Boswetenschapper: ‘Bouwers kunnen het bos juist redden’

Ik heb in deze blog veelvuldig geschreven over de met elkaar samenhangende onderwerpen bosbeheer – gebruik van hout – houtbouw – gebruik van houtige biomassa. Mijn centrale stelling is dat houtige biomassa bijzaak is in de bosexploitatie en regulier gebruik van hout voor gangbare doelen hoofdzaak – timmerhout, plaatmateriaal, papier, groene chemie.
Bossen op de noordelijke breedtes worden niet gekapt met biomassa als hoofddoel. Op deze foutieve aanname worden allerlei redeneringen gebaseerd (vaak emotioneel) die niet kloppen omdat de onderliggende basis niet klopt. Voorbeeld is de bekende koolstofschuldtheorie, die als leidend principe heeft dat hout slechts gekapt wordt om te verbranden.
Evenmin worden landen op Noordelijke breedtes kaalgekapt. Integendeel, het bos wordt elk jaar groter. Estland wordt hier vaak als afschrikwekkend voorbeeld genoemd, maar zelfs daar van met officiele FAO-statistiek eenvoudig te bewijzen dat de bossen groeien en dat brandhout in de export van ondergechikt belang is. Zie Slecht Investico-onderzoek over Estlandse bomen .

FAO-data van de bosoppervlakte in Estland

Een en ander wil niet zeggen dat de werkelijkheid probleemloos is, maar het probleem zit anders in elkaar dan in milieukringen vaak gezegd wordt. De discussie moet geframed worden als wat zij in hoofdzaak is, namelijk een bosbeheerdiscussie.
Een desolaat ogende kapvlakte is geen bewijs voor de oogst van biomassa, maar is een voorbeeld van ouderwetse bosbouwtechniek.

Omdat het verhaal achterstevoren geframed wordt, komen er ook achterstevoren resultaten uit de discussie. Want wie denkt dat biomassa de dominante factor is en dat dat fout is, denkt logischerwijs dat er dus helemaal niet gekapt mag worden en verbiedt dus in essentie de gangbare, reguliere traditionele bosbouw. Dus geen hout meer, en dus logischerwijs meer steen, beton en staal.
De gedachte die bedoeld is als klimaatverbetering eindigt via een achterstevoren framing dus in klimaatschade.

Inderdaad zijn er mensen die de consequentie expliciet trekken en elke menselijke ingreep in bossen verbieden. Productiebossen mogen niet, elk bos natuurbos.
Ik deel deze mening nadrukkelijk niet en vind hem schadelijk voor het klimaat.

Als autodidactische niet-meer-helemaal-leek op bosbouwgebied volg ik mensen die verstand hebben van bossen. De bekendste in Nederland is Gert-Jan Nabuurs. Die is hoogleraar Europees bos aan de Universiteit van Wageningen ( www.wur.nl/nl/Personen/Gert-Jan-prof.dr.ir.-GJMM-Gert-Jan-Nabuurs.htm en www.wur.nl/nl/Personen/Gert-Jan-prof.dr.ir.-GJMM-Gert-Jan-Nabuurs.htm?subpage=projects en www.gfbinitiative.org/nabuurs ). Hij is Coördinerend hoofdauteur bij het IPCC in het Sixth Assessment Report for Agriculture and Forestry. Hij is mede-auteur van de EASAC-studie naar de staat van de Europese bossen ( Over het EASAC-rapport “Multi-functionality and sustainability in the EU’s forests” ).
Ik heb enkele publicaties van Nabuurs gelezen en presentaties bijgewoond.

Nu stond er een interview met Nabuurs in Cobouw van 03 februari 2021. Cobouw is het blad van de bouwsector en het artikel had dan ook als vertrekpunt het gebruik van hout in de bouw. Houtbouw is momenteel “hot”.
De link is www.cobouw.nl/duurzaamheid/nieuws/2021/02/boswetenschapper-bouwers-kunnen-het-bos-juist-redden-101292521?utm_source=Vakmedianet_red&utm_medium=email&utm_campaign=20210208-cobouw-std&tid=TIDP4623216XB5E0D75FB3A64F789BF8B9ABCB27146DYI4&utm_content= .

Cobouw stond mij toe om het artikel gratis over te nemen, onder bronvermelding (zie bovenstaande link als je Cobouw hebt, of de tekst hieronder). Hiervoor dank.



Professor Nabuurs

Boswetenschapper: ‘Bouwers kunnen het bos juist redden’

Meer bouwen met hout is niet alleen goed voor het klimaat, maar ook voor de toekomst van het bos. Dat zegt hoogleraar Europese bossen Gert-Jan Nabuurs. “Of er genoeg is? Zat. Maar er zal een sterke tegenlobby zijn. En die komt niet alleen uit de beton- en staalhoek.”

Misschien te eentonig en de grond nog wat te zuur, maar anno 2021 gaat het best goed met de bossen in Europa, zegt boswetenschapper Gert Jan Nabuurs op een doordeweekse januaridag. De hoogleraar Europese bossen in Wageningen baseert zich op nieuwe bosstatistieken uit december. “Het is weleens anders geweest”, zegt hij er direct bij.

Wat dat betreft is de actuele toestand van het bos als een angstaanjagende bergrit in de Tour de France: het gaat met pieken en dalen. “Begin 1900 was er weinig bos en net toen het bos weer begon te floreren, brak de Tweede Wereldoorlog uit en werd er weer ontzettend veel gekapt. Nu is de groeisnelheid juist weer heel hoog.” Interview met een bomenliefhebber die het bos maar wat graag ‘opoffert’ voor de nieuwe stad. Een houten stad, het liefst. “Ermee bouwen is beter dan het opstoken voor eigen gebruik.”

Hoe zit dat? Het Europese bos groeit als een malle, maar de grond baart zorgen…
“Dat verbaast ons ook. De vruchtbaarheid is inderdaad niet zoals het moet zijn. Veel gebieden zijn te droog. Bossen zijn vaak aangeplant op uitgemergelde gronden. Dat heeft gevolgen voor de biodiversiteit. Aan de andere kant is het groeiseizoen door de klimaatverandering langer.”

Wat moet er gebeuren?
“De stikstofdepositie moet naar beneden. Dat kun je bereiken door boomsoorten met elkaar te mengen. Veel bossen bestaan nu uit één soort, zoals naaldbomen die de neiging hebben om de grond te verzuren. Combineer je die met linden, esdoorns, beuken of eiken dan kun je je boomsoortenkeuze afstemmen op de toekomstige klimaatverandering.”

