Het Eindhovense vliegveld verplaatsen, verkleinen of opheffen?

Het publiek bij Knegsel 19 op zaterdag 23 november 2024

Op 26 september 2024 kopte het Eindhovens Dagblad groot “Sluit Eindhoven Airport en bouw daar woningen”, waarop een maatschappelijke discussie ontstond met uiteenlopende posities. Het idee was gelanceerd (dat bleek pas in het Eindhovens Dagblad van 25 november) door ex-Trudodirecteur Thom Aussems, samen met ex-Campina-CEO en ex-PSVdirecteur Sanders en enkele Eindhovense ‘bouwpausen”.
De directe aanleiding tot dit initiatief was de voorgenomen baanrenovatie, annex aanleg van een duur nieuw Instrumenteel Landings Systeem (ILS) in 2027.
De eerste reactie van BVM2 is te vinden op bvm2.nl/het-vliegveld-opheffen? .

BVM2 zag in de discussie een goede basis voor de halfjaarlijkse Knegselbijeenkomst, die plaatsgevonden heeft op zaterdag 23 november 2024.

Het belang van de 20Ke-zone
Rond militaire vliegvelden heeft de 35Ke-zone juridische kracht. Daarbinnen mogen geen kwetsbare bestemmingen gebouwd worden zoals woningen en scholen. De 35Ke-zone heeft een in het nu nog vigerende Luchthavenbesluit 2014 voorgeschreven maximum, voor het civiele vliegen op vliegveld Eindhoven 9,39km2 (zonder meteomarge). Het is een van de twee beperkingen op de omvang van het vliegverkeer (de andere beperking is het maximum aantal vliegbewegingen).
Om tot het Aldersadvies uit 2010, dat ten grondslag ligt aan het Luchthavenbesluit (annex MER) 2014, is er onderhandeld met de regio. In die onderhandelingen is bestuurlijk (tussen wethouders) afgesproken dat in aanvulling op de 35Ke-zone ook naar de 20Ke-zone gekeken moet worden (bedoeld wordt die van het civiele en militaire vliegen samen). De afspraak is dat er binnen de 20Ke-zone geen grootschalige nieuwbouw van woningen plaats gaat vinden.
De afspraak is neergelegd in het Aldersadvies (blz 19 en 20) en bijvoorbeeld in een Raadsinformatiebrief van B&W van Eindhoven dd 10 mei 2011.
Deze regionale afspraak kostte de regio meteen al 3000 woningen in het Sonse plan Nieuwe woud (de uitbouw van Sonniuswijk).

De aanwezigheid van een vliegveld heeft dus een ruimtelijke prijs.

(CDA betekent Continuous Descent Approach, landen in glijvlucht met zo weinig mogelijk motorvermogen)

Die prijs is behoorlijk hoog, want de 20Ke-zone is behoorlijk groot.  Zeg maar in ruwe termen 100km2, waar dus geen woningbouw mag plaatsvinden. Om met Thom Aussems, ex-directeur van een woningbouwvereniging te spreken ‘Die luchthaven kan ook ergens anders, bij ons ligt die alleen maar in de weg” (EhvD 25 nov 2024).

In 2019 is het advies-Van Geel uitgebracht. Daarin wordt voorgesteld de oppervlakte van de civiele ‘sigaar’ van 35Ke met 30% te verkleinen van 2019 op 2030. Dit advies wordt in de regio breed gesteund, maar de realisatie gaat uiterst traag en met voortdurend touwtrekken.
Als de civiele 35Ke-zone met 30% krimpt, krimpt de civiele 20Ke-zone logischerwijs ook met 30% en vervalt dus in grofweg 30km2 de woningbouwblokkade.
De realisatie van het advies-Van Geel is dus een noodzakelijke voorwaarde voor de uiterst ambitieuze woningbouwtaak van de regio. Of het een voldoende voorwaarde is, moet blijken.

Het militaire vliegen
Vliegbasis Eindhoven is een militair vliegveld met civiel medegebruik. Defensie is er de baas.
Volledig opheffen van het vliegveld zou betekenen dat ook  Defensie ergens anders naar toe moet. In een tijd van toenemende geopolitieke spanningen is dat niet meteen aannemelijk.

Het militaire vliegen heeft zijn eigen 35Ke-contour.

Het debat in Knegsel op 23 november 2024.
in aanwezigheid van ca 70 mensen als publiek, begon de ochtend met een forum met vier deelnemers, voorgezeten door Lucas van Houtert van het Eindhovens Dagblad als vijfde persoon.

Vlnr Wim Scheffers, Leo Bus, Eric Van Schagen, Lucas van Houtert, en Thom Aussems

BVM2-voorzitter Wim Scheffers trapte af met een korte introductie waarin de situatie geschetst werd. Hij merkte op dat er ook elders in de wereld luchthavens verplaatst zijn als de stad te dichtbij kwam.
Hierna volgden de andere drie deelnemers aan de discussie.

Eric van Schagen is voorzitter van VNO NCW Brabant Zeeland. Hij en zijn organisatie waren niet betrokken bij het opheffings- of verplaatsingsvoorstel van twee maanden geleden en werden er door overvallen. VNO NCW als organisatie heeft dan ook geen mening en Van Schagen sprak daarom a titre personel.
Hij stond open in deze discussie.
Opheffing of verplaatsing was niet zijn idee. Dat vanwege de geopolitieke situatie en ook waar je dan met die strook naar toe zou moeten. Het zou veel geld kosten en een andere regio met het probleem opzadelen. Een zekere overlast moet men in dit leven accepteren, maar over verkleinen van de footprint valt te praten. In elk geval moet Van Geel uitgevoerd worden.
Voor zakelijke vliegers maakt een reisafstand naar het vliegveld van bijvoorbeeld 60km niet uit.
Hij vond “als liberaal” wel dat de milieukosten van het transport in de prijs verwerkt moesten worden. Dan worden de tickets maar duurder.

Thom Aussems (nu voorzitter van Urbandustrial, https://www.linkedin.com/in/thom-aussems-a256046/ ) vindt dat de regio, vanwege de schaarse beschikbare grond, keuzes moet maken.
Bijvoorbeeld vóór ruimte-intensieve en tegen ruimte-extensieve bedrijvigheid (bij ASML werken 12000 mensen en bij een distributiecentrum in Best 67).  De regio moet ook durven te kiezen voor meervoudig ruimtegebruik.
In snel tempo kwamen de cijfers uit zijn mond.
Het eigenlijke terrein van het vliegveld  zelf is 639 hectare. Dit bij bijvoorbeeld 50 woningen netto per hectare geeft ruimte voor ca 30.000 woningen. Maar toch, het gebied is geheel in handen van het Rijk zelf, dus geen gefriemel met allerlei eigenaren en speculanten, en het ligt zeer gunstig ten opzichte van de al bestaande infrastructuur. Aussems wees erop dat de woningdichtheid op StrijpS 83 woningen per hectare bedroeg (veel hoogbouw).
Aussems kent geen onmisbaar economisch belang aan het burgervliegveld toe. De winst komt vooral uit parkeren en horeca, het aantal fte’s is minimaal en het vliegveld faciliteert vooral vakantievluchten voor mensen van buiten de regio. De toegevoegde waarde voor de regio zelf is minimaal.
Het daarnaast verdwijnen van het 20Ke-belemmeringsgebied van 100km2 (of van de 30% daarvan die als krimp uit het advies-Van Geel volgt) deed Aussems watertanden vanwege de ruimtelijke ontwikkelingskansen die er dan in de regio brijkomen.

