Op 15 januari 2016 was er een TTIP-avond in Veghel. De SP had die georganiseerd. Sprekers waren Coen van der Veer (FNV-bestuurder) en Anne-Marie Mineur (Europarlementarier SP).
Van der Veer betoogde vooral dat de werknemersrechten door het Trans Atlantisch Trade and Investment Partnership (TTIP) in gevaar gebracht werden. De VS hebben geen goede reputatie op het gebied van de uit-
voering van de ILO-eisen (International Labor Organisation). Bovendien is de arbeidssituatie in de VS niet Federal, maar een zaak van de deelstaten. Het eerdere NAFTA-verdrag tussen de VS, Mexico en Canada was in zijn uitwerking leerzaam geweest.
In de eerste versie kent TTIP het, inmiddels beruchte, ISDS. Als een overheid een besluit neemt dat een multinational onwelgevallig is (bijvoorbeeld dat Egypte het minimumjeugdloon een beetje verhoogt), kan die een claim indienen kunnen wat bijeengeraapte advocaten in een hotelkamer in het geheim een bindend besluit nemen, waartegen geen hoger beroep kan worden aangetekend. Het kan om miljarden gaan.
Door de vele protesten is dit systeem afgezwakt tot het Investor Court System (ICS). Dat lijkt wat meer op een normale rechtbank, maar is nog steeds niet normaal. Normaal is dat de multinational gewoon het normale rechtssysteem van het betreffende land gebruikt.
Anne-Marie Mineur vertelde een parallel en deels overlappend verhaal, waarin wat meer de consument en het milieu aan de orde kwam, zoals de bekende chloorkip (die eigenlijk staat voor een onderliggend verschil in opvattingen over dierenwelzijn en curatief of preventief salmonella’s bestrijden), toegestane stoffen in cosmetica (de EU zijn hier veel strenger) en het vlees met groeihormonen.
Ook passeerden vergelijkbare (voorgenomen) verdragen de revue, zoals dat met Canada en bijvoorbeeld het TISA (Trade in Services Agreement). Dat laatste zou bijv. betekenen dat een bedrijf, dat in de VS groot geworden is in het runnen van geprivatiseerde gevangenissen, hier toegang tot de thuiszorg mag eisen.
Eigenlijk wil het bedrijfsleven (om precies te zijn de grote multimationals, want diverse sectoren van kleine bedrijven zoals boeren zijn bezorgd) gewoon zelf zijn regels vaststellen. De aanwezigheid van nationale staten is alleen maar hinderlijk in hun ogen. Het heet “Regulatory Coöperation”.
Op basis van de huidige gewoonten zou het Europese Parlement alleen maar JA of NEE mogen zeggen (en dan wordt het waarschijnlijk JA), en zouden de afzonderlijke lidstaten er niets meer over mogen zeggen.
Beide procedures worden aangevochten.
De eindsituatie is nog onduidelijk.
Zie ook Verslag TTIP-demo Amsterdam