In de bouwsector is hout hot. Bent u daar blij mee als bosliefhebber?
“Absoluut. Door meer hout in de bouw toe te passen, houd je het CO2 langer vast. Bij goed bosbeheer staat er in de tijd dat een houten woning of gebouw is afgeschreven alweer een nieuw bos te groeien. Daarnaast is de houtketen nu erg gericht op de papierindustrie en de private houtkachel. Door meer te bouwen met hout duw je die keten naar hogere kwaliteiten.”

Circulair appartementencomplex in Monnickendam volledig opgetrokken uit hout

Hoe dan?
“Als er meer wordt gebouwd met hout neemt de financiële waarde van het bos toe. Dat kan de miljoenen particuliere boseigenaren ertoe aansporen te investeren in een hogere kwaliteit hout. Nu is hun financiële positie vaak heel marginaal.”

Opmerkelijk. Ik kan me de tijd nog herinneren dat er stammenstrijden waren tussen keurmerken van duurzaam hout…
“Er is een tijd geweest, zeker in Nederland, dat men zei: hout vereist zoveel onderhoud en daarom is hout niet duurzaam. Mede door de opkomst van CLT en de klimaatdiscussie ziet men steeds meer in dat je door te bouwen met hout de uitstoot wel degelijk kunt beperken, het bos kunt beheren en de levensduur in de houtketen kunt verlengen. Ik vind dat een goede trend. Je vervangt daarmee beton en staal en gebruikt hernieuwbare grondstoffen.”

CLT (Cross Laminated Timber), hier van sparren (vurehout)

Is daarmee de cirkel rond? Moeten we bijvoorbeeld niet stoppen met hout in de kachel te verbranden?
“Ik ben niet tegen inzet van hout voor de bio-energie. Je zult namelijk altijd een stroom matige en slechte kwaliteit resthout houden. En als je meer wilt bouwen in hout, worden die reststromen zelfs groter.”

Er is niet genoeg hout zeggen criticasters. Invest NL stelt echter dat maar liefst 80 procent van de nieuwbouw in hout haalbaar is. Dat zijn 64.000 woningen. Kan dat inderdaad?
“Ja. In Europa groeit er elk jaar 800 miljoen kuub meter hout bij, waarvan we jaarlijks ongeveer 500 miljoen kuub oogsten. Natuurlijk zitten daar ontoegankelijke plekken bij, zoals berggebieden, maar wij hebben berekend dat je de oogst met 60 tot 70 miljoen kuub kunt opkrikken. In Europa worden er elk jaar 1 miljoen woningen gebouwd. Een niet al te fancy woning vereist 50 kuub CLT en trek je die lijn door dan kun je dus een miljoen woningen bouwen voor 50 miljoen kuub. Dus die 60.000 woningen per jaar in Nederland is eigenlijk marginaal.”

Omhakken die bomen!
“Zo eenvoudig is het niet. Dit vereist namelijk een hele logistieke verandering, daar zit het grootste probleem. De capaciteit van de CLT-fabrieken is op dit moment niet groot genoeg voor dat soort aantallen. Ook het oogsten van die 60 tot 70 miljoen extra bos is een enorme opgave en vereist investeringen in jong en nieuw bos.”

Wat moet er nu gebeuren?
“Stap één is gezet: bouwen met hout zit al meer tussen de oren bij architecten en projectontwikkelaars. De rol van Centrum Hout is daar belangrijk bij geweest. In de bosstrategie van de minister staat ook dat we een beetje meer moeten bouwen met hout. Er moeten echter nog wel wat misverstanden worden weggenomen en oplossingen worden gevonden om bijvoorbeeld brandgevaar tegen te gaan. Hout vliegt niet zomaar in de brand, maar als het fikt, fikt het hard. Die massieve zware balken hebben juist voordelen. Daarom worden ze ook veel bij zwembaden toegepast. CLT stort niet zomaar in, terwijl een stalen balk gelijk inzakt als het heet wordt.”

Op de norm voor duurzaam bouwen is kritiek. Tijdelijke opslag van CO2 wordt als het ware niet meegeteld. Zou je dat wel doen, dan is hout ineens het klimaatvriendelijke goud. Hoe kijkt u tegen die discussie aan?
 “Ik ben geen deskundige, maar krijg daar wel zijdelings iets van mee. Hoe dan ook moet je duurzaam bosbeheer toepassen. In Europa, de VS, Canada, China in Nieuw Zeeland en in delen van Rusland is dat al het geval. Onder aan de streep vind ik dat je hout wél moet belonen als opslagplaats van CO2. Collega’s van mij bekijken nu ook of de normen voor papier kunnen worden aangepast.”

Maar papier heeft toch een veel kortere levensduur dan houtskeletbouw of CLT?
“De papierindustrie verschuift sterk richting karton (voor internet-aankopen) en allerlei andere biobased producten. Daarnaast is het energiegebruik om papier te maken verminderd en is de recycling van papier verbeterd. Maar het klopt dat de cyclus van papier korter is.”

Heeft hout daar in de norm voor duurzaam bouwen last van?
“Niet echt last. In principe zit het in dezelfde cyclus als de bio-energie. Dat is het lastige aan deze discussie: je zult altijd bomen moeten kappen als je er iets mee wilt doen. Voor je het weet staat de Tweede Kamer op scherp. Daar zou houtbouw ook mee te maken kunnen krijgen.”

U voorspelt een zware tegenlobby. Ik neem aan uit de beton- en staalhoek.
“Die liften erop mee, maar het komt ook uit andere hoek. Als je tienduizenden extra woningen van hout wilt bouwen, gaan de Ngo’s­­ problemen maken. Neem alleen al FERN, dat is een lobby in Brussel die sterk is gericht op het beschermen van de bossen. Het Wereld Natuurfonds en Birdlife zeggen ook dat je het bos moet laten staan. Ik vind dat kortzichtig met bijna 9 miljard mensen op deze wereld.”

De vogelliefhebber vreest voor boskap, terwijl de boswetenschapper juist zegt dat het goed is voor het bos. Hoe zit dat? “Ik heb geen relaties met de industrie of wat dan ook. Maar het is gewoon moeilijk uit te leggen dat je een deel van het bos duurzaam kunt beheren en dat je daar producten van kunt maken. In dit soort discussies ben je of voor of tegen. Daarom zijn de Groenen in Duitsland ook al jaren tegen de biomassa-energie.”

Dus bouwers, in Europa is er hout zat, u moet alleen misschien iets verder de bergen inrijden?
“Zo ongeveer. Er is hout genoeg, ook in niet kwetsbare gebieden. Nu ligt er echter te veel nadruk op het einde van de omloop – hoe krijg ik dat hout het bos uit – , terwijl we juist aan de voorkant moeten investeren. De afgelopen twintig jaar heeft Nederland dat veel te weinig gedaan.”

Nu komt er toch 37.000 hectare bij…
“Ja, een klein stukje, een tiende van wat we nu hebben, maar we zijn er blij mee. Dertig jaar lang hebben we geen bosbeleid gehad.”