CBS-cijfers tonen aan dat er in de regio Eindhoven nauwelijks enige relatie bestaat tussen de groei van de luchtvaart en de groei van de economie

Leo Bus is een vervoerseconoom en consultant op dat gebied. Hij begon met de disclaimer dat hij geen kennis heeft die specifiek op Eindhoven Airport gericht is.

Leo Bus en zijn compagnon Walter Manshanden hebben in juli 2024 een MKBA (Maatschappelijke Kosten-Naten Analyse) opgesteld voor de herontwikkeling van het gebied van Rotterdam-The Hague Airport (RTHA, in de volksmond Zestienhoven). Een MKBA is een officieel gedefinieerde procedure die m.b.v. gestandaardiseerde kengetallen zowel de directe als de indirecte kosten en baten in kaart brengt, die het gevolg zijn van een bepaalde handeling (in casu het opheffen van RTHA en het anders bestemmen van het gebied, bijvoorbeeld voor woningbouw).
Zoiets gebeurt door die kosten en baten over 100 jaar op te tellen via een z.g. Netto Contante Waarde ( NCW ) – berekening. Daarin tellen kosten en baten minder mee naarmate ze verder in de toekomst liggen.

De belangrijkste conclusies van het RTHA-rapport staan samengevat in onderstaande twee tabellen.

Bijvoorbeeld: de residuele grondwaarde in het scenario- Noorderbos levert over 100 jaar (NCW) 2402 miljoen Euro baten ( + ). Daar staat 617 miljoen kosten ( – ) tegenover aan gemiste luchthavengelden, en bijvoorbeeld 507 miljoen ( – ) aan bereikbaarheidskosten (dat is in praktijk dat je langer in de auto zit om op het vliegveld te komen). Enzovoort.
Het opheffen van RTHA zou over de periode 2026 t/m 2125 per saldo €1830 miljoen aan directe en € 1447 miljoen aan indirecte baten met zich meebrengen. Men kan dit zien als een business case om RTHA te sluiten en het gebied op verstandige wijze te hergebruiken.

Bus heeft een dergelijke studie niet uitgevoerd voor Eindhoven Airport, omdat daartoe geen opdracht gegeven is.
Wat Bus wel gedaan heeft, is kengetallen van RTHA en van vliegveld Eindhoven naast elkaar zetten. Daarna geeft hij een kwalitatieve verwachting van wat er vergelijkbaar onderzoek als bij RTHA zou opleveren, als het zou plaatsvinden. Beter dan dat kan hij op dit moment niet.

Wat opmerkingen hierbij vanuit BVM2 (bjmgerard):

  • LAAG en HOOG hebben betrekking op de sociaal-economische WLO-scenario’s
  • Allesbepalend is wat er met de militaire functie gebeurt. Als die vervalt, kan het gebied herontwikkeld worden en is het financiële saldo minstens een orde van grootte meer dan bij RTHA. Als de militairen blijven zitten, is het financiële saldo, zoals hier geformuleerd, 0
  • Wat bij de RTHA-studie niet meegenomen is, mogelijk omdat deze afspraak daar niet bestaat, is enerzijds de blokkade op woningbouw binnen de 100km2  van de20Ke-zone en anderzijds de mogelijkheid dat die blokkade deels vervalt. Dan kan bijvoorbeeld landbouwgrond deels worden omgezet in een woonbestemming.
    Als dat bijvoorbeeld bij 10% van de contouroppervlakte zou lukken, zelfs bij een zeer lage woningdichtheid van maar 25 woningen per hectare, zou dat ruimte vrijmalen voor nog eens 25.000 woningen.
    Mogelijk ook valt er een link te leggen met de landbouwtransitie.
    Dit alles geeft baten, maar er is zonder nader onderzoek geen verstandig woord te zeggen in welke orde van grootte die baten liggen.
  • De klimaateffecten in Eindhoven moeten groter zijn dan bij RTHA, simpelweg omdat er meer kerosine getankt wordt.
    De niet-CO2 factor in Eindhoven is ongeveer 2 (bij X CO2 – effect hoort 2X niet-CO2 effect). Zie https://bvm2.nl/elke-ton-co2-uitgestoten-vanaf-eindhoven-airport-telt-voor-drie/ .
  • Als in 2027 de eerder genoemde dure baanrenovatie annex nieuw ILS eenmaal gerealiseerd is, wordt de weg terug nog veel moeilijker. Nu is dus de tijd om goed na te denken.

De opmerkingen in de forumdiscussie en vanuit de zaal zijn bij de betreffende spreker verwerkt.

Het Eindhovense vliegveld opheffen?

Ik plaats hier na lichte bewerking een artikel, dat ik geschreven heb voor de site van het Beraad Vlieghinder Moet Minder (BVM2) in de regio Eindhoven.  Het is een iets groter publiek waard.

Eindhoven Airport vanaf de Spottershill

Wat er in de krant kwam
Het Eindhovens Dagblad publiceerde op 26 september 2024 over twee volle pagina’s het artikel ‘Sluit Eindhoven Airport en bouw daar woningen’ (zie ondernemers-willen-tijdelijke-sluiting-airport-omzetten-in-definitieve-brainport-krijgt-hier-een-eenmalige-kans) . Het idee was afkomstig uit ondernemerskringen. Men noteerde als ondersteuner o.a. Tiny Sanders, ex-directeur van de Campina en van PSV; Leon van de Kerkhof van Kero Vastgoedontwikkeling; Geert Hurks van de Hurks Groep.
Het idee is dat het vliegveld in 2027 toch dicht moet voor baanwerkzaamheden, en de gedachte is dat je er dan net zo goed meteen mee kunt stoppen. Met name de bouwbedrijven, maar ook bijvoorbeeld iemand als ex-Trudodirecteur Thom Aussems, keken verlekkerd naar de enorme woningbouwmogelijkheden als het vliegveld geen vliegveld meer zou zijn. Enige tienduizenden woningen zou zomaar moeten kunnen.

Uiteraard werkte het idee als knuppel in het hoenderhok. Een dag later stond er driekwart pagina reacties ( Eindhoven Airport sluiten? Een krankzinnig idee), waaronder een reactie van mij in mijn rol  als BVM2-secretaris, en van BOW-voorzitter en BVM2-medebestuurder Klaas Kopinga.

De reacties van anderen
Men kan enkele typen reacties onderscheiden.

Eerst was er een poll op het eind van het eerste artikel “Moet Eindhoven Airport sluiten om plaats te maken voor woningbouw?”. Die eindigde na 2243 stemmen in 49% nee, 48% ja en 3% geen mening. Dus opmerkelijk weinig mensen die het niet interesseert en meer animo dan tegen het vliegveld  dan ooit tevoren.

