.  Baardwijkse Overlaat: Inrichten als waterbergingsgebied
8.  Vergroten Drongelens Kanaal
9.  Verhogen maatgevende waterstand naar 5.20m+NAP tijdens calamiteit
10.  Gemaal Crèvecoeur: Aanleg één of meerdere pompen
11.  Extra afvoer via Wilhelminakanaal

Het wordt een forse verbouwing met consequenties!
De nieuwe waterbergingen moeten 36 miljoen kuub water kunnen opvangen.  Dat moet o.a. in de Dungense polder, die echter ook in beeld voor andere functies zoals wonen, natuurontwikkeling en energiewinning. Vandaar dat de gemeente ’s-Hertogenbosch en gemeente Sint-Michielsgestel dit project op zich nemen voor nadere verkenning.
Het klimaat kent zijn prijs.

En dan te bedenken dat dit de helft van het verhaal is: de helft als het extreem nat is. Maar steeds vaker is het ook een hele tijd extreem droog en daar hebben de Waterschappen ook mee te dealen.
In beide gevallen klagen de boeren.

Een dagje zeespiegelstijging

Niet iedereen zal mijn opvatting over een gezellig dagje Amsterdam delen.
Ik had een uitnodiging voor het symposium van de KNAW (Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen) om op 02 maart 2020 een symposium bij te wonen over de zeespiegelstijging. Ik sta op hun mailinglist en ik zit met enige regelmaat in het Trippenhuis.

Bangladesh

Kadir van Lohuizen
Het was eind van de middag en dat bood de gelegenheid om ’s morgens naar Rising Tide te gaan, de fototentoonstelling over hetzelfde onderwerp van Kadir van Lohuizen. Die is onder andere bekend om monumentale fotoseries over natuurverschijnselen en de zeespiegelstijging is er daar een van. Hij heeft er beroemde prijzen mee gehaald.
In de aangrenzende ruimte is een tentoonstelling over de Nederlandse expedities naar de Noordelijke zeeën (waaronder die van Willem Barendtsz), een onderwerp dat vanwege de klimaatverandering om andere redenen ook weer actueel is. Die ook de moeite waard, maar ik schrijf er nu niet over.
Sowieso is het Scheepvaartmuseum goed en het zit in een interessant gebouw.
De tentoonstelling over de zeespiegel duurt t/m 10 mei 2020, als Corona dat toestaat. Controleer of het Scheepvaartmuseum open is.
Stom genoeg heeft het Scheepvaartmuseum geen catalogus en geen inkooplijst van de fototentoonstelling. Elders op Internet is meer te vinden, zie bijvoorbeeld www.noorimages.com/lok-where-will-we-go#uk . Kijk daar ook eens naar de foto’s van Miami.

Terschelling bij een NW-storm
De veerboot bij Terschelling

Een stijgende zeespiegel richt schade aan door de overstroming zelf (vaak in combinatie met andere oorzaken als stormen of bodeminklinking), maar ook door verzilting en kusterosie.

De entree van de tentoonstelling gaat over de Groenlandse ijskap. Die smelt steeds harder (en is goed voor 7 m zeespiegelstijging). Van Lohuizen is onder andere in een onder het ijs-laboratorium geweest.

Onderzoek aan Groenlandse ijskernen

Arme landen hebben het meest te lijden van een klimaatverandering die ze niet zelf veroorzaakt hebben, maar ook in ontwikkelde landen heeft Van Lohuizen verzilting en kusterosie in beeld weten te brengen (oa snelle erosie aan de Engelse Yorkshirekust, twee meter eraf per jaar, huiseigenaren nauwelijks compensatie).

Van Lohuizen woont op een zeilwaardige tjalk.

Het symposium Zeespiegelstijging
Daar spraken:

  • Michiel van den Broeke, hoogleraar polaire meteorologie, Universiteit van Utrecht
  • Erwin Lambert, onderzoeker meteorologie, Universiteit van Utrecht
  • Marjolijn Haasnoot, onderzoeker waterbeheer, Deltares, associate professor Universiteit van Utrecht

Van den Broeke sprak over het smeltende landijs en de mondiaal gemiddelde zeespiegelstijging die daar het gevolg van is. Zie

Lambert sprak over de regionale verschillen in de zeespiegelstijging en over extreme waterstanden (presentatie nog niet beschikbaar)

Haasnoot sprak over adaptatie aan zeespiegelstijging in laag gelegen kustgebieden. Zie


Het GRACEFO-satellietenpaar (in de wetenschappelijke volksmond ook  wel Tom en Jerry)
By NASA – https://gracefo.jpl.nasa.gov/mission/overview/, Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=70619532

Van den Broeke: Nauwkeurige kennis over het volume van de ijskappen (en de veranderingen daarin) bestaat nog maar kort. Toen het IPCC begon, in 1990, was er alleen nog maar ruwe kennis.
Dank zijn de GRACE- en zijn opvolger, het GRACE FO-satellietenpaar, die zwaartekrachtafwijkingen van het gemiddelde onderzoeken, zijn deze grootheden duizend keer zo nauwkeurig gemeten. Ook de zwaartekrachtafwijkingen, die het gevolg zijn van de grote ijskappen.
Vandaar dat de kennis van de ijskappen revolutionair verbeterd is, en dat blijkt geen geruststelling. Hieronder de eerste poging van het IPCC in 1990 en de feitelijke satellietmetingen sinds 1995.