Blijft een opmerkelijke constatering: de bouwer als ultieme redder van het bos?
“Haha, maar zo zie ik het echt. In volumes kappen we op dit moment niet te veel, maar we kappen wel te mooie kwaliteit voor allerlei mindere doeleinden. Als je nogmaals kijkt naar de totale jaarlijkse oogst van 500 miljoen kubieke meter in Europa, dan gaat ruim 100 miljoen op aan particuliere eigenaren die op een zaterdag bomen omkappen om in de kachel te verbranden.”

Laat maar komen die houten wereld…
“Een houten wereld zal nooit helemaal kunnen. Allereerst kan hout nooit alle grote volumes in de beton- en staalwereld vervangen. Daarnaast wil je het oerbos in grote delen van de wereld behouden. Slechts in een paar regio’s, waaronder Europa, wordt duurzaam hout geproduceerd. Daar zul je het van moeten hebben.”

Nederland zou iets ‘houteriger’ moeten worden?
Glunderend: “Dat zou mooi zijn.”

Want bouwen met hout is goed voor de bossen, aldus de wetenschapper…
“Juist.”

Stavkyrke uit Urnes, Noorwegen, gebouwd in 1132, geheel uit hout


‘Help, de bouwgrondstoffen raken op’ 

Onderzoeksjournalist Thomas van Belzen volgt de ontwikkelingen op het gebied van biobased en circulair bouwen op de voet. In 2013 schreef hij het boek Duurzaamheidsoorlog en sindsdien kan hij dit belangrijke thema niet meer loslaten. De norm voor duurzaam bouwen (MPG) is nog altijd voer voor discussie. Bouwens komen in opstand tegen ‘oneerlijke’ regels en ondertekenden een manifest.

Lees ook het interview dat hij had met Ronald Rovers of zijn artikel over duurzaam inkopen, waarmee inkopers worstelen. Actueel is ook de discussie over de stichting Nationale Milieudatabase en houtvoordelen die niet worden meegeteld in de MPG.



Zie op deze site ook Circulair appartementencomplex in Monnickendam volledig opgetrokken uit hout en Waugh Thistleton architects beroemd om houtbouw .

Dalston Works is the world’s largest CLT building, and a landmark project in our ambition to roll out the use of timber construction in high-density urban housing, across London and beyond.
The ten-storey, 121-unit development is made entirely of CLT, from the external, party and core walls, through to the floors and stairs, weighing a fifth of a concrete building of this size, and reducing the number of deliveries during construction by 80 per cent.

Circulair appartementencomplex in Monnickendam volledig opgetrokken uit hout

CLT-plaat

VolkerWessels is vandaag met de bouw gestart van een uniek appartementencomplex in Monnickendam (gemeente Waterland). Het gebouw bestaat grotendeels uit CLT (Cross Laminated Timber – naaldhout waarvan lagen kruiselings op elkaar gelijmd zijn), ondersteund met traditioneel metselwerk en aluminium gevelelementen.
Het bouwen is koolstofnegatief (netto wordt er koolstof langdurig vastgelegd). De bouw is prefab en remontabel en daardoor volledig circulair. Door deze opzet blijft de bouwtijd beperkt tot vijf maand.
Het wonen in de bouw is all electric. Door de zeer goede isolatie zijn de energielasten laag.

Ik druk hieronder het persbericht van VolkerWessels af omdat ik het een mooi plan vind, en omdat ik het wil gebruiken als argument tegen niet goed ingelichte milieuactivisten die er heilig van overtuigd zijn dat houtige biomassa bestreden moet worden, terwijl ze in feite de reguliere bosexploitatie willen beëindigen. Zie onder andere Slecht Investico-onderzoek over Estlandse bomen en NEN-norm benadeelt bouwen in hout en Waugh Thistleton architects beroemd om houtbouw en Houtbouw voor het klimaat – terug naar de toekomst .

Het komt van www.volkerwessels.com/nl/nieuws/starthandeling-uniek-houten-woongebouw-in-monnickendam .


De bouw van het houten woongebouw M’DAM aan de Pierebaan in Monnickendam is van start gegaan. Wethouder Jelle Kaars van de gemeente Waterland zette vandaag symbolisch de eerste schop in de grond en gaf hiermee het startsignaal. Waterland is hierdoor straks de eerste gemeente in de regio met een compleet circulair houten woongebouw. Het plan is ontwikkeld door BMB ontwikkeling B.V. uit Limmen (onderdeel van VolkerWessels). M’DAM is een ontwerp van productontwikkelaar en architect Finch Buildings uit Amsterdam. De prefabricage en bouw van dit bijzondere houtbouwconcept wordt uitgevoerd door De Groot Vroomshoop (tevens onderdeel van VolkerWessels). M’DAM wordt in de zomer van 2021 opgeleverd.

Het project in Monnickendam is uniek. In Nederland is niet eerder een grootschalig woongebouw gebouwd, dat bijna in zijn geheel is opgetrokken uit CLT (cross laminated timber). De appartementen worden daarbij vrijwel volledig in de fabriek gebouwd. Door het gebruik van massief hout, het modulaire ontwerp en het industriële fabricageproces, heeft het gebouw per saldo een negatieve CO2-footprint: de som van de uitstoot is kleiner dan de hoeveelheid bespaarde en in het CLT gebufferde CO2. Door gebruik te maken van hout uit duurzaam beheerde productiebossen, planten de bouwpartners bovendien meer bomen terug dan er worden gebruikt.

Vijf maanden bouwtijd

Door het industriële fabricageproces worden de woningen al geproduceerd, terwijl de grondwerkzaamheden nog  plaatsvinden. Hierdoor blijft ook de bouwoverlast beperkt. Het totale bouwproces duurt slechts vijf maanden.De gevel van het in U-vorm ontworpen gebouw bestaat grotendeels uit hout, deels uit traditioneel metselwerk en deels uit aluminium gevelelementen. Het houtbouwconcept reduceert de CO2 uitstoot en is daardoor veel duurzamer en milieuvriendelijker dan traditionele bouwprojecten en zorgt voor een gezonder leefklimaat. Door het gebruik van hout en de re-montabele bouwmethode kunnen de grondstoffen in de toekomst worden hergebruikt. De koopwoningen zijn middels individuele particuliere hypotheekvormen gefinancierd en dit bevestigt het vertrouwen en erkenning van banken voor dit nieuwe hoogwaardige en uiterst duurzame product.