Dan zijn er reacties die niet zozeer tegen het idee zijn, maar die op de onhaalbaarheid focussen, zoals die van Eric van Schagen, voorzitter VNO-NCW Brabant en Zeeland.  Het is opmerkelijk hoe lauw in regionale ondernemerskringen het belang van het vliegveld gewaardeerd wordt. Zelfs een relatieve tegenstander van opheffing, zoals Ferdinand Gremmen van SDK Vastgoed, ziet ook de voordelen.
Johan Martens, voorzitter van het Ondernemers Kontakt Eindhoven Airport, noemt de economische betekenis van het vliegveld voor de regio beperkt – dat geldt overigens ook voor zijn eigen bedrijventerrein, waarvan de luchtvaartgebondenheid bepaald niet in het oog springt.
Ook in het Luchthaven Eindhoven Overleg schitteren de ondernemers, al dan niet Brainportachtig, meestal door  afwezigheid.

Verder zijn er de institutionele tegenstanders van opheffing waarvan men het standpunt bij voorbaat uittekenen kan, zoals Schiphol (voor 51% eigenaar van de civiele onderneming Eindhoven Airport)  en Defensie – staatssecretaris Tuinman laat weten eerder meer dan minder Defensieruimte nodig te hebben. En aangezien deze beide instanties de baas zijn op het vliegveld, is de opheffing van het vliegveld zeer onwaarschijnlijk.

Een curiosum is de mening van het Eindhovense VVD-gemeenteraadslid Lex Janssen, tevens fractievoorzitter. Die meent (ten onrechte) dat er met grotere, stillere en schonere toestellen meer kan worden gevlogen. Verder stelt hij en passant voor om op het vliegveld civiele vrachtvluchten toe te staan (die er nu niet zijn), want de machines van ASML (enorme, maar kwetsbare, bakbeesten waarvoor ongetwijfeld grote en complexe constructies nodig zijn) moeten op Eindhoven worden ingeladen en niet  op Schiphol. Waarom dat moet, wordt niet uitgelegd.
In elk geval op Schiphol voldoen vrachtvluchten aan twee kenmerken: dat gebeurt in oude vliegtuigen en die vliegen ’s nachts. Wil de VVD herrievluchten in de nacht?
Overigens zitten in het pakket van Eindhoven Airport geen voor ASML  relevante intercontinentale bestemmingen als Taiwan en de USA.


De reactie van BVM2
Het artikel in het Eindhovens Dagblad was niet, zoals half  voor de grap gezegd werd, zoiets als een briljant complot van BVM2. Integendeel, BVM2 wist van niets en slechts bij toeval hoorde ik een dag van tevoren dat dit er aan zat te komen. Was er tenminste nog enig intern overleg mogelijk voor journalist Lucas van Houtert belde.

BVM2 had, en heeft, geen mening  klaarliggen over het opheffen van het vliegveld. Dat is een zo weinig realistisch scenario (civiel en, meer nog, militair) dat het niet loonde om daar je energie in te steken. Dus kon ik de bellende journalist niet zomaar even namens BVM2 een pasklaar antwoord ja of nee geven.

BVM2 heeft altijd gesteld dat het vliegveld economisch weinig voordelen voor de regio heeft. De recente reizigersmonitor ( https://bvm2.nl/onduidelijke-reizigersmonitor-levert-toch-paar-essentiele-inzichten-op/ ) bevestigt dat. Ruim de helft van de passagiers bestaat uit vakantiegangers, en daarvan is het overgrote deel ‘outbound’ (geeft het geld elders uit), en komt minder dan de helft uit Brabant, en nog minder dan die helft uit Zuidoost-Brabant.
Zie desgewenst ook https://bvm2.nl/manshanden-het-nederlandse-luchtvaartbeleid-zou-zin-hebben-in-congo/ .

Ook de werkgelegenheid is geen groot punt.
Als het militaire Eindhovense vliegveld zou sluiten (wat niet zal gebeuren), verplaatst de bijbehorende werkgelegenheid zich gewoon naar elders. Defensie heeft een schreeuwende behoefte aan personeel.
De civiele werkgelegenheid haalt bij lange na de 1500 niet die het Eindhovens Dagblad noemt. Eindhoven Airport is geen economische motor. Eind 2023 werkte er bij Eindhoven Airport 73,8fte en bij het hotel 10,5 fte ( https://jaarverslag.eindhovenairport.nl/medewerkers/ons-team ).
Bijvoorbeeld het Marechaussee-personeel moet niet meegeteld worden, want die werken sowieso ergens. Het personeel  van de luchtvaartmaatschappijen is ook niet erg regiogebonden.
En de luchtvaartgebondenheid bij de bedrijventerreinen is niet afwezig, maar ook niet heel groot. Sowieso floreren de bedrijventerreinen Eindhoven Airport en Flight Forum niet bovenmate ( https://bvm2.nl/gebiedsvisie-eindhoven-airport-district/ ).

Flght Forum

In het theoretische geval dat Eindhoven Airport niet zou bestaan, zou de economie van de regio daar nauwelijks onder lijden. De meest existentiële hinder zou er zijn voor de arbeidsmigratie uit Oost-Europa.
Waarschijnlijk zou de extra bouwgrond eventuele nadelen meer dan goed maken.

De beperkingen van het woningbouwmogelijkheden in de regio vanwege het vliegveld komen bij BVM2 wel op een andere manier aan de orde, legde ik aan de journalist uit.
De oppervlakte van het vliegveld zelf zit ergens rond de 3,5 a 4 km2 (bij bijvoorbeeld 25 woningen per hectare goed voor 9000 woningen).
Maar ten tijde van de Alderstafel (advies 2010) hebben de wethouders in de regio afgesproken (zonder dat dat in een formele wet is vastgelegd) dat er geen grootschalige nieuwbouw komt binnen de z.g. 20Ke-zone, ruwweg een sigaar op de kaart van Zuid-Veghel tot Duizel. Die sigaar heeft een oppervlakte van rond de 100km2. Het advies-Van Geel ( https://bvm2.nl/samenvatting-eindrapport-proefcasus-eindhoven-airport/ ) wil dat de wettelijke 35Ke-geluidscontour 30% kleiner wordt, hetgeen betekent dat de daarbuiten liggende 20Ke-geluidscontour ook 30% kleiner wordt. Dus uitvoering van Van Geel zou grofweg het opheffen van 30km2 bouwverbod betekenen. Kunnen de bouwondernemingen niet op het vliegveld zelf bouwen, maar wel (veel meer zelfs) in bijvoorbeeld Meierijstad. Zie https://bvm2.nl/who-geluidsadvies-heeft-grote-gevolgen-voor-woningbouwlocaties-rond-vliegveld/  en https://bvm2.nl/bvm2-verbaasd-over-woningbouw-op-het-kantorencluster-van-bedrijventerrein-flight-forum/ .
Ook de recente, meer realistische, afspraak van BVM2 met zijn achterban, om toe te werken naar 25.000 a 30.000 fossiele vliegbewegingen per jaar zou een woningbouweffect in die orde van grootte hebben.

