We hebben met Milieudefensie een tijd geleden aandacht besteed aan Montana Snowcenter en zijn buurman, de Kempervennen van Center Parcs Europe.
Eerste aanleiding was het bericht in de krant dat Montana zijn dak
prijzenswaardig vol gelegd had met heel veel zonnepanelen, waardoor de exploitant zijn fossiele energiegebruik kon halveren. Maar dat was nog steeds heel hoog, want je kunt daar zelfs in juli en augustus skiën en je kon je afvragen hoe duurzaam je een dergelijke onderneming moet noemen. In juli en augustus sluiten zou ook een duurzame maatregel zijn. De ijsbaan is ook niet het hele jaar open. Maar goed. Zie Is Montana Snowcenter duurzaam?
Daarna was de vraag of al die afvalwarmte niet bij buurman Kempervennen nuttig gebruikt kon worden. Daar staan heel veel huisjes en een groot centraal gebouw en 1+1=2. We hebben dit in een Open Brief voorgesteld ( Milieudefensie in Open Brief aan Kempervennen: maak een warmteplan! en Welwillend, maar afhoudend antwoord), beetje prikactie, waarna de eerste mail over en weer ging en we op onze tweede mail uitgenodigd werden voor een gesprek op het park. Prima idee.
We zaten er van hun kant met directeur Inge Zwaagman van de Kempervennen en Wilbert Hermans, de landelijke energiemanager van Center Parcs, en van onze kant met Tom Edelbroek en ondergetekende van ons Eindhovense Milieudefensiebestuur, en Evert Hassink van Milieudefensie landelijk (want de strekking van het verhaal reikt verder dan dit ene park).
Het was een verhelderend en aangenaam gesprek. Zo kom je nog eens ergens met je boodschap, waar je anders niet geweest zou zijn.
Wat punten eruit.
- Montana Snowcenter en de Kempervennen zijn autonome ondernemingen die niet wat over elkaar te vertellen hebben, maar soms samenwerken.
- Onze inschattingen als Milieudefensie over de mogelijke opbrengst van Montana voor de buurman was te optimistisch, o.a. omdat Montana al een flink deel van de restwarmte in eigen huis gebruikte.
- Montana en het centrumgebouw van Kempervennen liggen ongeveer 1,2km uit elkaar en een leiding kost fors per strekkende meter.
De ene levert vooral warmte als de ander het niet nodig heeft. Dat valt met een ondergrondse warmtebuffer op te vangen, maar dat is heel duur.
Het hoofdprobleem om in dit soort bestaande situaties infrastructuur aan te leggen zijn de kosten en de terugverdientijden. - De Kempervennen is een relatief oud park, uit 1983. De huisjes hebben tegenwoordig een individuele HR-ketel en geen vloerverwarming. Er is geen voor de hand liggende manier waarop daar op een of andere manier lage temperatuur-warmte zou kunnen worden ingezet. Voor vakantiehuizen bestaat geen verplicht labelsysteem.
Men is er goed in om de bestaande woningen te ‘refurbishen’, maar dat heeft zijn grenzen.
Het centrumgebouw (met het zwembad) zou een betere kandidaat zijn en er is gekeken of restwarmte van de buurman daar iets zou kunnen betekenen, maar dat is onbetaalbaar (aldus Hermans). Wel komt daar een houtkachel, want De Kempervennen heeft meer dan genoeg afvalhout. - Binnen Center Parcs (net overigens als binnen concurrent Landal) lopen de parken sterk uiteen. Zo sterk, dat het tot nu toe niet mogelijk is gebleken om voor de branche als geheel een Erkend Maatregelen Pakket op te stellen. Evenmin kent de toeristische branche Meer Jaren Afspraken (MJA).
Bij nieuwere parken worden veel modernere milieu- en energiesystemen doorgevoerd. Bij het Duitse Bostalsee-park heeft men door een centrale warmtelevering 70% kunnen besparen.
In praktijk werkt het jongste park als benchmark-vertrekpunt. - Center Parcs Nederland valt met zijn ca 2900 werknemers onder het European Energy Directive (EED) , waardoor de onderneming van 2010 tot 2020 20% energie moet bezuinigen. Hermans geeft aan daarmee ongeveer op schema te zitten. Na 2020 komt er een vervolgtrap. De verplichte vierjaarlijkse audit heeft nog niet plaatsgevonden, maar binnenkort wordt de onderneming ISO 15001 en dat heft de auditverplichting op.
De vrijwillige Energie Prestatie Keuring heeft al plaatsgevonden.
De gemeente Bergeijk is bevoegd gezag (in praktijk via de Omgevings
Dienst ZO Brabant (ODZOB).We doen veel, maar niet alles kan en ik wou dat ik in de toekomst kon
kijken – aldus ongeveer samengevat de boodschap van de gesprekspartners. Met af en toe buikpijn, bijvoorbeeld bij de gedachte wat de toekomst van een park als de Kempervennen was (een flinke werkgever in de regio), mocht er nog eens een gasloze samenleving komen. 600 warmtepompen à 35dB(A) per stuk, allemaal tegelijk ’s avonds draaiend, is ook niet alles.
Sommige dingen kunnen misschien op het eerste oog financieel niet, maar moeten op termijn toch. Dat is het lot van veel betrokkenen bij de energietransitie.
En of Milieudefensie wat voor hun kon doen? We zijn een actiegroep en we willen dus het beleid beïnvloeden, voor zover onze mogelijkheden reiken. Wat zouden zij willen?
- Met stip: een betrouwbare overheid. Het Rijk is in het verleden berucht onbetrouwbaar gebleken, met als dieptepunt de afschaffing van de MEP in 2006 door Joop Wijn (CDA). De Duitse overheid is veel consistenter.
- Vervolgens: een CO2 – beprijzing die wat voorstelt .
- Misschien wat meer mogelijkheden tot subsidie. De SDE+ is een exploitatiesubsidie en geldt dus alleen voor het produceren van energie en niet (zoals hier) voor het besparen van energie. Misschien wat ruimere mogelijkheden voor eenmalige subsidie in de geest van VAMIL/MIA?
Ik elk geval zijn we het als Milieudefensie geheel eens met de eerste twee wensen, en we zouden met ene positieve grondhouding moeten nadenken over de derde.
Tsja, en verder hebben we misschien niet dezelfde opvattingen over het kapitalisme en de bestemming van de bedrijfswinsten, maar die discussie overstijgt De Kempervennen. Hoe MVO moet een onderneming zijn?