All-electric en duurzaam

Alle appartementen worden ‘all-electric’ opgeleverd. Dit betekent dat de volledige energievraag elektrisch wordt ingevuld. Een lucht-water warmtepomp zorgt voor het verwarmen van de appartementen en een boiler voor het verwarmen van water. Via zonnepanelen wordt zoveel mogelijk energie voor de appartementen – en waar mogelijk voor de algemene voorzieningen – opgewekt. Tevens heeft het gebouw een zeer hoge isolatiewaarde. Hierdoor kunnen bewoners rekenen op lagere energielasten. Duurzaam Waterland biedt bewoners die geen auto (willen) bezitten, in de nabijheid van M’DAM, elektrische deelauto’s aan.

Woningbehoefte en innovatie in de gemeente Waterland

Wethouder Jelle Kaars: “M’DAM sluit aan op de grote woningvraag in de gemeente Waterland. We lopen met M’DAM tevens voorop in het vernieuwend bouwen met de laagst mogelijke footprint”. Corporatie Wooncompagnie, dat 20 sociale huurwoningen uit het plan zal aanbieden, wil voldoende betaalbare huurwoningen realiseren en zorgen voor een duurzaam en divers aanbod. Directeur-bestuurder Stefan van Schaik: “Zowel de renovatie als nieuwbouwopgave vullen we waar mogelijk in met biobased materialen, zoals hout. Alle nieuwbouw telt voor ons, maar dit project ligt ons na aan het hart, omdat we hiervoor echt onze nek hebben moeten uitsteken. We hebben dit graag gedaan, omdat wij vinden dat de huidige woningnood schreeuwt om innovatieve oplossingen zoals deze”.

NEN-norm benadeelt bouwen in hout

In Cobouw van 04 december 2020 maken wetenschappers en houtbouwers enerzijds zich boos over de staal- en betonlobby anderzijds, die in Europese normcommissies bewerkt zouden hebben dat de koolstofopslag in biologische bouwmaterialen niet mag meetellen voor de duurzaamheid. “Afgelopen jaar is de norm (NEN-EN 15804) weer aangepast. Expliciet staat daarin dat je tijdelijke CO2-opslag niet mag waarderen in de berekening voor een duurzaam gebouw over de hele levensduur”, verklaart Mantijn van Leeuwen, algemeen directeur van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE, zie www.nibe.org/nl ).

Stavkyrke uit Urnes, Noorwegen, gebouwd in 1132, geheel uit hout

Volgens het artikel is de betonsector panisch, maar daarvoor wordt geen hard bewijs geleverd.

Zie www.cobouw.nl/duurzaamheid/nieuws/2020/12/forse-kritiek-op-weglaten-co2-opslag-in-milieuberekening-houten-huis-101290962?utm_source=Vakmedianet_red&utm_medium=email&utm_campaign=20201204-cobouw-std&utm_content= .

De discussie gaat over de tijdelijkheid van de opslag, en daarmee over wat er met het hout gebeurt. De huidige officiele aanname is dat het hout na de eerste woning verbrand wordt. Maar in praktijk zijn producten als Cross Laminated Timber (CLT) goed minstens nog één keer her te gebruiken, (zeker als er meer gestandaardiseerd gebouw gaat worden bg). Pas bij een derde leven, aldus het artikel, ga je over verspanen denken t.b.v. spaanplaat (en dan zit de koolstof nog steeds in het materiaal) , en pas in het vierde leven stook je het hout op voor duurzame energie. Je zit dan ruim boven de honderd jaar die het IPCC als ‘permanente opslag’ aanmerkt.
En in die tijd is er een hoeveelheid beton en staal niet vervaardigd, wat ook weer een heleboel CO2 scheelt.

Zelfs de eerste generatie houtbouw kan veel langer dan 100 jaar meegaan. Dit is de Chinese Sakyamuni-pagode uit 1056, bijna geheel van hout. Het ding heeft al verschillende grote aardbevingen overleefd en hoefde, tot de Japanners er in de oorlog op schoten, nauwelijks gerepareerd te worden. Zie https://nl.qaz.wiki/wiki/Pagoda_of_Fogong_Temple .

Het eigenaardige is dat de Stichting Nationale Milieudatabase https://milieudatabase.nl/ ) vanaf 1 jan 2021 de opslagvoordelen van CO2 wel zichtbaar maakt , maar dus niet officleel in de MPG-berekening verwerkt (Milieu Prestatie voor Gebouwen). Dit uit angst vanwege processen vanwege de Europese norm. Een houten rijtjeshuis zou zelfs een negatieve MPG moeten kunnen halen.

Een en ander stelt opnieuw de vraag naar de juiste balans in de omgang met de bossen aan de orde, dus waar waardevolle exploitatie overgaat in overexploitatie. De in het artikel geciteerde schrijver Pablo van der Lugt vindt dat het tijd wordt voor een Nationaal Houtakkoord.

Dalston Works is the world’s largest CLT building, and a landmark project in our ambition to roll out the use of timber construction in high-density urban housing, across London and beyond.
The ten-storey, 121-unit development is made entirely of CLT, from the external, party and core walls, through to the floors and stairs, weighing a fifth of a concrete building of this size, and reducing the number of deliveries during construction by 80 per cent.

Zie ook www.bjmgerard.nl/?p=10505 .

Hout tijdens de Dutch Design Week 2019

De provincie Noord-Brabant had met Brabant Living Landscape flink uitgepakt tijdens de 2019 – versie van de Dutch Design Week (DDW). Zie www.brabantlivinglab.nl .
Op het Eindhovense Ketelhuisplein op Strijp-S stond een joekel van een paviljoen. Of je het mooi vindt is iets anders, maar interessant was het wel. Het heet Biobased Camp en is ontworpen door Marco Vermeulen (zie www.architectuur.nl/nieuws/ddw-2019-hout-is-het-beton-van-de-toekomst/ ). Hij was ook in VPRO Tegenlicht over de houtbouw. Eventueel doorlinken naar www.marcovermeulen.eu/nl .

De ‘palen’ zijn populieren, die bij Boxtel langs de A2 stonden en die weg moesten vanwege hun (voor populieren die niet oud worden) gevorderde leeftijd. Ze waren voor geïnteresseerden in de aanbieding en de provincie heeft ze dus ingepikt. Een rationeel ontwerper zou het anders doen, maar het geheel is wel spectaculair.
Het dak is helemaal van CLT-hout (Cross Laminated Timber). Het wordt na de DDW geordend afgebroken en elders gebruikt – een van de voordelen van houtbouw.

Het hout is geleverd door de Duitse onderneming Derix met een Nederlandse vestiging in Lierderholthuis. Zie www.derix.de/nl/ .