Woningbouwlocaties vlak buiten de 20Ke-contour

Civiel en militair zijn twee geheel verschillende verhalen, meldde Bernard Gerard bij de journalist.
Civiel gaat niet om leven en dood. Als er minder gevlogen wordt, kunnen minder mensen minder vaak op vakantie naar Malaga. Dat is vervelend voor die mensen, maar ook niet meer dan dat. Bovendien zal toch het klimaat steeds verder doorwerken in de omvang van de luchtvaart. Er komt bijvoorbeeld een CO2 – cap op regionale luchthavens ( https://bvm2.nl/5218-2/ ), en daar valt niet met alleen technische middelen aan te voldoen. Er moet gewoon minder gevlogen worden.
Militair vliegen gaat wel om leven en dood. BVM2 is geen politieke organisatie en accepteert hier de democratisch vastgestelde defensietaak. Er valt te mopperen over de uitvoering daarvan, zoals te laag vliegen of over woonbebouwing, of zinloze rondjes, maar niet over de basistaken.

BVM2 ziet graag de steun van het bedrijfsleven voor een forse krimp van het aantal vliegbewegingen.

Waar mag je van het klimaat nog bouwen?

De nieuwe klimaatkaart-website
Begin april 2024 heeft de Rijksoverheid een interactieve kaart uitgebracht  Ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving . De kaart staat in een langere reeks van onderzoeken, publiekswebsites en beleidsdocumenten, maar is in zoverre nieuw dat het de basis is om enkele relevante thema’s wettelijk te formaliseren. Het kader gaat toegepast worden op nieuwbouwprojecten en nieuwe gebiedsontwikkelingen waar op 1-1-2025 nog geen bestemmingsplan voor is. Via de ruimtelijke ordeningswetgeving in de nieuwe Omgevingswet gaat de uitkomst van de thema’s onder het bestuursrecht vallen. Die thema’s zijn waterveiligheid (menselijke slachtoffers), wateroverlast (schade), bodemdaling en de beschikbaarheid van drinkwater.

Er bestaan nogal wat voorafgaande documenten en websites, teveel om allemaal te benoemen. In elk geval verdienen vermelding:


Per thema, en ook voor de gezamenlijke thema’s gecombineerd, worden risicoklassen gedefinieerd, die lopen van klasse 0 (mag gebouwd worden, eventueel met inzet van de ‘maatlat-richtlijn’, via klasse A (mag gebouwd worden mits de ‘meetlat’), via B en C (mag gebouwd worden onder steeds zwaardere voorwaarden) tot D ‘nee tenzij’ of gewoon ‘nee’ (zie de legenda hierboven). Per thema is de onderliggende definitie van waarom iets klasse A is en geen B , verschillend. Hierover verderop meer.

Als een kaart alleen maar vermeldt welke klasse een gebied is, en niet meer dan dat, heet die kaart een ‘sturingskaart’. De kaartafbeelding waarmee geopend wordt (die een heel eind ingezoomd kan worden), is dus een sturingskaart voor heel Nederland. De kaart heeft al verschillende persartikelen opgesierd.
Als een kaart, behalve de klasse, ook verdere inhoudelijke informatie geeft (bijvoorbeeld potentiële waterdieptes bij een overstroming of potentiële bodemdaling in cm), heet de kaart een ‘inspanningskaart’. Die bestaan dus alleen voor afzonderlijke thema’s.

Overstromingsrisico’s zijn worst case ingeschat. In theorie is de kans dat een primaire dijk (zee of grote rivieren) het begeeft niet nul, maar in praktijk is het sinds 1953 niet voorgekomen.
Gewerkt wordt met het KNMI-klimaatscenario WHoog van 2014, omdat het nieuwe scenario er toen nog niet was. Als het LIWO de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI verwerkt heeft (en ook bij andere belangrijke nieuwe kennis) wordt de Ruimtelijke afwegings-website geupdated.
De Ruimtelijke afwegingwebsite gaat uit van een zeespiegelstijging van 1m in 2100, en dat dan de veiligheidsnorm dezelfde is gebleven als in en na 2050. Dat betekent wel heel veel dijkverzwaring. Aan de andere kant, betoogt het ondersteunende uitlegdocument, zit er nogal wat onzekerheid in het klimaat, dus toch maar het worst case-scenario. En of men dat nu overdreven vindt of niet, dat wordt de regelgeving.

De opstellers van de website gaan ervan uit dat 5 a 10% van de oppervlakte bestemd wordt voor waterberging, alsmede een niet genoemd percentage voor dijkverzwaring. Maar omdat daar nog te weinig concreet over bekend is, is dat nog niet in de kaarten verwerkt.

Omdat deze site focust op Noord-Brabant, geef ik hierna themakaarten voor deze provincie.


Themakaarten voor Noord-Brabant
Voor drinkwater bestaat er alleen een sturingskaart (zie boven). Het oosten van NBrabant heeft op korte termijn een probleem, het westen van de provincie heeft een acuut probleem. Er is daar geen drinkwater voor nieuwe woonwijken.

Eerst hieronder de sturingskaart ‘Blootstelling overstroming West-Brabant’. Ik ken het gebied maar oppervlakkig dus ik zeg er niet veel over. Ik vind de risico’s aan weerszijden van de Mark, en boven en onder Bergen op Zoom, opmerkelijk.


In het uitlegdocument worden bij Blootstelling overstromingen (dus het schadeverhaal, niet het slachtofferverhaal), dus bovenstaande legenda, als volgt gedefinieerd:

  • Ja. Met het toepassen van de ‘maatlat’ zijn de risico’s voldoende geadresseerd en het risico manifesteert zich niet
  • A  Ja, accepteren. Kans =< 1:10.000 per jaar op waterdiepte >20 cm. Het risico is acceptabel: geen eisen naast maatlat (Ja)
  • B Ja mits, kleine opgave. Kans =< 1:1.000 maar > 1/10.000 per jaar op >20 cm of maatgevende waterdiepte in dat gebied
  • C   Ja mits, gemiddelde of grote opgave. Kans =< 1:100 maar > 1/1.000 per jaar op >20 cm of maatgevende waterdiepte in dat gebied
  • D   Nee tenzij. Kans > 1:100 per jaar op >20 cm of maatgevende waterdiepte in dat gebied. De kans op blootstelling is te groot (Nee, tenzij)
  • Gewoon NEE. In Brabant zijn dat de uiterwaarden van de Maas en de Merwede.