De bovenste grafiek geeft het veranderingstempo van de massa van de ijskappen in Gton/y , waarbij het uitgangspunt is dat de ijskap op Antarctica ongeveer 23 miljoen Gton is en die op Groenland ongeveer 2,7 miljoen Gton.
Zie ook www.knmi.nl/over-het-knmi/nieuws/de-groenlandse-ijskap-smelt-steeds-sneller .

Al met al wist het IPCC in 2019 heel wat meer, en dat resulteerde in de meest recente prognose van de stijgende zeespiegel, die uit 2019.
De gestippelde horizontale lijn is de 0,40m zeespiegelstijging, waarmee de Oosterscheldedam rekening houdt.

Lambert ging op regionale effecten in.
Waar Van den Broeke als het ware uitlegt dat het NAP verandert, had Lambert (afkomstig uit het laaggelegen Terneuzen) het over lokale veranderingen t.o.v. NAP.

Anders dan vaak gedacht, is de zeespiegel niet perfect vlak. De massa van de Groenlandse en de Antarctische ijskap heeft een zijwaartse zwaartekracht, waardoor die water van elders naar zich toe trekt. In Nederland staat het water daardoor normaliter iets hoger dan gemiddeld door de Groenlandse ijskap en iets lager dan gemiddeld door die van Antarctica.
Ook veert Scandinavië  nog steeds terug, nu de last van het ijs erop verdwenen is.
Ook klinkt het veen nog steeds in.
Deze oorzaken leiden tot effecten die op verschillende plaatsen in Nederland verschillen.

Over deze trage effecten heen komen de heftige effecten van stormvloeden. Er is een statistische curve tussen de extra verhouding bij Hoek van Holland en de kans, dat deze per jaar voorkomt. Bij de Watersnoodramp in 1953 stond het water 3,85m boven NAP.

Lambert ging op deze extreme situaties in. Helaas heeft hij zijn presentatie nog niet ter beschikking gesteld, waardoor ik het met een scheve foto moet doen. De horizontale as is dezelfde, maar andersom geformuleerd. Deze schaal is logarithmisch!

Waarschijnlijkheid van hoogwaterstanden bij Hoek van Holland

De gele lijn is de huidige standaardcurve met omhoog de waterhoogte en naar rechts de kans dat die voorkomt. De gele stip is de watersnoodramp.
Bij een optimistisch klimaatscenario (in vaktermen RCP2.6) wordt de 3,85m van de watersnood zeven maal vaker gehaald, in het RCP8.5 (elk klimaatbeleid ontbreekt) wordt deze hoogte 40* zo vaak gehaald.

Gevolgen van hogere zeespiegel volgens Deltares

Haasnoot besprak diverse adaptatievoorstellen. Als de zeespiegel stijgt, wat doe je dan? Een typisch Nederlandse vraag.

Eerst (in een soort zoekplaatje) de gevolgen van een zeespiegelstijging van een aangegeven aantal meter.

  • Bij een stijging van 1,0, moet de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg 3 maal per jaar dicht, bij een stijging van 1,5m 30*
  • Vanaf +0,65m moet er relatief één pomp aanstaan die water uit het IJsselmeer pompt, bij +1,75m moeten dat er acht zijn
  • Het Gouda-verhaal heeft te maken met de verzilting, die bij hogere zeespiegel steeds verder landinwaarts oprukt.
Als de stijging van de zeespiegel versnelt, zijn technische maatregelen steeds korter bruikbaar

Uiteindelijk werkt men bij Deltares met vier fundamentele scenario’s. ook weer een zoekplaatje:

  • Beschermen gesloten: de kust helemaal dichtmaken. Dat heeft een paar kleine problemen, zoals dat de rivieren over die afsluiting heen gepompt moeten worden en dat Rotterdam geen haven meer is. Het zou wel fijn zijn als België en Duitsland ook meededen.
  • Beschermen open is een verhevigde versie van wat we nu doen: kustdijken en rivierdijken ophogen over grote afstanden
  • Zeewaarts betekent de aanval kiezen: delen van de zee, al dan niet gedempt, gebruiken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
  • Meebewegen betekent een deel van het land opgeven en kijken of je het ondergelopen deel nog zinvol kunt gebruiken.

‘We hebben de tijd’ zegt Haasnoot ‘maar we hebben geen tijd te verliezen’.