Derix heeft een interessante site. Loont om er even rond te gaan zwerven.
Derix gebruikt vooral vurenhout, dat tot CLT gemaakt wordt (en waar het dak van het paviljoen dus van gemaakt is).
Gesteld wordt dat CLT aan alle brandveiligheidseisen voldoet. Het brandt wel, maar een voorspelbaar aantal mm/uur en de koollaag beschermt het onderliggende hout. De eis is dat je er levend uit komt en dat de constructie een uur blijft staan. Dat lukt prima.
Grootste probleem dat Derix noemt is de bescherming van hout tegen schimmels en insecten. Zolang je het hout onder de 25% vochtigheid houdt, krijgen schimmels geen kans.
Voor binnenwanden is het hout in elk geval geschikt (alleen oppassen bij natte ruimtes). Het is heel mooi (vind ik).

CLT-detail paviljoendak DDW 2019
Woonhuis in Delden (Overijssel) uit de Derix-website

Bij buitengebruik moet het hout beschermd worden, bijvoorbeeld met een extra schil of door te pleisteren. Zie ook www.bouwtotaal.nl/2017/05/hoogbouw-in-hout-met-cross-laminated-timber/ . In principe zo hout 500 jaar mee moeten kunnen, aldus de meneer die bij de Derix-stand stond.
Wat ook kan is thermisch verduurzamen. Je verhit het dan tot > 180°C. Zie ook www.bouwenwonen.net/artikel/Thermisch-verduurzaamd-hout-volkomen-milieuvriendelijk/36690 .

Zie op deze site verder www.bjmgerard.nl/?p=10505 .

Waugh Thistleton architects beroemd om houtbouw

Het Britse architectenbureau Waugh Thistleton architects is wereldberoemd om zijn nieuwe houten gebouwen en de daarbij toegepaste nieuwe, op hout gebaseerde, materialen. Door een tip liep ik er toevallig tegenaan.
Zie http://waughthistleton.com/ .

Er zijn goede redenen om opnieuw naar houtbouw te kijken. Bouwtechnische (de bouw gaat snel), maar ook omdat het een langdurige opslag van koolstof is. Ik heb daar op deze site al eerder over geschreven, zie Houtbouw voor het klimaat – terug naar de toekomst en Nogmaals over wolkenkrabbers van hout – update .

WT maakt er een kunst van.
Ze staan bekend om het gebruik van CLT (Cross Laminated Timber) . Dat bestaat uit onderling haaks gelijmde lagen. Wikipedia wijdt er een artikel aan, zie https://en.wikipedia.org/wiki/Cross-laminated_timber . De foto toont vurenhout.

CLT uit vurenhout. Foto Elke Wetzig (elya) op Wikipedia .

WT zijn er kunstenaars mee geworden. Wie geïnteresseerd is in duurzaam bouwen en het gebruik van hout, moet beslist eens op deze site gaan kijken. Ik haal er wat plaatjes en teksten vandaan.

De trotse vermelding van erkenning door een researchprogramma van de EU:

How to ‘Build in Wood’ 14 October 2019

We’re excited to have been selected as the only UK partner in an EU funded consortium that will look at how to reduce CO2 emissions through increased use of engineered timber in multi storey buildings. 

Build-in-Wood is a €8.6 million project funded by Horizon 2020. The goal of the project is a simple one: to make wood the first choice for construction of multi-storey buildings.

The project is made up of a consortium of 21 partners representing the entire value chain from building materials to the finished structure with input from universities who will test the system and prototypes. In addition to designing building systems, the project also involves manufacturers, end users, politicians, and local European communities to increase an understanding of how wood can and should be accepted as the building material of the 21st century. 

The construction sector is one Europe’s largest CO2 contributors. Years of targeted legislation has significantly reduced emissions from operational energy of European buildings, however the significant contribution from the production of building materials and the building process has gone below the radar. By increasing the use of wood in construction we can have a significant impact on the carbon footprint of our buildings, actually removing carbon from the atmosphere and storing it within out buildings and cities.

Build-in-Wood is receiving funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 862820 and runs for four years from September 2019 to August 2023.

Dalston Works is the world’s largest CLT building, and a landmark project in our ambition to roll out the use of timber construction in high-density urban housing, across London and beyond.
The ten-storey, 121-unit development is made entirely of CLT, from the external, party and core walls, through to the floors and stairs, weighing a fifth of a concrete building of this size, and reducing the number of deliveries during construction by 80 per cent.
Studentenhuisvesting op 106 Lewes Road
This high quality student housing project marks a transitional gateway site between Brighton and Lewes. Constructed from lightweight prefabricated timber wall sections and CLT slabs and core, it took under 12 months to complete.
BBC Future has published an article on the viability and positive results of timber construction.
Andrew Waugh showed BBC Future’s Tim Smedley around our project on Orsman Road, discussing some of the benefits including carbon offset, construction ease and future flexibility of building with timber.
“Some architects such as Waugh are therefore arguing for – and pressing ahead with – a return to wood as our primary building material. Wood from managed forestry actually stores carbon as opposed to emitting it: as trees grow, they absorb CO2 from the atmosphere.”
Read the full article on the
BBC Future Website.

Is een houten gebouw, en speciaal een hoog houten gebouw, brandveilig? Daaraan is veel onderzoek gedaan. Voor zover ik dat als bouwkundige leek beoordelen kan, is het antwoord

  • alle bouwmaterialen hebben een probleem met hoge temperaturen (ook beton en staal)
  • CLT houdt het lang uit bij brand, als het maar dik genoeg is, minstens zo dik dat de lijm tussen de lagen het houdt. De verkoolde buitenkant kan de binnenkant beschermen.

Een student op de TU Delft is afgestudeerd op wetenschappelijk vuurtje stoken. Het resultaat is te vinden op www.ifv.nl/kennisplein/Documents/20151104-tudelft-roy-crielaard-zelfdovend-vermogen-gelamineerd-kruislaaghout.pdf , waar onderstaande schets vandaan komt. Als je het goed doet, schijnt het mee te vallen. Het is geen reden meer om hoge houten gebouwen te verbieden.

Brandveiligheid van CLT
www.ifv.nl/kennisplein/Documents/20151104-tudelft-roy-crielaard-zelfdovend-vermogen-gelamineerd-kruislaaghout.pdf

Klimaat, koolstof, bos en veen, en energie uit hout

Koolstofopname door ecotypes
Het CBS en Wageningen hebben onderzocht hoeveel koolstof C (uitgedrukt als element) vastgelegd wordt in verschillende ecotypes, en hoeveel koolstof (C) er ontwijkt uit veen. Daarover is een populariserend artikel uitgebracht en dat is te vinden op www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/45/bossen-en-bodems-stoten-meer-co2-uit-dan-ze-vastleggen . Vandaar kan doorgelinkt worden naar het achterliggende wetenschappe-
lijke werk.
Dit wetenschappelijke werk is nog experimenteel en de resultaten zijn vers van de pers.

Koolstofvastlegging per ecosysteemtype, afgezet tegen het areaal van dit ecosysteemtype, en de koolstofvastlegging per hectare (2013). De grootte van de bollen is recht evenredig met het aandeel in de totale vastlegging in Nederland.