De Ruimtelijke afweging-website biedt de mogelijkheid aan om die maatgevende waterdieptes te bekijken (dus, worst case-scenario).
Het is illustratief om dat voor den Bosch en omgeving te doen (de ‘Moerasdraak’ uit de 80-jarige oorlog, door Frederik Hendrik ingenomen). Den Bosch is zoiets als het afvoerputje van oost-Brabant. Den Bosch kan een probleem krijgen vanuit het zuiden via de rivieren de Dommel en de Aa (regionale waterkering) en vanuit het Noorden via een Maasdoorbraak (primaire waterkering) en vanuit het westen via het Afwateringskanaal (dat bij Waalwijk in de Maas komt). De LIWO-site behandelt deze mogelijkheden apart op https://basisinformatie-overstromingen.nl/#/maps  (kies aldaar B,C of D en zoom in op Den Bosch).
De Ruimtelijke afweging-site combineert deze dreigingen, omdat het wel of niet bouwen de vraag is en daarvoor de uiteindelijke uitkomst telt.

De overstromingsplaatjes voor Den Bosch. Let wel dat de schaal van de plaatjes niet steeds dezelfde is.
(De slachtofferanalyse volgt ongeveer de schadeanalyse, omdat het aantal slachtoffers van dezelfde waterdieptes afhankelijk is. De gevaarklassen bevatten ook verwijzingen naar het aantal verdiepingen en shelteraanwezigheid. Dit wordt hier niet apart behandeld.)

 
Sturingskaart Den Bosch (Rood is de Maas)
Waterdieptekaart D is ongeveer gelijk een het paarse gebied op deze kaart. Daar moet je iets aparts doen (en dat goed onderbouwen) om toch te mogen bouwen, bijvoorbeeld alleen maar woonboten of huizen op palen – dat soort dingen.
Nu is het paarse gebied direct ten Zuiden van Den Bosch het Bossche Broek en dat is Natura2000-gebied, dus de Afwegingwebsite verbiedt hier iets wat toch al niet kan (en wat waarschijnlijk ook niemand wil). Dat kan op meer plaatsen het geval zijn.


Waterdiepte klasse C
Valt vooral op omdat de kans ruim een op 1000 is dat in grote gebieden ten zuiden en zuidoosten van Tilburg decimeters water staan.
Zo ook nabij Dommelplaatsen als Son en Breugel, SintOedenrode, Boxtel en Sint Michielsgestel. Er mag gebouwd worden, maar dat is, zoals dat officieel heet, een ‘grote opgave’. Deels gaat dit om gebied dat sowieso al beschermd is, maar mogelijk ook een deel niet. Dat wordt belangrijk voor nieuwe woningbouwplannen in die gemeenten.

Waterdiepte klasse B
De kans ligt tussen de een op duizend en een op tienduizend dat er in de wijde omgeving van Den Bosch gebieden, inclusief Den Bosch zelf, decimeters tot meters onder water staan. Daar mag gebouwd worden mits men daar, vanwege de term ‘kleine opgave’ extra voorzieningen aan  de woningen treft.


Waterdieptekaart A. Kans op een waterdiepte > 20cm is kleiner dan 1 op 10.000 jaar. Hier mag gebouwd worden, mits aan de ‘maatlat’ voldaan wordt. de lichtste kleuring begint vanaf 20 cm de Loonse en Drunense duinen staan dan onder water). In Helvoirt en Vught ten Noorden van de N95 staat dan ongeveer 1m water.
Het afwegingskader vindt dat niet erg genoeg voor een aparte vermelding. Er mag gewoon gebouwd worden.

Het opwarmende klimaat maakt de weersfluctuaties steeds extremer, en maakt daarmee de woningbouw moeilijke en duurder. Stopcontacten anderhalve meter boven de grond positioneren (zoals minister Harbers zei bij de aanbieding van de Afwegingswebsite) is niet ingrijpend, drempels en een voorraadje zandzakken en schotten en een tegelvloer en kwetsbare dingen op de eerste verdieping zetten ook niet, maar zowel de woningen als de riolering als de ondergrondse bekabeling op heipalen zetten (voorbeeld ook weer van Harbers) tikt ook in de woningprijs flink aan.

Nog ingrijpender is het voorstel van rijksbouwmeester Francesco Veenstra om de woningbouw op de hoge en droge zandgronden van Oost- en Zuidnederland te gaan concentreren. Met andere woorden: verschuif het zwaartepunt van Nederland ( https://www.ad.nl/binnenland/nederland-moet-groeien-in-het-hoger-gelegen-veilige-oosten-met-volop-ruimte~aa4167f6/243331343/ ).

De aarde in het algemeen, en Nederland in het bijzonder, loopt tegen zijn fysieke eindigheid aan.

Nieuwe geluidswetgeving belemmert woningbouw ook rond vliegveld Eindhoven

Hoe het ook al weer zat met de Aanvullingsregeling Geluid
Het is al vaak uitgesteld, maar het is nog steeds de bedoeling dat de nieuwe Omgevingswet van kracht wordt. Daartoe moeten bestaande milieuwetten in de nieuwe wet ondergebracht worden, zo ook de Wet geluidshinder en de wet Milieubeheer, voor zover die over geluid gaat.
Dat gaat via de trits wet – besluit -regeling. De eerste twee stappen zijn geruisloos verlopen en juridisch zou ook de regeling-stap geruisloos kunnen verlopen (de Raad van State had er maar één kantje advies voor nodig), maar toen brak de hel los. Het bleek dat in grote gebieden rond Schiphol geen normale nieuwbouw van woningen meer mogelijk was. 60.000 tot 80.000 woningen zouden met de nieuwe regels te maken krijgen, waarvan grofweg de helft niet met de oude regels te maken gekregen zou hebben.

Voor een uitgebreidere beschrijving zie https://www.bjmgerard.nl/brabantse-sp-stelt-vragen-over-woningbouw-vliegvelden-en-geluid/ , en dan de volledige tekst in de bijlage.

Het komt er in het kort op neer

  • De Wet luchtvaart blijft bestaan en wordt niet opgenomen in de Omgevingswet. De Wet luchtvaart kent zijn eigen geluidsregime, dat beschreven wordt met geluidscontouren
  • Voor alle  andere geluidsbronnen worden in de nieuwe Omgevingswet rond de bron standaard- en grenswaarden ingesteld voor nieuwe kwetsbare bebouwing. Als voorbeeld worden in dit verhaal gehanteerd Rijks-  en provinciale wegen, waar deze standaard- en grenswaarden resp. 50 en 65 dB Lden zijn.
  • Als een nieuw woningbouwproject langs een provinciale of rijksweg volgens de planning boven de 50 dB Lden uit zal komen, moet een geluidscumulatieberekening gemaakt worden. Strikt genomen moet dat alleen voor dat deel van het nieuwbouwproject dat boven de 50 uit zal komen, maar omdat een plan voor een wijk als geheel gemaakt wordt kan de verplichting ook invloed hebben op de rest van het plan.
  • Voor die geluidscumulatieberekening telt luchtvaartgeluid ook mee als het plan in kwestie binnen de 48dB Lden– of 20Ke-contour van een luchthaven ligt.
  • Voor de dosis-effectrelatie luchtvaartgeluid die voor een dergelijke cumulatieregeling gebruikt wordt, wordt een nieuwere versie gebruikt die de bewoners beter beschermt
(rood is de nieuwe, groen de oude dosis-affectrelatie. EH = Ernstig Gehinderd).
  • Gecumuleerd geluid wordt in klassen ondergebracht in stappen van 5dB Lden . op onderstaande wijze.
    Deze klassen hebben niet in zichzelf strikte juridische betekenis, maar worden al wel decennia gebruikt in MER-studies en Raad van State-jurisprudentie. Ze dienen een afweging die de lokale overheid moet maken. Naarmate de klasse waarin een gemeente wil bouwen slechter wordt, nemen de juridische gevaren toe en wordt er steeds meer aan motivering en maatregelen gevraagd.
  • Als over een bouwplan al een eindbesluit genomen is voor de Omgevingswet ingaat (“een hard plan”) , terwijl het plan nog niet gerealiseerd is, ontstaat een overgangssituatie waarin het oude recht nog telt.

