De Europese vakbonden, verenigd in de European Trade Union Confederation (ETUC) wijzen in een persbericht het Investment Court System af (ICS).
Bij de handelsverdragen TTIP (EU-VS) en CETA (EU-Canada) hoort normaliter het arbitragesysteem ISDS (Investor State Dispute Settlement). Daarin krijgen de internationaal opererende grote bedrijven een een-
zijdige mogelijkheid om regeringen aan te klagen als die hen onwelgevallige beslissingen nemen, bijvoorbeeld op milieugebied. Hiervan wordt steeds meer gebruik gemaakt. Alleen al Canada was 35 keer de klos, alleen door een eerder vrijhandelsverdrag NAFTA.
De EU probeert aan de aanzwellende kritiek vanuit de bevolking tegemoet te komen door een soort ISDS-light te ontwerpen, genoemd ICS.
De verzamelde vakbonden zeggen nu dat ICS ook niet deugt. Het is en blijft een parallel juridisch systeem dat volkomen overbodig is, omdat de VS, Canada en de EU een goed functionerend juridisch systeem hebben dat voldoende is. De “oude” EU-leden hebben geen van alle zo’n relatie met de VS en dat werkt prima.
Zelfs zonder ICS en ISDS zou de ETUC problemen hebben met TTIP.
Op 9 juni sprak Van Harten met de handelscommissie van de Tweede Kamer. Hij waarschuwde “dat ISDS (de geschillenregeling onder TTIP) verworden is tot een instrument waarmee vooral de internationaal opererende mijn- en energiesector nationale en lokale milieuregels dwarsboomt of verijdelt”. Hij sprak uit eigen ervaring “wij zijn, sinds we in de jaren ’90 het NAFTA-verdrag tekenden met de VS en Mexico, 35 keer aangeklaagd, 34 keer vanuit de VS en één keer vanuit Mexico. Volgens een studie uit 2015 heeft de Canadese regering bedrijven in totaal €172 miljoen Canadese dollar betaald, vooral na toegewezen claims wegens het nemen van milieumaatregelen.”
Wat is uit andere bron hoorde (niet uit die van Van Harten) is dat Canada een milieuwetgeving heeft die veel lijkt op goede Europese wetgeving.
Het artikel “Key flaws in the European Commission’s proposals for foreign investor protection in TTIP” bijvoorbeeld kan gratis gedownload worden op http://ssrn.com/abstract=2692122 .
Van Harten betitelt daarin de pogingen van de EU om een ISDS-light te definieren (ICS geheten) gezien moeten worden als “Despite my initial enthusiasm about ICS when I read the EC’s press release on the topic, and although the details do have positive elements, after a study of the text it became clear that ICS is mainly a re-branding exercise for ISDS. Too many flawed elements of ISDS remain – including elements that give rise to unacceptable appearances of bias among ICS “judges” – to use terms like court and judge without being misleading to the uninitiated.
Most importantly, ICS “judges” would continue to have a financial interest in future claims because they are still paid a (lucrative) daily fee in a context where only one side – foreign investors – can bring claims, they would continue to operate under the usual ISDS arbitration rules, they would not have to meet the requirements for judicial appointment in any country, and they would not even be barred from working on the side as ISDS arbitrators. I am prompted to say that, if ISDS is “dead”, as some officials have claimed, then the EC’s ICS proposal reminds me of a zombie movie.
There is one very promising signal in the EC’s proposals – an apparent commitment to establish a proper international court to replace ISDS in existing treaties – yet this aspect of the proposal unfortunately is put in doubt by the EC’s choices about sequencing, as I discuss below.”
Een en ander onder overvloedige verwijzing naar voetnoten.
Dezelfde gedachte in de NRC: „Dat voorstel is een lichte verbetering. Maar aan de fundamentele problemen van ISDS is niets veranderd. Nog steeds kunnen claims maar van één partij komen – buitenlandse investeerders. Nog steeds staan er geen verplichtingen tegenover de hoge mate van bescherming die alleen bedrijven via ISDS claimen, en tegenover het publieke geld waarmee toegewezen claims betaald worden.”
Van Harten signaleert verder dat er 2600 bilaterale handelsverdragen zijn, maar ook “dat sommige landen die vanwege ISDS laten verlopen of opzeggen, zoals bijvoorbeeld Zuid-Afrika”.
De Deutscher Richtersbund wijst in een publieke verklaring de geschillenregeling binnen TTIP volledig af.
Het Transatlantisch Trade and Investment Partnership moet een han-
delsakkoord worden tussen de EU (die hier namens de afzonderlijke landen optreedt) de de VS. Omdat er nu al nog maar weinig financiële belemmeringen voor deze handel zijn, richt het akkoord zich vooral tegen bestaande standaarden. Over dit akkoord wordt nog onderhandeld. Ik heb hierover op deze site al veel geschreven, zie Goede TTIP-avond in Veldhoven Van het Canadese zusje CETA van TTIP is de tekst al klaar. Hier zit nog de oorspronkelijke ISDS in. Hierover zullen later in dit jaar besluiten genomen worden. Mogelijk ook het besluit tot een referendum.
Meningsgeschillen worden voorgelegd aan een aparte “rechtbank”, het ICS (Investment Court System). Dat is de light-versie van wat er eerst stond, het ISDS. Dat is alleen toegankelijk voor grote internationale ondernemingen, die er eerst miljoenen aan kunnen wagen om er vervolgens miljardenclaims tegen landen uit te kunnen slepen.
Het standpunt van de Deutscher Richtersbund richt zich tegen deze ICS met argumenten als:
– een parallel juridisch systeem is volkomen overbodig, aangezien de verdragspartners al een functionerend juridisch systeem hebben dat prima in staat is alle soorten juridische geschillen te behandelen. “Sondergerichten” voor een aparte groep rechtszoekenden zijn volkomen overbodig.
– de omschrijving van het begrip “Investering” in het ICS is zo ruim, dat er van alles onder valt. (Bedenk dat Veolia m.b.v. ISDS de Egyptische regering aanklaagde toen deze het minimumloon wilde verhogen, of Vattenfall de stad Hamburg toen deze aan de wettelijke lozingsnormen van een kolencentrale olp de Elbe wilde vasthouden). De Richtersbund zegt dat het ICS zich niet alleen met het in deze zaken gebruikelijke civielrecht bezighoudt, maar zich ook waagt op het terrein van het bestuurs-
recht, het sociale recht en het belastingrecht.
– De Richtersbund twijfelt er sterk aan dat de EU het recht heeft om het ICS aan de landen op te leggen.
– Het ICS gaat zijn “rechters” recruteren uit een kleine groep experts in het internationale publieks- en investeringsrecht. Die groep heeft nooit te maken gehad met het sociale recht, het milieurecht, het bestuursrecht enz. van de afzonderlijke landen.
– De ICS-“rechters” worden voor 6 jaar benoemd en vangen €2000 in eerste termijn per maand. Dat roept de vraag op of deze “rechters” vakinhoudelijk en financieel wel onafhankelijk kunnen functioneren.