Dit resultaat is het vertrekpunt voor geografische verdelingen.
Men moet deze figuur als volgt lezen:
In bos wordt jaarlijks ongeveer 1,9 ton elementaire koolstof (C) vastgelegd per hectare (de vertikale as). Bos beslaat ca 9% (horizontale as) van de Nederlandse landoppervlakte (in totaal is er 356000 hectare bos). De combinatie leidt tot een uitkomst van 0,68Mton (M = miljoen en een ton = 1000kg) koolstofopslag in het verzamelde Nederlandse bos en dat getal is goed voor 60% van alle in bodems en gewassen vastliggende koolstof. Die 60% wordt weergegeven door de grootte van de cirkel. De 100% bij de 60% is dus 1,13Mton.
De cijfers zijn wat jaarlijks, min of meer blijvend, wordt vastgelegd (deze getallen zijn uit 2013) (dus een ‘flow’ in het vakjargon).
De landbouw haalt veel meer koolstof uit de lucht, maar het grootste deel daarvan keert binnen korte termijn ook weer terug in de atmosfeer. Dit kortlevende deel telt niet mee. Het langlevende deel zit vooral onder oud grasland.

De details kan men vinden in www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2017/45/the-seea-eea-carbon-account-for-the-netherlands en dan de download aan-
klikken.
Om van het element C naar de verbinding CO2 te komen, moet je * 44/12 doen (dus *3,67). Dus de weergegeven Nederlandse ecosystemen haalden in 2013 4,1Mton CO2 uit de lucht.
Na correctie voor houtkap en overige biomassa-onttrekking blijft de 3,6Mton CO2 over, die hierna genoemd wordt.

De koolstofopnamekaart van Nederland volgt dus grofweg de bosverdeling over Nederland.

Koolstofvastlegging in planten waaronder bos_per jaar_over 2013

Men zou hier een beetje blij van worden, ware het niet dat er een ander proces is dat dubbel zo sterk precies het omgekeerde doet, namelijk de oxidatie van veen. ‘Veen’ is afgestorven plantenmateriaal dat onder water niet wegrot. Als het maar lang genoeg samengeperst wordt en uitdroogt, wordt het turf en dat kan branden.
Als de bodem ontwaterd wordt (bijvoorbeeld omdat boeren met machines hun land op willen), komt het veen boven de grondwaterspiegel te liggen. Het oxideert (meestal niet onder vuurverschijnselen, maar het resultaat is hetzelfde): de koolstof vliegt als CO2 de atmosfeer in.
Overigens vliegt zonder ontwatering ook een deel de lucht in als methaan (CH4, moerasgas).

Het koolstofverlies uit veen blijkt ongeveer het dubbele te zijn (ongeveer 7Mton CO2). Per saldo is het Nederlandse plantenwezen dus een bron van CO2.

Koolstofemissie uit veen per jaar (2013)

Bosstrategieën
Nu vast staat dat de Nederlandse bossen jaarlijks ergens rond de 0,7Mton koolstof op elementbasis vastleggen in de vorm van pakweg 1,5 a 2Mton jaarlijks gevormd nieuw hout, doet zich de vraag voor in hoe-
verre dit oogstbaar is voor diverse doeleinden onder inachtname van klimaatoverwegingen.

Een goed werkstuk hierover is het Actieplan Bos en Hout van Staatsbosbeheer (okt. 2016). Dat is te downloaden op www.staatsbosbeheer.nl/Over-Staatsbosbeheer/Nieuws/2016/10/plan-bos-en-houtsector-levert-bijdrage-aan-klimaatdoelen . In dit werk probeert Staatsbosbeheer (SBB) in kaart te brengen wat de organisatie zou kunnen bijdragen aan de energie- en klimaatdoelen, terwijl de uitkomst daarvan ook anderszins nuttig is. Het is een interessant werkstuk.
Staatsbosbeheer (SBB) neemt de bossen van andere terreinbeherende instanties mee in de beschouwingen.
Het werkstuk kwam vooral in de krant omdat SBB er voor pleitte om 100.000 hectare extra bos aan te leggen – dit plan geheel inhoudelijk en financieel onderbouwd. Plan zag er leuk uit, maar is bij mijn weten nog niet in beleid omgezet.

SBB heeft het werkstuk opgesteld in nauw overleg met een flink aantal belanghebbende, private organisaties, maar bijv. ook in samenwerking met Natuur en Milieu.

De praktijkorganisatie SBB zit met zijn cijfers meestal wat hoger dan de theorietechneuten uit Wageningen. Wageningen laat de Nederlandse bossen ongeveer 2,4Mton CO2 uit de lucht halen en SBB ongeveer 2,9Mton. Waar die verschillen vandaan komen, heb ik niet met zekerheid kunnen achterhalen. Waarschijnlijk verspringen de definities af en toe en  SBB is een beetje rommelig met zijn cijfers.
Voor de basale lijn van de redenering maakt het nauwelijks verschil.

Er is dus ruimte om te oogsten. Ik deel de mening van de fanatieke biologische dynamici niet dat alle koolstof perse terug de grond in moet. Tot op zekere hoogte is bos gewoon een gewas. Je oogst bloemkool en stukken dennenboom.

Hout

“Wij” (dus alle boseigenaren) oogsten nu landsbreed, zegt SBB, 2,25 miljoen m3 hout, goed voor ongeveer 1,8Mton hout. 1,2 miljoen m3 komt uit het bos, de rest uit het landschap en de gebouwde omgeving.
Van die 2,25 miljoen m3 wordt ongeveer 1,3 miljoen m3 (afvalhout) direct weer afgebroken door compostering of in haarden en kachels ( dus 1,1 Mton afvalhout). Ongeveer 1,0 miljoen m3 hout krijgt dus een langer durende bestemming.
Omdat het Nederlandse bos, naar de maatstaven van de houtopbrengst, niet optimaal beheerd wordt zou de opbrengst hoger kunnen zijn, zegt SBB. Bij bossen wordt nu ongeveer de helft van de jaarlijkse bijgroei gebruikt (er staat niet bij hoe het met hout uit het landschap en de gebouwde omgeving zit).
SBB schat in dat de opbrengst uit alleen bos van 1,2 op 1,8 miljoen m3 gebracht kan worden (dus van zowat 1 op zowat 1,5Mton hout). Er wordt geen schatting gemaakt van wat de post landschap en gebouwde omgeving eventueel meer zou kunnen opbrengen, want daar gaat SBB cum suis niet over.
Als je dat ongeveer gelijk houdt, gaat de Nederlandse houtoogst van ongeveer 2,25 miljoen naar 2,85 miljoen m3 (dus van 1,8 naar 2,3Mton hout).
Als SBB zijn zin zou krijgen, stond er op het einde van het traject een kwart meer bos in Nederland. Het houtmanagement zou dus een netto positieve klimaatscore hebben.