Toepassing op vliegveld Eindhoven
Het verschijnen van de consultatieversie van de Aanvullingsregeling heeft gemeente- en provinciebestuurders ertoe gebracht om een impactanalyse uit te laten voeren, eerst rond Schiphol (met genoemd pandemonium tot gevolg). Na vervolgoverleg is besloten ook een “beperkte” impactanalyse uit te voeren rond de vliegvelden Lelystad, Rotterdam-Den Haag en Eindhoven. Deze is op 19 januari 2022 gepubliceerd. Hier de resultaten wb Eindhoven.
Hij is te vinden op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-1014383 .

Het luchtvaartdeel is uitgevoerd door het bureau To70, het woningdeel door ABF Research.

Bij de afbakening van de opdracht zijn een aantal keuzes gemaakt:

  • Tenzij anders aangegeven, wordt gekeken tot 2030
  • Harde plannen (met een vastgesteld besluit) vallen niet onder de nieuwe regelgeving, maar ook harde plannen gaan soms toch niet door en worden dan in praktijk vertraagde plannen. Het percentage harde plannen dat dit lot wacht (en dat dan wel onder de nieuwe wet valt) wordt, op basis van ervaring, geschat op ongeveer 30%
  • Aangenomen wordt dat de geluidscontour uit het Luchthavenbesluit 2014 de juiste is
  • De gehanteerde geluidsmaat is de Lden . In Eindhoven (militair vliegveld) gelden nog de oude Kosteneenheden (Ke).
    To70 kijkt naar wat op papier de 48dB Lden en de 52 dB Lden contour zijn. Waarom overigens 52, is een raadsel maar die keuze maakt niet uit.
    Om wat speling te hebben voert To70 ook een gevoeligheidsanalyse uit in de zone van 3dB Lden buiten de 48 Lden -zone (dat heet “net buiten”.
    De 48dB Lden zone valt ongeveer samen met, maar is iets groter dan, de 20Ke-zone waarbinnen onze regio bestuurlijk heeft afgesproken geen grootschalige nieuwbouw van woningen te programmeren.
  • De woningbouwprojecten zijn opgevraagd bij de provincie (indien > 100 woningen) en de gemeenten

Dit leidt tot de volgende resultaten:

  • Binnen de 52Lden -contour liggen geen relevante objecten.
  • In totaal worden er binnen de 48dB Lden -contour en op basis van harde plannen tot 2030 400 woningen geprogrammeerd.
    Hiervan 110 in het winkelcentrum Ardèchelaan in de Eindhovense wijk Achtse Barrier. Het betreft hier vernieuwbouw in bestaand bebouwd gebied.
    Hiervan de rest in de vorm van kleinere projecten, onder andere in de gemeente Eersel en Meierijstad.
    Naar verwachting gaan ca 140 van deze 400 woningen (de eerder genoemde ‘ongeveer 30%’ wegens vertraging alsnog onder de nieuwe wet vallen, en niet onder het overgangsrecht.
  • In de zone ‘net buiten’ de 48dB Lden -contour worden tot 2030 ca 1700 nieuwbouwwoningen geprogrammeerd, waaronder in elk geval twee projecten van tenminste 100 woningen in Veghel. (De vraag is overigens of in Veghel ook de geluidszone van vliegveld Volkel meegerekend moet worden).
    Aannemende dat hiervoor dezelfde ‘ongeveer 30%’ geldt, gaan ongeveer 500 woningen niet onder het overgangsrecht vallen, maar onder de nieuwe wet.
  • Over zachte plannen is niets bekend
  • Over de situatie na 2030 is niets bekend

Bij deze resultaten hoort commentaar van BVM2.
Sommige aannames leiden in praktijk tot overschatting, andere tot onderschatting van het aantal woningen waarvoor  straks een geluidscumulatieberekening nodig is.

  • To70 rekent met de 48dB Lden -contour, maar bestuurlijke afspraken gaan tot nu toe over de 20Ke-contour.  Die is iets kleiner. Steensel bijvoorbeeld ligt binnen de een en buiten de ander. Eventuele woningbouwprojecten in Steensel zouden dus bij To70 ten onrechte meetellen. Dit leidt tot een lichte overschatting.
  • De belangrijkste bron van overschatting is dat nieuwbouwprojecten pas onder de nieuwe cumulatiewetgeving vallen als ze, behalve binnen de 48dB Lden -contour, ook boven de standaardwaarde van een andere geluidsbron uitkomen (in Eersel bijvoorbeeld de A67).
  • Een bron van onderschatting is dat de contour op papier van het Luchthavenbesluit in praktijk in 2019 fors overschreden is. Voor de (kleinere) 35 Ke-contour was de oppervlakte binnen de contour in praktijk 12,7km2 en dat mocht 10,3km2 zijn, grofweg een kwart meer. Als de 20Ke-zone ook een kwart groter is, rijst de vraag hoe de feitelijke zone zich verhoudt tot de ‘net buiten’ zone. Een deel van de woningen in de ‘net buiten’zone ligt in praktijk ‘net binnen’ en moet dus bij de 400 woningen worden geteld.
  • Een bron van onderschatting is dat, naar eigen zeggen, niet alle bestaande woningbouwplannen bekend zijn bij ABF Research
  • Een ernstige bron van onderschatting is dat er niets is opgenomen over na 2030
  • Een ander probleem (resulterend in onderschatting) is dat de regio in 2019 met het kabinet een ‘Woondeal’ heeft afgesloten ter grootte van 27000 nieuwe woningen in 2024. (zie  https://www.nrc.nl/nieuws/2021/01/11/wat-heeft-het-woningbouwbeleid-van-ollongren-opgeleverd-a4027097 ). Naar alle waarschijnlijkheid zit van dit aantal nog alles of bijna alles in de ‘zachte’ fase, en is het dus niet in de schattingen meegenomen. Anders uitgedrukt, als de Woondeal-woningen binnen de 20Ke-zone terecht komen (de theoretische of de feitelijke?), en als er een andere geluidsbron is die ze boven de standaardwaarde jaagt (bijvoorbeeld een rijks- of provinciale weg), dan moet er een cumulatieberekening plaatsvinden.

Nog anders uitgedrukt: de aanwezigheid van een vliegveld leidt tot stringente beperkingen op de woningbouwmogelijkheden, en daarmee op de uitvoering van de Woondeal.

