Het Nationaal Burgernetwerk (betere gezondheid door minder vee) organiseerde op 9 maart 2017 in Deurne een verkiezingsdebat over het thema “Veehouderij en gezondheid”. Met 1100 mensen uit Deurne en
wijde omgeving puilde de zaal uit.
Wie er wel en niet waren:
Het is al veelzeggend wie er niet waren:
- De PVV had taal noch teken van zich laten horen
- De VVD had niemand beschikbaar (hoewel ze wel 80 man op hun lijsten hebben staan, zoals werd opgemerkt)
- B&W van Deurne (hadden allemaal net op die avond andere belangrijke beslommeringen)
Wie wel?
- een heleboel boeren onder die 1100 mensen. De boerenorganisaties NVV, NMV en NVP hadden eigen mensen geworven
- heel veel bezorgde burgers (de rest van die 1100)
- politie bij de ingang
- staatssecretaris Martijn van Dam (PvdA) van Landbouw
- vertegenwoordigers van CDA, GrLinks, D66, PvdA, PvdD, CU, 50+ en SP
- als sprekers Mariken Ruiter (hoofdauteur van ‘Volksgezondheid en Veehouderij: alles op een rij’), Ignas van Bebber (oncologisch chirurg in het Jeroen Boschziekenhuis), en prof. Hans Zaaijer, medisch microbioloog aan het VU en AMC en bij de bloedbank Sanquin belast met via het bloed overgedragen infecties.
De sprekers:
Mariken Ruiter besprak haar literatuuroverzicht. Ze behandelde kort zoönosen, resistentie tegen antibiotica, geur, fijn stof door de landbouw en andere vormen van milieudruk en bijbehorende risico’s. De volledige tekst van de publicatie is te vinden op http://www.brabantsemilieufederatie.nl/nieuws/rapport-volksgezondheid-en-veehouderij-aangeboden-aan-provincie/ . Op Volksgezondheid en veehouderij: alles op een rij heb ik al eerder over deze publicatie geschreven.
Ignas van Bebber noemde vooral kengetallen als dat de exportwaarde van vlees, zuivel en eieren (13 miljard bruto, netto minder, wat slechts een beperkt deel is van de landbouw als geheel). Dit terwijl bijv. de maatschappelijke kosten van alleen al COPD/astha en hart- en vaarziektes ook bijna 13 miljard zijn (welke uiteraard lang niet alleen door de landbouw veroorzaakt worden). De Nederlandse landbouw is niet onmisbaar bij het voeden van de wereld.
De veeteelt als geheel moet leren zijn balans met de omgeving terug te vinden.
Hans Zaaijer betoogde dat de intensieve veeteelt de veiligheid van de bloedtransfusies schaadde. Hij noemde als voorbeeld de Q-koorts, de gekke koeienziekte en Hepatitis-E.
Bij een dierendichtheid als in ZO Brabant is het geen vraag, maar een zekerheid dat er infectieziekten zullen gaan uitbreken. Daar kan altijd iets onverwachts tussen zitten.
Toen men bij Sanquin vernam van het fenomeen Q-koorts, moest er in allerijl iets geregeld worden dat die zich niet via bloedtransfusies ging verspreiden. 3 op de 1000 donors had de Q-koorts en 10% van de mensen uit het gebied had een Coxiella-infectie doorgemaakt (‘dus ook 10% van deze zaal’). Chronische Q-koorts blijkt overigens niet in het bloed terug te vinden.
De gekke koeienziekte is nog steeds ‘krakend relevant’ . ‘Bij 1 op de 2000 verwijderde blinde darmen treft men de ziekte aan’. Er was pas weer een dode.
Een op de tien varkenslevers is besmet met het Hepatitis E-3 virus (HEV). Daardoor zit het virus in 80% van alle leverworsten. Normaal gezonde mensen merken daar niets van, maar bij een ernstig verzwakte afweer kan het je zomaar je lever kosten.
Zaaijer vond het bijvoorbeeld schokkend dat bij kippen het antibioticum Colistine gebruikt werd, een last resort-antibioticum dat dat mensen moet beschermen tegen multiresistente bacteria die nergens anders meer op reageren.
Staatssecretaris Van Dam (zelf een Brabander) betoogde dat de politieke opvattingen over de landbouw sterk uiteen liepen, waardoor meerderheden van tevoren allerminst vast stonden. Enkele stemmen konden het verschil maken.
Zo doorgaan als nu kon niet, maar boeren moesten wel een perspectief krijgen. Geen bulk meer, maar kwaliteit. ’We moeten meer gaan verdie-
nen met minder kippen’.
Een ingreep in Brabant is onontkoombaar, maar ‘de provincies hebben daar nu geen gereedschapskist voor’. Een zoneringssysteem, dat alleen gericht is op de gezondheid, is wetenschappelijk te zwak onderbouwd om Raad van State-proof te zijn. Hij wil zo snel mogelijk een nieuwe wet op tafel leggen (de Wet Veedichte Gebieden), die aan provincies ontbrekende bevoegdheden geeft, waardoor ze andere criteria kunnen meewegen dan alleen de gezondheid. Dat kan tot een stand still leiden in (delen van) de provincie.
Van Dam prees het Brabantse provinciebestuur (waarin o.a. SP-er Johan van den Hout), maar zei dat andere provinciebesturen soms helemaal geen nieuwe bevoegdheden wilden want dan moesten ze die van hun burgers gaan gebruiken. Van Dam noemde het CDA/VVD gedomineerde College van GS van Gelderland als voorbeeld hoe er ook heel anders gedacht werd.
Die nieuwe wet zal door de nieuwe Tweede Kamer behandeld worden en het was dan ook van groot belang dat en wat de mensen gingen stemmen.
De politici en de discussie (geleid door Ron Lodewijks, bestuursvoorzitter van de BMF)
De discussie ging alle kanten op.
De aanwezige boeren probeerden het wetenschappelijk materiaal onderuit te halen of anders te interpreteren, wat op onderdelen kan maar niet over het hele plaatje.
De zaal zei dat het advies van de Commissie Geurhinder Veehouderij al een half jaar geleden ingediend was, en waar de reactie bleef? Daar kon Van Dam geen antwoord op geven.
Op de vier stellingen
- het exportbelang van de veehouderij gaat ten koste van de volksgezondheid
- woon- en leefklimaat verdienen ene betere bescherming tegen de stank van de veehouderijen
- mestfabrieken zijn een risico voor de volksgezondheid
- de verkleining van de veestapel moet in het volgende regeerakkoord worden vastgelegd
vielen de reacties uiteen in drie groepen:
- partijen die voor de boeren zijn (CDA, CU) verspreiden mist door te beweren dat allerlei ingrepen in de huidige wet al kunnen (wat niet zo is) en dat we er ‘samen’ uit moeten komen.
- partijen die zich enigszins op de vlakte hielden en waarvan de vertegenwoordigers blijk gaven van een kennisachterstand (D66, 50+ )
- partijen die de veehouderij terug willen dringen (SP, GrLinks, PvdD, PvdA)
Op de vierde stelling (verkleining veestapel in het regeerakkoord) reageerden CDA en CU negatief en de andere partijen positief. Op papier kan dat een meerderheid worden.
Henk van Gerven van de SP kwam tijdens de discussie met een uitdagingen aan zijn collega’s van de andere politieke partijen, nl om een overheidsfonds vormen om de slachtoffers van de Q-koorts te compenseren. Dit kreeg de steun van alle partijen, ook van de PvdA die bij een eerdere poging in de Tweede Kamer nog tegengestemd had.