SBB houdt zich op de vlakte over hoe de oogst getalsmatig verdeeld moet worden over de bestemmingen. SBB hanteert het cascaderingsbeginsel, dat inhoudt dat hoogwaardige bestemmingen (timmerhout en groene chemie en zo) vóór laagwaardige gaan als verbranden, en het langdurigheidsbeginsel, inhoudend dat zolang het hout hout blijft, de koolstof erin niet in de atmosfeer terugkeert. SBB pleit dus bijvoorbeeld voor houtskeletbouw.
Zie ook Nogmaals over wolkenkrabbers van hout – update

Een van de concrete actiepunten is dat hierover een ‘dialoogvoering bio-energie’ moet komen, een ander actiepunt om 10 regionale biomassa hubs op te richten die samen 0,31 miljoen m3 hout (0,25Mton hout) mogen opmaken.

Wat betekent dit voor Brabant?
De nieuwe Wageningse onderzoekstechniek kan voor Brabant grote betekenis hebben.

De situatie in Brabant schreeuwt om een betrouwbare koolstofbalans. Vanwege de mest, vanwege de biobased economy, wegens mogelijk scheuren van grasland of juist niet, vanwege de bodemkwaliteit waarover steeds meer boeren zich (eindelijk) zorgen maken, vanwege het klimaat.
Ik heb een degelijk academisch onderzoek laten opnemen in het provinciale verkiezingsprogram van de SP. Nu blijkt dus dat een dergelijk onderzoek mogelijk is. De belangrijkste kengetallen zijn al gepubliceerd.
Gedeputeerde Staten zouden Wageningen moeten vragen om Brabant op te delen in logische percelen en daar een dergelijk koolstofonderzoek te doen. Zal ongetwijfeld leiden tot nuttige inzichten en prestigieuze wetenschappelijke publicaties.
Als de Chinezen zoiets in heel China kunnen, moet Wageningen het ook in heel Brabant kunnen (zie Chinese geleerden berekenen koolstofbalans in en op de bodem )

De klimaatafspraken in Brabant zijn geformuleerd in termen van energie (dus Tera- en PetaJoules) en niet in termen van CO2. Men kan daar van alles van vinden, maar dat doe ik nu niet. Ik ga de MTon-nen hout of CO2 in Joules omzetten zodat de uitkomst in de Brabantse Energie alliantie of in de POSAD-studie kan worden ingepast.
Volgens de RVO-lijst levert hout een energieopbrengst van 15,1MJ/kg (=15.1PJ/Mton), en hoort bij 1GJ 109,6 kg CO2.

SBB geeft expliciet of impliciet extremen aan in een continuum.

De ondergrens is de 0,25Mton hout voor de 10 kleinschalige biomassahubs. Dat is landsbreed goed voor 3,8PJ.
De tussenpositie (de 1,1Mton afvalhout die nu ook verstookt wordt) zou leveren 16PJ.
De bovengrens is alles (2,3Mton hout) in warmte omzetten (waarvan eventueel een deel in stroom). Dat zou leveren 34PJ.
Zeg het maar.

Dit was landelijk. Hoe vertaal je dit naar Brabant?

De gemeente Boxtel (weet ik uit een vroeger werkbezoek) zou erg graag zo’n kleinschalige biomassahub zijn. Bij evenredige afdeling dus goed voor 0,38PJ.
Stel dat Boxtel een van de tien zou zijn.
De totale duurzame energie in Boxtel was in 2014 0,13PJ en de totale energie in dat jaar 3,3PJ (zegt de Klimaatmonitor), dus 0,38PJ zou een niet te verwaarlozen bedrag zijn. Dit allemaal op papier!
Zie Boxtel, BMF, biomassa of Energieneutraal Boxtel: goede intenties, onzekere plannen

Vanwege de hoeveelheid bos kan Brabant hier het beste op 1/6 deel van Nederland geschat worden. De tussenpositie zou dan bijvoorbeeld 2,5PJ warmte zijn. Dat is meer dan de opbrengst van het 100MW-windproject langs de A16 of de gasopbrengst van 4 ton mest vergisten, afhankelijk van hoe je telt. In elk geval zou het niet verwaarloosbaar zijn.

Dus toch maar de bosbouw als een serieuze economische tak van sport gaan bekijken en niet ideologisch alle hout de grond in wensen.

Nogmaals over wolkenkrabbers van hout – update

Hout heeft in zichzelf al veel voordelen als bouwmateriaal, en in combinatie met verantwoord bosmanagement en een zinvolle besteding van de resten kan houtbouw goed uitpakken voor het klimaat. Bomen leggen CO2 vast en blijven dat doen, zolang het hout hout blijft. Vandaar de hernieuwde interesse in houtbouw. Ik heb daarover geschreven in Houtbouw voor het klimaat – terug naar de toekomst  en ik verwijs voor een meer uitgebreide beschrijving terug naar dit eerdere artikel.

De reden om er op terug te komen is dat in de onlineversie van de Scientific American opnieuw een artikel staat over moderne houtbouw dat de moeite waard is om te lezen. Het is te vinden op www.scientificamerican.com/article/high-rises-made-of-wood .
Het artikel beschrijft het Brock Commons complex in Vancouver, een appartementencomplex van 53m hoog. Het is in september 2017 open gegaan. Dit is het overzichts-kadertje uit het artikel.

Als je er zou willen gaan wonen, zie http://vancouver.housing.ubc.ca/residences/brock-commons/ (de site van de University of British Columbia).
Het ziet er zo uit:

 

 

Houtbouw voor het klimaat – terug naar de toekomst

Voorbeelden van houtbouw (oud en nieuw)
In Nature van 17 mei 2017 staat een leuk artikel over een moderne renaissance in de houtbouw (zie www.nature.com/news/the-wooden-skyscrapers-that-could-help-to-cool-the-planet-1.21992 ).

Het artikel bespreekt de voordelen van houtbouw: voordelen in eigen recht en voordelen voor het klimaat.
Hout legt koolstof vast en zolang het hout hout blijft, kan dat voor heel lang zijn.

De Chinese Sakyamuni Pagode uit 1056, geheel van hout

Deze Chinese Sakyamuni Pagode is in 1056 gebouwd, geheel uit hout, en heeft al verschillende zware aardbevingen doorstaan. Het ding is ruim 67m hoog (zie bijvoorbeeld https://en.wikipedia.org/wiki/Pagoda_of_Fogong_Temple ).

Stavkyrke uit Urnes, Noorwegen, gebouwd in 1132, geheel uit hout. Deze Stavkyrke staat op de Unescolijst. Zie bijv. wikipedia.org/Staafkerk_van_Urnes .