Dit aspect zou veel zwaarder moeten meewegen als men de kosten-batenbalans van het vliegveld opmaakt.

Brabantse SP stelt vragen over woningbouw, vliegvelden en geluid

Aan de nieuwe Omgevingswet worden stapsgewijze hoofdstukken toegevoegd. Momenteel wordt het geluidsbeleid overgezet.
Dat gaat (met oplopende detaillering) via de trits Wet, Besluit en Regeling. De Aanvullingsregeling geluid Omgevingswet heeft ter consultatie gelegen en dat veroorzaakte rond Schiphol grote onrust.

De luchtvaart is niet de enige, maar wel de belangrijkste oorzaak.
Luchtvaartgeluid komt niet rechtstreeks in de Omgevingswet, maar belandt daar (binnen de 20Ke-zone) via de geluidscumulatieregeling. Als weg-, spoor- of industrielawaai op een gevel boven de bijbehorende standaardwaarde komt, moet een gemeente zo’n cumulatieberekening maken.
In de (nu geldende) Wetten geluidshinder en milieubeheer wordt de hinder door de luchtvaart beschreven met een sterk verouderde dosis-effect relatie. In de Wet Luchtvaart wordt gewerkt met een minder sterk verouderde en strengere relatie. De Omgevingswet wil die overnemen. Die van de GGD overigens rond Eindhoven Airport was nog strenger, maar die is niet tot Wet verheven.

De uitkomst van een cumulatieberekening wordt in zeven klassen ingedeeld, lopend van ‘zeer goed’ tot ‘zeer slecht’.
De combinatie van oorzaken zadelt nu grote gebieden rond Schiphol op met de kwalificatie ‘tamelijk slecht’, ‘slecht’ of ‘zeer slecht’. Woningbouw is daar op papier nog mogelijk, maar in de praktijk moeilijk. Dit mede omdat de Raad van State erg kritisch blijkt op gezondheidsschade, ook door geluid.
In deze gebieden is dus de keuze óf minder lawaai door bronbeleid, òf geen of duurdere nieuwe woonwijken, òf leven met permanente gezondheidsschade.

De nieuwe wet gaat ook gelden voor Noord-Brabant met zijn vijf militaire vliegvelden, waarvan er één (Eindhoven) tevens de tweede civiele luchthaven is van Nederland.

De SP-fractie in Provinciale Staten vraagt zich af of zich rond Brabantse luchthavens vergelijkbare problemen als rond Schiphol kunnen voordoen.
De fractie heeft daarom vragen gesteld (de tekst is van mij) aan het College van GS met een inventariserend karakter. Omdat dat een hele klus is, beperkt de SP zich voorlopig vier voorbeeldgemeenten: Best, Uden, Veghel en Gilze-Rijen. Ook wordt gevraagd of een en ander gevolgen heeft voor de provinciale woningbouwambities.
Verder is de vraag of het College van GS een inbreng geleverd heeft in de landelijke consultatie.
Tenslotte wil de SP dat het College van GS druk op het rijk uitoefent zodat er stiller en minder gevlogen wordt. Bronbeleid dus.

Voor de volledige tekst van de vragen zie

Chinook (Gilze Rijen)

Vliegvelden willen van WHO-geluidsadvies af

Het TO70-rapport – hoe kregen we het?
Schipholwatch stuurde het ons via het LBBL door: de studie Impactanalyse nieuwe WHO ‘Environmental Noise guidelines’ van het bekende luchtvaartkennisbureau TO70 – wel vaker in beeld. Het rapport was al af in september 2019, maar de minister bood het vrijdagmiddag 05 juni, om kwart voor vijf, aan de Tweede Kamer aan. Een tactisch moment voor een slecht  nieuws-boodschap.
Wie het rapport wil lezen, kan bij Schipholwatch terecht op https://schipholwatch.nl/2020/06/06/rapport-to70-schiphol-moet-verhuizen/?utm_source=dlvr.it&utm_medium=facebook  – komt u daar ook eens. Het is ook regulier te vinden op www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2020D22248&did=2020D22248 .

Wat staat aan feiten erin?
TO70 is nagegaan wat er zou gebeuren als het WHO-advies dat vliegtuiggeluid onder de 45dB Lden zou moeten blijven, rond Schiphol zou worden ingevoerd. Idem 40 dB Lnight.  Dat hebben ze ook gedaan voor Lelystad en Maastricht-Aachen Airport (MAA).
Kortheidshalve wordt hier alleen Schiphol behandeld en MAA even genoemd.

Voor Eindhoven is zo’n oefening al eerder gedaan door het NLR. Zie het kaartje op het eind.

De binnenste (stippel)lijn is de 48dB Lden contour die nu geldt, de getrokken lijn is de 45 45dB Lden -contour die het volgens de WHO moet zijn (48dB Lden is wat bij ons ongeveer 20Ke is).  De oppervlakte is twee keer zo groot en er wonen in dat gebied ruim twee keer zoveel mensen.
Schiphol heeft in zoverre nog geluk dat de dosis-effectrelatie van de WHO voor de Lden iets minder streng is dan de vigerende. Voor Schiphol betekent dat een beetje geluk bij veel ellende. De Lnight – relatie vabn de WHO is onder de 48 dB strenger en daarboven iets soepeler.

EGH = Ernstig GeHinderden

Het resultaat (je moet de getallen hebben met de stip ervoor): het aantal Ernstig GeHinderden wordt anderhalf keer zo groot.

Voor Ernstig Slaap Verstoorden gold al de 40 dB Lnight en dat blijft zo. Vanwege de dosis-effect-relatie neemt het aantal Ernstig Slaap Verstoorden toe va  18500 naar 23000.

Overgaan op het WHO-advies (Lden )brengt het aantal Ernstig GeHinderden rond MAA van 6500 op 9000 .

Wat zou dat betekenen?
Er zijn de gebruikelijke clichées: bij Schiphol een Actieplan Omgevingslawaai maken (waar, gezien de voorgeschiedenis, weinig van te verwachten valt) en hopen op stillere vliegtuigen, waarbij het reguliere Europese beleid is dat je geluidsklasse E en D mag weren – wat al grotendeels gebeurt.

Dit doet geen pijn want dit doet niets. Daarna wordt het pijnlijker.

Als men rond Schiphol de WHO-richtlijn zou overnemen:

  • Drastisch het geluid terugdringen zou betekenen dat “de luchthavens in Nederland (en de luchtvaartmaatschappijen) niet meer rendabel kunnen opereren.”. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat Schiphol de Buitenveldertbaan sluit of beperkt, of dat de openingstijden ingeperkt worden.
  • Je zou het natuurlijk ook nog eens extra aan de omgeving kunnen uitleggen
  • Buiten de 45 dB Lden blijven met nieuwe woningen “is mogelijk maar lijkt, zeker gezien de woningbouwopgave in de Randstad, op het eerste gezicht  niet heel kansrijk”. Enigszins eufemistisch.
  • De 660.000 bestaande woningen binnen de 45 dB Lden – contour na-isoleren zou (bij ca 25 tot 30 mille per woning) ergens tussen de 16 en 20 miljard kosten.

