Onze fietsvakantie in 2016 begon op Rügen en eindigde in Gdansk (ooit Danzig). Nu over Rügen. Rügen is een groot eiland in de Oostzee. Het zit met een mooie brug vast aan de oude Hanzestad stad Stralsund, voor ons dè ontdekking van 2015.
Eigenlijk bestaat Rügen uit drie eilanden, die met een soort haffenkust aan elkaar vastzitten. Achter die haffen liggen grote zoet- of brakwatermeren, de ‘Bodden”. Ook die zijn heel mooi.
Er zijn veel populaire stranden uit de DDR-tijd, met welke stranden, voorzieningen en bijbehorende badplaatsen niets mis is. Er is zelfs een stoomtreintje, de Rasender Roland, en dat neemt nog fietsen mee ook (met enig behelpen). En er zijn veerboten tussen bestemmingen op het eiland, die ook fietsen meenemen.
Het enige minpuntje uit de DDR-tijd is de kwaliteit van de fiets-
voorzieningen, en met name die kinderkopjeswegen en de kwaaie asfaltwegen die eigenlijk die naam niet verdienen. Maar goed, het is geen metropool dus levensgevaarlijk is het niet.
Het binnenland van Rügen is gemengd bos en landbouw, meestal niet spectaculair maar op een rustige manier mooi. De kust daarentegen is soms spectaculair.
De Biosphere Reserve Zuid-oost Rügen
Zuid-oost Rügen is een Biosphere Reserve van de Unesco (een van de zestien in Duitsland), omdat je er op een klein oppervlak alle mogelijke landschapsvormen tegenkomt. Wikipedia heeft er een goed verhaal over, zie https://de.wikipedia.org/wiki/Biosph%C3%A4renreservat_S%C3%BCdost-R%C3%BCgen . Ook de Unesco zelf heeft een verhaal op www.unesco.org/new/en/natural-sciences/environment/ecological-sciences/biosphere-reserves/europe-north-america/germany/south-east-ruegen/ .
Binnen het grotere gebied rust er op zeven deelgebieden extra natuur-
bescherming.
Het gebied staat bijvoorbeeld bekend vanwege zijn vele watervogels, maar bijvoorbeeld ook vanwege de bijen en de diverse soorten zeewier.
Wij zaten een kilometer of acht onder de hoofd’stad’ Bergen, dicht bij Putbus en aan de rand van de Biosphere Reserve, in een huisje werkelijk in de the middle of nowhere, achter een echt zanderig zandpad.
Zuidoost Rügen, en Rügen als geheel, zijn gevormd door de laatste ijstijd: de klifkusten, de morenen, en de zandstranden. Als je met een geologische blik rondfietst, kun je heel wat zien. De ondergrond is kalkmergel, soms bedekt met een laag keileem.
En als je dat niet doet, zie je ook veel. Het is een relaxt gebied. De sfeer heeft in de verte wat van onze waddeneilanden (de Waddenzee is de enige Nederlandse Biosphere Reserve).
Naturpark Jasmund
In het buitenland is Rügen vooral bekend om de krijtklif. Die ligt op het Noordoostelijke deel van Rügen Jasmund. Zie www.nationalpark-jasmund.de/ .
Jasmund is eigenlijk een massieve plak kalksteen uit het late Krijt. Het stak tijdens de laatste IJstijd als eiland boven de gletschers uit. Die hebben daardoor het pakket van onderen af aangevreten en de resulterende klif staat er nu nog.
Boven op de kalksteenplak is een massief beukenbos gegroeid, met vele zeldzame planten. Het is Natura2000 – gebied. De gezamenlijke Europese oude beukenbossen zijn weer een Unesco-Biosphere Reserve.
Er loopt een beroemde wandelroute doorheen. Willemiek en ik hebben op de fiets kilometers bosweg doorgeploegd om bij het beroemdste punt te komen, de Königsstuhl. Daar staat ook het bezoekerscentrum – zeer druk bezocht. Overigens kun je er ook gewoon met een normale nette weg komen.
In het bezoekerscentrum kun je je inschrijven voor een rondleiding. Gedaan, met als resultaat kennis
- dat het beukenbos de natuurlijke culminatievegetatie en dat als de mens in Europa niet bestond, grote delen van Europa uit beukenbos zouden bestaan
- dat de kliffen elk jaar een centimeter of verder landinwaarts eroderen,
- en dat je nog steeds barnsteen kunt vinden langs het strand. Alleen, bij Peenemünde moet je uitkijken dat je niet per ongeluk een stukje witte fosfor in je broekzak stopt want dat kan er sinds de bombardementen nog liggen, mits onder water. Zo leer je nog eens wat.
Je kon met de fietsbus terug en dat kwam eigenlijk wel goed uit.
Nationaal park Vorpommersche Boddenlandschaft
De westkust van Rügen en een flink stuk aanpalende Oostzee zijn ook weer nationaal park. Daarin onder andere het bekende autovrije eiland Hiddensee, een geliefde badplaats met een apart stukje intellectuele historie. Talrijke kunstenaars en geleerden hebben er hun vakantie doorgebracht en in de DDR-tijd was het een soort informele liberale enclave. Wie meer wil weten, https://de.wikipedia.org/wiki/Hiddensee . Hiddensee heette oorspronkelijk Hidens-Öe, het eiland van Hiden, een Deense of Noorse koning.
Maar aan dat deel van Rügen zijn we niet eens toegekomen, dus daarover geen lang verhaal. Ik zei al, Rügen is een groot eiland. Je kunt er met gemak twee weken doorbrengen.