De nieuwe gebouwen zijn ook vaak hoog. Het Nature-artikel opent met een gebouw in Prince George, Canada (een oude timmerhout-stad). Het is het Wood Innovation and Design Center van de University of North British Columbia en is (voor zover geen glas) helemaal gemaakt van hout van de Douglas spar.

Het Wood Innovation and Design Centre van de Universiteit van North British Columbia, geheel uit Douglas spar

Zo zijn er meer hoge gebouwen. Dit gebouw in Bergen (Noorwegen) had met 53m hoogte een tijd lang het mondiale record. Het is modulair geconstrueeerd met prefab-technieken, en telt 62 flats over 14 verdiepingen. Maar deze recordhoogte blijft niet lang bestaan.

Links Treet in Bergen, rechts de nieuwe ontwikkelingen

Voor- en nadelen
Hout kan bijvoorbeeld goed tegen aardbevingen.
Alle bouwwerken, ook die van hout, moeten aan het Bouwbesluit voldoen. Dat bevat veel bepalingen over brandvertraging en brandwerendheid. En, anders dan vaak gedacht, zakt bij brand een houten gebouw minder snel in elkaar dan een pand van beton (dat zwak wordt) en staal (dat smelt). Hout van de Douglas spar verkoolt met 39mm per uur en als je de planken en balken maar dik genoeg maakt, blijft een houten pand minstens de vereiste één uur staan.
Hout is per kg sterker dan staal.

Hout ontstaat doordat planten CO2 uit de lucht halen en opslaan in de vorm van vooral (hemi)cellulose en lignine. Een kg hout bestaat voor ruim 40% uit het element koolstof.
Een Fins regeringsrapport heeft geschat dat als heel Europa jaarlijks 4% meer in hout bouwde, dat zo’n 150 miljoen ton CO2 zou schelen (zowat de totale Nederlandse jaarproductie). (zie http://go.nature.com/2phy6rk ).
Dat getal komt vooral omdat de constructie zeer veel minder energie vraagt.

Een pagode kan wel 1000 jaar oud worden zonder zijn functie te verliezen, maar voor een modern kantoorpand geldt dat niet. Na enkele decennia is het door zijn bruikbaarheidscyclus heen. Dat vraagt om een recyclingprogramma voor het hout, zodat het niet alsnog verbrand wordt of verrot.

Houtbouw kan een lokale economie stimuleren. Het United Nations Development Program (UNDP) heeft bijvoorbeeld geconstateerd dat 27% van Turkije bebost is, dat daar 7 miljoen van de armste Turken wonen, en dat in Turkije maar 0,13% van de huizen een houten frame had. De UNDP werkt om die reden aan een integraal bosbouwplan voor Turkije.

In principe bieden de bossen nog ruimte om op duurzame basis meer hout te winnen, en in principe biedt dat kansen. Maar er is wel een goed plan voor nodig, met name in de Derde Wereld waar soms roofbouw op de bossen gepleegd wordt. Je kunt er niet zomaar op los kappen.

Biomassa stoken
Het (bij)stoken van biomassa, bijvoorbeeld in de stadsverwarming of in kolencentrales, heeft in milieukringen een slechte reputatie. Met grote stelligheid, en soms niet gehinderd door enige kennis, wordt gedaan of de duivel zelf hier bezig is.
De recente Zembla-documentaire wordt hier als bewijs opgevoerd terwijl die, als je die goed bekijkt, een gemengd beeld geeft. Soms zie je typisch productiebos gerooid worden (bomen die geplant zijn met de regelmaat van een kristalrooster), soms zie je de houthakkers bezig in een moerasbos dat er allesbehalve als een productiebos uitziet. En inderdaad werd er één kar met als constructiehout bruikbare stammen versnipperd tot pellets. Ik heb er de conclusie uit getrokken dat er in praktijk het een en ander fout is, maar niet dat het systeem per definitie fout is. Het vraagt om een context-verhaal, want anders gooi je het kind met het badwater weg.

Ik heb hierover op deze site eerder een artikel geschreven in www.bjmgerard.nl/?p=972 (Houtpellets en bosbeheer in de VS), op basis van een lezing van Junginger tijdens de befaamde KNAW-bijeenkomst . De basis is dit plaatje (voor een uitgebreidere uitleg zie het artikel).

De koolstofopslag in een gekapt en herplant bos

De zwarte lijn (de nullijn of referentielijn) is de koolstof die in een gewoon productiebos ligt opgeslagen. Dat bos wordt gekapt en dat leidt tot de koolstofschuld van de bruine lijn. (voor de duidelijkheid: een bos legt alleen CO2 vast zolang het groeit!).
Maar bij reguliere bosbouw worden er ook weer boompjes geplant en zolang die groeien of zolang de koolstof, die ze vastleggen, buiten het systeem gebracht wordt, leggen de CO2 vast (de paarse lijn). Waar de paarse lijn de zwarte snijdt, is de oorspronkelijke koolstofschuld afgelost.
Je had ook een meer ambitieuze referentielijn kunnen kiezen, namelijk een natuurlijk bos (de blauwe lijn). Als de paarse lijn blijft stijgen, passeert hij vroeg of laat ook dit referentieniveau en is er dus meer koolstof vastgelegd dan de natuur ooit had kunnen doen.

Het bouwen met hout is een methode waardoor de paarse lijn omhoog kan blijven lopen. De Chinese pagode heeft deze lijn nu 961 jaar doorgetrokken (althans, voor zover zijn bescheiden aandeel daarin reikt).

Met een dergelijk verhaal erbij is het mogelijk om netto CO2 vast te leggen en toch resthout als biomassa te gebruiken.  Essentieel voor de inzet van biomassa is een dergelijk samenhangend, multidisciplinair verhaal waarin ook andere vormen van gebruik van dat resthout meegewogen worden. Er moet beter nagedacht worden dan alleen maar roepen dat biomassa(bij)stook van de duivel is.
En er is een vorm van houtrecycling nodig als het hout ouder wordt dan de levensduur van het gebouw waar het in zit.

Eickhout

Bas Eickhout (EU, GrL)

Europarlementarier Eickhout van Groen Links (mooie naam trouwens in dit verband) heeft een aanzet gegeven tot een dergelijk verhaal. Het verbranden van complete boomstammen (na versnippering) mag van hem niet als duurzame energie aangemerkt worden, maar het verbranden van resthout wel, mits aan een aantal aanvullende voorwaarden voldaan is (bijv. biodiversiteit en bodemonderhoud).

Je kunt wel wat heen en weer misten en maren over Eyckhout’s standpunten (bijv. wanneer je iets een boomstam noemt en hoe je dit wil handhaven), maar in essentie is dit de kant die je op moet.