De WHO onder vuur
De ACI Europe (Airport Council International) volgt een en ander uiteraard nauwlettend.

Deze ACI is ‘bezorgd’ dat ‘overheden, luchthavens en belangenorganisaties bewust niet geconsulteerd zijn bij de totstandkoming’ van het WHO-rapport. Dat deed de WHO om belangenverstrengeling te voorkomen.

Inhoudelijk is het grootste bezwaar” aldus de ACI “voor de meeste (internationale) partijen de ‘strong recommendation’ om van nieuwe (lagere) advieswaarden gebruik te maken. Ondanks dat het ‘slechts’ een aanbeveling betreft kunnen de advieswaarden leiden tot onrealistische verwachtingen bij omwonenden.” 
De WHO heeft aangegeven dat ze dit nog een keer zal verduidelijken – wat niets nieuws is, want het stond er al in. De WHO heeft geen directe wetgevende macht in afzonderlijke landen, wat door de Coronacrisis nog eens bevestigd is.

Verder “heeft ACI, mede namens haar leden, richting de WHO aangegeven dat de kwaliteit van het onderzoek om tot de aanbevelingen te komen ondermaats is, zeker aangezien het hier ‘strong recommendations’ betreft”.
“De WHO heeft bevestigd dat een uitgebreide kosten/baten analyse van de aanbevelingen niet binnen de scope van haar onderzoek hoorde. Zij geeft aan dat dit lokaal of regionaal, als onderdeel van de implementatie, nog wel zal moeten worden uitgevoerd door de relevante beleidsmakers.”

Kortom, de ACI is als de dood dat omwonenden denken dat ze rechten kunnen ontlenen aan het WHO-advies. Dat is niet zo en dat heeft de WHO ook nooit beweerd, maar het advies is wel een belangrijke politieke kracht richting de “relevante politieke beleidsmakers”. De ACI hoopt dat die relevante politieke beleidsmakers er een hoop communicatie (lees propaganda) tegen aan gooien om alsnog het onheil af te wenden. Zo staat het er uiteraard niet, maar het komt er wel op neer.

Kortom, of de WHO alsnog wil verklaren dat het allemaal niet zo bedoeld was.
Moet de WHO niet doen.
Een artikel bij dit kaartje is te vinden op WHO-geluidsadvies heeft grote gevolgen voor woningbouwlocaties rond vliegveld .

De gele lijn is de 48 dB Lden – contour, de blauwe die van 45. De rode vlekken zijn beoogde nieuwbouwlocaties voor woningen

WHO-geluidsadvies heeft grote gevolgen voor woningbouwlocaties rond vliegveld

De ligging van de 70 – 56 – 48 – en 40 dB Lden-contour rond Eindhoven Airport

In oktober 2018 heeft de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) nieuwe “ENVIRONMENTAL NOISE GUIDELINES for the European Region” uitgebracht. Die gaan over alle soorten geluid, maar hier aan de orde komt de passage over vliegtuigen.
Die luidt:

‘Guidelines’ zijn adviezen. Ze worden pas wet als de EU, en daarna de lidstaten, dat zeggen. Dat is nog niet gebeurd. Toch kunnen niet-wettelijke bepalingen toch invloed hebben.

Zo hebben de regionale bestuurders indertijd aan de Alderstafel afgesproken om geen nieuwe grootschalige woningbouw te realiseren binnen de 20Ke – zone van het vliegveld. Dat is de sigaar die loopt van een eindje onder Veghel tot bijna Duizel. Dat gaf gedoe in Duizel-Noord en kostte de gemeente Son en Breugel een fors deel van zijn uitbreidingslocatie Sonniuspark.
Je ziet daarom dat alle uitbreidingslocaties net buiten de 20Ke-zone liggen.

Het Ke-systeem is een halve eeuw geleden ontworpen (door de Delftse professor Kosten) met het doel een relatie tot stand te brengen met het aantal ernstig gehinderden. En wel is dat aantal het aantal (in %) Ke – 10. Dus bij 20Ke is het aantal gehinderden statistisch 10% . Dit is geijkt in de werkelijkheid van die tijd.
Inmiddels is het Ke-systeem in onbruik geraakt. In de hele beschaafde wereld gebruiken alleen nog militaire vliegvelden in Nederland de Ke.

Die 10% ernstige hinder was voor de regionale bestuurders aan de Alderstafel reden om hun woningbouwbeperking af te spreken.

dB Lden (horizontaal) versus % ernstige hinder (vertikaal). De WHO hanteert de getrokken zwarte lijn).

Nu wil het geval dat ook de WHO als drempel voor ernstige hinder de 10% hanteert. De WHO komt aan 10% ernstige hinder bij 45 dB Lden (zie scatterplot).
Overigens zegt de WHO ook dat 10dB Lden meer leidt tot 4 tot 9% meer Ischaemische Hart Ziektes.

Tijdens de Knegselbijeenkomst van 16 februari liet Bernard Gerard, namens BVM2, zien hoe dat uitpakt.
Tot niets verplichtend en als extraatje gaf het Luchthavenbesluit van 2014  ook een set contouren in Lden (70, 56, 48 en 40). Officieel mag je geen Ke in Lden omrekenen, maar stiekem doet iedereen dat toch en dan is 35Ke ongeveer 56Lden en 20Ke ongeveer 48Lden.
En omdat je ook weet waar de 40dB Lden ligt, kun je de 45 dB Lden-contour ongeveer schatten. De enige, die het precies berekenen kan, is het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. En die heeft het niet gedaan.

De schatting levert het introplaatje van dit artikel op. Dat hoort bij 43000 civiele vliegbewegingen.

Het 45dB  Lden-gebied (waar dus 10% ernstige hinder bij hoort) blijkt een stuk groter dan het 20Ke – gebied (waarvan men vroeger dacht dat er 10% ernstige hinder bij hoorde). Het logische gevolg is dat enkele woningbouwlocaties, die tot nu toe net buiten schot blijven, nu onder vuur liggen. Tenminste, als de regionale bestuurders dezelfde logica aanhouden en nieuwbouw binnen de 10% ernstige hinder-zone ongewenst vinden.
Meer specifiek betekent dat, dat de Eindhovense locatie Castilielaan, een deel van de Bestse locatie Aarle, en de Veldhovense nieuwbouwlocatie Silverackers binnen de 10% – hindergrens komen te vallen.

Verder schuift de grens over (delen van) bestaande woongebieden heen, zoals in Meerhoven, in Son (het Son-deel van de gemeente Son en Breugel ligt in zijn geheel binnen de 45  dB Lden-zone), en grote delen van de gemeente Best. Deze lijst is niet uitputtend.

De ruimtelijke prijs die de regio voor het vliegveld betaalt, zo eindigde Gerard zijn presentatie in Knegsel, is groter dan men vroeger dacht.

De presentatie van Gerard is te vinden op  geluidszones en woningbouw

De overige presentaties van Knegsel komen in een volgend artikel aan de orde.

Publiek in de sporthal in Knegsel op 16 feb 2019